Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Zijdelwaard
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0451.BPZijdelwaard-vs03

Artikel 14 Wonen

14.1 Bestemmingsomschrijving

De op de kaart voor 'Wonen' aangegeven gronden zijn bestemd voor:
  1. woningen;
  2. erven;
  3. parkeren;
  4. beroepen en (bedrijf) aan huis;
Alsmede:
  1. ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel': kleinschalige detailhandel;
  2. ter plaatse van de aanduiding 'zorgwoningen': zorgwoningen en voorzieningen ten dienste van de aanduiding;
  3. ter plaatse van de aanduiding 'zorginstelling': een zorginstelling
  4. ter plaatse van de aanduiding 'garages': garages;
  5. ter plaatse van de specifieke aanduiding 'bovenwoning': een bovenwoning.

14.2 Bouwregels

14.2.1

Op deze gronden mogen met inachtneming van de op de verbeelding aangegeven aanduidingen, uitsluitend ten dienste van de hierboven genoemde bestemming worden gebouwd:
  1. gebouwen;
  2. aan- en uitbouwen en bijgebouwen;
  3. bouwwerken, geen gebouw zijnde;
  4. overkappingen.

14.2.2

Voor het bouwen van woningen gelden de volgen bepalingen:
  1. gebouwen mogen uitsluitend binnen het op de verbeelding aangegeven bouwvlak worden gebouwd;
  2. de hoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan op de verbeelding is aangegeven;
  3. de woningen dienen voorzien te worden van een kap met een dakhelling van minimaal 32 graden en niet meer dan 38 graden, tenzij anders op de verbeelding is aangegeven;
  4. ter plaatse van de aanduiding "aaneengebouwd" mogen uitsluitend aaneengesloten hoofdgebouwen, minimaal twee aaneen worden gebouwd;
  5. ter plaatse van de aanduiding "gestapeld" mogen uitsluitend gestapelde hoofdgebouwen worden gebouwd;
  6. ter plaatse van de aanduiding "vrijstaand" mogen uitsluitend vrijstaande hoofdgebouwen worden gebouwd;
  7. ter plaatse van de aanduiding "twee-aaneen" mogen uitsluitend twee aaneengebouwde hoofdgebouwen worden gebouwd;
  8. ter plaatse van de aanduiding "bovenwoning" mogen woningen boven garages worden gebouwd.

14.2.3

Voor het bouwen van aan-, uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen gelden de volgende bepalingen:
  1. de gezamenlijke oppervlakte mag niet meer bedragen dan 50% van de gronden buiten het bouwvlak met dien verstande dat de gezamenlijke oppervlakte niet meer bedraagt dan 50m2 met dien verstande dat de hoogte van de overkapping niet meer bedraagt dan 3 meter.
  2. de bovenzijde (dakrand) van een aan- of uitbouw of (aangebouwd) bijgebouwen mag niet hoger worden gesitueerd dan 25 cm boven de bovenzijde van de vloer van de 1e verdieping;
  3. de diepte van de aan de achtergevel te bouwen aan- of uitbouw of (aangebouwd) bijgebouw mag ten hoogste 3 meter bedragen, gemeten vanaf de oorspronkelijke achtergevel van de woning;
  4. de breedte van de aan de oorspronkelijke achtergevel te bouwen aan- of uitbouw of (aangebouwd) bijgebouw mag niet meer bedragen dan de breedte van de oorspronkelijke achtergevel van de woning;
  5. een aan de zijgevel van de woning te bouwen aan- of uitbouw of (aangebouwd) bijgebouw mag op niet minder dan 1 meter achter de voorgevelrooilijn en op niet meer dan 3 meter achter het verlengde van de oorspronkelijke achtergevel van de woning worden gebouwd en mag niet breder zijn dan 3 meter;
  6. de aan- of uitbouwen of (aangebouwde) bijgebouwen mogen uitsluitend plat worden afgedekt.

14.2.4

Voor bouwwerken, geen gebouw zijnde, gelden de volgende bepalingen:
  1. de hoogte van een erf- of terreinafscheiding mag 1 meter achter de voorgevel of het verlengde daarvan niet meer dan 2 meter en daarvoor niet meer dan 1 meter bedragen;
  2. de hoogte van vlaggenmasten mag niet meer dan 8 meter bedragen;
  3. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 2 meter.

14.3 Ontheffing van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in artikel 14 lid 2.3 sub f voor het toestaan van een kap op een bijgebouw, mits:
  1. de nokhoogte mag niet meer bedragen dan 5,5 meter;
  2. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de in de omgeving aanwezige stedenbouwkundige, architectonische en/of cultuurhistorische waarden;
  3. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het woongenot van omwonende.

14.4 Specifieke gebruiksregels

Een woning en de daarbij behorende aan-, uitbouwen en bijgebouwen op gronden als in de hiervoor omschreven bestemmingsomschrijving mogen worden gebruikt voor de uitoefening van een aan huis gebonden beroep en kleinschalige bedrijfsactiviteiten, mits:
  1. de gezamenlijke vloeroppervlakte niet meer bedraagt dan 30% van het bruto vloeroppervlak van de betreffende woning en bijbehorende aan-, uitbouwen en bijgebouwen met een maximum van 45m²;
  2. het geen horecabedrijf of detailhandel betreft;
  3. op de bij de betreffende woning behorende gronden geen buitenopslag van goederen ten behoeve van het aan huis gebonden beroep en/of de kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten plaatsvindt;
  4. in de omgeving van de betreffende woning geen onevenredige vergroting van de verkeers- en parkeerdruk optreedt, met dien verstande dat:
    1. reclame-uitingen en naamborden uitsluitend in de vorm van opschriften en aankondigingen zijn uitgevoerd die betrekking hebben op het beroep, de dienst of het bedrijf dat in of op de onroerende zaak wordt uitgeoefend of waarvoor die zaak is bestemd, en mits deze reclame-uitingen en naamborden gezamenlijk geen grote oppervlakte hebben dan 0,50 m2 en geen van alle een grotere afmeting in een richting hebben dan 1 meter en mits deze opschriften en aankondigingen zijn aangebracht op of aan een onroerende zaak, een en ander ter beoordeling door Burgemeester en wethouders.