Plan: | Buitengebied |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0512.BP2013134-4001 |
In deze regels wordt verstaan onder:
Het bestemmingsplan Buitengebied met identificatienummer NL.IMRO.0512.BP2013134-4001 van de gemeente Gorinchem.
De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
het bedrijfsmatig verlenen van diensten c.q. het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid door middel van handwerk, dat niet krachtens een milieuwet vergunning-of meldingplichtig is, dat in of bij een woning wordt uitgeoefend door de bewoner van de woning, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is;
een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, ontwerptechnisch, kunstzinnig of hiermee gelijk te stellen gebied, dat in of bij een woning wordt uitgeoefend door de bewoner van de woning, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is;
een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
een afwijking als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder c van de Wet ruimtelijke ordening;
een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren, niet zijnde een kwekerij;
bedrijvigheid, geheel of overwegend gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen van producten door het telen van gewassen en/of het houden van dieren, niet zijnde een kwekerij;
gebouwen als bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder;
de aan een gebied toegekende verwachting in verband met de kans op het voorkomen van archeologische relicten;
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de in dat gebied voorkomende archeologische relicten;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
een in de regels aangegeven percentage, dat de grootte van (een deel van) het bouwvlak aangeeft, dat maximaal mag worden bebouwd, tenzij in de regels anders is bepaald;
een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, aan huis verbonden beroepen daaronder niet begrepen;
een gebouw dat dient voor de uitoefening van een bedrijf;
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
een niet voor bewoning bestemd gebouw, dat een gebruikseenheid vormt met en dienstbaar is aan een woning, zoals een garage, huishoudelijke bergruimte of hobbyruimte;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
de grens van een bouwvlak;
een geometrisch bepaald vlak waarmee de gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
markering van de begrenzing van de buitenzijde van de buitenste rijstrook;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die de goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps-of bedrijfsactiviteit;
recreatief medegebruik van gronden zoals wandelen, paardrijden, fietsen, varen, zwemmen en vissen;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
niet-grondgebonden agrarische bedrijfsvoering in de vorm van het telen van gewassen, waarbij de productie (nagenoeg) volledig plaatsvindt in kassen;
een agrarisch bedrijf waarvan de bedrijfsvoering volledig of nagenoeg volledig is gericht op het gebruik maken van grond als productiemiddel. Megastallen en intensieve veehouderijen niet toegestaan;
een gebouw dat op een bouwperceel door zijn constructie of afmetingen, dan wel gelet op de bestemming, als het belangrijkste bouwwerk valt aan te merken;
tent, tentwagen, kampeerauto of caravan dan wel enig ander onderkomen of enig ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan, voor zover geen bouwwerk zijnde, waarvoor ingevolge 2.1 lid 1 onder a van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen vereist is; een en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf;
een gebouw waarvan de wanden en het dak geheel of grotendeels bestaan uit glas of ander licht doorlatend materiaal ten behoeve van het kweken van vruchten, groenten, bloemen en/of planten;
een bedrijf dat overwegend of uitsluitend is gericht op het telen van tuinbouwgewassen in de volle grond.
een bedrijf gericht op repareren en onderhouden van landbouwwerktuigen en machines, waaronder tractoren en maaimachines, als servicefunctie voor agrarische bedrijven in de omliggende regio, met daaraan ondergeschikte, incidentele verkoop van die producten en daarbij behorende onderdelen.
de aan een gebied toegekende waarde in visueel-ruimtelijk en/of cultuurhistorisch en/of ecologisch en/of geomorfologisch opzicht;
het bieden van zorg in een woning aan een ieder die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is;
een nadere eis als bedoeld in artikel 3.6 eerste lid onder d van de Wet ruimtelijke ordening;
de aan een gebied eigen zijnde ecologische waarden;
een activiteit ondergeschikt aan de hoofdactiviteit in zowel omvang (m2), omzet (€) als de effecten op het woon-en leefklimaat;
agrarische bedrijvigheid, die functioneel geheel of hoofdzakelijk niet afhankelijk is van de ter plaatse bij het agrarisch bedrijf behorende grond als productiemiddel;
een gebruik gericht op het in zodanige conditie houden of brengen van objecten dat het voortbestaan van deze objecten op ten minste het bestaande kwaliteitsniveau wordt bereikt;
een vergunning als bedoeld in artikel 2.1 of 2.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
een vergunning als bedoeld in artikel 3.3 onder a van de Wet ruimtelijke ordening;
een vergunning als bedoeld in artikel 3.3. onder b van de Wet ruimtelijke ordening;
een voor verblijf geschikt, al dan niet aan zijn bestemming onttrokken, vaar- of voertuig, ark of caravan, voorzover dat/die niet als een bouwwerk is aan te merken, alsook een tent;
een paardenhouderij waar uitsluitend of in hoofdzaak handelingen aan en/of met paarden worden verricht die primair gericht zijn op het voortbrengen, africhten, trainen en verhandelen van paarden;
bewoning door een persoon of door groepen van personen van een voor recreatieve bewoning bedoelde ruimte als hoofdverblijf c.q. vaste woon-of verblijfplaats;
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;
een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotische/pornografische aard plaatsvinden, waaronder in ieder geval worden verstaan een prostitutiebedrijf, een erotische massagesalon, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;
een als bijlage bij deze regels behorende en daarvan onderdeel uitmakende lijst van bedrijven en instellingen;
een gebouw dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, welk gebouw door de vorm kan worden onderscheiden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
agrarische bedrijvigheid bestaande uit fokkerij, houderij en/of mesterij van vee, zoals varkens, kalveren en pluimvee, die functioneel volledig of nagenoeg volledig is gericht op het gebruik maken van grond als productiemiddel;
de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, de gevel die kennelijk als zodanig dient te worden aangemerkt;
denkbeeldige lijn die strak loopt langs de voorgevel van een gebouw tot aan de perceelsgrenzen.
een wijziging als bedoeld in artikel 3.6 eerste lid onder a van de Wet ruimtelijke ordening;
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden;
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
tussen de zijdelingse grens van het bouwperceel en een bepaald punt van het bouwwerk, waar die afstand het kortst is;
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
vanaf het peil tot aan de (wieken)as van de windturbine;
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
de diepte van een gebouw, gemeten loodrecht vanaf de gevel waaraan wordt gebouwd;
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
tussen de buitenzijde van de afdekking van de overkapping, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van de overkapping.
Bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwonderdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, liftschachten, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouwgrenzen niet meer dan 1 m bedraagt.
Bij toepassing van deze regels wordt gemeten tot of vanuit het hart van een lijn op de verbeelding en op de schaal waarin het plan is vastgesteld.
De voor 'Agrarisch met waarden - Kleinschaligheid en reliëf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde, ontsluitings-, parkeer-en groenvoorzieningen, tuinen en erven.
De gronden zijn mede bestemd voor:
Bedrijfsgebouwen, kassen en bedrijfswoningen voldoen aan de volgende kenmerken:
Aan-en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij de bedrijfswoning voldoen aan de volgende kenmerken:
Bouwwerken geen gebouwen zijnde voldoen aan de volgende kenmerken:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in sublid 3.2.1, onder a, ten behoeve van het bouwen met overschrijding van bouwgrens, met ten hoogste 30 m en tot maximaal 10% van de oppervlakte van het bouwvlak, mits:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in sublid 3.2.1, onder c, ten behoeve van het bouwen van bedrijfsgebouwen tot een goothoogte van 10 m en een bouwhoogte van 11 m, mits:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in sublid 3.2.3 onder b, ten behoeve van het bouwen van silo's tot een hoogte van 15 m,
mits:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in sublid 3.2.3 onder b, ten behoeve van het bouwen van een windmolen tot een hoogte van 20 m,
mits:
Een met de bestemming strijdig is in ieder geval ook het gebruik van gronden gelegen buiten de bouwvlakken voor -niet als bouwwerk aan te merken- mestbassins, en sleufsilo''s en paardenbakken.
Het ingebruiknemen van gebouwen en gronden ten behoeve van het houden van dieren voor veehouderij in de vorm van een grondgebonden agrarisch bedrijf is uitsluitend toegestaan indien is aangetoond dat de depositie gelijkblijft danwel afneemt ten opzichte van de bestaande ammoniakdepositie.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 3.1 ten behoeve van:
mits:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen van het bepaalde in lid 3.1, ten behoeve van het gebruik van bestaande agrarische bedrijfsgebouwen binnen een bouwvlak waar sprake is van agrarische bedrijvigheid als hoofdactiviteit, voor ten hoogste 5 "bed and breakfast"-appartementen van maximaal 200 m³ per appartement, per agrarisch bedrijf met een gezamenlijke inhoud van maximaal 800 m³, inclusief de daarbij behorende gemeenschappelijke ruimten, uitsluitend als ondergeschikte nevenactiviteit.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen van het bepaalde in lid 3.1, ten behoeve van het gebruiken van bebouwing binnen het bouwvlak voor opslag van goederen en stalling, zoals caravan- en botenstalling, met inachtneming van de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen van het bepaalde in lid 3.1, en toe te staan dat binnen de bestaande bebouwing de verkoop van eigen gemaakte en / of geteelde producten mogelijk is, mits deze activiteit ondergeschikt en gerelateerd is aan de uitoefening van het agrarische bedrijf, met een maximum vloeroppervlakte van 100 m².
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in 3.4.2 voor het ingebruiknemen van gebouwen en gronden ten behoeve van het houden van dieren voor veehouderij in de vorm van een grondgebonden agrarisch bedrijf waarbij de depostie toeneemt ten opzichte van de bestaande ammoniakdepositie mits:
Het is verboden zonder of in afwijken van een omgevingsvergunning op de in artikel 3.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerkzijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Geen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 3.6.1 is nodig voor:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, mits de noodzaak voor een doelmatige agrarische bedrijfsvoering is aangetoond, met inachtneming van het bepaalde in hoofdstuk 3 (Algemene regels) het plan ten behoeve van een grondgebonden agrarisch bedrijf zodanig te wijzigen, dat de grens van een bouwvlak elders op die gronden wordt aangegeven, zulks volgens de volgende regels:
De voor 'Agrarisch met waarden - Openheid' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde, ontsluitings-, parkeer-en groenvoorzieningen, tuinen en erven.
De gronden zijn mede bestemd voor:
Bedrijfsgebouwen, kassen en bedrijfswoningen voldoen aan de volgende kenmerken:
Aan-en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij de bedrijfswoning voldoen aan de volgende kenmerken:
Bouwwerken geen gebouwen zijnde voldoen aan de volgende kenmerken:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in sublid 4.2.1 onder a, ten behoeve van het bouwen met overschrijding van bouwgrens, met ten hoogste 30 m en tot maximaal 10% van de oppervlakte van het bouwvlak, mits:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in sublid 4.2.1, onder c, ten behoeve van het bouwen van bedrijfsgebouwen tot een goothoogte van 10 m en een bouwhoogte van 11 m, mits:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in sublid 4.2.3 onder b, ten behoeve van het bouwen van silo's tot een hoogte van 15 m,
mits:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in sublid 4.2.3 onder b, ten behoeve van het bouwen van een windmolen tot een hoogte van 20 m,
mits:
Een met de bestemming strijdig is in ieder geval ook het gebruik van gronden gelegen buiten de bouwvlakken:
Het ingebruiknemen van gebouwen en gronden ten behoeve van het houden van dieren voor veehouderij in de vorm van een grondgebonden agrarisch bedrijf is uitsluitend toegestaan indien is aangetoond dat de depositie gelijkblijft danwel afneemt ten opzichte van de bestaande ammoniakdepositie.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 4.1 ten behoeve van:
mits:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen van het bepaalde in lid 4.1, ten behoeve van het gebruik van bestaande agrarische bedrijfsgebouwen binnen een bouwvlak waar sprake is van agrarische bedrijvigheid als hoofdactiviteit, voor ten hoogste 5 "bed and breakfast"-appartementen van maximaal 200 m³ per appartement, per agrarisch bedrijf met een gezamenlijke inhoud van maximaal 800 m³, inclusief de daarbij behorende gemeenschappelijke ruimten, uitsluitend als ondergeschikte nevenactiviteit.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen van het bepaalde in lid 4.1, ten behoeve van het gebruiken van bebouwing binnen het bouwvlak voor opslag van goederen en stalling, zoals caravan- en botenstalling, met inachtneming van de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen van het bepaalde in lid 4.1, en toe te staan dat binnen de bestaande bebouwing de verkoop van eigen gemaakte en / of geteelde producten mogelijk is, mits deze activiteit ondergeschikt en gerelateerd is aan de uitoefening van het agrarische bedrijf, met een maximum vloeroppervlakte van 100 m².
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in 4.4.2 voor het ingebruiknemen van gebouwen en gronden ten behoeve van het houden van dieren voor veehouderij in de vorm van een grondgebonden agrarisch bedrijf waarbij de depostie toeneemt ten opzichte van de bestaande ammoniakdepositie mits:
Het is verboden zonder of in afwijken van een omgevingsvergunning op de in artikel 4.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerkzijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Geen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 4.6.1 is nodig voor:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, mits de noodzaak voor een doelmatige agrarische bedrijfsvoering is aangetoond, met inachtneming van het bepaalde in hoofdstuk 3 (Algemene regels) het plan ten behoeve van een grondgebonden agrarisch bedrijf zodanig te wijzigen, dat de grens van een bouwvlak elders op die gronden wordt aangegeven, zulks volgens de volgende regels:
De voor 'Agrarisch met waarden - Openheid en verkavelingspatroon' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde, ontsluitings-, parkeer-en groenvoorzieningen, tuinen en erven.
De gronden zijn mede bestemd voor:
Bedrijfsgebouwen, kassen en bedrijfswoningen voldoen aan de volgende kenmerken:
Aan-en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij de bedrijfswoning voldoen aan de volgende kenmerken:
Bouwwerken geen gebouwen zijnde voldoen aan de volgende kenmerken:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in sublid 5.2.1 onder a, ten behoeve van het bouwen met overschrijding van bouwgrens, met ten hoogste 30 m en tot maximaal 10% van de oppervlakte van het bouwvlak, mits:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in sublid 5.2.1, onder d, ten behoeve van het bouwen van bedrijfsgebouwen tot een goothoogte van 10 m en een bouwhoogte van 11 m, mits:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in sublid 5.2.3 onder b, ten behoeve van het bouwen van silo's tot een hoogte van 15 m,
mits:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in sublid 5.2.3 onder b, ten behoeve van het bouwen van een windmolen tot een hoogte van 20 m,
mits:
Een met de bestemming strijdig is in ieder geval ook het gebruik van gronden gelegen buiten de bouwvlakken voor -niet als bouwwerk aan te merken- mestbassins, en sleufsilo''s en paardenbakken.
Het ingebruiknemen van gebouwen en gronden ten behoeve van het houden van dieren voor veehouderij in de vorm van een grondgebonden agrarisch bedrijf is uitsluitend toegestaan indien is aangetoond dat de depositie gelijkblijft danwel afneemt ten opzichte van de bestaande ammoniakdepositie.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 5.1 ten behoeve van:
mits:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen van het bepaalde in lid 5.1, ten behoeve van het gebruik van bestaande agrarische bedrijfsgebouwen binnen een bouwvlak waar sprake is van agrarische bedrijvigheid als hoofdactiviteit, voor ten hoogste 5 "bed and breakfast"-appartementen van maximaal 200 m³ per appartement, per agrarisch bedrijf met een gezamenlijke inhoud van maximaal 800 m³, inclusief de daarbij behorende gemeenschappelijke ruimten, uitsluitend als ondergeschikte nevenactiviteit.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen van het bepaalde in lid 5.1, ten behoeve van het gebruiken van bebouwing binnen het bouwvlak voor opslag van goederen en stalling, zoals caravan- en botenstalling, met inachtneming van de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen van het bepaalde in lid 5.1, en toe te staan dat binnen de bestaande bebouwing de verkoop van eigen gemaakte en / of geteelde producten mogelijk is, mits deze activiteit ondergeschikt en gerelateerd is aan de uitoefening van het agrarische bedrijf, met een maximum vloeroppervlakte van 100 m².
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in 5.4.2 voor het ingebruiknemen van gebouwen en gronden ten behoeve van het houden van dieren voor veehouderij in de vorm van een grondgebonden agrarisch bedrijf waarbij de depostie toeneemt ten opzichte van de bestaande ammoniakdepositie mits:
Het is verboden zonder of in afwijken van een omgevingsvergunning op de in artikel 5.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerkzijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Geen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.6.1 is nodig voor:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, mits de noodzaak voor een doelmatige agrarische bedrijfsvoering is aangetoond, met inachtneming van het bepaalde in hoofdstuk 3 (Algemene regels) het plan ten behoeve van een grondgebonden agrarisch bedrijf zodanig te wijzigen, dat de grens van een bouwvlak elders op die gronden wordt aangegeven, zulks volgens de volgende regels:
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
aanduiding | nadere bestemming | maximum aantal wooneenheden | bestaande oppervlakte bedrijfsgebouwen 1,5) | max. oppervlakte bedrijfsgebouwen 1,5)
(10% algemene regeling) |
max. goothoogte bedrijfsgebouwen 1) | max. bouwhoogte bedrijfsgebouwen 1) |
'garage' | garagebedrijf en opslag van goederen (waaldijk 9) | 1 | 850 m² 2) | 1150 m² 3) | 4 m | 6 m |
'seksinrichting' | bordeel (arkelsedijk 72) |
1 | 130 m² | 143 m² | 9 m | 9 m |
'hovenier' | hovenier (vlietskade 86) |
1 | 150 m² | 165 m² | 4 m | 9 m |
'specifieke vorm van bedrijf – landbouwmechanisatiebedrijf ' | -landbouwmechanisatiebedrijf -het houden van vee als ondergeschikte nevenactiviteit (haarweg 64a) |
1 | 1175 m² 4) | 1295 m² | 4 m | 9 m |
'specifieke vorm van bedrijf – opslag ledschermen | opslag van ledschermen (Nieuwe Weg 8) | 1 | 300 m² | 1100 m² | 6 m | 9 m |
'specifieke vorm van bedrijf- aannemer en caravanstalling' | aannemer en caravanstalling (Nieuwe Weg 14) | 1 | 2455 m² | 2455 m² | 4 | 9 |
'specifieke vorm van bedrijf – landbouwmechanisatiebedrijf ' | landbouwmechanisatiebedrijf (haarweg 85) | 1 | 600 m² | 660 m² | 6 m | 9 m |
'specifieke vorm van maatschappelijk - meetstation' | meetstation RW (waaldijk) | 0 | 60 m² | 66 m² | 4 m | 4 m |
'specifieke vorm van bedrijf - agrarisch loonbedrijf ' | agrarisch loonbedrijf (kooiweg 3) | 1 | 360 m² | 396 m² | 4 m | 9 m |
'specifieke vorm van bedrijf - caravanstalling' | caravanstalling (kooiweg 3) |
0 | 0 m | 360 m² | 3 m | 5 m |
'specifieke vorm van bedrijf – fourage bedrijf' | fourage bedrijf (kooiweg 5) |
0 | 2200 m² | 2420 m² | 4 m | 9 m |
1) | exclusief bedrijfswoningen en aan- en uitbouwen en bijgebouwen van de bedrijfswoning | |||||
2) | exclusief oppervlakte van 240 m² aan opslagcontainers | |||||
3) | inclusief oppervlakte van 240 m² aan opslagcontainers | |||||
4) | inclusief uitbreiding loods 300 m², exclusief bedrijfswoning, | |||||
5) | de oppervlakte betreft de voetprint van de gebouwen |
Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen en bedrijfswoningen gelden de volgende bepalingen:
Aan-en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij de bedrijfswoning voldoen aan de volgende kenmerken:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht voor het bouwen van een gebouw ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - voorwaardelijke verplichting 1', voor de in artikel 4.1 bedoelde functie, kan pas worden verleend als is aangetoond dat aan de volgende voorwaarden is voldaan:
Bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde maximaal:
Onder gebruik in strijd met de bestemming wordt mede verstaan een gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van:
Voor de in artikel 6.1 onder 'specifieke vorm van bedrijf - agrarisch loonbedrijf' en 'specifieke vorm van bedrijf - caravanstalling' genoemde functies gelden de volgende parkeernormen:
Functie | Parkeernorm |
Bedrijfswoning | 2 parkeerplaatsen per woning |
Agrarisch loonbedrijf | 1,3 parkeerplaatsen per 100 m2 bruto vloeroppervlak |
Caravanstalling | 0,8 parkeerplaatsen per 100 m2 bruto vloeroppervlak |
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 6.1 voor het toestaan van een ander bedrijf dan ter plaatse is toegestaan, met uitzondering van nutsvoorzieningen, mits:
Het bevoegd gezag kan het plan wijzigen voor het toestaan van een bedrijf dat is opgenomen in de naast hogere categorie van de Staat van Bedrijfsactiviteiten dan ter plaatse is toegestaan, dan wel een bedrijf dat voor wat betreft de aard en de omvang van de milieuhinder die het veroorzaakt gelijk gesteld kan worden met een bedrijf van die naast hogere categorie, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
De voor Groen aangewezen gronden zijn bestemd voor:
waarden | ter plaatse van de aanduiding | |
botanische waarden | 'specifieke vorm van natuur - botanische waarden' | |
landschapwaarden | 'landschapswaarden' | |
recreatief medegebruik | 'specifieke vorm van recreatie - recreatief medegebruik' |
met bijbehorende bouwwerken geen gebouwen zijnde, bruggen, trappen, wegen, in- en uitritten en verhardingen en met inachtneming van de keur van het waterschap.
Gebouwen mogen niet worden gebouwd;
Bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde maximaal:
Onder gebruik in strijd met deze bestemming wordt in elk geval verstaan het gebruik van de gronden ten behoeve van het parkeren van motorvoertuigen en buitenopslag.
Bij omgevingsvergunning kan het bevoegd gezag afwijken van het bepaalde in lid 7.2.3 voor het gebruik van de gronden ten behoeve van parkeren van motorvoertuigen, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in artikel 7.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
gronden | andere werken en werkzaamheden | ||||||||
a | b | c | d | e | f | g | h | ||
gronden ter plaatse van de aanduiding: | |||||||||
landschapswaarden | + | + | + | + | + | ||||
specifieke vorm van natuur - botanische waarden | + | + | + | ||||||
*) de onderstaande letters worden hierna verklaard; in de tabel is: + = van toepassing |
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 7.3.1 mag alleen en moet worden geweigerd indien door het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredig afbreuk wordt gedaan aan de natuurwaarden en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende tegemoet kan worden gekomen.
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 7.3.1 wordt niet verleend dan nadat het bevoegd gezag daarover een advies hebben ingewonnen van een onafhankelijk landschapsdeskundige.
Geen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 7.3.1 is nodig voor:
De voor 'Groen - Park' aangewezen gronden zijn bestemd voor landschapspark met daarin:
Bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde, maximaal 6 m.
Een met de bestemming strijdig gebruik is in ieder geval ook het gebruik van gronden als bedoeld in lid 8.1, voor parkeren en buitenopslag.
De voor 'Maatschappelijk - Begraafplaats' aangewezen gronden zijn bestemd voor
Op de gronden als bedoeld in lid 9.1, mogen uitsluitend worden gebouwd:
Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in sublid 9.2.1, gelden de volgende bepalingen:
bouwwerken | max. goothoogte | max. bouwhoogte |
bijgebouwen: | 3 m | 6 m |
erf- of perceelafscheidingen achter de voorgevelrooilijn, op of rond een terrein waarop een gebouw staat: | - | 2 m |
overige erf- of perceelafscheidingen: | - | 1 m |
De voor Natuur aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende bouwwerken geen gebouwen zijnde, wegen en paden.
Gebouwen mogen niet worden gebouwd.
Bouwhoogte van:
Bij omgevingsvergunning kan het bevoegd gezag afwijken van het bepaalde in lid 10.2.1, ten behoeve van het bouwen van niet voor bewoning bestemde gebouwen ten dienste van de bestemming, zoals schuilgelegenheden en bergingen, mits de noodzaak daarvan is aangetoond en de in lid 10.1 bedoelde waarden niet onevenredig worden aangetast.
Voor het bouwen gelden de volgende bepalingen:
Een met de bestemming strijdig gebruik is in ieder geval ook het gebruik van gronden als ligplaats voor woonschepen en andere daarmee vergelijkbare onderkomens die geschikt zijn voor bewoning en op water kunnen drijven.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in artikel 10.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 10.5.1 mag alleen en moet worden geweigerd indien door het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredig afbreuk wordt gedaan aan de natuurwaarden en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende tegemoet kan worden gekomen.
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 10.5.1 wordt niet verleend dan nadat het bevoegd gezag daarover een advies hebben ingewonnen van een onafhankelijk landschapsdeskundige.
Geen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 10.5.1 is nodig voor:
De voor Verkeer aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende bouwwerken geen gebouwen zijnde.
Gebouwen mogen niet worden gebouwd.
Bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde, anders dan voor de wegaanduiding, geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer maximaal 20 m.
De voor Verkeer - Spoor aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Gebouwen mogen niet worden gebouwd.
Bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde anders dan voor de geleiding, beveiliging en regeling van het railverkeer maximaal 15 m.
De voor Verkeer - Verblijfsgebied aangewezen gronden zijn bestemd voor:
waarden | ter plaatse van de aanduiding | |
cultuurhistorische waarden | 'cultuurhistorische waarden' | |
landschapwaarden | 'landschapswaarden' |
met bijbehorende bouwwerken geen gebouwen zijnde.
Gebouwen mogen niet worden gebouwd.
Bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde, anders dan voor de wegaanduiding, geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer maximaal 15 m.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in artikel 13.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
gronden | andere werken en werkzaamheden | ||||||||
a | b | c | d | e | f | g | h | ||
gronden ter plaatse van de aanduiding: | |||||||||
cultuurhistorische waarden | + | + | + | + | + | + | |||
landschapswaarden | + | + | + | + | + | ||||
*) de onderstaande letters worden hierna verklaard; in de tabel is: + = van toepassing |
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 13.3.1 mag alleen en moet worden geweigerd indien door het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredig afbreuk wordt gedaan aan de natuurwaarden en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende tegemoet kan worden gekomen.
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 13.3.1 wordt niet verleend dan nadat het bevoegd gezag daarover een advies hebben ingewonnen van een onafhankelijk landschapsdeskundige .
Geen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 13.3.1 is nodig voor:
De voor Water aangewezen gronden zijn bestemd voor:
waarden | ter plaatse van de aanduiding | |
cultuurhistorische waarden | 'cultuurhistorische waarden' | |
landschapwaarden | 'landschapswaarden' |
Gebouwen mogen niet worden gebouwd.
Bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde anders dan voor de waterwegaanduiding, geleiding of tolheffing, maximaal:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in artikel 14.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
gronden | andere werken en werkzaamheden | ||||||||
a | b | c | d | e | f | g | h | ||
gronden ter plaatse van de aanduiding: | |||||||||
cultuurhistorische waarden | + | + | + | + | + | + | |||
landschapswaarden | + | + | + | + | + | ||||
*) de onderstaande letters worden hierna verklaard; in de tabel is: + = van toepassing |
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 14.3.1 mag alleen en moet worden geweigerd indien door het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredig afbreuk wordt gedaan aan de natuurwaarden en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende tegemoet kan worden gekomen.
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 14.3.1 wordt niet verleend dan nadat het bevoegd gezag daarover een advies hebben ingewonnen van een onafhankelijk landschapsdeskundige en de waterbeheerder.
Geen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 14.3.1 is nodig voor:
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op en in de gronden als bedoeld in lid 15.1, mogen uitsluitend worden gebouwd woningen, aan- of uitbouwen, bijgebouwen en bij de bestemming behorende andere bouwwerken.
Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in lid 15.2.1, gelden de volgende bepalingen:
woningen
aan- en uitbouwen, bijgebouwen, andere bouwwerken
bouwwerken | max goothoogte | max bouwhoogte |
aan- en uitbouwen, bijgebouwen: | 3 m | 6 m |
pergola's en overkappingen: | - | 3 m |
erf- of terreinafscheidingen vóór de voorgevelrooilijn: | - | 1 m |
overige andere bouwwerken: | - | 2 m |
Voorwaardelijke verplichting - nieuwbouw gebouwen
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht voor het bouwen van gebouwen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - voorwaardelijke verplichting 2', voor de in artikel 5.1 bedoelde functie, kan pas worden verleend als is aangetoond dat aan de volgende voorwaarden is voldaan:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in sublid 15.2.2 onder b, ten behoeve van het verplaatsen van de woning over een afstand van ten hoogste 10 m, mits:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in sublid 15.2.2 onder h, ten behoeve van een gezamenlijke oppervlakte van de aan- en uitbouwen en bijgebouwen tot een maximum van 100 m² mits:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 15.1 voor het toestaan van een aan huis verbonden bedrijf, mits:
Omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 15.4.1 kan slechts worden verleend, mits:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 15.1, ten behoeve van het gebruik van ten hoogste twee slaapkamers per woning voor "bed and breakfast", tot een gezamenlijke oppervlakte van maximaal 25% van de woning, inclusief de bij de "bed and breakfast" behorende gemeenschappelijke ruimten.
De voor Leiding - Gas aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor:
met bijbehorende bouwwerken geen gebouwen zijnde.
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemming (artikelen 3 tot en met 15) mag alleen ten behoeve van deze bestemming worden gebouwd.
Gebouwen mogen niet worden gebouwd.
Bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde maximaal 3 meter.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in artikel bedoelde gronden 16.1 de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 16.3.1 mag alleen en moet worden geweigerd indien door het uitvoeren van de werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredig afbreuk wordt gedaan aan de mogelijkheid van een adequaat beheer of de veiligheid van de ondergrondse leidingen en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende tegemoet kan worden gekomen.
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 16.3.1 wordt niet eerder verleend dan nadat advies is verkregen van de leidingbeheerder.
Geen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 16.3.1 is nodig voor:
De voor Leiding - Hoogspanningsverbinding aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor:
met bijbehorende bouwwerken geen gebouwen zijnde.
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen (artikelen 3 tot en met 15) mag alleen ten behoeve van deze bestemming worden gebouwd.
Gebouwen mogen niet worden gebouwd.
Bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde, maximaal 30 m.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 17.2 voor het bouwen overeenkomstig de andere bestemmingen, mits advies is verkregen van de leidingbeheerder.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in artikel 17.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 17.4.1 wordt niet eerder verleend dan nadat advies is verkregen van de leidingbeheerder.
Geen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 17.4.1 is nodig voor:
De voor Leiding - Riool aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor::
met bijbehorende bouwwerken geen gebouwen zijnde.
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen (artikelen 3 tot en met 15) mag alleen ten behoeve van deze bestemming worden gebouwd.
Gebouwen mogen niet worden gebouwd.
Bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde maximaal 3 m.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 18.2 voor het bouwen overeenkomstig de andere bestemmingen, mits advies is verkregen van de leidingbeheerder.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in artikel 18.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 18.4.1 mag alleen en moet worden geweigerd indien door het uitvoeren van de werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredig afbreuk wordt gedaan aan de mogelijkheid van een adequaat beheer of de veiligheid van de ondergrondse leidingen en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende tegemoet kan worden gekomen.
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 18.4.1 wordt niet eerder verleend dan nadat advies is verkregen van de leidingbeheerder.
Geen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 18.4.1 is nodig voor:
De voor Leiding - Water aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor:
met bijbehorende bouwwerken geen gebouwen zijnde.
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen (artikelen 3 tot en met 15) mag alleen ten behoeve van deze bestemming worden gebouwd.
Gebouwen mogen niet worden gebouwd.
Bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde maximaal 3 m.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 19.2 voor het bouwen overeenkomstig de andere bestemmingen, mits advies is verkregen van de leidingbeheerder.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in artikel 19.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 19.4.1 mag alleen en moet worden geweigerd indien door het uitvoeren van de werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredig afbreuk wordt gedaan aan de mogelijkheid van een adequaat beheer of de veiligheid van de ondergrondse leidingen en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende tegemoet kan worden gekomen.
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 19.4.1 wordt niet eerder verleend dan nadat advies is verkregen van de leidingbeheerder.
Geen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 19.4.1 is nodig voor:
De voor Waarde - Archeologie AMK aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming, het behoud en het veiligstellen van de archeologische waarden van deze gronden.
Alvorens het bevoegd gezag beslist over een vergunning als bedoeld in artikel 20.2.1 onder a. winnen zij advies in bij een archeologische deskundige omtrent de vraag of door het verlenen van de vergunning geen afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de archeologische waarden, en zo ja of de voorwaarden zoals opgenomen in artikel 20.2.1 onder b. dienen te worden verbonden aan de omgevingsvergunning.
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen ten aanzien van de situering en afmetingen van bouwwerken en de inrichting van gronden, indien uit archeologisch onderzoek blijkt dat ter plaatse behoudens- en beschermenswaardige archeologische waarden of resten aanwezig zijn en in de grond behouden moeten worden.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in artikel 20.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Geen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 20.4.1 is nodig voor:
Alvorens het bevoegd gezag beslist over een vergunning als bedoeld in artikel 20.4.1 winnen zij advies in bij een archeologische deskundige omtrent de vraag of door het verlenen van de vergunning geen afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de archeologische waarden, en zo ja of de voorwaarden zoals opgenomen in artikel 20.4.3 onder b. dienen te worden verbonden aan de omgevingsvergunning.
De voor Waarde - Archeologische verwachting hoog PM1 aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming, het behoud en het veiligstellen van de archeologische waarden van deze gronden.
Alvorens het bevoegd gezag beslist over een vergunning als bedoeld in artikel 21.2.1 onder a. winnen zij advies in bij een archeologische deskundige omtrent de vraag of door het verlenen van de vergunning geen afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de archeologische waarden, en zo ja of de voorwaarden zoals opgenomen in artikel 21.2.1 onder b. dienen te worden verbonden aan de omgevingsvergunning.
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen ten aanzien van de situering en afmetingen van bouwwerken en de inrichting van gronden, indien uit archeologisch onderzoek blijkt dat ter plaatse behoudens- en beschermenswaardige archeologische waarden of resten aanwezig zijn en in de grond behouden moeten worden.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in artikel 21.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Geen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 21.4.1 is nodig voor:
Alvorens het bevoegd gezag beslist over een vergunning als bedoeld in artikel 21.4.1 winnen zij advies in bij een archeologische deskundige omtrent de vraag of door het verlenen van de vergunning geen afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de archeologische waarden, en zo ja of de voorwaarden zoals opgenomen in artikel 21.4.3 onder b. dienen te worden verbonden aan de omgevingsvergunning.
De voor Waarde - Archeologische verwachting hoog PM2 aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming, het behoud en het veiligstellen van de archeologische waarden van deze gronden.
Alvorens het bevoegd gezag beslist over een vergunning als bedoeld in artikel 22.2.1 onder a. winnen zij advies in bij een archeologische deskundige omtrent de vraag of door het verlenen van de vergunning geen afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de archeologische waarden, en zo ja of de voorwaarden zoals opgenomen in artikel 22.2.1 onder b. dienen te worden verbonden aan de omgevingsvergunning.
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen ten aanzien van de situering en afmetingen van bouwwerken en de inrichting van gronden, indien uit archeologisch onderzoek blijkt dat ter plaatse behoudens- en beschermenswaardige archeologische waarden of resten aanwezig zijn en in de grond behouden moeten worden.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in artikel 22.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Geen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 22.4.1 is nodig voor:
Alvorens het bevoegd gezag beslist over een vergunning als bedoeld in artikel 22.4.1 winnen zij advies in bij een archeologische deskundige omtrent de vraag of door het verlenen van de vergunning geen afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de archeologische waarden, en zo ja of de voorwaarden zoals opgenomen in artikel 22.4.3 onder b. dienen te worden verbonden aan de omgevingsvergunning.
De voor Waarde - Archeologische verwachting hoog PM3 aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming, het behoud en het veiligstellen van de archeologische waarden van deze gronden.
Alvorens het bevoegd gezag beslist over een vergunning als bedoeld in artikel 23.2.1 onder a. winnen zij advies in bij een archeologische deskundige omtrent de vraag of door het verlenen van de vergunning geen afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de archeologische waarden, en zo ja of de voorwaarden zoals opgenomen in artikel 23.2.1 onder b. dienen te worden verbonden aan de omgevingsvergunning.
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen ten aanzien van de situering en afmetingen van bouwwerken en de inrichting van gronden, indien uit archeologisch onderzoek blijkt dat ter plaatse behoudens- en beschermenswaardige archeologische waarden of resten aanwezig zijn en in de grond behouden moeten worden.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in artikel 23.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Geen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 23.4.1 is nodig voor:
Alvorens het bevoegd gezag beslist over een vergunning als bedoeld in artikel 23.4.1 winnen zij advies in bij een archeologische deskundige omtrent de vraag of door het verlenen van de vergunning geen afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de archeologische waarden, en zo ja of de voorwaarden zoals opgenomen in artikel 23.4.3 onder b. dienen te worden verbonden aan de omgevingsvergunning.
De voor Waarde - Archeologische verwachting hoog PM4 aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming, het behoud en het veiligstellen van de archeologische waarden van deze gronden.
Alvorens het bevoegd gezag beslist over een vergunning als bedoeld in artikel 24.2.1 onder a. winnen zij advies in bij een archeologische deskundige omtrent de vraag of door het verlenen van de vergunning geen afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de archeologische waarden, en zo ja of de voorwaarden zoals opgenomen in artikel 24.2.1 onder b. dienen te worden verbonden aan de omgevingsvergunning.
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen ten aanzien van de situering en afmetingen van bouwwerken en de inrichting van gronden, indien uit archeologisch onderzoek blijkt dat ter plaatse behoudens- en beschermenswaardige archeologische waarden of resten aanwezig zijn en in de grond behouden moeten worden.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in artikel 24.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Geen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 24.4.1 is nodig voor:
Alvorens het bevoegd gezag beslist over een vergunning als bedoeld in artikel 24.4.1 winnen zij advies in bij een archeologische deskundige omtrent de vraag of door het verlenen van de vergunning geen afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de archeologische waarden, en zo ja of de voorwaarden zoals opgenomen in artikel 24.4.3 onder b. dienen te worden verbonden aan de omgevingsvergunning.
De voor Waarde - Archeologische verwachting laag AP aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming, het behoud en het veiligstellen van de archeologische waarden van deze gronden.
Alvorens het bevoegd gezag beslist over een vergunning als bedoeld in artikel 25.2.1 onder a. winnen zij advies in bij een archeologische deskundige omtrent de vraag of door het verlenen van de vergunning geen afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de archeologische waarden, en zo ja of de voorwaarden zoals opgenomen in artikel 25.2.1 onder b. dienen te worden verbonden aan de omgevingsvergunning.
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen ten aanzien van de situering en afmetingen van bouwwerken en de inrichting van gronden, indien uit archeologisch onderzoek blijkt dat ter plaatse behoudens- en beschermenswaardige archeologische waarden of resten aanwezig zijn en in de grond behouden moeten worden.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in artikel 25.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Geen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 25.4.1 is nodig voor:
Alvorens het bevoegd gezag beslist over een vergunning als bedoeld in artikel 25.4.1 winnen zij advies in bij een archeologische deskundige omtrent de vraag of door het verlenen van de vergunning geen afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de archeologische waarden, en zo ja of de voorwaarden zoals opgenomen in artikel 25.4.3 onder b. dienen te worden verbonden aan de omgevingsvergunning.
De voor Waarde - Archeologische verwachting middelmatig LMNT aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming, het behoud en het veiligstellen van de archeologische waarden van deze gronden.
Alvorens het bevoegd gezag beslist over een vergunning als bedoeld in artikel 26.2.1 onder a. winnen zij advies in bij een archeologische deskundige omtrent de vraag of door het verlenen van de vergunning geen afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de archeologische waarden, en zo ja of de voorwaarden zoals opgenomen in artikel 26.2.1 onder b. dienen te worden verbonden aan de omgevingsvergunning.
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen ten aanzien van de situering en afmetingen van bouwwerken en de inrichting van gronden, indien uit archeologisch onderzoek blijkt dat ter plaatse behoudens- en beschermenswaardige archeologische waarden of resten aanwezig zijn en in de grond behouden moeten worden.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in artikel 26.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Geen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 26.4.1 is nodig voor:
Alvorens het bevoegd gezag beslist over een vergunning als bedoeld in artikel 26.4.1 winnen zij advies in bij een archeologische deskundige omtrent de vraag of door het verlenen van de vergunning geen afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de archeologische waarden, en zo ja of de voorwaarden zoals opgenomen in artikel 26.4.3 onder b. dienen te worden verbonden aan de omgevingsvergunning.
De voor Waarde - Archeologische verwachting middelmatig PM aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming, het behoud en het veiligstellen van de archeologische waarden van deze gronden.
Alvorens het bevoegd gezag beslist over een vergunning als bedoeld in artikel 27.2.1 onder a. winnen zij advies in bij een archeologische deskundige omtrent de vraag of door het verlenen van de vergunning geen afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de archeologische waarden, en zo ja of de voorwaarden zoals opgenomen in artikel 27.2.1 onder b. dienen te worden verbonden aan de omgevingsvergunning.
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen ten aanzien van de situering en afmetingen van bouwwerken en de inrichting van gronden, indien uit archeologisch onderzoek blijkt dat ter plaatse behoudens- en beschermenswaardige archeologische waarden of resten aanwezig zijn en in de grond behouden moeten worden.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in artikel 27.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Geen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 27.4.1 is nodig voor:
Alvorens het bevoegd gezag beslist over een vergunning als bedoeld in artikel 27.4.1 winnen zij advies in bij een archeologische deskundige omtrent de vraag of door het verlenen van de vergunning geen afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de archeologische waarden, en zo ja of de voorwaarden zoals opgenomen in artikel 27.4.3 onder b. dienen te worden verbonden aan de omgevingsvergunning.
De voor Waarde - Archeologische verwachting zeer hoog LMNT2 aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming, het behoud en het veiligstellen van de archeologische waarden van deze gronden.
Alvorens het bevoegd gezag beslist over een vergunning als bedoeld in artikel 28.2.1 onder a. winnen zij advies in bij een archeologische deskundige omtrent de vraag of door het verlenen van de vergunning geen afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de archeologische waarden, en zo ja of de voorwaarden zoals opgenomen in artikel 28.2.1 onder b. dienen te worden verbonden aan de omgevingsvergunning.
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen ten aanzien van de situering en afmetingen van bouwwerken en de inrichting van gronden, indien uit archeologisch onderzoek blijkt dat ter plaatse behoudens- en beschermenswaardige archeologische waarden of resten aanwezig zijn en in de grond behouden moeten worden.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in artikel 28.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Geen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 28.4.1 is nodig voor:
Alvorens het bevoegd gezag beslist over een vergunning als bedoeld in artikel 28.4.1 winnen zij advies in bij een archeologische deskundige omtrent de vraag of door het verlenen van de vergunning geen afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de archeologische waarden, en zo ja of de voorwaarden zoals opgenomen in artikel 28.4.3 onder b. dienen te worden verbonden aan de omgevingsvergunning.
De voor Waterstaat - Waterkering aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming, het onderhoud en de verbetering van de waterkering, met bijbehorende bouwwerken geen gebouwen zijnde zoals duikers, keerwanden en merktekens.
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen (artikelen 3 tot en met 15) mag alleen ten behoeve van deze bestemming worden gebouwd.
Gebouwen mogen niet worden gebouwd.
Bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde maximaal 3 m.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 29.2 voor het bouwen overeenkomstig de andere bestemmingen, mits advies is verkregen van de beheerder van de waterkering.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in artikel 29.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 29.4.1 wordt niet eerder verleend dan nadat advies is verkregen van de beheerder van de waterkering.
Geen omgevingsvergunning als bedoeld 29.4.1 is nodig voor:
De voor Waterstaat - Waterstaatkundige functies aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor:
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen (artikelen 3 tot en met 15) mag alleen ten behoeve van deze bestemming worden gebouwd.
Gebouwen mogen niet worden gebouwd.
Bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde maximaal 3 m.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 30.2 voor het bouwen overeenkomstig de andere bestemmingen, mits advies is verkregen van de beheerder van de waterstaat.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in artikel 30.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 30.4.1 wordt niet eerder verleend dan nadat advies is verkregen van de beheerder van de waterstaat.
Geen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 30.4.1 is nodig voor:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Onder gebruik in strijd met alle bestemmingen wordt in elk geval verstaan:
De gronden ter plaatse van de aanduiding geluidzone -industrieterrein zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming en instandhouding van de geluidsruimte in verband met de nabijheid van een inrichting als bedoeld in artikel 41 van de Wet geluidhinder.
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen (artikelen 3 tot en met 15) mogen geen nieuwe woningen en andere geluidsgevoelige gebouwen worden gebouwd.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 34.1.2 voor het bouwen van nieuwe woningen en andere geluidsgevoelige gebouwen overeenkomstig de andere bestemmingen, mits de geluidsbelasting vanwege het industrieterrein van de gevels van deze woningen en andere geluidsgevoelige gebouwen niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde of een verkregen hogere grenswaarde.
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - geurzone' aangewezen gronden zijn, behalve de voor die gronden aangewezen bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van het woon- en leefklimaat in verband met een bedrijf.
In afwijking van het bepaalde in de daar overige voorkomende bestemmingen mogen ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - geurzone' geen nieuwe woningen en andere geurgevoelige objecten worden gebouwd.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 34.2.1 voor het toestaan van het bouwen overeenkomstig de daarvoorkomende overige bestemmingen, mits ter plaatse een aanvaardbaar woon- en leefklimaat kan worden gerealiseerd.
Het bevoegd gezag kan het plan wijzigen door het verwijderen van de aanduiding 'milieuzone - geurzone', mits het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van het bedrijf met de hinderzone wordt beëindigd.
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - deinundatiezone' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de ongestoorde afvoer van inundatiewater naar de overlaten en de ambtssluis te Dalem bij een dijkdoorbraak in dijkkring 43, ter voorkoming van overbelasting van de Diefdijklinie als primaire waterkering.
Werken die de afstroming van het water beïnvloeden doordat de hoogteligging van het maaiveld dan wel de ruwheid van het terrein gewijzigd wordt, zijn aan toetsing van de waterkeringbeheerder onderworpen.
Voordat op de gronden ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - deinundatiezone' een omgevingsvergunning voor bouwen of het uitvoeren van werken of werkzaamheden wordt verleend zal de gemeente advies omtrent de voorgenomen werken inwinnen bij de waterkeringbeheerder. De waterkeringbeheerder zal in haar advies eventuele mitigerende maatregelen meewegen die het effect van de opstuwing kunnen compenseren.
Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'vrijwaringszone - dijk - 2' zijn de gronden naast de voor die gronden aangewezen bestemmingen, aangeduid als buitenbeschermingszone van de primaire waterkering.
Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'vrijwaringszone - vaarweg' zijn de gronden, naast de voor die gronden aangewezen bestemmingen, tevens aangeduid als vrijwaringszone van de vaarweg. Het gebruik van deze gronden mag geen belemmering vormen voor:
Voor het bouwen van bouwwerken ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - weg' mag niet worden gebouwd met uitzondering van bouwwerken welke nodig zijn voor het wegverkeer.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 34.7.1 en toestaan dat in de andere bestemming bouwwerken worden gebouwd, mits het bouwwerk in overeenstemming is met de ter plaatse aangewezen bestemming en door de bouw of situering van het bouwwerk het verkeersbelang niet onevenredig wordt aangetast.
De gronden ter plaatse van aanduiding 'vrijwaringszone - weg' mogen niet worden gebruikt voor:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:
Omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 35.1 kan slechts worden verleend, mits:
Het bevoegd gezag kan het plan wijzigen in de vorm van het aanbrengen van geringe veranderingen in de plaats, ligging en/of afmetingen van bestemmingsgrenzen, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, indien is komen vast te staan dat in een bouwvlak op gronden als bedoeld in de artikel 3 'Agrarisch met waarden - Kleinschaligheid en reliëf", 4 "Agrarisch met waarden - Openheid" en 5 "Agrarisch met waarden - Openheid en verkavelingspatroon" geen agrarisch bedrijf meer is gevestigd, de bestemming binnen dat bouwvlak te wijzigen in een van de hierna genoemde bestemmingen, met inachtneming van de daarbij aangegeven bepalingen; bij wijziging wordt tegelijkertijd het bouwvlak van de plankaart verwijderd:
wijziging in bestemming | in acht te nemen bepalingen | |
Wonen | a. | binnen het te verwijderen bouwvlak wordt een oppervlakte van maximaal 800 m² van de gronden aangewezen als "Wonen" en behouden de overige gronden de betreffende agrarische bestemming; |
b. | elke wijziging omvat in elk geval alle woonruimten binnen het te verwijderen bouwvlak; | |
c. | het bepaalde in artikel 15 "Wonen" is van overeenkomstige toepassing; | |
d. | het aantal woningen binnen elk bouwvlak mag niet worden vergroot; | |
Bedrijf
die in de van deze voorschriften deel uitmakende bijlage Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn aangeduid als categorie 1 of 2, danwel daarmee gelijk kunnen worden gesteld wat betreft de gevolgen voor de omgeving |
e. | binnen het te verwijderen bouwvlak wordt een aaneengesloten deel of het geheel van de oppervlakte van de gronden aangewezen als "Bedrijf" en behouden de overige gronden de betreffende agrarische bestemming; |
f. | de gezamenlijke oppervlakte, de goothoogte en de hoogte van gebouwen mogen ten opzichte van de ten tijde van het wijzigingsbesluit bestaande situatie niet worden vergroot; | |
g. | het bepaalde in artikel 6 "Bedrijf" is van overeenkomstige toe passing; | |
h. | de bedrijfsactiviteiten/voorzieningen mogen de agrarische functie van aangrenzende, niet bij het bedrijf behorende gronden en bebouwing niet belemmeren; | |
i. | de bedrijfsactiviteiten/voorzieningen mogen niet leiden tot een onevenredige aantasting van het landschap en het natuurlijk milieu van de omgeving, waarin het betreffende bedrijf/de voorziening voorkomt en evenmin mogen daardoor in milieuhygiënisch opzicht blijvend minder gunstige gevolgen voor nabij gelegen woningen ontstaan; | |
j. | de bedrijfsactiviteiten/voorzieningen mogen geen wijziging van de uiterlijke verschijningsvorm van de betreffende bebouwing inhouden; | |
k. | de bedrijfsactiviteiten/voorzieningen mogen geen opslag van goederen in de open lucht inhouden of met zich meebrengen; | |
l. | de bedrijfsactiviteiten/voorzieningen mogen geen detailhandel inhouden of met zich meebrengen, behoudens detailhandel in ondergeschikte mate in het betreffende bedrijf en daaraan inherent; | |
m. | de bedrijfsactiviteiten/voorzieningen mogen in vergelijking met het voormalige, agrarisch gebruik geen onevenredig grotere verkeersbelasting op aangrenzende wegen en paden met zich meebrengen, met dien verstande dat parkeren behorende bij het hier bedoelde gebruik uitsluitend op bij het betreffende bedrijf behorende gronden mag plaatsvinden; | |
n. | de bepaling onder d. | |
Wonen met extra woning(en) | o. | binnen het te wijzigen bestemmingsvlak mag/mogen naast de bestaande dienstwoning: 1. ten hoogste één woning worden gebouwd indien ten minste 1.000 m² aan bedrijfsbebouwing wordent gesloopt, 2. ten hoogste twee woningen worden gebouwd indien ten minste 2.000 m² aan bedrijfsbebouwing wordent gesloopt, of 3. ten hoogste drie woningen worden gebouwd indien ten minste 3.000 m² aan bedrijfsbebouwing wordent gesloopt, met dien verstande dat de te slopen bebouwing reeds bestond vóór 1 januari 2003; |
p. | de te slopen bedrijfsbebouwing mag zich op verschillende percelen bevinden, maar er dient een minimale hoeveelheid bebouwing van 250 m² per perceel gesloopt te worden, met dien verstande dat de te slopen bebouwing reeds bestond vóór 1 januari 2003; | |
q. | binnen het te wijzigen bestemmingsvlak wordt een oppervlakte van maximaal 800 m² van de gronden aangewezen als "Wonen" en voorzover de gronden niet als "Wonen" worden aangewezen krijgen deze dezelfde bestemming als de omringende gronden. | |
r. | het bepaalde in artikel 15 "Wonen" is van overeenkomstige toepassing; | |
s. | op geen van de gevels van de nieuwe woning mag, bij voltooiing, de geluidbelasting de ter plaatse toegestane voorkeurswaarde krachtens de Wet geluidhinder overschrijden; | |
t. | de wijziging naar de woonbestemming mag niet tot gevolg hebben dat omliggende bedrijven onevenredig in hun bedrijfsvoering worden aangetast; | |
v. | aan de hand van een inrichtingsplan dient de meerwaarde voor de ruimtelijke kwaliteit te worden aangetoond, met name ten aanzien van de beeldkwaliteit en landschappelijke inpassing. |
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, indien is komen vast te staan dat op gronden als bedoeld in artikel 6 "Bedrijf", geen bedrijf meer is gevestigd, de bestemming te wijzigen in de hierna genoemde bestemming, met inachtneming van de daarbij aangegeven bepalingen:
wijziging in bestemmingen | in acht te nemen bepalingen | |
Wonen | a. | binnen het te wijzigen bestemmingsvlak wordt een oppervlakte van maximaal 800 m² van de gronden aangewezen als "Wonen" en voorzover de gronden niet als "Wonen" worden aangewezen krijgen deze dezelfde bestemming als de omringende gronden. |
b. | elke wijziging omvat in elk geval alle woonruimten binnen het te wijzigen bestemmingsvlak; | |
c. | het bepaalde in artikel 15 "Wonen" is van overeenkomstige toepassing; | |
d. | het aantal woningen binnen elk bouwvlak mag niet worden vergroot; | |
e. | de wijziging naar de woonbestemming mag niet tot gevolg hebben dat omliggende bedrijven onevenredig in hun bedrijfsvoering worden aangetast; | |
Wonen met extra woningen | f. | binnen het te wijzigen bestemmingsvlak mag naast de bestaande bedrijfswoning: 1. ten hoogste één woning worden gebouwd indien ten minste 1.000 m² aan bedrijfsbebouwing worden wordt gesloopt, 2. ten hoogste twee woningen worden gebouwd indien ten minste 2.000 m² aan bedrijfsbebouwing worden wordt gesloopt, 3. ten hoogste drie woningen worden gebouwd indien ten minste 3.000 m² aan bedrijfsbebouwing worden wordt gesloopt; met dien verstande dat de te slopen bebouwing reeds bestond vóór 1 januari 2003; |
g. | de te slopen bedrijfsbebouwing mag zich op verschillende percelen bevinden, maar er dient een minimale hoeveelheid bebouwing van 250 m² per perceel gesloopt te zijn; | |
h. | vooraf dient vast te staan dat alle overige voormalige bedrijfsgebouwen zonder cultuurhistorische waarden worden gesloopt, met uitzondering van voormalige bedrijfsgebouwen , die als bijgebouwen bij de woning worden aangemerkt en, gezien de oppervlaktebepalingen ter zake in artikel 9 "Wonen ", als zodanig mogen worden aangemerkt; | |
i. | binnen het te wijzigen bestemmingsvlak wordt een oppervlakte van maximaal 800 m² van de gronden aangewezen als "Wonen" en voorzover de gronden niet als "Wonen" worden aangewezen krijgen deze dezelfde bestemming als de omringende gronden. | |
j. | het bepaalde in artikel 15 "Wonen" is van overeenkomstige toepassing; | |
k. | op geen van de gevels van de nieuwe woning mag, bij voltooiing, de geluidbelasting de ter plaatse toegestane voorkeurswaarde krachtens de Wet geluidhinder overschrijden; | |
l. | de wijziging naar de woonbestemming mag niet tot gevolg hebben dat omliggende bedrijven onevenredig in hun bedrijfsvoering worden aangetast; | |
m. | aan de hand van een inrichtingsplan dient de meerwaarde voor de ruimtelijke kwaliteit te worden aangetoond, met name ten aanzien van de beeldkwaliteit en landschappelijke inpassing. |
Op dit bestemmingsplan is naast het bepaalde in dit bestemmingsplan tevens het bepaalde in het Parapluplan Nieuwe Hollandse Waterlinie van toepassing.
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan 'Buitengebied'.