Plan: | Uitwerkingsplan Vinckebuurt |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | uitwerkingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0451.uwvinckebuurt-VG01 |
In deze regels wordt verstaan onder:
het uitwerkingsplan 'Vinckebuurt' van de gemeente Uithoorn;
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0451.uwvinckebuurt-VG01 met bijhorende regels (en bijlagen);
de verbeelding, met het nummer 2396-390, van het uitwerkingsplan 'Vinckebuurt' met bijbehorende verklaring, waarop de bestemmingen van de in het plan begrepen gronden zijn aangegeven;
een bijbehorend bouwwerk dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
het uitoefenen van een vrij en zelfstandig beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, educatief, kunstzinnig, technisch gebied of daarmee gelijk te stellen activiteiten, niet zijnde detailhandel, waarbij de woning in hoofdzaak haar woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft, die met de woonfunctie in overeenstemming is;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand bijbehorend bouwwerk, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw, waarmee het niet in directe verbinding staat en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
de grens van een bouwvlak;
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw, een parkeergarage, en zolder;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
de grens van een bouwperceel;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegestaan;
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
elk bouwwerk, geen gebouw en geen overkapping zijnde;
de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan en door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis van het bouwwerk of dat gebied heeft gemaakt;
iedere bovenbeëindiging van een gebouw;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending, anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
het verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden;
de bouwlaag op de begane grond;
de zone zoals bedoeld in artikel 52 van de Wet geluidhinder (Wgh);
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
een woning, deel uitmakend van een gebouw waarin meerdere woningen zijn ondergebracht, zodanig dat deze boven dan wel beneden en al dan niet tevens naast elkaar zijn gesitueerd en waarvan in ieder geval een gedeelte van de tot het gebouw behorende woningen niet direct toegankelijk is vanaf een weg of langzaam verkeersroute;
een woning, welke een zelfstandig gebouw vormt en direct toegankelijk is vanaf het aangrenzende maaiveld;
een beloopbare en berijdbare helling inclusief de bijbehorende bordessen, met als karakteristieke functie het overbruggen van een hoogteverschil;
een gebouw dat, gelet op de bestemming, als het belangrijkste bouwwerk op een bouwperceel kan worden aangemerkt;
een bedrijf, waar bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik al dan niet ter plaatse worden verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies wordt verstrekt, een en ander al dan niet in combinatie met een vermaakfunctie;
een gebouw of een gedeelte daarvan, dat dient voor het bedrijfsmatig verlenen van diensten waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen;
het op bedrijfsmatige wijze uitoefenen van activiteiten die in beperkte omvang in een gedeelte van een woning en de daarbij behorende bebouwing worden uitgeoefend;
voorzieningen ten behoeve van het al dan niet openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen en apparatuur voor telecommunicatie;
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een gesloten dak;
criterium voor het bepalen van het benodigde aantal parkeerplaatsen bij verschillende functies;
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.
het op of aan de weg, vanachter een raam of op een andere voor publiek toegankelijke plaats door handelingen, houding, woord, gebaar of op andere wijze passanten tot prostitutie te bewegen, uit te nodigen dan wel aan te lokken;
een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf en een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;
boven het water aangebrachte of op het water dragende of drijvende constructie, waarover gelopen en waarop geparkeerd kan worden;
de op of bij de weg behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals verkeerstekens, wegbebakeningen, bewegwijzeringen, verlichting, halteaanduidingen, parkeerregulerende constructies, brandkranen, informatie- en reclameconstructies, vlaggenmasten, rijwielstandaards, papierbakken, afvalcontainers, openbare toiletten, zitbanken, plantenbakken, communicatievoorzieningen, gedenktekens, speelplekvoorzieningen, telefooncellen, kunstobjecten en abri's;
een bijbehorend bouwwerk dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, welk gebouw door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, de gevel die kennelijk als zodanig moet worden aangemerkt;
een beroep of beroepsmatige dienstverlening op administratief, juridisch, medisch, paramedisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch en daarmee gelijk te stellen gebied;
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.
Bij de toepassing van deze planregels wordt als volgt gemeten:
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
De op de kaart voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mogen met inachtneming van de op de verbeelding aangegeven aanduidingen, uitsluitend ten dienste van de hierboven genoemde bestemming worden gebouwd:
Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
Door middel van een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 3 lid 2.1 en toestaan dat een erker of uitbouw wordt gebouwd, mits:
De voor 'Wonen-1' aangegeven gronden zijn bestemd voor:
Alsmede:
Op deze gronden mogen met inachtneming van de op de verbeelding aangegeven aanduidingen, uitsluitend ten dienste van de hierboven genoemde bestemming worden gebouwd:
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van aan-, uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen gelden de volgende bepalingen:
Voor bouwwerken, geen gebouw zijnde, gelden de volgende bepalingen:
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 4 lid 2.2 voor het toestaan van een kap op een bijgebouw, mits:
Een woning en de daarbij behorende aan-, uitbouwen en bijgebouwen op gronden als in de hiervoor omschreven bestemmingsomschrijving mogen worden gebruikt voor de uitoefening van een aan huis gebonden beroep en kleinschalige bedrijfsactiviteiten, mits:
Een omgevingsvergunning voor het bouwen, het uitbreiden en het wijzigen van de functie van gebouwen en gronden wordt slechts verleend, indien bij de aanvraag wordt aangetoond dat wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid volgens de volgende normering:
functie | parkeernorm |
Wonen (goedkoop) | 1,3 parkeerplaats per woning |
Wonen (middenduur/duur) | 1,7 parkeerplaats per woning |
kantoor/praktijkruimte aan huis | 1 parkeerplaats per 25 m² b.v.o., met een minimum van 1 parkeerplaats |
De voor 'Wonen-2' aangegeven gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mogen uitsluitend ten dienste van de hierboven genoemde bestemming worden gebouwd:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgen regels:
Voor bouwwerken, geen gebouw zijnde, gelden de volgende regels:
De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen(en), mede bestemd voor:
Voor zover de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 2' of gedeeltelijk samenvalt met andere dubbelbestemmingen die op deze gronden rusten, geldt dat de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 2' voorrang krijgt.
Ten behoeve van andere, voor de gronden geldende bestemmingen is, met inachtneming van de voor de betrokken bestemmingen geldende bouwregels, het volgende van toepassing:
eisen burgemeester en wethouders dat alvorens de bouwvergunning verleend wordt, door de aanvrager een archeologisch rapport wordt overlegd waarin de archeologische waarden van de gronden die blijkens de aanvraag zullen worden verstoord, naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate zijn vastgesteld.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan de situering, de inrichting en het gebruik van de gronden die vallen binnen de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 2', indien uit onderzoek is gebleken dat ter plaatse behoudswaardige archeologische resten aanwezig zijn. Toepassing van de bevoegdheid mag niet leiden tot een onevenredige beperking van het meest doelmatige gebruik.
Burgemeester en wethouders zij bevoegd af te wijken via een omgevingsvergunning van het bepaalde in Artikel 6 lid 1.1, met inachtneming van de voor de betrokken bestemmingen geldende regels.
De vergunning als bedoeld in Artikel 6 lid 4.1 wordt in ieder geval verleend indien naar het oordeel van burgemeester en wethouders de aanvrager van de bouwvergunning aan de hand van archeologisch onderzoek heeft aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden aanwezig zijn of als er, mede naar het oordeel van de gemeentelijke archeologisch deskundige geen archeologische waarden te verwachten zijn.
De vergunning zoals bedoeld in Artikel 6 lid 4.1 wordt ook verleend, indien naar het oordeel van burgemeester en wethouders de aanvrager van de bouwvergunning aan de hand van andere informatie heeft aangetoond dat door grondroerende werkzaamheden of andere bodemverstoringen op de betrokken locatie een archeologische waarden verstoord zullen worden.
De vergunning zoals bedoeld in Artikel 6 lid 4.1, wordt voorts verleend, indien:
Het is verboden op of in de gronden ter plaatse van de dubbelbestemming 'Waarde- Archeologie 2' zonder of in afwijking van een vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Bovengenoemd verbod is niet van toepassing, indien de werken en werkzaamheden:
De voor 'Waarde - Archeologie 3' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen(en), mede bestemd voor:
Voor zover de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 3' of gedeeltelijk samenvalt met andere dubbelbestemmingen die op deze gronden rusten, geldt dat de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 3' voorrang krijgt.
Ten behoeve van andere, voor de gronden geldende bestemmingen is, met inachtneming van de voor de betrokken bestemmingen geldende bouwregels, het volgende van toepassing:
eisen burgemeester en wethouders dat alvorens de bouwvergunning verleend wordt, door de aanvrager een archeologisch rapport wordt overlegd waarin de archeologische waarden van de gronden die blijkens de aanvraag zullen worden verstoord, naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate zijn vastgesteld.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan de situering, de inrichting en het gebruik van de gronden die vallen binnen de dubbelbestemming "Waarde- Archeologie 3", indien uit onderzoek is gebleken dat ter plaatse behoudswaardige archeologische resten aanwezig zijn. Toepassing van de bevoegdheid mag niet leiden tot een onevenredige beperking van het meest doelmatige gebruik.
Burgemeester en wethouders zij bevoegd af te wijken via een omgevingsvergunning van het bepaalde in artikel 7 lid 1.1, met inachtneming van de voor de betrokken bestemmingen geldende regels.
De vergunning als bedoeld in artikel 7 lid 4.1 wordt in ieder geval verleend indien naar het oordeel van burgemeester en wethouders de aanvrager van de bouwvergunning aan de hand van archeologisch onderzoek heeft aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden aanwezig zijn of als er, mede naar het oordeel van de gemeentelijke archeologisch deskundige geen archeologische waarden te verwachten zijn.
De vergunning zoals bedoeld in artikel 7 lid 4.1 wordt ook verleend, indien naar het oordeel van burgemeester en wethouders de aanvrager van de bouwvergunning aan de hand van andere informatie heeft aangetoond dat door grondroerende werkzaamheden of andere bodemverstoringen op de betrokken locatie een archeologische waarden verstoord zullen worden.
De vergunning zoals bedoeld in artikel 7 lid 4.1 wordt voorts verleend, indien:
Het is verboden op of in de gronden ter plaatse van de dubbelbestemming 'Waarde- Archeologie 3' zonder of in afwijking van een vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Bovengenoemd verbod is niet van toepassing, indien de werken en werkzaamheden:
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen(en), mede bestemd voor:
Op of in deze gronden mag worden gebouwd ten behoeve van het aanleggen en onderhouden van de waterkering.
Voor het bouwen ten behoeve van de overige bestemmingen geldt dat dit:
Het is verboden om zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden de navolgende werken en/of werkzaamheden uit te voeren:
Het in artikel 8 lid 3.1 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van:
Werken en werkzaamheden als bedoeld in artikel 8 lid 3.1 zijn slechts toelaatbaar, indien door die werken of werkzaamheden, danwel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, één of meer waarden of functies van de in die artikelen bedoelde gronden welke het plan beoogt te beschermen niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, danwel de mogelijkheden voor het herstel van die waarden of functies niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind.
De voor 'Waterstaat-Waterlopen' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor bescherming, beheer en onderhoud van primaire wateren, zoals watergangen, overeenkomstig de Keur van het Waterschap Amstel, Gooi en Vecht.
Op de tot 'Waterstaat-Waterlopen' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:
Met een omgevingsvergunning kan afgeweken worden van het bepaalde in artikel 9 lid 2 voor het bouwen ten behoeve van de overige bestemmingen, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
Het bepaalde in artikel 9 lid 3.1 geldt niet voor het uitvoeren van:
Grond, die eenmaal in aanmerking is genomen, bij het toestaan van een bouwplan, waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Waar in dit plan voor hoofdgebouwen een maximale goothoogte en/of een maximale bouwhoogte is voorgeschreven mag het hieruit voortvloeiende maximum bouwprofiel worden overschreden door antennes, schoorstenen en ondergeschikte dakopbouwen ten behoeve van technische installaties.
De bouwgrenzen mogen, in afwijking van het op de en/of in hoofdstuk 2 bepaalde, uitsluitend worden overschreden door:
Ter plaatse van de aanduiding 'geluidszone - industrie' zijn geen geluidgevoelige functies toegestaan, zoals opgenomen in de Wet geluidhinder, tenzij:
Onder strijdig gebruik als bedoeld in 2.1 lid 1 onder c van de Wabo wordt in ieder geval verstaan het gebruik of het laten gebruiken van gebouwen en/of onbebouwde gronden als:
Indien strikte toepassing zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, die niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd kan worden afgeweken van het gestelde in de bepaling, met uitzondering van het bepaalde in artikel 12 lid 1.
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in de regels van dit plan voor:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de situering, afmeting en nokrichting van de bebouwing op grond van:
Voor zover toepassing van het overgangsrecht bouwwerken of gebruik leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard jegens een of meer natuurlijke personen kunnen burgemeester en wethouders ten behoeve van die persoon of personen van dat overgangsrecht afwijken.
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het uitwerkingsplan "Vinckebuurt" van de gemeente Uithoorn.
Aldus vastgesteld in de collegevergadering van 29 augustus 2016.
De voorzitter, De secretaris,
…………………………………………. …………………………………………..