direct naar inhoud van 7.3 Bestemmingsregels
Plan: Zeeheldenkwartier 2010
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0518.BP0227EZeeheldenkw-50VA

7.3 Bestemmingsregels

7.3.1 Enkel bestemmingen

Artikel 3 Detailhandel

De bestemming Detailhandel is gegeven aan positief bestemde Detailhandel die niet binnen een Gemengde bestemming valt.

Artikel 4 Gemengd - 1, Artikel 5 Gemengd - 2, Artikel 6 Gemengd - 3 en Artikel 7 Gemengd - 4

Er is een viertal gemengde bestemmingen opgenomen. Hierbinnen is de bestemming wonen toegestaan. Daarnaast zijn de bestemmingen detailhandel, dienstverlening, maatschappelijk, horeca-inrichtingen, kantoren en bedrijven binnen de verschillende gemengde bestemmingen opgenomen. Afwijkende bestemmingen en horeca-inrichtingen zijn middels een aanduiding op de plankaart aangegeven.

Er is onderscheid gemaakt tussen winkelstraten waar binnen de bestemming horeca is toegestaan, winkelstraten waar binnen de bestemming geen horeca is toegestaan, en straten waaraan meest dienstverlenende bedrijven en kantoren zijn gevestigd. Rond de pleinen zijn, om deze te verlevendigen, ook op de verdiepingen alle bestemmingen toegestaan.

Artikel 8 Groen

Gebieden met de bestemming Groen zijn bestemd voor grasvelden, gazons en plant- en boomvakken, speelvoorzieningen en uitingen van kunst.

Artikel 9 Horeca

De bestemming Horeca is gegeven aan positief bestemde horeca-inrichtingen, voornamelijk hotels, die niet binnen een gemengde bestemming vallen.

Artikel 10 Kantoor

De bestemming Kantoor is gegeven aan positief bestemde kantoorbestemmingen die niet binnen een gemengde bestemming vallen.

Artikel 11 Maatschappelijk

De bestemming Maatschappelijk is breed opgezet zodat alle soorten maatschappelijke voorzieningen zich kunnen vestigen in de gebouwen die hiervoor zijn bestemd en ook geschikt zijn: buurt- en wijkcentra, overheidsvoorzieningen als een stadsdeelkantoor en een politiebureau, kerken en moskeeën, scholen, en centra voor buitenschoolse opvang en kinderopvang. De ene maatschappelijke voorziening is uitwisselbaar met een andere maatschappelijke voorziening. Zo kan een school gebruikmaken van de ruimte die een buurtcentrum achterlaat, en omgekeerd.

Artikel 17 Wonen

In het plan is onderscheid gemaakt tussen "woonstraten" en "winkelstraten" met een gemengde bestemming. De percelen aan de "woonstraten" hebben (grotendeels) de bestemming Wonen gekregen. Afwijkende bestemmingen zijn middels een aanduiding op de plankaart aangegeven.

Artikel 13 Verkeer - hoofdverkeersweg (V-1)

Wegen met de bestemming Verkeer - hoofdverkeersweg (V-1) zijn in hoofdzaak bedoeld voor de afwikkeling van het doorgaande verkeer en vormen de hoofdontsluiting van wijken en grote delen van de stad en zijn tevens de verbinding met het Rijkswegennet. De intensiteiten van het verkeer zijn relatief hoog. De toegestane maximum snelheid is in de meeste gevallen 50 km/uur, incidenteel 70 of 100 km/uur. Vaak zijn deze wegen ook onderdeel van het openbaarvervoer netwerk van tram- en busbanen in de stad en onderdeel van de routes voor brandweer en andere hulpdiensten. Het langzame verkeer wordt op eigen voorzieningen, gescheiden van het gemotoriseerde verkeer, afgewikkeld en de directe ontsluiting van aanliggende bestemmingen via in- en uitrit(ten) dient net als het langs parkeren, te worden vermeden. Parallelwegen kunnen onderdeel zijn de bestemming hoofdverkeersweg.

Artikel 14 Verkeer - Straat (V-2)

Wegen met de bestemming Verkeer - Straat (V-2) zijn bestemd voor de afwikkeling van lokaal, gebiedsgebonden verkeer en dienen voor de ontsluiting van buurten. Deze wegen zijn niet bedoeld voor het doorgaande verkeer over grotere afstanden. Wel zijn openbaar vervoersvoorzieningen binnen deze bestemming toegestaan.

Verkeer - Verblijfsstraat (V-3)

Wegen met de bestemming Verkeer - Verblijfsstraat (V-3) zijn bestemd voor de afwikkeling gebiedsgebonden verkeer en dienen voor de ontsluiting van buurten en de direct aangelegen bestemmingen. Deze wegen zijn niet bedoeld voor het doorgaande verkeer.

De intensiteiten en de snelheden van het verkeer (maximaal 30 km/uur) zijn laag. Vrijliggende openbaar vervoervoorzieningen zijn niet uitgesloten maar maken slechts bij uitzondering deel uit van het profiel. Fietsers maken gebruik van de normale rijweg; fietspaden komen slechts voor indien ze ook onderdeel zijn van langere, doorgaande routes. Voetpaden en parkeervoorzieningen maken deel uit van het wegprofiel. In de bestemmingen zijn tevens bepalingen opgenomen omtrent de woonschepen en de omvang van de bebouwing op de kades ten behoeve van die schepen.

Artikel 16 Verkeer - Verblijfsgebied (V-4)

Gronden met de bestemming Verkeer - Verblijfsgebied (V-4) zijn bestemd voor voetgangers. De bestemming maakt de aanleg van fietspaden mogelijk. Voor de openbare gebieden zijn de hiervoor gebruikelijke bestemmingen opgenomen.

7.3.2 Dubbelbestemmingen

Artikel 18 Waarde - Cultuurhistorie

Op de plankaart is het Rijksbeschermd stadsgezicht aangeduid met de bestemming Waarde - Cultuurhistorie. In dit gebied mag slechts worden gebouwd als de cultuurhistorische waarden en de uitwendige architectonische vormgeving zoals beschreven in de toelichting bij het aanwijzingsbesluit, niet worden aangetast. Bij strijdigheid met andere bouwregels hebben deze bepalingen voorrang.

De juridisch-planologische bescherming van de in de toelichting bij het aanwijzingsbesluit tot rijksbeschermd stadsgezicht aangeduide te beschermen waarden, vindt plaats langs twee wegen. In de eerste plaats worden, indien dat vereist is, de goot- en nokhoogte bij de karakteristieke bebouwing zo nauwgezet mogelijk per pand aangegeven, om de verscheidenheid in goot- en nokhoogte te waarborgen. Indien tussen aangrenzende panden een hoogteverschil kleiner dan 1 m bestaat, is voor het maximum gekozen; bij grotere hoogteverschillen zijn de goot- en nokhoogte per pand aangeduid.

In de tweede plaats is het beschermd stadsgezichten zelf op de plankaart aangeduid. Op de gronden die als zodanig zijn aangeduid is de dubbelbestemming Waarde - Cultuurhistorie van toepassing. Centraal staat de regel dat slechts mag worden gebouwd met inachtneming van de cultuurhistorische waarden. Deze waarden worden beschreven in bijlagen bij de regels: de toelichting op de aanwijzing van een deel van het plangebied tot rijksbeschermd stadsgezicht en de daarbij behorende toelichting. Als de algemene bouwregels of bouwregels in andere bestemmingen een bebouwing toestaan die in strijd is met de cultuurhistorische waarden die de aanwijzing beschrijft, moeten de cultuurhistorische waarden in acht worden genomen en geven deze de doorslag. Leidend bij de beoordeling ervan is de beschrijving van het bebouwingsbeeld, de typering en de waardering van het stadsgezicht in toelichting op het aanwijzingsbesluit in samenhang met het gemeentelijk beleid in de notitie Bouwen en behouden in beschermde stadsgezichten. Alleen indien de gebruiks- en bebouwingsmogelijkheden onevenredig worden beperkt én indien in zo'n geval de welstands- en monumentencommissie is geraadpleegd, kan daarop een uitzondering worden gemaakt.

Artikel 19 Waarde - Archeologie

Op de plankaart zijn de grenzen van het archeologisch waardevol gebied aangeduid (zie paragraaf 2.2.6). Gronden die tegelijk zijn aangewezen voor, bijvoorbeeld Wonen en Waarde - Archeologie, zijn bestemd voor wonen én het behoud van archeologische waarden. Als men binnen dit gebied de grond wil roeren en men daarbij mogelijk het terrein verstoort, bijvoorbeeld door de aanleg van een fundering, is een door het bevoegd gezag verleende omgevingsvergunning nodig. Het artikel dat betrekking heeft op deze dubbelbestemming stelt voorwaarden aan de verlening ervan.