Plan: | Dorpskernen 2016 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0385.BP01243-VG02 |
het bestemmingsplan “Dorpskernen 2016“ met identificatienummer NL.IMRO.0385.BP01243-VG02 van de gemeente Edam-Volendam;
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en bijlagen.
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
een bedrijf dat in een (gedeelte van) een woning wordt uitgeoefend en dat is gericht op het vervaardigen van producten en/of het leveren van diensten, door de gebruik(st)er van de woning, en dat niet krachtens een milieuwet vergunning- of meldingplichtig is.
een dienstverlenend beroep op zakelijk, maatschappelijk, juridisch, medisch, ontwerptechnisch of kunstzinnig gebied, dat in of bij een woning wordt uitgeoefend door de gebruik(st)er, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is.
een ruimte die door een vaartuig voor niet meer dan 48 uur, uitsluitend ten behoeve van het aanmeren, in beslag wordt genomen;
onderdelen van het landschap die iets vertellen over de natuurlijke ontstaanswijze van het gebied;
erf achter de lijn die het hoofdgebouw doorkruist op 1 m achter de voorkant en van daaruit evenwijdig loopt met het aangrenzend openbaar toegankelijk gebied, zonder het hoofdgebouw opnieuw te doorkruisen of in het erf achter het hoofdgebouw te komen;
een locatie voor het aanleggen van vaartuigen in een bevaarbaar water grenzend aan een openbaar gebied (wegen, groen, e.d.), ten dienste van een overstapgelegenheid (bijvoorbeeld in verband met een kanoroute) en/of een kortstondig verblijf (bijvoorbeeld in verband met de toervaart)
een bouwvlak alwaar uitsluitend mag worden gebouwd ten behoeve van één agrarisch bedrijf;
een gebouw, dat blijkens zijn aard en indeling voor een agrarisch bedrijf is bestemd, met uitzondering van agrarische bedrijfswoningen en kassen;
een woning liggend op of verbonden met het erf van een agrarisch bedrijf, kennelijk slechts bestemd voor de huisvesting van één of meer personen werkzaam bij het betrokken agrarisch bedrijf wiens/wier huisvesting daar, gelet op de bestemming en bedrijfsvoering van het bedrijf, noodzakelijk is;
bedrijven gericht op uitsluitend veehouderij- en weidebedrijven bestaande uit melkof zoogvee-, schapen- en geiten(melk)houderijen, mits de exploitatie van deze bedrijven geheel of grotendeels gebonden is aan ter plaatse of in de nabijheid aanwezige gronden;
een bedrijf waar de agrarische bedrijfsactiviteiten geen volledige en constante bezetting van één arbeidskracht vereisen en daarnaast een ondergeschikt (hoofd)inkomen opleveren;
een bedrijf dat overwegend deelbewerking verricht ten behoeve van de agrarische productie;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
achtererfgebied alsmede de grond onder het hoofdgebouw, uitgezonderd de grond onder het oorspronkelijk hoofdgebouw;
het percentage van het bouwvlak, of indien geen bouwvlak is aangegeven, het percentage van het bestemmingsvlak, dat mag worden bebouwd met gebouwen;
het bieden door de bewoner van recreatief nachtverblijf in de vorm van logies en ontbijt in of bij een woning, waarbij in de ruimte die gebruikt wordt voor bed & breakfast geen zelfstandige kookgelegenheid aanwezig is;
een gebouw, dat blijkens zijn aard en indeling een voor bedrijven bruikbare ruimte omvat;
een woning in of bij een gebouw, of op een terrein, kennelijk bestemd voor één of meer personen, wiens/wier huisvesting daar, gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein, noodzakelijk is;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
een bij een woning of woonschip behorend gebouw, dat geen woonruimte bevat en dat zich visueel onderscheidt van een woning of een woonschip;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
de grens van een bouwvlak;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolgde de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct, hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
de gezamenlijke vloeroppervlakte die wordt gebruikt voor de in het plan aangegeven doeleinden, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke;
een onoverdekte, al dan niet omheinde ruimte, kennelijk aangelegd en ingericht ten behoeve van de beoefening van de paardensport;
de waarden van een terrein waarin zich voorwerpen of bewoningssporen van vroegere samenlevingen bevinden;
recreatief buitenverblijf, uitgezonderd recreatief nachtverblijf, dat in hoofdzaak gericht is op natuur- en landschapsbeleving, zoals wandelen, fietsen, schaatsen, paardrijden, surfen en zwemmen;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die de goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending, anders dan uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
een natuurlijk persoon, groep van personen of rechtspersonen die bedrijfsmatig of in een omvang alsof het bedrijfsmatig is prostitutie aanbiedt die op een andere plaats dan in een bedrijfsruimte wordt uitgeoefend;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
het bedrijfsmatig verstrekken van ter plaatse te nuttigen voedsel en dranken, het bedrijfsmatig exploiteren van zaalaccommodatie en/of het bedrijfsmatig verstrekken van nachtverblijf, waaronder een discotheek, feestzaal en partyboerderij.
gebouw met pyramidaal dak op palen met vierkante plattegrond.
tent, tentwagen, kampeerauto of (toer)caravan dan wel enig ander onderkomen of enig ander voertuig, of gewezen voertuig of gedeelten daarvan, voor zover geen bouwwerk zijnde, waarvoor ingevolge de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht een omgevingsvergunning voor het bouwen is vereist; een en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf dan wel voor nachtverblijf van personeel werkzaam op de kampeerplaats waar deze onderkomens of voertuigen zijn geplaatst;
het "kleinschalig" kamperen nabij agrarische (bij)gebouwen waarbij de kampeermiddelen middels beplanting aan het oog zijn onttrokken;
een gebouw, waarvan de wanden en het dak bestaan uit glas of ander lichtdoorlatend materiaal, dienend tot het kweken of trekken, vermeerderen of opkweken van vruchten, bloemen, groenten of planten. Hieronder worden tevens verstaan boog- en gaaskassen;
de aan een gebied toegekende cultuurhistorische en visuele waarden;
een ruimte welke door een woonschip, woonark of recreatie- of pleziervaartuig – al dan niet met tussentijdse onderbrekingen – permanent wordt ingenomen;
gebruik van (leeggekomen) agrarische opstallen voor de verhuur van logies en ontbijt;
een bedrijf dat uitsluitend tot doel heeft het verstrekken van logies per nacht en voor langere tijd;
voorzieningen inzake welzijn, volksgezondheid, religie, onderwijs, kinderopvang, buitenschoolse opvang, openbare orde en veiligheid en daarmee gelijk te stellen sectoren.
de aan een gebied toegekende waarde gekenmerkt door geologische, geomorfologische, bodemkundige en biologische elementen, zowel afzonderlijk als in onderlinge samenhang;
gebruik dat in functioneel en ruimtelijk opzicht ondergeschikt is aan de ingevolge het bestemmingsplan toegestane hoofdfunctie;
horeca dat in functioneel en ruimtelijk opzicht ondergeschikt is aan de ingevolge de bestemming toegestane hoofdfunctie;
voor verblijf geschikte – al dan niet aan hun oorspronkelijke bestemming onttrokken – voertuigen, vaartuigen, arken, toercaravans, voor zover deze niet als bouwwerken zijn aan te merken, alsook tenten;
bedrijven gericht op het fokken en houden van paarden voor hetzij de inzet voor eigen fokkerij, hetzij voor verkoop, niet zijnde het houden van manege- of pensionpaarden;
hoofdgebouw:
bijgebouw en overig bouwwerk:
de hoogte zoals geldt voor het (hoofd)gebouw of indien sprake is van een hoogteverschil in het terrein, bijvoorbeeld een talud, de door burgemeester en wethouders vastgestelde hoogte van het terrein, in relatie met de hoogte van de bebouwing op het naburige erf;
een grens van een bouwperceel;
een vorm van prostitutie waarbij door handelingen, houding, woord, gebaar of op andere wijze, passanten tot prostitutie worden bewogen, uitgenodigd, dan wel aangelokt;
elke vaar- of drijftuig, dat uitsluitend of in hoofdzaak wordt gebezigd voor recreatiedoeleinden;
een gebouw, niet zijnde een caravan of andere constructie op wielen zijnde , uitsluitend bestemd om te dienen voor recreatief verblijf door personen die hun hoofdverblijf elders hebben; onder recreatief verblijf is in ieder geval niet begrepen permanente bewoning door eenzelfde persoon gezin of andere groep van personen;
een agrarisch bedrijf waarvan vast staat dat het bedrijf, in ieder geval op afzienbare termijn, een substantieel aandeel levert in iemands inkomstenvorming waarbij veebezetting, grondareaal en tijdsbesteding worden meegewogen;
een voor publiek toegankelijke besloten ruimte, hieronder wordt mede begrepen een voer- of vaartuig, waarin bedrijfsmatig, of in omvang alsof het bedrijfsmatig is, seksuele handelingen worden verricht, of vertoning van pornografische aard plaatsvinden;
Onder seksinrichting wordt in elk geval verstaan: een prostitutiebedrijf, waaronder begrepen een seksclub, een privéhuis, een erotische massagesalon, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;
een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin hoofdzakelijk goederen van erotisch-pornografische aard aan particulieren plegen te worden verkocht of verhuurd;
het geheel van voorzieningen ten behoeve van sportbeoefening, alsmede bijbehorende bebouwing zoals kleedruimten, clubhuis/verenigingsgebouw, opslagruimten, technische ruimten e.d.;
een caravan, die als gebouw valt aan te merken, maar waarvoor ingevolge het bepaalde in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht geen omgevingsvergunning voor het bouwen is vereist;
van oorsprong voor agrarische doeleinden (inclusief wonen) opgericht gebouw op een vierkante plattegrond, bestaande uit één bouwlaag met pyramidaal dak, dat rust op een constructie van poeren en dwarsbalken.
de op of bij een weg behorende bouwwerken en constructies, te weten abri’s, telefooncellen, gedenktekens, reclamezuilen of -vitrines, gasregelkastjes, brandkranen, straatverlichtingpalen, bloembakken, zitbanken, urinoirs, parkeermeters, stadsplattegronden, verkeersborden en -zuilen, brievenbussen, bushalteaanduidingen, verkeerslichten, rijwielstandaards of -klemmen, papierbakken, spelstimulerende objecten e.d.;
bedrijven gericht op uitsluitend het kweken van (sier)gewassen;
pelsdierhouderijen, varkensfokkerijen en varkensmesterijen, kalverfokkerijen en kalvermesterijen, pluimveehouderijen, champignonkwekerijen, witloftrekkerijen en bedrijven gericht op soortgelijke daarmede gelijk te stellen teelten, voor zover al deze bedrijven geheel of hoofdzakelijk niet afhankelijk zijn van de opbrengst van de bij het bedrijf behorende gronden;
van een volwaardig agrarisch bedrijf is sprake wanneer het aan tenminste één arbeidskracht volledige werkgelegenheid en een aanvaardbaar inkomen biedt of binnen afzienbare tijd zal bieden;
een dienstverlenend beroep, dat in een woning of bijgebouw wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is;
een (gedeelte van een) woning dat dient voor de huisvesting van één huishouden;
een gebouw of zelfstandig gedeelte van een gebouw dat bedoeld is voor de huisvesting van personen die niet zelfstandig kunnen wonen en die geestelijke en/of lichamelijke verzorging behoeven; verzorging kan voortdurend of nagenoeg voortdurend plaatsvinden en in het gebouw kan afzonderlijke ruimte ten behoeve van de verzorging aanwezig zijn;
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of tot het hart van scheidingsmuren;
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
tussen de bovenzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
de oppervlakte van de voor bewoning bestemde vertrekken van een woning, waaronder mede worden verstaan keukens en slaapvertrekken. Niet meegerekend worden gangen, toiletten, bad- en doucheruimten, alsmede ingebouwde bergingen en vlieringen, die gebruikt worden als berging.
De voor 'Agrarisch - Intensieve veehouderij' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Op deze gronden mogen uitsluitend ten behoeve van deze bestemming bouwwerken worden gebouwd.
Voor gebouwen geldt dat gebouwen uitsluitend binnen het bouwvlak mogen worden gebouwd, en waarbij is bepaald dat:
Tot een gebruik van gronden en bouwwerken strijdig met de bestemming wordt in ieder geval gerekend:
Burgemeester en wethouders kunnen:
De voor 'Agrarisch - Paardenfokkerij' aangewezen gronden zijn bestemd voor
met de daarbij behorende:
Op deze gronden mogen uitsluitend ten behoeve van deze bestemming bouwwerken worden gebouwd.
Voor gebouwen geldt dat gebouwen uitsluitend binnen het bouwvlak mogen worden gebouwd, en waarbij is bepaald dat:
Tot een gebruik van gronden en bouwwerken strijdig met de bestemming wordt in ieder geval gerekend:
De voor 'Agrarisch met waarden' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
Op deze gronden mogen uitsluitend ten behoeve van deze bestemming bouwwerken worden gebouwd.
Voor gebouwen geldt dat gebouwen uitsluitend binnen het bouwvlak mogen worden gebouwd, en waarbij is bepaald dat:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van bepaalde in:
Tot een gebruik van gronden en bouwwerken strijdig met de bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van bepaalde in lid 5.1 ten behoeve van een aantal activiteiten in het kader van de verbrede landbouw, te weten de volgende activiteiten:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning voor bovenstaande activiteiten verlenen, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders kunnen binnen de bestemming 'Agrarisch met waarden' ten behoeve van reële of volwaardige agrarische bedrijven, gronden aanwijzen voor de vestiging van nieuwe agrarische bouwvlakken, met inachtneming van het volgende:
Burgemeester en wethouders kunnen binnen de bestemming 'Agrarisch met waarden' de vorm van het bouwvlak veranderen, met inachtneming van het volgende:
Burgemeester en wethouders kunnen binnen de bestemming 'Agrarisch met waarden' de bestemming van de gronden buiten het agrarische bouwvlak wijzigen ten behoeve van het vergroten van het bouwvlak met inachtneming van de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming 'Agrarisch met waarden' wijzigen ten behoeve van een collectieve mestopslagplaats, met dien verstande dat:
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende
Op deze gronden mogen uitsluitend ten behoeve van deze bestemming bouwwerken worden gebouwd.
Voor gebouwen geldt dat gebouwen uitsluitend binnen het bouwvlak mogen worden gebouwd, en waarbij is bepaald dat:
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 3 m, met uitzondering van:
Nutsvoorzieningen mogen worden gebouwd ter plaatse van de aanduiding ‘nutsvoorziening’, met inachtneming van de volgende regels:
Een waterzuiveringsinstallatie mag worden gebouwd, ter plaatse van de aanduiding “waterzuiveringsinstallatie”, met inachtneming van de volgende regels:
Een visserij mag worden gebouwd, ter plaatse van de aanduiding “visserij”, met inachtneming van de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken vanbepaalde in:
Tot een gebruik van gronden strijdig met de bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming 'Bedrijf' voor zover gelegen in directe aansluiting op de openbare weg, wijzigen in de bestemming 'Wonen' (artikel 21), met dien verstande dat er niet meer dan 2 woningen mogen worden gebouwd. Burgemeester en wethouders kunnen nadere voorwaarden stellen voor het verwezenlijken van de wijzigingsbevoegdheid. Deze voorwaarden kunnen omvatten:
Op de gronden welke door toepassing van dit lid de bestemming 'Wonen' hebben gekregen, is het bepaalde in artikel 21 van overeenkomstige toepassing.
De voor 'Bedrijf - Agrarisch hulpbedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Op deze gronden mogen uitsluitend ten behoeve van deze bestemming bouwwerken worden gebouwd.
Voor gebouwen geldt dat gebouwen uitsluitend binnen het bouwvlak mogen worden gebouwd, en waarbij is bepaald dat:
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 3 m, met uitzondering van:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van bepaalde in lid 7.2.3 voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde tot een hoogte van 10 m, mits daarmee geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het open karakter van het landschap.
Tot een gebruik van gronden strijdig met de bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van bepaalde in lid 7.4 onder c. voor de aanleg en het gebruik van buitenbakken ten behoeve van de paardensport, mits:
De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
Op deze gronden mogen uitsluitend ten behoeve van deze bestemming bouwwerken worden gebouwd.
Voor gebouwen geldt dat gebouwen uitsluitend binnen het bouwvlak mogen worden gebouwd, en waarbij is bepaald dat:
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 3 m, met uitzondering van:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van bepaalde in:
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Tot een gebruik van gronden strijdig met de bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
en als zodanig toegelicht in bijlage A.
met de daarbij behorende:
Op deze gronden mogen uitsluitend ten behoeve van deze bestemming bouwwerken worden gebouwd.
Voor gebouwen geldt dat gebouwen uitsluitend binnen het bouwvlak mogen worden gebouwd, en waarbij is bepaald dat:
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 3 m, met uitzondering van:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van bepaalde in:
Tot een gebruik van gronden strijdig met de bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
Op deze gronden mogen uitsluitend ten behoeve van deze bestemming bouwwerken worden gebouwd.
Voor gebouwen geldt dat gebouwen uitsluitend binnen het bouwvlak mogen worden gebouwd, en waarbij is bepaald dat:
Logiesaccommodaties mogen worden gebouwd ter plaatse van de aanduiding “specifieke vorm van maatschappelijk – logiesaccommodatie” met inachtneming van de volgende regels:
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 3 m, met uitzondering van:
De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mag niet worden gebouwd.
Tot een gebruik van gronden strijdig met de bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
Het is verboden op of in de in lid 12.1 bedoelde gronden, zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning, de navolgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden, geen normale onderhoudswerkzaamheden zijnde en niet zijnde werkzaamheden van ondergeschikte betekenis, uit te voeren, te doen of te laten uitvoeren:
Burgemeester en wethouders kunnen de in lid 12.1 genoemde bestemming 'Natuur' wijzigen in de bestemming 'Recreatie - Dagrecreatie', ten behoeve van het aanleggen van recreatieve routes en bijbehorende voorzieningen. Op de gronden welke door toepassing van de wijziging de bestemming 'Recreatie - Dagrecreatie' ten behoeve van het aanleggen van recreatieve routes en bijbehorende voorzieningen hebben gekregen is het bepaalde in artikel 13 van overeenkomstige toepassing.
De voor 'Recreatie - Dagrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Op deze gronden mogen uitsluitend ten behoeve van deze bestemming bouwwerken worden gebouwd.
Voor gebouwen geldt dat gebouwen uitsluitend binnen het bouwvlak mogen worden gebouwd, en waarbij is bepaald dat:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van bepaalde in:
Tot een gebruik van gronden en bouwwerken strijdig met de bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Op deze gronden mogen uitsluitend ten behoeve van deze bestemming bouwwerken worden gebouwd.
Voor gebouwen geldt dat gebouwen uitsluitend binnen het bouwvlak mogen worden gebouwd, en waarbij is bepaald dat:
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen worden gebouwd met inachtneming van de volgende regels:
Bij het bouwen ten behoeven van een kampeerterrein ter plaatse van de aanduiding “kampeerterrein” gelden de volgende regels:
Tot een gebruik van gronden strijdig met de bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
Bij het inrichten ten behoeven van een kampeerterrein ter plaatse van de aanduiding “kampeerterrein” gelden de volgende regels
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van bepaalde in lid 14.3.2 onder b. en c. tot 80% van de daar genoemde maten, mits ten gevolge van het gewijzigde aantal standplaatsen geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het open karakter van het landschap en de karakteristiek van het lintdorp.
De voor 'Recreatie - Volkstuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Op deze gronden mogen uitsluitend ten behoeve van deze bestemming, bouwwerken worden gebouwd, waarbij is bepaald dat:
Tot een gebruik van gronden en bouwwerken strijdig met de bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
Op deze gronden mogen uitsluitend ten behoeve van deze bestemming bouwwerken worden gebouwd.
Voor gebouwen geldt dat gebouwen uitsluitend binnen het bouwvlak mogen worden gebouwd, en waarbij is bepaald dat:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorend:
Op deze gronden mogen uitsluitend ten behoeve van deze bestemming, bouwwerken worden gebouwd, waarbij is bepaald dat:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van bepaalde in lid 17.2 sub c tot een bouwhoogte van niet meer dan 6 m mits daarmee geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het open karakter van het landschap, geen bezwaar bestaat uit het oogpunt van verkeersveiligheid.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van bepaalde in lid 17.1 voor het aanleggen van buitenbakken ten behoeve van de paardensport mits:
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
met de daarbij behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, uitgezonderd verkooppunten voor motorbrandstoffen.
Ten aanzien van de bebouwing wordt bepaald, dat:
De voor 'Verkeer - Railverkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
Ten aanzien van de bebouwing wordt bepaald, dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet meer mag bedragen dan 9 m.
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Ten aanzien van de bebouwing wordt bepaald dat:
Ter plaatse van de aanduiding “woonschepenligplaats” zijn woonschepen toegestaan met inachtneming van de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van bepaalde in 20.2.1 sub a voor de bouw van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van het scheepvaartverkeer, tot een bouwhoogte van 10 m.
Tot een gebruik van gronden strijdig met de bestemming, wordt in ieder geval gerekend het gebruik als ligplaats voor woonschepen (buiten de aanduidingvlakken) of recreatie- of pleziervaartuigen, met dien verstande dat kleine vaartuigen met een lengte van minder dan 5 m, die zijn afgemeerd grenzend aan een erf waarop een woning is gerealiseerd, wel zijn toegestaan.
Afmeerplaatsen zijn toegestaan voor zover grenzend aan openbaar gebied.
Het is verboden op of in de in lid 20.1 bedoelde gronden, zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning, de volgende werkzaamheden, met uitzondering van normale werkzaamheden, uit te voeren, te doen of te laten uitvoeren:
Het bevoegd gezag verleent de omgevingsvergunning als door de in lid 20.5.1 genoemde werken of werkzaamheden, dan wel door de gevolgen daarvan, hetzij direct, hetzij indirect de landschappelijke, natuurlijke en cultuurhistorische waarden van de gronden niet onevenredig worden of niet onevenredig kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden tot herstel van de waarden niet worden of niet kunnen worden verkleind.
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Ten aanzien van het bouwen van woningen wordt bepaald, dat:
Ten aanzien van het bouwen van bijgebouwen wordt bepaald, dat:
Ten aanzien van dakopbouwen op bijgebouwen wordt bepaald, dat;
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 2 m.
Ten aanzien van erven ten behoeve van woonschepenligplaats ter plaatse van de aanduiding ‘woonschepenligplaats’ wordt bepaald, dat:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van bepaalde in:
Tot een gebruik van gronden en bouwwerken strijdig met de bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
Aan huis verbonden beroep en bedrijf zijn in overeenstemming met de woonfunctie, met dien verstande dat:
Ten aanzien van detailhandel ter plaatse van de aanduiding "detailhandel" wordt bepaald, dat de oppervlakte ten hoogste 1500 m2 bvo mag bedragen.
Voor de uitoefening van bed and breakfast als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie ter plaatse van de aanduiding 'bed & breakfast', gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van bepaalde in
De voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming, mede bestemd voor behoud van de aanwezige archeologische waarden.
Op de in lid 22.1 bedoelde gronden geldt dat geen bouwwerken mogen worden gebouwd voor zover het bouwwerken betreft:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van bepaalde in lid 22.2 voor de bouw van bouwwerken ten dienste van de onderliggende bestemmingen, die niet voldoen aan de in lid 22.2 genoemde bouwregels, op voorwaarde dat;
Het is verboden op of in de in lid 22.1 bedoelde gronden, buiten de bestaande bouwvlakken, zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden, uit te voeren, te doen of te laten uitvoeren:
Voor zover het werkzaamheden betreft:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 22.4.1 wordt slechts verleend indien:
De voor 'Waarde - Landschap' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming, mede bestemd voor het behoud en/of het herstel van de aldaar voorkomende dan wel de daaraan eigen landschappelijke waarden.
Op deze gronden mag niet worden gebouwd.
Tot een gebruik van gronden strijdig met de bestemming, in ieder geval gerekend:
Het is verboden op of in de in lid 23.1 bedoelde gronden, zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning, de navolgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden, geen normale onderhoudswerkzaamheden zijnde en niet zijnde werkzaamheden van ondergeschikte betekenis, uit te voeren, te doen of te laten uitvoeren:
De voor 'Waarde - Landschap - Stelling van Amsterdam' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en versterken van de kernkwaliteiten van het Nationaal landschap en werelderfgoed 'De Stelling van Amsterdam' (een samenhangend systeem van forten, dijken, kanalen en inundatiekommen, een groene en relatief stille ring rond Amsterdam en relatief grote openheid).
Ten aanzien van het bouwen gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan op grond van artikel 3.6, lid 1, onder d. van de Wet ruimtelijke ordening nadere eisen stellen ten aanzien van de situering en omvang van bouwwerken, voor zover dit noodzakelijk is ter voorkoming van een onevenredige aantasting van het UNESCO-werelderfgoed Stelling van Amsterdam.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 24.2.1 en toestaan dat ten behoeve van de andere daar voorkomende bestemmingen bouwwerken worden gebouwd, mits:
Een omgevingsvergunning voor bouwen ten behoeve van de in artikel 24.1 bedoelde gronden of de eveneens voorkomende bestemming kan worden geweigerd indien door de bouwwerken of bouwwerkzaamheden, het belang van het Nationaal landschap en werelderfgoed 'De Stelling van Amsterdam' onevenredig wordt geschaad.
Burgemeester en wethouders dienen voorafgaand aan de verlening van een omgevingsvergunning voor bouwen ten behoeve van de in artikel 24.1 bedoelde gronden of de eveneens voorkomende bestemming advies in te winnen bij de provincie.
Het is verboden zonder of in afwijking van een vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden uit te voeren:
Een omgevingsvergunning voor het aanleggen als bedoeld onder a is niet vereist voor de volgende werken en werkzaamheden:
De omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden kan worden geweigerd indien door de werken of werkzaamheden, het belang van het werelderfgoed 'De Stelling van Amsterdam' onevenredig wordt geschaad.
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming, mede bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Ten aanzien van de bebouwing wordt bepaald dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet meer mag bedragen dan 3 m.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van bepaalde in lid 25.2, uitsluitend nadat aan de waterbeheerder schriftelijk advies is gevraagd, voor de bouw van een afmeerlocatie in de vorm van aanlegsteigers en of overstapplaatsen ten behoeve van het gebruik van recreatieve routes.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Voor een bouwwerk, dat bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden en dat in het plan ingevolge de bestemming is toegelaten, maar waarvan de bestaande afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen afwijken van de bouwregels van de betreffende bestemmingen, geldt dat:
In geval van herbouw is lid a onder 1 en 2 uitsluitend van toepassing, indien de herbouw op dezelfde plaats plaatsvindt.
Op de gronden ter plaatse van de aanduiding “vrijwaringszone – dijk” mag niet eerder worden gebouwd dan nadat de aanvrager/vergunninghouder ontheffing heeft verkregen van de dijkbeheerder en advies is ingewonnen bij de dijkbeheerder.
Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - landschappelijke waarden' zijn de gronden mede bestemd voor de instandhouding van de openheid van het landschap en dienen de gronden niet als erf te worden beschouwd als bedoeld in artikel 1 van bijlage II behorende bij het Besluit omgevingsrecht, zoals dat artikel luidt op het moment van de datum van inwerkingtreding van dit plan.
Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - landschappelijke waarden' mogen geen bouwwerken ten behoeve van de in Hoofdstuk 2 opgenomen bestemmingen worden opgericht, met uitzondering van bouwwerken, geen gebouwen zijnde in de vorm van aanlegplaatsen of steigers tot een maximale bouwhoogte van 1 meter.
Op de gronden ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - geurzone' mag niet eerder worden gebouwd dan nadat er bedrijfsbeëindiging heeft plaatsgevonden op het perceel Warder 79.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingszone - wijzigingsgebied' binnen de bestemming 'Wonen' ten behoeve van het realiseren van een nieuwe woning een bouwvlak te vestigen, zoals verbeeld in bijlage C behorende bij deze regels, met inachtneming van het volgende dat:
Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - lpg' is geen nieuwvestiging of uitbreiding van de bestaande vloeroppervlakte van kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten als bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen toegestaan.
Ter plaatse van de aanduiding 'Veiligheidszone - barim' zijn geen nieuwe (beperkt) kwetsbare objecten toegestaan.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van bepaalde in het plan bepaalde voor:
De afwijkingsbevoegdheden als bedoeld in lid 30.1 mogen uitsluitend worden toegepast indien de landschappelijke en cultuurhistorische waarden van deze gronden niet onevenredig worden aangetast.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van de voorgeschreven inhoudsmaat en bouwhoogte van woningen, indien er een architectonisch verantwoorde stolpwoning:wordt gerealiseerd met een maximum van respectievelijk 1.500 m3 inhoud en 15 meter bouwhoogte, met dien verstande dat:
Bij de wijziging mag/mogen:
Burgemeester en wethouders kunnen:
Bij de wijziging in de bestemming "Wonen" als bedoeld in lid 31.2.1 onder a. worden de volgende regels in acht genomen:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere voorwaarden stellen voor het verwezenlijken van de wijzigingsbevoegdheid. Deze voorwaarden kunnen omvatten:
Burgemeester en wethouders kunnen:
Waar in dit plan wordt verwezen naar andere wettelijke regelingen, wordt geduid op die wettelijke regelingen zoals die luiden op het moment van het ter inzage leggen van het ontwerp van dit plan.
Waar op de verbeelding de figuur 'relatie' is weergegeven, dienen de op deze manier met elkaar verbonden bouwvlakken als één bouwvlak te worden beschouwd.
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan 'Dorpskernen 2016'.