Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Dorpscentrum
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0451.BPDorpscentrum-VG01

Artikel 14 Wonen

14.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Wonen’ aangegeven gronden zijn bestemd voor:
  1. woningen;
  2. erven;
  3. parkeren;
  4. beroepen en (bedrijf) aan huis; 
Alsmede:
  1. ter plaatse van de aanduiding ‘bijgebouw’: een bijgebouw;
  2. ter plaatse van de aanduiding ‘praktijkruimte’: een praktijkruimte ten behoeve van de uitoefening van een vrij beroep;
  3. ter plaatse van de aanduiding ‘ambachtelijk bedrijf’: bedrijven zoals genoemd in categorie 1 en 2 van de bij de regels behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  4. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 1': bedrijven in categorie 1 van de van deze regels deel uitmakende Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  5. ter plaatse van de aanduiding ‘kantoor’: een kantoor;
  6. ter plaatse van de aanduiding ‘detailhandel’: een bedrijf ten behoeve van de detailhandel;
  7. ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van horeca - 1’: horeca, voorzover genoemd in categorie II van de Staat van Horeca-activiteiten, op de eerste bouwlaag; 
  8. ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van horeca - 2’: horeca, voorzover genoemd in categorie II  en III van de Staat van Horeca-activiteiten, op de eerste bouwlaag;
  9. ter plaatse van de aanduiding 'opslag': de opslag van goederen / het verhuur van opslagruimten.

14.2 Bouwregels

14.2.1

Op deze gronden mogen met inachtneming van de op de verbeelding aangegeven aanduidingen, uitsluitend ten dienste van de hierboven genoemde bestemming worden gebouwd:
  1. gebouwen;
  2. aan- en uitbouwen en bijgebouwen;
  3. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  4. overkappingen.
 

14.2.2

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgen bepalingen:
  1. gebouwen mogen uitsluitend binnen het op de verbeelding aangegeven bouwvlak worden gebouwd;
  2. de bouwhoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan op de verbeelding is aangegeven;
  3. de goothoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan op de verbeelding is aangegeven;
  4. gebouwen dienen voorzien te zijn van een kap;
  5. ter plaatse van de aanduiding “aaneengebouwd” mogen uitsluitend aaneengesloten hoofdgebouwen, minimaal twee aaneen worden gebouwd;
  6. ter plaatse van de aanduiding “gestapeld” mogen uitsluitend gestapelde hoofdgebouwen worden gebouwd;
  7. ter plaatse van de aanduiding “vrijstaand” mogen uitsluitend vrijstaande hoofdgebouwen worden gebouwd;
  8. ter plaatse van de aanduiding “twee-aaneen” mogen uitsluitend twee aaneengebouwde hoofdgebouwen worden gebouwd;
  9. ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarde' dient behoud en herstel van monumentale bebouwing zoals beschreven staat in artikel 23 lid 1.
       

14.2.3

Voor het bouwen van aan-, uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen gelden de volgende bepalingen:
  1. de gezamenlijke oppervlakte mag niet meer bedragen dan 50%, van de gronden buiten het bouwvlak met dien verstande dat de gezamenlijke oppervlakte niet meer bedraagt dan 50m2;  
  2. gronden < 30,5m2 gelegen buiten het bouwvlak mogen, naast de uitbouw zoals genoemd in artikel 14 lid 2.3 sub e, tot maximaal 14m2 bebouwd worden;
  3. de hoogte van de overkapping niet meer bedraagt dan 3 meter;  
  4. de bovenzijde (dakrand) van een aan- of uitbouw of (aangebouwd) bijgebouwen mag niet hoger worden gesitueerd dan 25 cm boven de bovenzijde van de vloer van de 1e verdieping;
  5. de diepte van de aan de achtergevel te bouwen aan- of uitbouw of (aangebouwd) bijgebouw mag ten hoogste 3 meter bedragen, gemeten vanaf de oorspronkelijke achtergevel van de woning;
  6. de breedte van de aan de oorspronkelijke achtergevel te bouwen aan- of uitbouw of (aangebouwd) bijgebouw mag niet meer bedragen dan de breedte van de oorspronkelijke achtergevel van de woning;
  7. een aan de zijgevel van de woning te bouwen aan- of uitbouw of (aangebouwd) bijgebouw mag op niet minder dan 1 meter achter de voorgevelrooilijn en op niet meer dan 3 meter achter het verlengde van de oorspronkelijke achtergevel van de woning worden gebouwd en mag niet breder zijn dan 3 meter;
  8. de aan- of uitbouwen of (aangebouwde) bijgebouwen mogen uitsluitend plat worden afgedekt.
 

14.2.4

Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
  1. de hoogte van een erf- of terreinafscheiding mag 1 meter achter de voorgevel of het verlengde daarvan niet meer dan 2 meter en daarvoor niet meer dan 1 meter bedragen;
  2. de hoogte van vlaggenmasten mag niet meer dan 8 meter bedragen;
  3. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 2 meter.

14.3 Afwijken van de bouwregels

14.3.1

Met een omgevingsvergunning kan afgeweken worden van artikel 14 lid 2.3 sub h voor het toestaan van een kap op een bijgebouw, mits:
  1. de nokhoogte niet meer bedraagt dan 5,5 meter;
  2. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de in de omgeving aanwezige stedenbouwkundige, architectonische en/of cultuurhistorische waarden;
  3. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het woongenot van omwonende.

14.4 Specifieke gebruiksregels

14.4.1

Gronden ter plaatse van de aanduidingen zoals genoemd in artikel 14 lid 1 lid f tot en met i mogen een afwijkend gebruik en afwijkende bestemming hebben, met dien verstande dat:
  1. het bebouwingsoppervlakte per bedrijf niet meer mag bedragen dan 150m2;
  2. uitsluitend op de begane grond mag plaats vinden.

14.4.2

Gronden ter plaatse van de aanduidingen zoals genoemd in artikel 14 lid 1 sub k mag een afwijkend gebruik in de vorm van een horecavoorziening, voorzover genoemd in categorie II van de Staat van Horeca-activiteiten, met parkeervoorzieningen hebben ter grootte van de aanduiding, met dien verstande dat het afwijkend gebruik plaats vindt op de eerste bouwlaag.
  

14.4.3

Een woning en de daarbij behorende aan-, uitbouwen en bijgebouwen op gronden als in de hiervoor omschreven bestemmingsomschrijving mogen worden gebruikt voor de uitoefening van een aan huis gebonden beroep en kleinschalige bedrijfsactiviteiten, mits:
  1. de gezamenlijke vloeroppervlakte niet meer bedraagt dan 30% van het bruto vloeroppervlak van de betreffende woning en bijbehorende aan-, uitbouwen en bijgebouwen met een maximum van 45m²;
  2. het geen horecabedrijf of detailhandel betreft;
  3. op de bij de betreffende woning behorende gronden geen buitenopslag van goederen ten behoeve van het aan huis gebonden beroep en/of de kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten plaatsvindt;
  4. in de omgeving van de betreffende woning geen onevenredige vergroting van de verkeers- en parkeerdruk optreedt, met dien verstande dat:.
    • voor het parkeren ten behoeve van de beroeps- en bedrijfsactiviteiten op eigen terrein voldoende ruimte aanwezig is, en
    • behoudens in- en uitladen, geen beroeps- en bedrijfsactiviteiten in de openbare ruimte rond de betreffende woning mogen plaatsvinden;
  1. reclame-uitingen en naamborden uitsluitend in de vorm van opschriften en aankondigingen zijn uitgevoerd die betrekking hebben op het beroep, de dienst of het bedrijf dat in of op de onroerende zaak wordt uitgeoefend of waarvoor die zaak is bestemd, en mits deze reclame-uitingen en naamborden gezamenlijk geen groter oppervlakte hebben dan 0,50 m2 en geen van alle een grotere afmeting in een richting hebben dan 1 meter en mits deze opschriften en aankondigingen zijn aangebracht op of aan een onroerende zaak.