direct naar inhoud van 3.8 Onderwijs, cultuur en welzijn
Plan: Zeeheldenkwartier 2010
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0518.BP0227EZeeheldenkw-50VA

3.8 Onderwijs, cultuur en welzijn

3.8.1 Onderwijs, kinderopvang en peuterspeelzalen

Met betrekking tot de huisvestingsvoorzieningen ten behoeve van het primair, speciaal en voortgezet onderwijs zijn er op hoofdlijnen twee gemeentelijke taken, te weten bekostiging en regie (regierol bij stichting van scholen). Met de jaarlijks door de gemeenteraad vast te stellen Programma's Onderwijshuisvesting wordt bekostiging verleend voor het realiseren van huisvestingsvoorzieningen ten behoeve van de scholen in het primair, speciaal en voortgezet onderwijs. Onder meer door middel van Integrale Huisvestingsplannen Onderwijs per stadsdeel, wordt in samenwerking met de schoolbesturen zorggedragen voor een zo optimaal mogelijke afstemming van vraag en aanbod met betrekking tot de huisvestingsvoorzieningen ten behoeve van het onderwijs. Met die huisvestingsplannen wordt een zo evenwichtig mogelijke spreiding van onderwijsvoorzieningen bereikt en zijn de scholen op termijn efficiënt en adequaat gehuisvest.

Mede in het verlengde van het in 2001 door de gemeenteraad vastgestelde Integrale Huisvestingsplan voor het stadsdeel Centrum kan ten behoeve van de basisschool Max Velthuijs in de Da Costastraat binnen afzienbare tijd uitbreiding aan de orde komen.

De gemeente Den Haag streeft ernaar om alle GOA-scholen, dus ook de drie basisscholen binnen het plangebied, samen te laten werken met een gesubsidieerde peuterspeelzaal zodat ze allen uiteindelijk voorschool (een peuterspeelzaal en een GOA-basisschool die dezelfde voor- en vroegschoolse educatieve programma's gebruiken) worden. Voor deze samenwerking is wenselijk, dat de peuterspeelzaal gehuisvest is in of in de nabije omgeving van de samenwerkende basisschool. Voor het bestemmingsplan betekent dat, dat de schoolgebouwen een bredere bestemming krijgen dan alleen scholen.

In het gebied liggen behalve de genoemde drie geen andere (GOA-)scholen. Er zijn daarom in de komende jaren vanuit de gemeente geen ontwikkelingen te verwachten om het aantal gesubsidieerde peuterspeelzalen in het gebied uit te breiden.

In Den Haag is in een aantal schoolgebouwen al sprake van voor- en/of naschoolse opvang. De wettelijke verplichting die vanaf 1 januari 2007 bestaat betekent dat de scholen ervoor moeten zorgen, dat kinderen voor en na schooluren kunnen worden opgevangen als ouders dat willen (betalen). Veel scholen regelen dat door afspraken te maken met de bestaande instellingen voor kinderopvang. Of de nu geldende verplichting zal leiden tot uitbreiding van gebouwen is onduidelijk, en een zaak van de schoolbesturen en de instellingen voor kinderopvang.

Sinds de invoering van de Wet kinderopvang (Wk) in januari 2005 zijn de sturingsmogelijkheden van de gemeente ten aanzien van de spreiding en huisvesting van de kinderopvang beperkt. Hoewel de buitenschoolse opvang wettelijk niet onder de verantwoordelijkheid van de gemeente valt denkt de gemeente mee met schoolbesturen en instellingen voor kinderopvang om de vraag van ouders zo goed mogelijk te kunnen beantwoorden. Kinder- en naschoolse opvang worden binnen verschillende bestemmingen (bijv. kantoor) gefaciliteerd.

3.8.2 Welzijn

Met het raadsbesluit 'Welzijn in de wijk' (RIS158279) is in december 2008 de uitvoering vastgesteld van het gemeentelijke sociale beleid. De doelstellingen en uitgangspunten van het welzijnsbeleid zijn in het beleidsakkoord 'Meedoen' en het meerjarenbeleidsplan WMO 'Aandacht voor elkaar' geformuleerd. Het gaat hierbij om:

  • het vergroten van de binding van de bewoners met hun buurt;
  • het in staat stellen van bewoners om verantwoordelijkheid te nemen voor de buurt;
  • het vergroten van de solidariteit van bewoners met de kwetsbare groepen in hun buurt;
  • het stimuleren van de ontmoeting tussen buurtbewoners.

Het welzijnswerk omvat een breed scala aan functies, zoals signalering, sociale binding, opvang, hulpverlening, informatie, advies en participatie op wijk- en buurtniveau, en wordt in onze gemeente door verschillende instellingen en organisaties uitgevoerd. Hierbij gaat het om gesubsidieerde voorzieningen en activiteiten van vrijwilligers en professionals, waarbij het professionele welzijnswerk is ondergebracht bij vier decentrale welzijnsorganisaties en vier zelfstandige buurthuizen. Om adequaat tegemoet te kunnen komen aan de behoefte aan welzijnsactiviteiten werkt het welzijnswerk vraaggericht, waarbij gebruik wordt gemaakt van methodieken die gericht zijn op het achterhalen van de welzijnsbehoeften van burgers.

3.8.3 Maatschappelijke zorg en volksgezondheid

In het kader van de 'Wet publieke gezondheid' van 9 oktober 2008 heeft de gemeente een taak in het realiseren van samenhang tussen diverse onderdelen van zorg- en dienstverlening en voldoende toegankelijkheid van voorzieningen. Het is dus een taak van de gemeente om er voor te zorgen dat in de stad voldoende aanbod van zorg aanwezig is en dat deze bereikbaar is voor bewoners. Het bestemmingsplan faciliteert de behoefte aan zorgvoorzieningen door in de ruimtelijke vormgeving van de wijk de 'fysieke kwaliteit' te bewaken en zo een gezonde leefomgeving voor burgers te bewerkstelligen.

Van gemeentewege wordt gestreefd naar multidisciplinaire samenwerking binnen de eerstelijnszorg. In iedere wijk is idealiter een kristallisatiepunt van zorg gesitueerd van waaruit naast zorg ook (zorg)informatie en (zorg)diensten kunnen worden geleverd.

Naast bovenstaande algemene (zorg)voorzieningen zijn er ook voorzieningen nodig voor burgers die minder bedeeld zijn. Niet alleen in economische zin maar vooral mensen die vanwege verstandelijke of fysieke beperkingen moeite hebben zelfstandig te wonen. Het is belangrijk om ook voor deze mensen woningen ter beschikking te hebben, waar ze al dan niet met begeleiding kunnen wonen. Daarnaast is er ook behoefte aan voorzieningen waar deze mensen gezamenlijk onderdak kunnen vinden, in de vorm van een opvang. In het plangebied is het woonzorgcentrum 'Op de Laan' gevestigd (Laan van Meerdervoort/Tasmanstraat).

3.8.4 Cultuur

De gemeente Den Haag zet zich in voor een gevarieerd en breed cultureel aanbod, het ondersteunen van kwetsbare vormen van kunst en cultuur en het professioneel beheer van gemeentelijke collecties. Periodiek staat de gemeente - evenals het rijk - uitgebreid stil bij de stand van zaken van kunst en cultuur in Den Haag waarbij de verdeling van de financiële middelen voor de cultuursector integraal wordt afgewogen.

In september 2005 zijn de notities 'Creatieve stad Den Haag' en 'Broedplaatsen' uitgebracht. Hierin sprak het college de intentie uit gedurende een aantal jaren expliciet aandacht te schenken aan de creatieve stad en broedplaatsen. Eén van de instrumenten is locatiebeleid: het signaleren van kansrijke gebieden met gemengde 'rommel'milieus, de zorg voor voldoende betaalbare bedrijfsruimte in een binnenstedelijk milieu en het scheppen van ruimte voor creatieve milieus in bestemmingsplannen.

De creatieve sector werkt als katalysator voor economische ontwikkeling in een stad. Het programma Creatieve Stad 2005-2008 heeft dan ook een positieve bijdrage geleverd aan de economie en de creatieve sector in Den Haag. Het aantal banen in de creatieve industrie steeg afgelopen periode met vijf procent en het aantal ambachtelijke bedrijven verdubbelde. In het programma Creatieve Stad Den Haag 2010-2012 wordt nadruk gelegd op initiatieven met een economisch duurzaam perspectief en neemt de zichtbaarheid van de creatieve sector een belangrijke plaats in.
Het nieuwe programma Creatieve Stad 2010-2012 vindt aansluiting bij het gemeentelijke beleid en draagt zo bij aan werkgelegenheid, de leefbaarheid, revitalisatie van de binnenstad, functiemenging op wijkniveau en indirect ook het toerisme: kortom de economie van Den Haag.

Het Zeeheldenkwartier valt binnen de zuidwest rand rond het centrum, die in de notities is aangemerkt als interessant gebied. In dit gebied zijn al verschillende creatieve initiatieven gevestigd en het leent zich voor verdere versterking van het creatieve milieu.

In dit verband is het van belang dat er voldoende ruimte blijft voor kleinschalige kantoor-, praktijk- en bedrijfsruimte in het gebied, conform de functiemengingstrategie in paragraaf 3.7.2.

De grotere culturele functies in volledige panden worden als maatschappelijke voorzieningen bestemd, of, als zij gemengd met andere functies voorkomen, als gemengde bestemming. De kleinere culturele functies in de onderetages van panden vallen onder de bestemming gemengde doeleinden.

3.8.5 Sport en recreatie

De doelstelling van het gemeentelijke Sportbeleid is gericht op het creëren van een optimaal sportklimaat. Oogmerk is het verbeteren van de gezondheid van de burgers, het versterken van de sociale binding binnen de Haagse samenleving en het leveren van een bijdrage aan de (inter)nationale sportbeoefening en het imago van de stad. Zo'n 57% van de Hagenaars beoefent sport en gebruikt hierbij één of meerdere keren per maand de gemeentelijke (sport)voorzieningen, de sportieve openbare voorzieningen en/of de commerciële sportvoorzieningen. Sport is de belangrijkste vrijetijdsbesteding in Den Haag.

De huidige meerjarige doelstellingen van het programma Sport zijn vastgelegd in de nota Beweegredenen. Deze nota is nader uitgewerkt in beleidsnota's en concrete plannen, zoals 'Sport zonder hindernissen', 'Sportief- actieve leefstijl voor Haagse ouderen' en de 'Sportieve Driehoek, maar ook bijvoorbeeld de bouw van diverse verspreid liggende sporthallen in Den Haag of de voorgenomen bouw van een zwembad. Op basis van het onderzoek naar de behoefte van verschillende buitensportaccommodaties, is de ruimtebehoefte hiervan tot 2013 vastgelegd. De gemeente streeft ernaar dat zoveel mogelijk Hagenaars zo lang mogelijk sporten en bewegen op een verantwoorde, prettige manier met voldoende frequentie, bij voorkeur in georganiseerd verband. Dit doet zij door de kwaliteit van het sportaanbod te verhogen en door een sportief actieve leefstijl onder Hagenaars te bevorderen. De kwaliteit van het sportaanbod verhogen gebeurt door:

  • voldoende goede sportaccommodaties te realiseren die betaalbaar, toegankelijk, bereikbaar en voor sportdoeleinden geschikt zijn;
  • een kwaliteitsimpuls te geven aan het sportaanbod door een sportief recreatieve inrichting van openbare ruimten;
  • herkenbare topsport te faciliteren;
  • maatschappelijk sterke sportverenigingen te ontwikkelen;
  • sportverenigingen te ondersteunen;
  • kinderopvang bij sportaccommodaties mogelijk maken.

In het Zeeheldenkwartier zijn beperkte sport(ieve)mogelijkheden. Deze richten zich vooral op medegebruik van gymnastieklokalen, commerciële fitness-scholen e.d., en het nationale schaakhuis in de Van Speijkstraat. De grootschalige sportvoorzieningen bevinden zich vooral buiten de wijk. Om beleidsmatige aspecten van de sport te bevorderen lijken in dit plangebied uitsluitend uitdagingen en kansen te liggen op het gebied van uitbreiding en kwalitatieve verbetering van openbare sportieve ruimte en van de vervanging/vernieuwing/uitbreiding van gymnastieklokalen bij de schoolgebouwen.

Vanuit het sportbeleid bestaat er een voorkeur om nieuwe gymnastiekzalen te combineren met sportieve openbare schoolspeelplaatsen. Daarmee kan invulling worden gegeven aan het begrip brede school, kan het buitenschoolse gebruik van dergelijke ruimten gestimuleerd worden en kan daarmee de sociale cohesie in de buurt verhoogd worden.

In 2008 is een kunstgrasveldje aangelegd in plaats van het gras-trapveld van het Jennyplantsoen.

Een verdere sportieve invulling van de openbare ruimte is vanuit sportoogpunt wenselijk, maar wordt niet geregeld noch onmogelijk gemaakt via het bestemmingsplan.

De commerciële fitnessvoorzieningen e.d. die er zijn maken ruimtelijk (nog) geen onderdeel uit van specifiek gemeentelijk beleid. De in het gebied aanwezige fitness/sportscholen hebben zich gevestigd in vrijkomende beschikbare en geschikt te maken panden. In het bestemmingsplan vallen dergelijke ruimten onder de bestemming "Gemengd" en zijn verplaatsingen en uitbreidingen dus mogelijk.

3.8.6 Spelen

De nota 'Samen Spelen' geeft aan, dat kinderen, jong en oud ruimte nodig hebben om te spelen. Bij (her)inrichting van wijken moet daarom rekening gehouden worden met de behoeften van de jeugd.

In het Beleidsplan voor het Haagse groen wordt gesteld dat veel semi-openbare groenvoorzieningen nog te veel van hun kwaliteit verbergen. Door gerichte informatie en het treffen van passende voorzieningen, waarbij rekening wordt gehouden met de functie en de karakteristieke kwaliteit van het gebied, kan de gebruiks- en belevingswaarde worden verhoogd.

0 - 6 jaar   7-12 jaar   13-18 jaar  
100 meter   400 meter   1000 meter  

De nota Samen Spelen geeft aan dat bij de spreiding van speelvoorzieningen uitgegaan wordt van actieradii. De actieradii verschillen per leeftijdsgroep, omdat oudere kinderen verder van huis spelen en meer ruimte nodig hebben dan jongere.

De wijk kent weinig speelgelegenheid: er is een kinderboerderij en er staan speeltoestellen aan op het 'Bonbonplein' en er is op een beperkt aantal plaatsen in de wijk ruimte om te spelen. Er zijn geen plannen de speelgelegenhied uit te breiden.