direct naar inhoud van Artikel 18 Wonen
Plan: Groene Westrand
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0375.BPGroenewestrand-VG01

Artikel 18 Wonen

18.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen, al dan niet in combinatie met ruimte voor beroeps- en bedrijfsuitoefening aan huis;
  • b. woonwagens, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'woonwagenstandplaats' (wp);
  • c. tuinen en erven.
18.2 Bouwregels
18.2.1 Algemeen

Op deze gronden mogen uitsluitend gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde worden gebouwd.

18.2.2 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van woningen gelden de volgende regels:

  • a. woningen mogen uitsluitend worden gebouwd binnen de op de verbeelding aangegeven bouwvlakken;
  • b. het aantal woningen per bouwvlak maar niet meer bedragen dan het bestaande aantal woningen ten tijde van het ter inzage leggen van het ontwerp van dit bestemmingsplan;
  • c. de goot- en bouwhoogte van woningen mag niet meer bedragen dan respectievelijk 6 en 10 meter en voor zover het woningen betreft gesitueerd aan de Westerhoutweg, de goothoogte van woningen niet meer mag bedragen dan 9 meter;
  • d. de afstand van hoofdgebouwen tot de zijdelingse perceelsgrens bedraagt ten minste 2 meter;
  • e. in aanvulling op het gestelde onder d. geldt dat bij uitbreiding van hoofdgebouwen en bij vervangende nieuwbouw sprake dient te zijn van een afstand van ten minste 2 meter tot de zijdelingse perceelsgrens; deze afstand geldt niet voor de woningscheidende muur van aaneengebouwde woningen.
18.2.3 Aan- en uitbouwen en bijgebouwen

Voor het bouwen van aan-, uit- en bijjgebouwen, alsmede overkappingen gelden de volgende bepalingen:

  • a. het gezamenlijk oppervlak van aan-, uit- en bijgebouwen, alsmede overkappingen mag bij bouwpercelen met een grootte tot 500 m² niet meer bedragen dan 50% van het achtererfgebied met een maximum van 50 m²;
  • b. het gezamenlijk oppervlak van aan-, uit- en bijgebouwen, alsmede overkappingen mag bij bouwpercelen groter dan 500 m² niet meer bedragen dan 10% van het bouwperceel met een maximum van 150 m²;
  • c. het gezamenlijk oppervlakte als bedoeld onder a., dan wel b. dient te worden verminderd met de oppervlakte van de aanwezige gebouwen op het voorerfgebied, met uitzondering van de erkers als bedoeld in 14.2.2;
  • d. de bouwhoogte van een overkapping mag niet meer bedragen dan 3,00 meter;
  • e. de bouwhoogte van een aan- en uitbouw mag niet meer bedragen dan maximaal 0,25 meter boven de eerste verdiepingsvloer;
  • f. de goothoogte van een bijgebouw mag niet meer bedragen dan 3,00 meter;
  • g. de bouwhoogte van een bijgebouw mag niet meer bedragen dan 4,50 meter.
18.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde geldt dat deze uitsluitend zijn toegestaan voor zover (en in het geval dat) de regels voor vergunningsvrij bouwen dat toelaten.

18.2.5 Woonwagens

Voor het bouwen van woonwagens gelden de volgende regels:

  • a. woonwagens zijn uitsluitend toegstaan ter plaatse van de aanduiding 'woonwagenstandplaats' (wp);
  • b. het aantal woonwagens mag niet meer bedragen dan 8;
  • c. de onderlinge afstand tussen woonwagens mag niet minder bedragen dan 2,5 meter;
  • d. de hoogte van woonwagens mag niet meer bedragen dan 5 meter;
  • e. per woonwagen mag de oppervlakte aan vrijstaande bijgebouwen niet meer bedragen dan 15 m².
18.3 Specifieke gebruiksregels
18.3.1 Aan huis verbonden beroep en bedrijf

Voor de uitoefening van een aan huis verbonden beroep en bedrijf als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie, gelden de volgende regels:

  • a. de oppervlakte bedraagt maximaal 30 % van de gezamenlijke vloeroppervlakte van de bebouwing tot een maximum van 50 m²;
  • b. in afwijking van het bepaalde onder a. is ter plaatse van de Zeestraat 206 en Zeestraat 208 ten behoeve van beroep - en bedrijf aan huis een maximaal percentage toegestaan van 50% van de gezamenlijke vloeroppervlakte per huisnummer;
  • c. het gebruik mag geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en mag geen onevenredige toename van de parkeerbehoefte veroorzaken;
  • d. detailhandel mag alleen plaatsvinden als ondergeschikte nevenactiviteit bij de uitoefening van een aan huis verbonden beroep;
  • e. horeca is niet toegestaan;
  • f. de activiteit dient milieuhygiënisch inpasbaar te zijn in de woonomgeving;
  • g. de activiteit wordt uitgeoefend door de bewoner;
  • h. het straat- en bebouwingsbeeld mag niet onevenredig worden geschaad.
18.3.2 Strijdig gebruik

Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval begrepen:

  • a. het gebruiken of laten gebruiken van de gronden en bebouwing ten behoeve van een seksinrichting;
  • b. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor bewoning.