direct naar inhoud van Artikel 9 Tuin
Plan: Laag Dalem
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0512.BP2012117-4001

Artikel 9 Tuin

9.1 bestemmingsomschrijving

De voor Tuin aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. tuinen en erven;
  • b. water en voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding;

met een parkeervoorziening bij de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouw en bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden.

9.2 bouwregels
9.2.1 bouwregels erkers

Uitsluitend uitbouwen in de vorm van erkers bij de hoofdgebouwen van de op de aangrenzende gronden gelegen woningen mogen worden gebouwd, mits:

  • a. de horizontale diepte maximaal 1 m bedraagt;
  • b. de diepte van de overblijvende, niet met gebouwen bebouwde gronden minimaal 2,5 m bedraagt;
  • c. voor zover de erker wordt gebouwd tegen een gevel van het hoofdgebouw de breedte maximaal 2/3 van de breedte van die gevel bedraagt;
  • d. de bouwhoogte maximaal 3 m bedraagt dan wel de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw + 0,25 m;
  • e. een minimale afstand van 0,50 m tot de zijdelingse bouwperceelgrens wordt aangehouden.
9.2.2 bouwregels bouwwerken geen gebouwen zijnde
  • a. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - carport': tevens voor carports;
  • b. de bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde bedraagt maximaal 1 m, uitgezonderd carports ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - carport', waarvan de maximale bouwhoogte 3 m bedraagt.
9.3 afwijken van de bouwregels
9.3.1 afwijken voor het bouwen van aan- of uitbouwen, bijgebouwen en/of overkappingen

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 9.2.1 voor het bouwen van aan- of uitbouwen, bijgebouwen en/of overkappingen behorend bij de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen, mits:

  • a. het bepaalde in artikel 13.2.2 en 14.2.2 onder b met betrekking tot de oppervlakte van toepassing is;
  • b. de goothoogte maximaal 3 m bedraagt dan wel de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw + 0,25 m;
  • c. de bouwhoogte maximaal de bouwhoogte van het hoofdgebouw -2 m bedraagt, waarbij geldt dat de bouwhoogte in ieder geval 3 m mag bedragen en maximaal 6 m.
9.3.2 afwijken voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 9.2.2 en toestaan dat bouwwerken geen gebouwen zijnde worden gebouwd met een bouwhoogte van maximaal 2 m.

9.3.3 beoordelingscriteria

Omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 9.3.1 kan slechts worden verleend, mits:

  • a. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad;
  • b. het straat- en bebouwingsbeeld niet onevenredig worden geschaad.