direct naar inhoud van Artikel 17 Wonen - 1
Plan: Stommeer
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0358.BPSTOMMEER-VA01

Artikel 17 Wonen - 1

17.1 Bestemmingsomschrijving
17.1.1 Algemeen

De voor 'Wonen - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor het wonen met bijbehorende voorzieningen.

17.1.2 Toegestaan gebruik

Onder de hiervoor genoemde bestemming is toegestaan:

  • a. hoofdgebouwen in de vorm van woningen;
  • b. het uitoefenen van een aan-huis-gebonden beroep of -bedrijf in samenhang met het wonen, met inachtneming van het bepaalde in 28.3;
  • c. tuinen en erven;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage' tevens voor gebouwde parkeervoorzieningen met bijbehorende in- en uitritten in de eerste bouwlaag, de kelder en het souterrain;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'gemengd' tevens voor dienstverlening, kantoren en maatschappelijke dienstverlening, met inbegrip van bijbehorende kantines;
  • f. aan de bestemming ondergeschikte fiets- en voetpaden.

17.2 Bouwregels
17.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. de gebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd;
  • b. de maximum bouwhoogte zoals aangeduid mag niet worden overschreden;
  • c. de maximum goothoogte zoals aangeduid mag niet worden overschreden;
  • d. in aanvulling van het bepaalde onder a zijn buiten het bouwvlak toegangsgebouwen toegestaan ter plaatse van de aanduiding ' specifieke bouwaanduiding - toegangsgebouw', waarbij de toegangsgebouwen een bouwhoogte van maximaal 13 meter mogen hebben;
  • e. in aanvulling van het bepaalde onder a zijn buiten het bouwvlak ondergrondse parkeergarages toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage';
  • f. in aanvulling op het bepaalde onder a geldt ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - bouwplan Stommeerweg' het volgende:
    • 1. er mogen maximaal 4 hoofdgebouwen worden gebouwd waarbij per hoofdgebouw maximaal één woning is toegestaan;
    • 2. per bouwperceel geldt een maximum bebouwingspercentage van 40%;
    • 3. tussen hoofdgebouwen geldt een onderlinge afstand van minimaal 2,5 meter.
  • g. in aanvulling op het bepaalde onder b geldt ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - oplopende bouwhoogte' dat de maximale bouwhoogte vanaf de voorgevel onder een maximale hellinghoek van 20° mag oplopen tot maximaal 7 meter;
  • h. in aanvulling op het bepaalde onder c zijn dakkapellen toegestaan, met dien verstande dat:
    • 1. voor zover gelegen op het dakvlak aan de straatzijde of op het dakvlak aan de zijde van de zijtuin, de dakkapel niet breder mag zijn dan de helft van de breedte van het dakvlak van het hoofdgebouw;
    • 2. voor zover gelegen op het dakvlak aan de achtertuinzijde, de zijkanten van de dakkapel op meer dan 0,5 meter van de zijkanten van het dakvlak van het hoofdgebouw worden gerealiseerd;
    • 3. de bovenzijde van de dakkapel ten minste 0,5 meter onder de noklijn van het dakvlak wordt gerealiseerd;
    • 4. de onderzijde van de dakkapel ten minste 0,5 meter en maximaal 1 meter boven de gootlijn van het dakvlak wordt gerealiseerd;
    • 5. per dakvlak meerdere dakkapellen zijn toegestaan indien de dakkapellen op dezelfde bouwlaag worden gerealiseerd en deze dakkapellen tezamen voldoen aan de onder f 1 t/m 4 opgenomen breedte- of afstandsmaten.

17.2.2 Onderdoorgang

In aanvulling op het bepaalde in 17.2.1 geldt de volgende regel:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - onderdoorgang' mag tot aan de vloer van de tweede bouwlaag geen bebouwing worden opgericht behoudens de voor de hoger opgaande bebouwing benodigde ondersteuningsconstructies.