Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Bestemmingsplan Buitengebied
Status: onherroepelijk
Plan identificatie: NL.IMRO.0499.BPL09002HBU-OH01

Artikel 15 Wonen

15.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. het wonen daaronder begrepen aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;
  2. ter plaatse van de aanduiding 'garage': uitsluitend een garage en bergplaats ten behoeve van de woningen;
  3. ter plaatse van de aanduiding 'woonwagenstandplaats': ten hoogste 8 woonwagenstandplaatsen alsmede voor de daarbij behorende aanbouwen, bijgebouwen en parkeerplaatsen;
  4. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen-paardenbak'; uitsluitend een paardenbak;
  5. de bij deze bestemming behorende voorzieningen zoals (ontsluitings)wegen, voet- en fietspaden, nutsvoorzieningen, groenvoorzieningen, parkeervoorzieningen en water ten behoeve van wateraanvoer en -afvoer, waterberging en sierwater.
15.2 Bouwregels
Op deze gronden mogen gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de bestemming worden gebouwd en gelden de volgende regels:
  1. gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, met uitzondering van terreinafscheidingen, mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  2. bijgebouwen dienen achter de denkbeeldige lijn die ontstaat bij doortrekking van de voorgevel te worden gebouwd;
  3. de afstand van gebouwen tot de zijdelingse perceelsgrens dient minimaal 3 m te bedragen, de afstand tot de slootkant dient minimaal 1 m te bedragen; 
  4. het gezamenlijke grondoppervlak van aanbouwen en bijgebouwen bij de woonwagens mag ten hoogste 40% van de rond de woonwagen gelegen gronden bedragen, tot een maximum van 35 m² indien deze gronden een oppervlakte hebben van minder dan 100 m² en tot een maximum van 50 m² indien deze gronden een oppervlakte hebben van 100 m² of meer; voor het bepalen van de grootte van de woonwagen wordt uitgegaan van de bestaande situatie;
  5. aanlegsteigers mogen tot ten hoogste 1,25 m uit de slootkant worden gebouwd;
  6. op de gronden direct grenzend aan de bestemming Verkeer ter plaatse van de Otweg mogen ten dienste van de aan de Otweg gelegen woonschepen vrijstaande bijgebouwen van ten hoogste 6  m² gebouwd worden, met dien verstande dat de afstand tussen de bijgebouwen tot de bestemming Verkeer ten minste 1 m dient te bedragen;
  7. overigens geldt het volgende:
  max. aantal per bouwvlakmax.
inhoud (incl. aan- en uit-bouwen en aangebouw-de bijge-bouwen)
max. opp.max. goot-hoogtemax. bouw-hoogte
woningen één per bouwvlak, tenzij anders is aangegeven met de aanduiding 'maximumaantal wooneenheden'750 m³  6 m10 m
aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen      3 m 
vrijstaande bijgebouwen en overkappingen    50 m²3 m 
bouwwerken, geen gebouwen zijnde         2 m
woonwagens 8 bestaand + 10%   3,5 m 
15.3 Afwijken van de bouwregels
15.3.1 Ten behoeve van het maximale oppervlak van bijgebouwen en overkappingen bij woningen
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het in artikel 15 lid 2  opgenomen maximale oppervlak voor bijgebouwen en overkappingen bij woningen, namelijk 50 m², met inachtneming van het volgende:
  1. het oppervlak van bijgebouwen en overkappingen bij woningen mag tot ten hoogste 75 m² worden vergroot;
  2. ontheffing wordt slechts verleend indien de oppervlakte van de gronden rondom de woning ten minste 250 m2 bedraagt.
15.3.2 Ten behoeve van het bouwen tot op de zijdelingse perceelsgrens
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het in artikel 15 lid 2 sub c  opgenomen regels ten behoeve van de minimale afstand tot de zijdelingse perceelsgrens dan wel de afstand tot de slootkant, met inachtneming van het volgende:
  1. er mag tot op de zijdelingse perceelsgrens gebouwd worden;
  2. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden mogen niet onevenredig worden geschaad;
  3. het straat- en bebouwingsbeeld en de verkeersveiligheidsbelangen mogen niet onevenredig worden geschaad.
15.3.3 Ten behoeve van het bouwen op een grotere afstand van de weg
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het in artikel 15 lid 2 sub a  ten behoeve van het (her)bouwen van een woning buiten het opgenomen bouwvlak op een grotere aftand van de weg, met inachtneming van het volgende:
  1. dit noodzakelijk is uit stedenbouwkundig of milieutechnisch oogpunt;
  2. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden mogen niet onevenredig worden geschaad;
  3. het straat- en bebouwingsbeeld en de verkeersveiligheidsbelangen mogen niet onevenredig worden geschaad.
15.4 Specifieke gebruiksregels
Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden de volgende regels:
  1. de vloeroppervlakte ten behoeve van aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten bedraagt ten hoogste 25% van de vloeroppervlakte van de betrokken woning met een maximum van 60 m²;
  2. het verlenen van mantelzorg en het gebruiken van een aan- of uitbouw of vrijstaand bijgebouw ten behoeve van het ontvangen of verlenen van mantelzorg is niet toegestaan.