direct naar inhoud van Artikel 6 Wonen
Plan: De Vijzeltuin, Enkhuizen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0388.BPDeVijzeltuin-va01

Artikel 6 Wonen

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen, al dan niet in combinatie met de uitoefening van een beroep aan huis in hoofd- en bijgebouwen, met dien verstande dat maximaal 30% van de vloeroppervlakte van de begane grond van het hoofdgebouw en bijgebouwen mag worden gebruikt ten behoeve van het beroep aan huis, met een maximum van 50 m² en tevens de uitoefening van het beroep aan huis niet mag plaatsvinden in gestapelde woningen;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - nultredenwoningen', mogen uitsluitend nultredenwoningen inclusief ondersteunende ruimten gerealiseerd worden;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - parkeergarage 2', mag een parkeergarage gerealiseerd worden, uitsluitend op de begane grond;
  • d. trappen en liften ten behoeve van de parkeergarage;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - balkon' zijn balkons toegestaan, uitsluitend op de eerste verdieping;

met de daarbij behorende:

  • f. tuinen en erven;
  • g. parkeervoorzieningen.

6.2 Bouwregels
6.2.1 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. het gehele bouwvlak mag worden bebouwd;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'gestapelde woningen', zijn uitsluitend gestapelde woningen toegestaan;
  • d. het aantal binnen een bouwvlak te bouwen woningen bedraagt ten hoogste het door middel van de aanduiding 'maximaal aantal wooneenheden' aangegeven aantal;
  • e. de voorgevel van een gebouw dient te worden gebouwd in maximaal 0,5 meter vanaf de voorgevelrooilijn;
  • f. de goothoogte mag niet meer bedragen dan is aangegeven op de verbeelding;
  • g. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan is aangegeven op de verbeelding;

6.2.2 Aan- en uitbouwen en bijgebouwen

Voor het bouwen van aan- en uitbouwen en bijgebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. de bijgebouwen mogen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de maximale goothoogte bedraagt 4 meter;
  • c. de maximale bouwhoogte bedraagt 6 meter;
  • d. de minimale afstand tot de voorgevellijn van de woning bedraagt 3 meter;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'geen bijgebouwen toegestaan', zijn geen bijgebouwen toegestaan;
  • f. de gezamenlijke oppervlakte van de aan- en uitbouwen en de bijgebouwen zal ten hoogste 50% van de oppervlakte van het binnen het bouwperceel gelegen gedeelte van het bouwvlak verminderd met de oppervlakte van het hoofdgebouw bedragen, waarbij de gezamenlijke oppervlakte van aan- en uitbouwen en bijgebouwen ten hoogste 50 m² bedraagt.

6.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende bepalingen:

  • a. de maximale bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt 2 meter, met dien verstande dat de hoogte voor erf- en terreinafscheidingen voor zover gelegen vóór de voorgevellijn maximaal 1 meter mag bedragen;
  • b. de maximale bouwhoogte van een overkapping bedraagt 3 meter, met dien verstande dat er slechts 1 overkapping per bouwperceel gerealiseerd mag worden tot maximaal 30 m²;
  • c. de maximale bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt 3 meter.

6.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:

  • a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  • c. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  • d. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  • e. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding.

6.4 Specifieke gebruiksregels
6.4.1 Strijdig gebruik van gronden en bouwwerken

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  • a. permanente of tijdelijke bewoning, voor zover het vrijstaande bijgebouwen betreft;
  • b. bewoning als afhankelijke woonruimte;
  • c. kamerbewoning;
  • d. seksinrichtingen;
  • e. prostitutie;
  • f. detailhandel en horeca;
  • g. bedrijfsdoeleinden.

6.4.2 Parkeernormen

Ten aanzien van het toegestane gebruik dient voldaan te worden aan de parkeernormen zoals weergegeven in artikel 10.

6.5 Ontheffing van de gebruiksregels
6.5.1 Bedrijf aan huis

Burgemeester en wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de milieusituatie, de verkeerssituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, ontheffing verlenen van het bepaalde in artikel 7.1 sub a en toestaan dat de gebouwen worden gebruikt ten behoeve van kleinschalige bedrijfsactiviteiten, mits:

  • a. de woonfunctie niet onevenredig wordt aangetast;
  • b. het geen gestapelde woningen betreft;
  • c. het uiterlijk van de betreffende woning niet wordt aangetast. Uitsluitend niet uitstekende, niet verlichte reclame-uitingen van beperkte omvang zijn toegestaan;
  • d. er voldoende bergruimte in of bij de woning over blijft;
  • e. het beroep / bedrijf wordt uitgeoefend door in ieder geval één van de bewoners van de woning;
  • f. het niet gaat om vormen van detailhandel en/of horeca;
  • g. het parkeren op eigen terrein plaatsvindt. Indien dit niet mogelijk is, mag de parkeerdruk in de naaste omgeving als gevolg van de voorgenomen activiteit niet onevenredig toenemen. Ook de verkeersdruk in de naaste omgeving mag niet onevenredig toenemen;
  • h. de bedrijfsoppervlakte niet meer bedraagt dan 50 m² tot een maximum van 30% van de totale gezamenlijke begane grond oppervlakte van de aanwezige bebouwing op het bouwperceel.

6.6 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Wonen' te wijzigen in de bestemming 'Maatschappelijk' indien het woongebruik ter plaatse is beëindigd en er geen redenen zijn om aan te nemen dat het woongebruik op korte termijn wordt voortgezet, met dien verstande dat parkeervoorzieningen op eigen terrein worden gerealiseerd.