direct naar inhoud van Artikel 5 Centrum - 2
Plan: Castricum Centrum
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0383.BPC12Centrum-VS01

Artikel 5 Centrum - 2

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Centrum - 2" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. detailhandel, al dan niet in combinatie met een ondergeschikte horecavoorziening;
  • b. (medische)dienstverlenende bedrijven en/ of instellingen;
  • c. kantoren;
  • d. horeca tot en met horeca categorie 2;
  • e. een bioscoop ter plaatse van de functieaanduiding "bioscoop";
  • f. een dansschool ter plaatse van de functieaanduiding "dansschool";
  • g. bedrijven onder categorie A en B uit de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  • h. maatschappelijke voorzieningen;
  • i. woningen op de verdieping;
  • j. wonen ook op de begane grond ter plaatse van de functieaanduiding "wonen";
  • k. uitstallingen;
  • l. een ondergrondse parkeergarage ter plaatse van de aanduiding "parkeergarage";
  • m. een onderdoorgang ter plaatse van de aanduiding "onderdoorgang";

met bijbehorende gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde, wegen en paden, parkeervoorzieningen, speelvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven.

5.2 Bouwregels
5.2.1 Gebouwen

Gebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. gebouwd binnen het bouwvlak;
  • b. ter plaatse van de aanduiding “maximale goot- en bouwhoogte” is ten hoogste de aangegeven maximale goot- en bouwhoogte toegestaan;
  • c. ter plaatse van de aanduiding "maximale bouwhoogte" is ten hoogste de maximale bouwhoogte toegestaan;
  • d. ter plaatse van de bouwaanduiding "gestapeld" is gestapelde bouw mogelijk.
5.2.2 Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen

Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen mogen zowel in als buiten het bouwvlak worden gebouwd en dienen te voldoen aan de volgende kenmerken :

  • a. gebouwd, op het achter- of zijerf, minimaal 1 meter achter de voorgevel van het hoofdgebouw, met dien verstande, dat uitbouwen in de vorm van erkers op het voorerf mogen worden aangebouwd, mits:
    • 1. de horizontale diepte maximaal 1 meter bedraagt;
    • 2. de goothoogte maximaal 3 meter bedraagt, dan wel de hoogte van de 1e bouwlaag van het hoofdgebouw plus 0,25 meter;
  • b. gezamenlijke oppervlakte voor zover gebouwd buiten het bouwvlak per hoofdgebouw maximaal:
    • 1. 75 m2 voor bouwpercelen met een oppervlakte tot 1.000 m2;
    • 2. 100 m2 voor bouwpercelen met een oppervlakte groter dan 1.000 m2;
  • c. het bouwperceel mag niet meer dan voor 50% worden bebouwd;
  • d. in afwijking van het bepaalde onder b en c mag ter plaatse van de aanduiding "maximaal bebouwingspercentage" de gezamenlijke oppervlakte niet meer bedragen dan is aangegeven;
  • e. goothoogte maximaal 3 meter dan wel de hoogte van de 1e bouwlaag van het hoofdgebouw plus 0,25 meter;
  • f. bouwhoogte van aan- en uitbouwen, aangebouwde bijgebouwen en aangebouwde overkappingen maximaal de bouwhoogte van het hoofdgebouw verminderd met 1 meter, waarbij geldt dat de bouwhoogte in ieder geval 3 meter mag bedragen en maximaal 6 meter;
  • g. bouwhoogte van vrijstaande bijgebouwen en vrijstaande overkappingen maximaal de bouwhoogte van het hoofdgebouw verminderd met 1 meter, waarbij geldt dat de bouwhoogte in ieder geval 3 meter mag bedragen en maximaal 4,5 meter voor bouwpercelen met een oppervlakte tot 1.000 m²;
  • h. bouwhoogte van vrijstaande bijgebouwen en vrijstaande overkappingen maximaal de bouwhoogte van het hoofdgebouw verminderd met 1 meter, waarbij geldt dat de bouwhoogte in ieder geval 3 meter mag bedragen en maximaal 6 meter voor bouwpercelen met een oppervlakte groter dan 1.000 m²;
  • i. hoogte van balkonhekken op aan- en uitbouwen en overkappingen maximaal 1,2 meter ten opzichte van de hoogte van de 1e bouwlaag van aan-, of uitbouw of overkapping.
5.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, is maximaal:

  • a. lichtmasten 6 meter;
  • b. vlaggenmasten 6,5 meter;
  • c. erf- en terreinafscheidingen voor (het verlengde van) de voorgevel 1 meter;
  • d. erf- en terreinafscheidingen achter (het verlengde van) de voorgevel 2 meter;
  • e. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde 2 meter.
5.3 Specifieke gebruiksregels

De onder lid 5.1 sub d genoemde activiteiten zijn alleen mogelijk indien:

  • a. het aantal parkeerplaatsen ter plaatse van de horeca activiteit voldoende is;
  • b. de horeca activiteit het akoestisch klimaat van de naast- of bovengelegen geluidgevoelige functies niet in negatieve zin aantast;
  • c. de horeca activiteit de belangen van eigenaren en gebruikers van de naastgelegen percelen niet onevenredig aantast.