Plan: | Lingerzijde - Doelenstraat |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0385.bpLzijdeDoelenstr-vg01 |
In deze regels wordt verstaan onder:
Het bestemmingsplan 'Lingerzijde - Doelenstraat' met identificatienummer NL.IMRO.0385.bpLzijdeDoelenstr-vg01 van de gemeente Edam-Volendam;
De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
De grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
Het verlenen van diensten of het op bedrijfsmatige wijze uitoefenen van activiteiten, waarvan de omvang in een woning met bijbehorende bouwwerken past en de woonfunctie in ruimtelijke en visuele zin in overwegende mate blijft behouden. Hieronder mede begrepen consumentverzorgende bedrijfsactiviteiten;
De uitoefening van een (vrij) beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerp-technisch of hiermee gelijk te stellen gebied, dat door zijn beperkte omvang in een woning en de daarbij behorende bouwwerken, met behoud van de woonfunctie kunnen worden uitgeoefend, waaronder niet begrepen de uitoefening van horeca en detailhandel of consumentverzorgende bedrijfsactiviteiten;
Erf aan de achterkant en aan de zijkant, op meer dan 1 m van de voorkant, van het hoofdgebouw;
Installatie bestaande uit een antenne, een antennedrager, de bedrading en de al dan niet in een techniekkast opgenomen apparatuur, met de daarbij behorende bevestigingsconstructie;
Open uitbouw met balustrade aan een verdieping van een gebouw;
Eén of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
Een kleinschalige overnachtingsaccommodatie gericht op het bieden van de mogelijkheid tot een toeristisch en veelal kortdurend verblijf met het serveren van ontbijt, welke ondergeschikt is aan de hoofdbestemming;
Een onderneming gericht op het vervaardigen, bewerken, herstellen, installeren of inzamelen van goederen;
Een bouwwerk met een gemiddelde cultuurhistorische en/of architectonische waarde, dat wil zeggen een cultuurhistorische waardestelling met een score van 8 tot en met 13 punten, en waarvan het exterieur van het gebouw/bouwwerk, zoals omschreven in de als Bijlage 2 - Cultureel Erfgoed Lingerzijde-Doelenstraat Inventarisatie, Arcx buro, 2012 bij deze regels opgenomen bijlage als gemeentelijk monument bescherming geniet ingevolge de dubbelbestemming 'Waarde - Edams - Volendams erfgoed';
De grens van een bestemmingsvlak;
Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
Uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de aarde verbonden bouwwerk met een dak;
Een onderzoek naar de ontstaansgeschiedenis en ontwikkeling van een gebouw of ensemble met een nadruk op de fysieke samenstelling, conform de 'Richtlijnen bouwhistorisch onderzoek' van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed;
Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;
De grens van een bouwvlak;
Het geheel van op gelijke of nagenoeg gelijke vloerhoogte gelegen ruimten in een gebouw met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van kelder, onderbouw, zolder en vliering;
Een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
De grens van een bouwperceel;
Een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
Een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
Een deskundig advies met daarin een afweging van de cultuurhistorische waarde ten opzichte van de bouwtechnische staat van het object, zoals aangegeven in een bouwhistorisch onderzoek;
Alle materiële getuigenissen uit het verleden die de samenleving van belang vindt om te conserveren, te onderzoeken, te presenteren en over te informeren;
De aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis heeft gemaakt van dat bouwwerk of gebied;
Een toegekende samenhangende waardestelling op het gebied van algemene historische waarden en/of de ensemblewaarden en/of de architectuurhistorische waarden en/of de bouwhistorische waarden en/of de waarden vanuit de gebruikshistorie, toegekend aan een zaak en/of object en/of gebied vastgelegd in een cultuurhistorisch rapport, met als mogelijke uitkomst na beoordeling:
Onderzoek waarin de algemene historische waarden en/of de ensemblewaarden en/of de architectonische waarden en/of de bouwhistorische waarden en/of de waarden vanuit de gebruikhistorie zijn geïnventariseerd en vastgelegd en waarvan op basis van het puntensysteem op de onderdelen 7 tot en met 20 van het cultuurhistorisch rapport een score haalbaar is van 0 tot en met 20 punten;
Het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en-/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan voor consumptie ter plaatse en anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
Periodieke en-/of incidentele manifestaties, zoals sportmanifestaties, concerten, bijeenkomsten, voorstellingen, shows, tentoonstellingen, thematische markten, kermissen, circussen en andere vertoningen;
Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt:
Eén of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;
Een afdak aan een gebouw, al dan niet ondersteund;
De hoogte van het bouwperceel ter plaatse, dan wel; de hoogte van het afgewerkte bouwperceel ter plaatse na het verlenen van een omgevingsvergunning;
Voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen en apparatuur voor telecommunicatie;
Bouwen onder het maaiveld met minimaal 0,35 m;
Een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
Een bijbehorend bouwwerk dat bestaat uit een dakconstructie zonder eigen wanden;
De kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is;
Een bedrijf, waarin het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding als beroep wordt uitgeoefend;
Nr | Omschrijving | Toelichting | Maximale score |
7 | Functie | Van belang vanwege cultuurhistorische aspecten vanwege het (voormalige) gebruik. | 1 punt |
8 | Bouwjaar | Hierbij is gekozen als 'peildatum' objecten vóór of na 1960 (ouder dan 50 jaar of niet. | 2 punten |
9 | Stijl/gaafheid | Van belang vanwege de architectonische gaafheid van het exterieur. | 1 punt |
10 | Stijl/gaafheid | Van belang vanwege een bepaalde stijl of bouwtrant. | 1 punt |
11 | Stijl/gaafheid | Van belang vanwege bijzondere esthetische kwaliteiten (zoals gevelindeling, bijzondere detaillering, materiaal en/of kleurgebruik etc.) | 4 punten |
12 | Stijl/gaafheid | Van belang vanwege een unieke (bouw)techniek of (bouw)type. | 1 punt |
13 | Stijl/gaafheid | Van belang vanwege een bekende architect en/of de plaatselijke, regionale en/of landelijke architectuurgeschiedenis. | 1 punt |
14 | Stijl/gaafheid | Van belang vanwege de oorspronkelijkheid of de bijzonderheid van (een onderdeel van) het exterieur. | 1 punt |
15 | Historisch belang | Van belang vanwege het feit dat het object samen met andere delen of objecten (gebouwen, hekwerken, entree, tuin) een karakteristiek historisch complex of historisch stedenbouwkundig structuur vormt. | 1 punt |
16 | Historisch belang | Van belang vanwege het feit dat het object als onderdeel van een historisch gegroeid stedelijk gebied, lint of landelijk gebied daarin beeldbepalend is. | 1 punt |
17 | Historisch belang | Van belang vanwege de bijzondere betekenis van het object voor het aanzien van een streek, stad, dorp of wijk (oriëntatiepunt). | 1 punt |
18 | Historisch belang | Van belang vanwege het feit dat het object deel uitmaakt van een gebied met een grote continuïteit, waardoor het historische patroon van verkaveling, wegen en waterlopen goed geconserveerd is gebleven. | 1 punt |
19 | Historisch belang | Van belang vanwege de historische herinneringen verbonden aan het object in de ruimste zin van het woord (feiten, gebeurtenissen, eigenaren/bewoners, beroepen etc.). | 2 punten |
20 | Historisch belang | Van belang vanwege een plaatselijke, regionale of landelijke historische ontwikkeling (op sociaal, cultureel, technisch, bestuurlijk, economisch gebied etc.). | 2 punten |
Waardestelling gehele object | 20 punten |
Onroerend monument, dat is ingeschreven in de ingevolge de Monumentenwet 1988 vastgestelde registers;
Een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte, waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof het bedrijfsmatig is, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch en pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan een prostitutiebedrijf of een parenclub al dan niet in combinatie met elkaar;
Voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede wateraanvoer, waterafvoer, waterberging- , hemelwaterinfiltratie en waterkwaliteit. Hierbij kan gedacht worden aan duikers, stuwen, infiltratievoorzieningen, gemalen, inlaten en andere daarmee gelijk te stellen voorzieningen;
Een gebouw bestaande uit een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één huishouden;
Een gebouw, dat meerdere naast elkaar en/of geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen (appartementen) omvat en dat qua uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid beschouwd kan worden.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
Vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
Tussen het hoogste punt van het balkon- respectievelijk het dakterrashek en de bovenkant van de balkonvloer/het dak;
Tussen het hoogste punt van de schoorsteen, antenne of naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen en de plaats van het dak waar dit bouwwerk is aangebracht;
Langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
Vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeiboord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
Tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en-/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
Tussen de buitenwerkse gevelvlakken en-/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
De gebruiksvloeroppervlakte volgens NEN 2580.
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw-, c.q. bestemmingsgrenzen niet meer dan 0,5 m bedraagt.
De voor 'Bedrijf - Nutsvoorziening' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
Voor het bouwen van hoofdgebouwen en bijbehorende bouwwerken geldt dat de goot- en bouwhoogte niet meer mag bedragen dan de bestaande goot- en bouwhoogte.
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels: uitsluitend een balkon al dan niet ondersteund mag worden gebouwd tot een diepte van maximaal 1,6 m met daarbij behorende balkonhekken niet hoger dan 1,2 m.
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de situering en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in artikel 4.2.2 voor het realiseren van:
De voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, waarvan de bouwhoogte van:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de situering en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de situering en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd:
Voor het bouwen van hoofdgebouwen en bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de situering en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van:
Voor de in artikel 7.1 genoemde gronden gelden de volgende gebruiksregels:
Het gebruik van de gebouwen op de gronden met de bestemming 'Wonen' conform de bestemming is alleen dan toegestaan indien de tuin op de gronden met de bestemming 'Tuin' overeenkomstig het in bijlage 1 bij deze regels (Advies behoud en herinrichting tuinen Lingerzijde Edam, Paul van Beek landschappen BNT) opgenomen tuininrichtingsvoorstel is aangelegd en in stand wordt gehouden, met uitzondering van een periode van 2 maanden daags na oplevering van de woningen waar binnen voornoemd gebod niet geldt.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in artikel 7.5.1 voor:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Wonen' te wijzigen in de bestemming 'Wonen - Woongebouw' met dien verstande dat:
De voor 'Wonen - Woongebouw' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd:
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de situering en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
De uitoefening van aan-huis-verbonden beroepen is toegestaan, met inachtneming van de volgende regels:
Het gebruik van de gebouwen op de gronden met de bestemming 'Wonen - Woongebouw' conform de bestemming is alleen dan toegestaan indien de tuin op de gronden met de bestemming 'Tuin' overeenkomstig het in bijlage 1 bij deze regels (Advies behoud en herinrichting tuinen Lingerzijde Edam, Paul van Beek landschappen BNT) opgenomen tuininrichtingsvoorstel is aangelegd en in stand wordt gehouden, met uitzondering van een periode van 2 maanden daags na oplevering van de woningen waar binnen voornoemd gebod niet geldt.
Het bevoegd gezag kan omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde onder artikel 8.4 voor de uitoefening van aan-huis-verbonden beroepen tot een maximale vloeroppervlak van 35 m2, met inachtneming van de volgende regels:
De voor 'Waarde - Archeologie 1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor instandhouding en bescherming van de in de grond aanwezige archeologische waarden.
Op en in de gronden als bedoeld in artikel 9.1 mag ten behoeve van de andere bestemmingen, met inachtneming van de daarvoor geldende regels, uitsluitend worden gebouwd, indien de bouwactiviteit betreft:
Indien uit het onder artikel 9.2.1 lid d onder 1 bedoelde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning zullen worden verstoord zonder dat het mogelijk is om deze door de in artikel 9.2.1 lid d onder 2 genoemde verplichtingen veilig te stellen, dan wordt de vergunning geweigerd.
Het is verboden, behoudens het bepaalde in artikel 9.2, zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op en in de in artikel 9.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden uit te (laten) voeren, over een oppervlakte van 50 m2 of meer:
Het in artikel 9.3.1 gestelde verbod geldt niet voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden:
De werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden als bedoeld in artikel 9.3.1 zijn slechts toelaatbaar, indien:
Voor zover de in artikel 9.3.1 genoemde werken en werkzaamheden dan wel de directe of indirecte gevolgen van deze werken en werkzaamheden kunnen leiden tot een verstoring van archeologisch materiaal, kan de vergunning worden verleend, indien aan de vergunning één van de volgende verplichtingen wordt verbonden:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen zodanig dat de bestemming 'Waarde - Archeologie 1' naar ligging wordt verschoven of naar omvang wordt vergroot of verkleind of uit het plan wordt verwijderd, voor zover de geconstateerde aanwezigheid of afwezigheid van de archeologische waarden, in voorkomend geval na beëindiging van opgravingen, daartoe aanleiding geeft.
De voor 'Waarde - Beschermd stadsgezicht' aangewezen gronden zijn primair bestemd voor het behoud, herstel en de uitbouw van de in de toelichting en het daarbij behorende aanwijzingsbesluit aangegeven cultuurhistorische en ruimtelijke waarden van het gebied en zijn bebouwing.
Het is verboden op of in de in artikel 10.1 bedoelde gronden, zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, voor zover geen bouwwerken zijnde, werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in artikel 10.3.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, indien hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de in de toelichting weergegeven cultuurhistorische en ruimtelijke waarden van het gebied en de Welstands- en Monumentencommissie vooraf geadviseerd heeft.
Een omgevingsvergunning voor het slopen van een gemeentelijk monument, zoals bedoeld in artikel 3 van de Erfgoedverordening gemeente Edam-Volendam 2010 zoals die geldt ten tijde van de inwerkingtreding van dit bestemmingsplan, kan worden verleend, indien het bouwwerken betreft die als beeldbepalend bouwwerk zijn aangeduid en waarvoor medewerking conform artikel 11.2 onder b mogelijk is.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met toepassing van de Wet ruimtelijke ordening het bestemmingsplan te wijzigen door:
De op de voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn primair bestemd voor de waterkering en de waterbeheersing met de daarbij behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, één en ander met inachtneming van de Keur van het Waterschap en secundair voor de andere daar voorkomende bestemming(en).
Op deze gronden mogen overeenkomstig de medebestemming uitsluitend gebouwen, bijbehorende bouwwerken en bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd, mits daartegen uit hoofde van de waterstaatsbelangen geen overwegende bezwaren bestaan en vooraf advies is ingewonnen bij de waterbeheerder.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Tot een strijdig gebruik wordt in elk geval gerekend:
De voor 'geluidzone - industrie' aangewezen gronden zijn, behalve de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het tegengaan van een te hoge geluidbelasting vanwege industrielawaai op geluidgevoelige gebouwen en terreinen.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 16.1.2 en worden toegestaan dat nieuwe woningen en andere geluidgevoelige gebouwen mogen worden gebouwd, mits de geluidbelasting vanwege het industrielawaai niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende maximale geluidbelasting.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 16.1.4 en worden toegestaan dat gronden worden gebruikt voor geluidgevoelige terreinen, mits de geluidbelasting vanwege het industrielawaai niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende maximale geluidbelasting.
In afwijking van de desbetreffende regels van het plan kan het bevoegd gezag omgevingsvergunning verlenen voor:
tenzij daardoor onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.
Burgemeester en wethouders kunnen de in het plan opgenomen bestemmingen wijzigen ten behoeve van overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein. De overschrijdingen mogen echter niet meer dan 3 m bedragen en het bestemmingsvlak mag met niet meer dan 10% worden vergroot.
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een bouwvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde in artikel 19.1.1 een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in artikel 19.1.1 met maximaal 10%.
Artikel 19.1.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in artikel 19.2.1, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
Indien het gebruik, bedoeld in artikel 19.2.1, na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
Artikel 19.2.1 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Voor zover toepassing van het overgangsrecht bouwwerken of gebruik leidt tot onbillijkheid van overwegende aard jegens een of meer natuurlijke personen kunnen burgemeester en wethouders ten behoeve van die persoon of personen van dat overgangsrecht afwijken.
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 'Lingerzijde - Doelenstraat'.
Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van ….