direct naar inhoud van Artikel 17 Tuin
Plan: Actualisatie Boskoop - Dorp 2011
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0499.BPL10019HBD-OH01

Artikel 17 Tuin

17.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. tuinen;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'garage' voor een garage;

met bijbehorende gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, oprit met een maximale breedte van 5m, verhardingen en water.

17.2 Bouwregels
17.2.1 Erkers

Uitsluitend uitbouwen in de vorm van erkers bij de hoofdgebouwen van de op de aangrenzende gronden gelegen woningen mogen worden gebouwd, mits:

  • 1. de horizontale diepte maximaal 1,5 m bedraagt;
  • 2. de diepte van de overblijvende, niet met gebouwen bebouwde gronden minimaal 2,5 m bedraagt;
  • 3. voor zover de erker wordt gebouwd tegen een gevel van het hoofdgebouw de breedte maximaal 2/3 van de breedte van die gevel bedraagt;
  • 4. de bouwhoogte maximaal 3 m bedraagt dan wel de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw + 0,25 m.
17.2.2 Afwijkingen
  • 1. De bestaande hoogte en oppervlakte van een garage ter plaatse van de aanduiding 'garage' mag niet worden vergroot;
  • 2. In afwijking van het bepaalde in 17.2.1 is:
    • a. ter plaatse van de 'specifieke bouwaanduiding – tuin 1' is per woning maximaal 14 m2 aan bebouwing toegestaan de bouwhoogte bedraagt maximaal 3 m dan wel de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw + 0,25 m;
    • b. is ter plaatse van de 'specifieke bouwaanduiding – tuin 2' is per woning maximaal 75 m2 aan bebouwing toegestaan de bouwhoogte bedraagt maximaal 3 m dan wel de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw + 0,25 m;
    • c. is ter plaatse van de 'specifieke bouwaanduiding – tuin 3' is per woning maximaal 7 m2 bebouwing toegestaan de bouwhoogte bedraagt maximaal 3 m dan wel de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw + 0,25 m;
    • d. is ter plaatse van de 'specifieke bouwaanduiding – tuin 4' is per woning maximaal 11 m2 bebouwing toegestaan de bouwhoogte bedraagt maximaal 3 m dan wel de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw + 0,25 m;
    • e. is ter plaatse van de 'specifieke bouwaanduiding – tuin 5' is per woning maximaal 25 m2 bebouwing toegestaan de bouwhoogte bedraagt maximaal 3 m dan wel de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw + 0,25 m;
17.2.3 Bouwwerken geen gebouwen zijnde

De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt:

  • 1. bij erf- en terreinafscheidingen vóór (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw maximaal 1 m;
  • 2. bij erf- en terreinafscheidingen achter (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw maximaal 2 m;
  • 3. bij overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, maximaal 2 m.
17.3 specifieke gebruiksregels

De onder artikel 17.1 bedoelde oprit en verhardingen mogen gebruikt worden ten behoeve van het parkeren van personenauto('s) voor de bewoners en / of bezoekers van de bijhorende woning mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:

  • a. niet méér dan 3 auto's worden geparkeerd;
  • b. voor het hoofdgebouw mag, behoudens over een strook grond van maximaal 1/3 van de breedte van dat hoofdgebouw, niet worden geparkeerd;
  • c. de naast de oprit (eventueel) aanwezige verhardingen mogen voor een strook grond van maximaal 2 m diep, ook gebruikt worden voor het parkeren.
17.4 Afwijken van de gebruiksregels
17.4.1 Afwijken

Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 17.3 voor het toestaan van het gebruik als tuin als parkeerplaats voor;

  • a. méér dan 3 auto's;
  • b. het parkeren van auto's voor bewoners en / of bezoekers van niet bij die gronden horende woning;
  • c. het parkeren van kampeerauto's en / of caravans en daarmee naar aard en omvang gelijk te stellen voertuigen voor personengebruik;
  • d. het parkeren voor het hoofdgebouw van de woning;
  • e. het parkeren op een gebied verder dan 2 m uit de oprit.
17.4.2 Voorwaarden voor afwijken

Afwijken als bedoeld in artikel 17.4.1 kan slechts mits:

  • a. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad;
  • b. het straat- en bebouwingsbeeld en de verkeersveiligheidsbelangen niet onevenredig worden geschaad;
  • c. door initiatiefnemer een zekerheidstelling is afgeven met betrekking tot de (plan)kosten;
  • d. de afwijking voorzien wordt van een ruimtelijke motivering