direct naar inhoud van Artikel 8 Wonen
Plan: HMS-terrein
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0450.BPHMSterrein-VS01

Artikel 8 Wonen

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het wonen daaronder begrepen aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'verkeer', tevens een ontsluitingsweg;
  • c. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals erven, wegen, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, geluidwerende voorzieningen, tuinen en water.

8.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

8.2.1 Hoofdgebouwen
  • a. hoofdgebouwen worden binnen het bouwvlak gebouwd;
  • b. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'gestapeld' worden woningen in gestapelde vorm gebouwd;
  • c. bouwvlakgrenzen mogen worden overschreden door balkons, mits de overschrijding niet meer bedraagt dan 3 m;
  • d. het aantal woningen bedraagt niet meer dan 145;
  • e. de bouwhoogte van hoofdgebouwen bedraagt ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' ten hoogste de aangegeven bouwhoogte;
  • f. de goothoogte van hoofdgebouwen bedraagt ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte (m)' ten hoogste de aangegeven goothoogte;
  • g. de totale oppervlakte van gebouwen en overkappingen bedraagt ter plaatse van de aanduiding 'maximumbebouwingspercentage (%)' ten hoogste het aangegeven bebouwingspercentage; indien geen bebouwingspercentage is aangegeven, geldt een bebouwingspercentage van 100% van het bouwvlak;
  • h. de goothoogte van hoofdgebouwen mag worden overschreden door dakkapellen, indien:
    • 1. de afstand tot de dakvoet, de nok en de zijkanten van het dakvlak ten minste 0,5 m bedraagt;
    • 2. de bouwhoogte van de dakkapel, gemeten vanaf de voet van de dakkapel, ten hoogste 1,75 m bedraagt;
    • 3. de breedte van dakkapellen aan de voor- of zijkant van het hoofdgebouw ten hoogste 50% van het dakvlak bedraagt;
    • 4. de breedte van dakkapellen aan de achterkant van het hoofdgebouw ten hoogste 70% van het dakvlak bedraagt;
  • i. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 1' geldt dat de gebouwen ten behoeve van geluidsgevoelige objecten dienen te worden gebouwd met een dove gevel aan de oostelijke gevelzijde;
  • j. in afwijking van het bepaalde onder h mag worden afgezien van het bouwen met een dove gevel, indien wordt gebouwd met toepassing van een vliesgevel of maatregelen anderszins waardoor de geluidsbelasting vanwege wegverkeerslawaai op de achterliggende gevel ten hoogste de wettelijke grenswaarde dan wel de vastgestelde hogere grenswaarde bedraagt.

8.2.2 Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen
  • a. de afstand van aan- en uitbouwen en bijgebouwen tot de voorgevel van het hoofdgebouw bedraagt ten minste 1 m achter de voorgevel;
  • b. de afstand van aan- en uitbouwen en bijgebouwen tot perceelsgrenzen bedraagt 0 of ten minste 1 m;
  • c. de goothoogte van aan- en uitbouwen bedraagt ten hoogste de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw vermeerderd met 0,25 m;
  • d. de goothoogte van bijgebouwen bedraagt ten hoogste 3 m;
  • e. de bouwhoogte van aan- en uitbouwen bedraagt ten hoogste 4 m;
  • f. de bouwhoogte van bijgebouwen en overkappingen bedraagt ten hoogste 4 m;
  • g. de gezamenlijke oppervlakte van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bedraagt ten hoogste 50% van het zij- en achtererf met een maximum van 50 m².

8.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. de bouwhoogte van erfafscheidingen voor de voorgevelrooilijn bedraagt ten hoogste 1 m;
  • b. de bouwhoogte van erfafscheidingen elders bedraagt ten hoogste 2 m;
  • c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 3 m.

8.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmeting van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. de milieusituatie;
  • d. de sociale veiligheid;
  • e. de leefbaarheid;
  • f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

8.4 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot gebruik gelden de volgende regels:

  • a. binnen de bestemming mogen aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfmatige activiteiten plaatsvinden mits:
    • 1. het vloeroppervlakte ten behoeve van aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten ten hoogste 25% van de vloeroppervlakte van de betrokken woning (inclusief aan-, uit- en bijgebouwen) met een maximum van 40 m² bedraagt;
    • 2. er geen in- of externe verbouwingen ten behoeve van het bedrijf worden verricht waardoor afbreuk wordt gedaan aan de woonomgeving; in dit kader is het aanbrengen van storende commerciële reclameteksten of -objecten op of aan de woning of het omringende erf in welke vorm dan ook niet toegestaan;
    • 3. het beroep of de activiteit door de bewoner wordt uitgevoerd;
    • 4. de werkzaamheden geen overlast bezorgen aan de omwonenden;
    • 5. er geen detailhandelsactiviteiten worden uitgevoerd;
  • b. het gebruik van bijgebouwen als zelfstandige woning of onafhankelijke woonruimte is niet toegestaan.