direct naar inhoud van Regels
Plan: Partiële herziening Kerckebosch
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0355.BPphKerckebosch-VS01

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

In dit plan wordt verstaan onder:

1.1 plan:

het bestemmingsplan 'Partiële herziening Kerckebosch' met identificatienummer NL.IMRO.0355.BPphKerckebosch-VS01 van de gemeente Zeist.

1.2 bestemmingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.

1.3 bestemmingsplan Hoge Dennen-Kerckebosch

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0355.BPHogeDennenKercke-VS04 met de bijbehorende regels en bijlagen.

1.4 gestapelde woning:

een woning in een gebouw dat (ten minste) twee of meer geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen bevat.

1.5 meer aaneen gebouwde woning

een woning die deel uitmaakt van een bouwmassa bestaande uit drie of meer hoofdgebouwen.

1.6 multifunctionele accommodatie:

een accommodatie die fungeert als centrale locatie waar maatschappelijke organisaties hun voorzieningen, diensten en producten kunnen aanbieden, in combinatie met een functie als 'ontmoetingsplek met horeca' in categorie 1 en 2 van de lijst met Horeca-activiteiten MFA in de bijlage bij deze regels.

1.7 supermarkt

een relatief grote zelfbedieningswinkel waar voedingsmiddelen en huishoudelijke artikelen worden verkocht en waar voor de verkoop van versproducten soms een bedieningsafdeling wordt ingericht.

1.8 twee-aaneen gebouwde woning

een woning die deel uitmaakt van een bouwmassa bestaande uit twee hoofdgebouwen.

1.9 vrijstaande woning

een bouwmassa bestaande uit één vrijstaand hoofdgebouw.

1.10 woning

een complex van ruimten, geschikt en bestemd voor de huisvesting van niet meer dan één huishouden, waaronder begrepen eventueel gemeenschappelijk gebruik van bepaalde ruimten.

1.11 woningtype

type woning te onderscheiden in twee-aaneen, meer aaneen, vrijstaand of gestapeld.

1.12 overige begrippen

Op deze partiële herziening zijn verder de begrippen in artikel 1 van het bestemmingsplan 'Hoge Dennen - Kerckebosch', van toepassing zoals integraal opgenomen in de bijlage bij deze regels.

Artikel 2 Wijze van meten

Bij toepassing van deze regels wordt gemeten conform de regels in artikel 2 van het bestemmingsplan 'Hoge Dennen - Kerckebosch' integraal opgenomen in de bijlage bij deze regels.

Artikel 3 Reikwijdte partiële herziening

  • a. De onderhavige partiele herziening Kerckebosch is een gedeeltelijke herziening van de verbeelding en van de regels van het moederplan 'Hoge Dennen - Kerckebosch'.
  • b. In de regels van deze partiële herziening zijn de 'herziene onderdelen' in het geel weergegeven, maar is de integrale regel weergegeven om de leesbaarheid te vergroten.
  • c. De herziene regels gelden voor alle herzieningsgebiedjes die op de verbeelding van deze partiële herziening voorkomen.
  • d. Op de herzieningsgebiedjes zijn ook regels van toepassing die niet zijn herzien. Deze 'ongewijzigde' regels zijn niet integraal opgenomen, maar enkel met een verwijzing naar de desbetreffende regel in het moederplan 'Hoge Dennen-Kerckebosch'. De integrale regels van het moederplan zijn als bijlage achter deze regels opgenomen.
  • e. De herziene regels gelden ook voor de gebieden die niet op de verbeelding van deze partiële herziening voorkomen, maar wel deel uit maken van het plangebied van het moederplan 'Hoge Dennen-Kerckebosch'. Daartoe is de plancontour van het moederplan 'Hoge Dennen-Kerckebosch' op de verbeelding aangeduid.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 4 Bos

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Bos" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. instandhouding en ontwikkeling van ter plaatse voorkomende dan wel daaraan eigen cultuurhistorische, landschaps- en natuurwaarden, waaronder begrepen bos en open plekken met heide en schraalland;
  • b. instandhouding en ontwikkeling van aldaar voorkomende watergangen, sloten en andere waterpartijen;
  • c. extensieve openluchtrecreatie, zoals fiets-, voet- en ruiterpaden voor zover de onder a en b bedoelde waarden niet onevenredig worden aangetast;

alsmede voor:

  • d. ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein', een parkeerterrein ten behoeve van de bezoekers van het bos;

met dien verstande dat:

  • e. artikel 17 van het bestemmingsplan 'Hoge Dennen-Kerckebosch' met voorrang van toepassing is, voorzover de gronden mede zijn bestemd voor Leiding-Riool;
  • f. artikel 19 van het bestemmingsplan 'Hoge Dennen-Kerckebosch' met voorrang van toepassing is, voorzover de gronden mede zijn bestemd voor Waarde-Archeologie 2.
4.2 Bouwregels

Op en in de gronden als bedoeld in lid 4.1, mogen uitsluitend andere bouwwerken worden gebouwd waarvan de bouwhoogte niet meer dan 1,5 m mag bedragen.

4.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de situering van andere bouwwerken ter bescherming van de in 4.1, onder a genoemde waarden.

4.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 17 van deze regels is van toepassing op het uitvoeren van de in dat artikel aangegeven werken en werkzaamheden, op en in de daarbij aangegeven gronden, met de daarbij aangegeven voorwaarden en uitzonderingen.

Artikel 5 Groen

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Groen" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. groenvoorzieningen;
  • b. watergangen en waterpartijen;
  • c. speelvoorzieningen;
  • d. fiets- en voetpaden, in- en uitritten en andere ondergeschikte verhardingen;
  • e. overige bij de bestemming behorende voorzieningen;

alsmede voor:

  • f. ter plaatse van de aanduiding 'bos', de instandhouding van het boskarakter van de groenstrook;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein', parkeren tussen de bomen.
5.2 Bouwregels

Op en in de gronden als bedoeld in lid 1, mogen uitsluitend worden gebouwd bij de bestemming behorende andere bouwwerken, waarvan de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan daarbij hierna is aangegeven:

bouwwerken   max. bouwhoogte  
licht- en andere masten   10 m  
beeldende kunst   4 m  
speelvoorzieningen   5 m  
overige andere bouwwerken   3 m  
5.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de situering van bouwwerken ter plaatse van de aanduiding 'bos' en ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein' vanwege de instandhouding van het boskarakter van de groenstrook.

5.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 17 van deze regels is van toepassing op het uitvoeren van de in dat artikel aangegeven werken en werkzaamheden, op en in de daarbij aangegeven gronden, met de daarbij aangegeven voorwaarden en uitzonderingen.

Artikel 6 Maatschappelijk

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Maatschappelijk" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. maatschappelijke voorzieningen ter zake van religie, uitvaartcentrum, verenigingsleven, onderwijs, opvoeding, kinderopvang, gezondheidszorg, bejaardenzorg (waaronder begrepen zorgwoningen), en andere openbare en bijzondere dienstverlening en voorzieningen, en,
  • b. groen-, parkeer-, kiss&ride- en overige voorzieningen, zoals fietsenstallingen en nutsvoorzieningen;
  • c. wandelpaden;
  • d. watergangen en waterpartijen met bijbehorende oevers en taluds;
  • e. het aantal bedrijfswoningen dat bij de inwerkingtreding van dit bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, danwel gebouwd kan worden krachtens een bouwvergunning, en

alsmede voor:

  • f. ter plaatse van de aanduiding 'bos', de instandhouding van het boskarakter van de schoolpleinen;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'sportveld', een sport- en speelveld;
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - multifunctionele accommodatie', een multifunctionele accommodatie zoals omschreven in artikel 1.6 van deze regels;
  • i. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk-horeca en dienstverlening', in het onderwijsprogramma van de desbetreffende school opgenomen horeca en dienstverlening, tot een maximale brutovloeroppervlakte van 250 m2;
  • j. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk – Thomaskerk', woningen;
  • k. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer – fietspad', een fietspad;
  • l. ter plaatse van de aanduiding 'wonen', één vrijstaande woning;

met dien verstande dat:

  • m. artikel 19 van het bestemmingsplan 'Hoge Dennen-Kerckebosch' met voorrang van toepassing is, voorzover de gronden mede zijn bestemd voor 'Waarde - Archeologie-2'.
6.2 Bouwregels
6.2.1 Toegestane bouwwerken

Op en in de gronden als bedoeld in lid 6.1 mogen uitsluitend worden gebouwd:

  • a. gebouwen,
  • b. andere bouwwerken, zoals speel- en sportvoorzieningen, parkeervoorzieningen, vlaggenmasten en erf- of perceelafscheidingen.

6.2.2 Bouwen

Voor het bouwen van gebouwen als bedoeld in lid 6.2.1 gelden de volgende bepalingen:

  • a. gebouwen mogen uitsluitend binnen bouwvlakken worden gebouwd;
  • b. het bebouwingspercentage mag op bij eenzelfde vestiging, instelling, of voorziening behorende gronden 100% bedragen, tenzij anders is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage';
  • c. de goot- en bouwhoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte';
  • d. de maximale bouwhoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan is aangegeven ter plaatse van de aanduiding “maximale bouwhoogte”;
  • e. de ondergrondse of halfverdiepte bouwdiepte van de gebouwen mag niet meer dan 4 meter bedragen met dien verstande dat:
    • 1. voor gebouwde parkeervoorzieningen een bouwdiepte van maximaal 6 meter is toegestaan;
    • 2. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding-multi functionele accommodatie' een bouwdiepte van 8 meter is toegestaan;
  • f. de gezamenlijke inhoud van een bedrijfswoning en daarbij behorende bijgebouwen mag niet meer bedragen dan de bestaande inhoud;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'gevellijn' zijn andere bouwwerken buiten het bouwvlak uitsluitend achter deze gevellijn toegestaan, met uitzondering van verlichting en erf- of perceelafscheidingen;
  • h. in afwijking van het bepaalde onder a, mogen bergingen, fietsenstallingen en andere ondergeschikte bedrijfsgebouwen buiten bouwvlakken worden gebouwd, tot bij elke vestiging een gezamenlijke oppervlakte van 100 m² en een bouwhoogte van 3 m,
  • i. de bouwhoogte van andere bouwwerken mag niet meer bedragen dan daarbij hierna is aangegeven:

bouwwerken   max. bouwhoogte  
licht- en andere masten en beeldende kunstwerken   10 m  
luifels   4 m  
erf- of perceelafscheidingen achter de voorgevelrooilijn, op een terrein met daarop een gebouw  
2 m  
overige erf- en perceelsafscheidingen   1 m  
overige andere bouwwerken   3 m  

6.2.3 Thomaskerk

In afwijking van het bepaalde onder 6.2.2 mogen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk – Thomaskerk' woningen worden gebouwd met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de woningen mogen ten hoogste met twee aaneen worden gebouwd;
  • b. de woningen mogen niet gestapeld worden gebouwd;
  • c. de woningen mogen alleen naast elkaar worden gebouwd en niet achter elkaar, ten opzichte van de weg waarop ze worden georiënteerd;
  • d. de afstand van de niet geschakelde zijde van het hoofdgebouw tot de zijdelingse perceelsgrens dient tenminste 10 meter te bedragen;
  • e. de inhoud van een woning dient tenminste 400 m³ te bedragen;
  • f. de goothoogte van het hoofdgebouw van de woning mag maximaal 7 meter bedragen en de bouwhoogte maximaal 10 meter;
  • g. voor de bouw van bijgebouwen en overkappingen en andere bouwwerken geldt het bepaalde in artikel 13.2.2 van het bestemmingsplan 'Hoge Dennen - Kerckebosch' (Wonen);
  • h. voor het bouwen voor de voorgevel van een woning geldt het bepaalde in artikel 10 van het bestemmingsplan 'Hoge Dennen - Kerckebosch'.
6.3 Specifieke gebruiksregels

Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk uitgesloten - schoolplein' is het gebruik als schoolplein niet toegestaan.

Artikel 7 Tuin

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Tuin" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. tuinen;

alsmede voor;

  • b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van tuin - bos', de instandhouding van het boskarakter;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'ontsluiting', een ontsluiting voor het gemotoriseerde verkeer;

met dien verstande dat:

  • d. artikel 20 van het Moederplan met voorrang van toepassing is, voorzover de gronden mede zijn bestemd voor Waarde-Cultuurhistorie 2.

7.2 Bouwregels
7.2.1 Toegestane bouwwerken

Op en in de gronden als bedoeld in lid 7.1, mogen uitsluitend worden gebouwd of opnieuw worden gebouwd:

  • a. bestaande gebouwen, zoals bestaande erkers, bergingen en ingangspartijen,
  • b. bestaande overkappingen,
  • c. erkers en ingangspartijen, , met dien verstande dat deze niet zijn toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van tuin – bos';
  • d. andere bouwwerken, zoals erf- of perceelafscheidingen en tuinmeubilair, niet zijnde overkappingen, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van tuin - bos' uitsluitend erf- en terreinafscheidingen zijn toegestaan;

met dien verstande dat:

  • e. artikel 18 van het Moederplan met voorrang van toepassing is, voorzover de gronden mede zijn bestemd voor Waarde-Archeologie 1.

7.2.2 Bouwen

Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in lid 7.2.1, gelden de volgende eisen:

  • a. bestaande gebouwen en overkappingen mogen uitsluitend op dezelfde plaats en in ten hoogste dezelfde omvang opnieuw worden gebouwd, bestaande overkappingen bovendien uitsluitend met ten hoogste hetzelfde aantal en dezelfde oppervlakte aan wanden.
  • b. van erkers en ingangspartijen mag:
    • 1. de diepte uit de betreffende gevel van de woning of het ander gebouw niet meer dan 1,5 m bedragen,
    • 2. de gezamenlijke oppervlakte bij elke woning niet meer dan 6 m² bedragen, en
    • 3. de goothoogte niet meer dan 3,5 m en de bouwhoogte niet meer dan 5 m bedragen.
  • c. de bouwhoogte van andere bouwwerken mag niet meer bedragen dan daarbij hierna is aangegeven:
bouwwerken   max. bouwhoogte  
vlaggen- en andere masten   5 m  
erf- of perceelafscheidingen achter de voorgevelrooilijn, op een terrein met daarop een gebouw  
2 m  
overige erf- en perceelsafscheidingen   1 m  
overige andere bouwwerken   2 m  
7.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de situering van bouwwerken vanwege de instandhouding van het boskarakter van de tuin.

7.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 17 van deze regels is van toepassing op het uitvoeren van de in dat artikel aangegeven werken en werkzaamheden, op en in de daarbij aangegeven gronden, met de daarbij aangegeven voorwaarden en uitzonderingen.

Artikel 8 Verkeer

Het bepaalde in artikel 11 'Verkeer' van het bestemmingsplan 'Hoge Dennen - Kerckebosch', zoals integraal opgenomen in de bijlage bij deze regels, is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 9 Woongebied - 1

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Woongebied - 1" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen,
  • b. beroep of bedrijf aan huis,
  • c. tuinen en groen- en speelvoorzieningen,
  • d. verkeers-, verblijfs- en parkeervoorzieningen, waaronder voorzieningen voor openbaar vervoer, zoals vrije busbanen,
  • e. watergangen en waterpartijen met daarbij behorende oevers en taluds, en
  • f. bij een en ander behorende overige voorzieningen, zoals nutsvoorzieningen;

alsmede voor:

  • g. ter plaatse van de aanduiding 'bos' de bescherming van het boskarakter met Grove Dennen van deze gronden;
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'dienstverlening', dienstverlening in en onder de begane grondlaag van de gebouwen;
  • i. ter plaatse van de aanduiding 'maatschappelijk', maatschappelijke voorzieningen;
  • j. ter plaatse van de aanduiding 'zorgwoning', zorgwoningen;

met dien verstande dat:

  • k. artikel 19 van het bestemmingsplan 'Hoge Dennen-Kerckebosch' met voorrang van toepassing is, voorzover de gronden mede zijn bestemd voor 'Waarde - Archeologie-2'.
9.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

9.2.1 Toegestane bouwwerken

Op en in de gronden als bedoeld in lid 9.1, mogen uitsluitend worden gebouwd:

  • a. woningen
  • b. bijgebouwen en overkappingen;
  • c. gebouwen ten behoeve van de in 9.1, onder g t/m i genoemde functies;
  • d. gebouwde parkeervoorzieningen;
  • e. andere bouwwerken, zoals erf- of perceelafscheidingen en tuinmeubilair, niet zijnde overkappingen;
  • f. bijbehorende andere bouwwerken, zoals luifels, reclametekens, licht-, vlaggen- en andere masten, en beeldende kunstwerken.

9.2.2 Algemeen
  • a. de woningen mogen twee-aaneen, meer aaneen, vrijstaand of gestapeld worden gebouwd, met inachtneming van de bouwregels hierna, en met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'gestapeld uitgesloten', geen gestapelde woningen zijn toegestaan;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' mag het aangeduide maximum bebouwingspercentage van het bestemmingsvlak niet worden overschreden door de bouw van vrijstaande-, twee aaneen gebouwde- of rijenwoningen (daar waar gestapelde woningen zijn uitgesloten);
  • c. een éénmaal gebouwde woning mag niet meer worden omgezet naar een ander woningtype;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - laagbouw' mag de aangeduide 'maximum goohoogte (m), maximum bouwhoogte (m)' niet worden overschreden, en mag de totale bebouwde oppervlakte maximaal 1.200 m² bedragen en het totale volume maximaal 6.000 m³;
  • e. in afwijking van het bepaalde onder c mag de bebouwde oppervlakte ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - laagbouw' maximaal 50% van het bestemmingsvlak bedragen, mits de bouwhoogte dan niet meer dan 7 meter bedraagt;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' is niet meer dan 1 vrijstaande woning toegestaan, met in achtneming van de bouwregels voor een vrijstaande woning;
  • g. binnen de vlakken met de bestemming 'Woongebied-1', 'Woongebied-2' en de aanduiding 'wro-zone – wijzigingsgebied 3' (thans: wetgevingzone - wijzigingsgebied 3), 'wro-zone – wijzigingsgebied 4' (thans: wetgevingszone - wijzigingsgebied 4) en 'wetgevingzone - wijzigingsgebied 5' (voorheen: wro-zone - wijzigingsgebied 5), zijn gezamenlijk niet meer dan 1.060 woningen toegestaan, inclusief eventuele zorgwoningen;
  • h. ter plaatse van de aanduidingen 'zorgwoning', zijn in totaal niet meer dan 65 zorgwoningen toegestaan;
  • i. de ondergrondse of halfverdiepte bouwdiepte van de gebouwen mag niet meer dan 4 meter bedragen, met dien verstande dat voor gebouwde parkeervoorzieningen een bouwdiepte van maximaal 6 meter toegestaan;
  • j. de gebouwen dienen zodanig te worden gesitueerd dat de ontsluiting van de woning Prinses Irenelaan 71a is verzekerd;

9.2.3 Vrijstaande woning
  • a. bij een vrijstaande woning mag per bouwperceel niet meer oppervlakte worden bebouwd dan 225 m² met een hoofdgebouw, bijgebouwen en overkappingen;
  • b. bij een vrijstaande woning mag per bouwperceel niet meer volume aan hoofd- en bijgebouwen worden gebouwd dan 1.200 m³;
  • c. de afstand van het hoofdgebouw tot de zijdelingse perceelsgrens dient tenminste 2,75 meter te bedragen;
  • d. de goothoogte van een vrijstaande woning mag niet meer dan 7 meter bedragen;
  • e. de bouwhoogte van een vrijstaande woning mag niet meer dan 11 meter bedragen, tenzij op de verbeelding een andere 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)' is aangeduid;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)' mogen de aangeduide hoogtes niet worden overschreden.

9.2.4 Twee-aaneen gebouwde woningen
  • a. bij een twee-aaneen gebouwde woning mag per bouwperceel niet meer oppervlakte worden bebouwd dan 150 m²;
  • b. bij een twee-aaneen gebouwde woning mag per bouwperceel niet meer volume aan hoofd- en bijgebouwen worden gebouwd dan 900 m³;
  • c. de afstand van het hoofdgebouw tot de zijdelingse perceelsgrens dient aan de niet aaneen gebouwde zijde, ten minste 2,75 meter te bedragen;
  • d. de goothoogte van een twee-aaneen gebouwde woning mag niet meer dan 7 meter bedragen;
  • e. de bouwhoogte van een twee-aaneen gebouwde woning mag niet meer dan 11 meter bedragen, tenzij op de verbeelding een andere 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)' is aangeduid;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)' mogen de aangeduide hoogtes niet worden overschreden.

9.2.5 Meer aaneen gebouwde woningen
  • a. bij meer aaneen gebouwde woning mag per bouwperceel niet meer oppervlakte worden bebouwd dan 150 m²;
  • b. de afstand van het hoofdgebouw tot de zijdelingse perceelsgrens dient aan de niet aaneen gebouwde zijden, ten minste 2,75 meter te bedragen;
  • c. de goothoogte van een meer aaneen gebouwde woning mag niet meer dan 7 meter bedragen;
  • d. de bouwhoogte van een meer aaneen gebouwde woning mag niet meer dan 11 meter bedragen, tenzij op de verbeelding een andere 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)' is aangeduid;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)' mogen de aangeduide hoogtes niet worden overschreden.

9.2.6 Gestapelde woningen
  • a. ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' mag het aangeduide maximum bebouwingspercentage van het bestemmingsvlak niet worden overschreden;
  • b. de goothoogte van het hoofdgebouw mag niet meer bedragen dan is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte' (thans: maximum goothoogte (m));
  • c. de maximale bouwhoogte van het hoofdgebouw mag niet meer bedragen dan is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum bouwhoogte (m)' (voorheen: maximale bouwhoogte);
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)' mogen de aangeduide hoogtes niet worden overschreden;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal bouwlagen', mag het aangeduide aantal bouwlagen niet worden overschreden.

9.2.7 Bijgebouwen en overkappingen
  • a. bijgebouwen en overkappingen bij een vrijstaande of twee-aaneen gebouwde woning dienen ten minste 7,5 meter achter de voorgevelrooilijn te worden gebouwd;
  • b. bijgebouwen en overkappingen bij een meer aaneen gebouwde woning dienen ten minste 3 meter achter de voorgevelrooilijn te worden gebouwd;
  • c. de gezamenlijke oppervlakte van bijgebouwen en overkappingen bij vrijstaande, twee-aaneen en meer aaneen gebouwde woningen, mag bij elk hoofdgebouw niet meer dan 40 m² bedragen plus 2% van de oppervlakte van het desbetreffende bouwperceel, tot een maximum van 100 m² en met dien verstande dat het bouwperceel daardoor nooit voor meer dan 50% mag worden bebouwd;
  • d. van bijgebouwen mag de goothoogte niet meer dan 3 m bedragen, de bouwhoogte niet meer dan 4,5 m en de dakhelling niet meer dan 600;
  • e. van overkappingen mag de bouwhoogte niet meer dan 3 meter bedragen.

9.2.8 Andere bouwwerken

de bouwhoogte van andere bouwwerken mag niet meer bedragen dan daarbij hierna is aangegeven:

bouwwerken   max. bouwhoogte  
vlaggen- en andere masten   5 m  
erf- of perceelafscheidingen achter de voorgevelrooilijn, op een terrein met daarop een gebouw  
2 m  
overige erf- en perceelsafscheidingen   1 m  
overige andere bouwwerken   3 m  

9.3 Specifieke gebruiksregels
9.3.1 Beroep- of bedrijf aan huis

De gezamenlijke brutovloeroppervlakte ten behoeve van de uitoefening van een beroep - of bedrijf aan huis mag niet meer bedragen dan 30% van de totale brutovloeroppervlakte van de betreffende woning en de daarbij behorende bijgebouwen en in ieder geval niet meer dan 100 m2.

9.3.2 Strijdig gebruik

Naast hetgeen daaromtrent in de 'Algemene gebruiksregels' in artikel 23 van het bestemmingsplan 'Hoge Dennen - Kerckebosch' is bepaald, moet als strijdig gebruik in ieder geval worden aangemerkt, het gebruik van de in lid 9.3 bedoelde gronden, die onbebouwd zijn, voor:

  • a. buitenopslag van goederen ten behoeve van de uitoefening van een beroep - of bedrijf aan huis, en
  • b. behoudens in- en uitladen, overige bedrijfsactiviteiten in de openbare ruimte rond de betreffende woning.
9.4 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in artikel 1, lid 1.16 van het bestemmingsplan 'Hoge Dennen - Kerckebosch', ten behoeve van het wonen in een vrijstaand bijgebouw, indien:

  • a. daarvoor dringende sociaal-economische redenen bestaan,
  • b. vooraf vaststaat dat het tijdelijke huisvesting betreft, en
  • c. het aantal zelfstandige woningen niet wordt vergroot.

9.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 17 van deze regels is van toepassing op het uitvoeren van de in dat artikel aangegeven werken en werkzaamheden, op en in de daarbij aangegeven gronden, met de daarbij aangegeven voorwaarden en uitzonderingen.

Artikel 10 Woongebied - 2

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Woongebied - 2" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen,
  • b. beroep of bedrijf aan huis,
  • c. tuinen en groen- en speelvoorzieningen,
  • d. verkeers-, verblijfs- en parkeervoorzieningen, waaronder voorzieningen voor openbaar vervoer, zoals vrije busbanen,
  • e. watergangen en waterpartijen met daarbij behorende oevers en taluds, en
  • f. bij een en ander behorende overige voorzieningen, zoals nutsvoorzieningen;

alsmede voor:

  • g. ter plaatse van de aanduiding 'bos' de bescherming van het boskarakter met Grove Dennen van deze gronden;
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'ontsluiting', een ontsluitingsweg ten behoeve van gemotoriseerd verkeer.
10.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

10.2.1 Toegestane bouwwerken

Op en in de gronden als bedoeld in lid 10.1, mogen uitsluitend worden gebouwd:

  • a. woningen
  • b. bijgebouwen en overkappingen;
  • c. andere bouwwerken, zoals erf- of perceelafscheidingen en tuinmeubilair, niet zijnde overkappingen;
  • d. bijbehorende andere bouwwerken, zoals luifels, reclametekens, licht-, vlaggen- en andere masten, en beeldende kunstwerken.

10.2.2 Algemeen
  • a. de woningen mogen uitsluitend vrijstaand worden gebouwd, met in achtneming van de bouwregels hierna;
  • b. een éénmaal gebouwde woning niet meer mag worden omgezet naar een ander woningtype;
  • c. binnen de vlakken met de bestemming 'Woongebied-2' , 'Woongebied-1' en de aanduiding 'wro-zone – wijzigingsgebied 3' (thans: wetgevingzone - wijzigingsgebied 3), 'wro-zone – wijzigingsgebied 4' (thans: wetgevingszone - wijzigingsgebied 4) en 'wetgevingszone - wijzigingsgebied 5' (voorheen: wro-zone - wijzigingsgebied 5), zijn gezamenlijk niet meer dan 1.060 woningen toegestaan, inclusief eventuele zorgwoningen;

10.2.3 Vrijstaande woning
  • a. bij een vrijstaande woning mag per bouwperceel niet meer oppervlakte worden bebouwd dan 200 m2 met een hoofdgebouw, bijgebouwen en overkappingen;
  • b. bij een vrijstaande woning mag per bouwperceel niet meer volume aan hoofd- en bijgebouwen worden gebouwd dan 1.000 m3;
  • c. de afstand van het hoofdgebouw tot de zijdelingse perceelsgrens dient ten minste 2,75 meter te bedragen, met in achtneming van het bepaalde onder d;
  • d. indien een bouwperceel grenst aan de openbare ruimte dient de afstand van de gebouwen tot deze openbare ruimte ten minste 5 meter te bedragen, met dien verstande dat deze bouwregel niet geldt ter plaatse van de aanduiding 'maatvoering (k/2,75)';
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)', mogen de aangeduide goot- en bouwhoogte niet worden overschreden.

10.2.4 Bijgebouwen en overkappingen bij een vrijstaande woning
  • a. bijgebouwen dienen ten minste 7,5 meter achter de voorgevelrooilijn te worden gebouwd;
  • b. de gezamenlijke oppervlakte van bijgebouwen en overkappingen bij vrijstaande woningen, mag bij elk hoofdgebouw niet meer dan 40 m² bedragen plus 2% van de oppervlakte van het desbetreffende bouwperceel, tot een maximum van 100 m² en met dien verstande dat het bouwperceel daardoor nooit voor meer dan 50% mag worden bebouwd;
  • c. van bijgebouwen mag de goothoogte niet meer dan 3 m bedragen, de bouwhoogte niet meer dan 4,5 m en de dakhelling niet meer dan 600;
  • d. van overkappingen mag de bouwhoogte niet meer dan 3 meter bedragen;

10.2.5 Andere bouwwerken
  • a. de bouwhoogte van andere bouwwerken mag niet meer bedragen dan daarbij hierna is aangegeven:

bouwwerken   max. bouwhoogte  
vlaggen- en andere masten   5 m  
erf- of perceelafscheidingen achter de voorgevelrooilijn, op een terrein met daarop een gebouw  
2 m  
overige erf- en perceelsafscheidingen   1 m  
overige andere bouwwerken   3 m  

10.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om af te wijken van het bepaalde in lid 10.2.2, onder a, ten behoeve van de bouw van twee-aaneen-geschakelde-woningen en/of drie-aaneen-geschakelde-woningen, mits:

  • a. de situatie op de woningmarkt zodanig is dat vrijstaande woningen niet binnen een redelijke termijn worden verkocht;
  • b. binnen de vlakken met de bestemming 'Woongebied-2', 'Woongebied-1' en de aanduiding 'wro-zone – wijzigingsgebied 3', 'wro-zone – wijzigingsgebied 4' en 'wro-zone - wijzigingsgebied 5', gezamenlijk niet meer dan 1.060 woningen worden toegestaan, inclusief eventuele zorgwoningen;
  • c. per bouwperceel niet meer oppervlakte wordt bebouwd dan 150 m2 met een hoofdgebouw, bijgebouwen en overkappingen;
  • d. de afstand van de niet geschakelde zijde(n) van het hoofdgebouw tot de zijdelingse perceelsgrens dient ten minste 2.75 meter te bedragen, met in achtneming van het bepaalde hierna onder e;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)', mogen de aangeduide goot- en bouwhoogte niet worden overschreden;
  • f. indien een bouwperceel grenst aan de openbare ruimte dient de afstand van de niet geschakelde zijde(n) van het hoofdgebouw tot deze openbare ruimte ten minste 5 meter te bedragen;
  • g. bijgebouwen en overkappingen bij een twee-aaneen of drie-aaneen gebouwde woning dienen ten minste 3 meter achter de voorgevelrooilijn te worden gebouwd;
  • h. de gezamenlijke oppervlakte van bijgebouwen en overkappingen bij twee-aaneen en drie-aaneen gebouwde woningen, mag bij elk hoofdgebouw niet meer dan 40 m² bedragen plus 2% van de oppervlakte van het desbetreffende bouwperceel, tot een maximum van 100 m² en met dien verstande dat het bouwperceel daardoor nooit voor meer dan 50% mag worden bebouwd;
  • i. van bijgebouwen mag de goothoogte niet meer dan 3 m bedragen, de bouwhoogte niet meer dan 4,5 m en de dakhelling niet meer dan 60 graden;
  • j. van overkappingen mag de bouwhoogte niet meer dan 3 meter bedragen;
10.4 Specifieke gebruiksregels
10.4.1 Beroep- of bedrijf aan huis

De gezamenlijke brutovloeroppervlakte ten behoeve van de uitoefening van een beroep - of bedrijf aan huis mag niet meer bedragen dan 30% van de totale brutovloeroppervlakte van de betreffende woning en de daarbij behorende bijgebouwen en in ieder geval niet meer dan 100 m2.

10.4.2 Strijdig gebruik

Naast hetgeen daaromtrent in de 'Algemene gebruiksregels' in artikel 23 van het bestemmingsplan 'Hoge Dennen - Kerckebosch' is bepaald, moet als strijdig gebruik in ieder geval worden aangemerkt, het gebruik van de in lid 10.4 bedoelde gronden, die onbebouwd zijn, voor:

  • a. buitenopslag van goederen ten behoeve van de uitoefening van een beroep - of bedrijf aan huis, en
  • b. behoudens in- en uitladen, overige bedrijfsactiviteiten in de openbare ruimte rond de betreffende woning.
10.5 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in artikel 1, lid 1.16 van het bestemmingsplan 'Hoge Dennen - Kerckebosch', ten behoeve van het wonen in een vrijstaand bijgebouw, indien:

  • a. daarvoor dringende sociaal-economische redenen bestaan,
  • b. vooraf vaststaat dat het tijdelijke huisvesting betreft, en
  • c. het aantal zelfstandige woningen niet wordt vergroot.

10.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 17 van deze regels is van toepassing op het uitvoeren van de in dat artikel aangegeven werken en werkzaamheden, op en in de daarbij aangegeven gronden, met de daarbij aangegeven voorwaarden en uitzonderingen.

Artikel 11 Leiding - Riool

Het bepaalde in artikel 17 'Leiding - Riool' van het bestemmingsplan 'Hoge Dennen - Kerckebosch', zoals integraal opgenomen in de bijlage bij deze regels, is van overeenkomstige toepassing.

Hoofdstuk 3 Algemene regels

Artikel 12 Anti-dubbeltelregel

Het bepaalde in artikel 21 'Antidubbeltel bepaling' van het bestemmingsplan 'Hoge Dennen - Kerckebosch', zoals integraal opgenomen in de bijlage bij deze regels, is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 13 Algemene bouwregels

Het bepaalde in artikel 22 'Algemene bouwregels' van het bestemmingsplan 'Hoge Dennen - Kerckebosch', zoals integraal opgenomen in de bijlage bij deze regels, is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 14 Algemene gebruiksregels

Het bepaalde in artikel 23 'Algemene gebruiksregels' van het bestemmingsplan 'Hoge Dennen - Kerckebosch', zoals integraal opgenomen in de bijlage bij deze regels, is van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat ten behoeve van parkeren een tweede lid is toegevoegd dat als volgt luidt:

14.1 Parkeren
  • a. Gerealiseerde parkeervoorzieningen mogen niet zodanig worden gewijzigd, dat hierdoor niet meer voldoende parkeergelegenheid aanwezig is;
  • b. Bij functiewijziging dient te worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid.

Artikel 15 Algemene afwijkingsregels

Het bepaalde in artikel 24 'Algemene ontheffingsregels' van het bestemmingsplan 'Hoge Dennen - Kerckebosch', zoals integraal opgenomen in de bijlage bij deze regels, is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 16 Algemene wijzigingsregels

Het bepaalde in artikel 25 'Algemene wijzigingsregels' van het bestemmingsplan 'Hoge Dennen - Kerckebosch', zoals integraal opgenomen in de bijlage bij deze regels, is van overeenkomstige toepassing , met dien verstande dat wijzigingsgebied 3 is ingevuld en dus komt te vervallen, ook na wijziging het aantal woningen in wijzigingsgebied 4 nooit meer dan 1.060 mag bedragen en dat aan dit artikel een vijfde wijzigingsgebied wordt toegevoegd dat als volgt komt te luiden:

16.1 wetgevingszone - wijzigingsgebied 3

Vervallen

16.2 wetgevingszone - wijzigingsgebied 4

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om de in 'Wro-zone - wijzigingsgebied 4' voorkomende bestemming 'Maatschappelijk' en 'Groen', geheel of gedeeltelijk te wijzigen in de bestemming 'Woongebied-1', ten behoeve van de toevoeging van 2 appartementengebouwen met maximaal 50 appartementen, mits daarbij de volgende voorwaarden in acht worden genomen:

  • a. in totaal niet meer dan 1.060 nieuwe woningen worden voorzien (inclusief eventuele zorgwoningen) binnen de gezamenlijke vlakken met:
  • de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied 4';
  • de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied 3',
  • de bestemming 'Woongebied-1';
  • de bestemming 'Woongebied-2',;
  • b. niet meer dan 4 bouwlagen worden toegestaan met een maximale goothoogte van 14,5 meter;
  • c. een goed woon- en leefklimaat kan worden verzekerd.

16.3 wetgevingszone - wijzigingsgebied 5

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om de in 'wetgevingzone - wijzigingsgebied 5' (voorheen: wro-zone - wijzigingsgebied 5) voorkomende bestemmingen te wijzigen ten behoeve van de vestiging van:

  • a. detailhandel, met uitzondering van supermarkten en warenhuizen,
  • b. en/of publieksgerichte dienstverlening,
  • c. en/of wonen;

indien de exploitant na 5 jaren nog steeds niet op eigen kracht een positief exploitatieresultaat heeft bereikt, waarbij het bebouwingspercentage mag worden verhoogd tot maximaal 80% van het bouwvlak, onder de voorwaarde dat:

  • met een deskundigenrapport is aangetoond dat de exploitant na 5 jaren nog steeds niet op eigen kracht kan draaien en de exploitatie van een beoogde horeca-zorgcombinatie op deze locatie weinig kans van slagen heeft;
  • de invulling van de detailhandel moet ondersteunend zijn aan de functies van de MFA;
  • het vestigen van detailhandel moet worden onderbouwd door onafhankelijk onderzoek / een distributieplanologisch onderzoek;
  • vooraf een ecologisch onderzoek plaatsvindt;
  • het parkeren volgens het gemeentelijke parkeerbeleid wordt opgelost;
  • binnen de vlakken met de bestemming 'Woongebied-2', 'Woongebied-1' en de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied 3' (thans: 'wetgevingzone - wijzigingsgebied 3'), 'wro-zone - wetgevingzone - wijzigingsgebied 4' (voorheen: 'wro-zone – wijzigingsgebied 4') en 'wro-zone - wetgevingzone - wijzigingsgebied 5' (voorheen: 'wro-zone – wijzigingsgebied 5') in het plangebied van Kerckebosch, gezamenlijk niet meer dan 1.060 woningen worden toegestaan, inclusief eventuele zorgwoningen.
  • indien woningen temidden van andere voorzieningen worden toegevoegd dient vooraf te worden aangetoond dat in deze woningen een goed woon- en leefklimaat kan worden gegarandeerd;
  • de productie en/of laad en loswerkzaamheden alleen binnen de dagperiode mogen plaatsvinden en de activiteiten (inclusief opslag) hoofdzakelijk inpandig mogen geschieden.


Artikel 17 Overig - Omgevingsvergunning voor werken en/of werkzaamheden

17.1 Verbod

Behoudens het bepaalde in het tweede lid, is het verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders op en in de hierna aangegeven gronden de daarbij aangegeven werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:

  werken en werkzaamheden*
 
Gronden als bedoeld in artikel:   a   b   c   d   e   f   g   h   i   j  
PH=partiële herziening MP=moederplan                      
4 MP Bos     +   +   +   +   +   +   +   +   +    
6 MP Groen 'bos'     +         +     +        
8 MP Maatschappelijk 'bos'     +                    
9 MP Natuur     +   +   +   +   +   +   +   +   +    
10 MP Tuin 'specifieke vorm van tuin – bos'     +         +     +        
11 MP Verkeer 'landschapswaarden'     +   +   +   +   +   +   +   +      
9 PH Woongebied - 1 'bos'     +             +        
10 PH Woongebied - 2 'bos'     +             +        
17 MP Leiding - Riool     +   +               +   +  
18 MP Waarde – Archeologie 1       +   +   +   +       +   +   +  
19 MP Waarde – Archeologie 2       +   +   +   +       +   +   +  
20 MP Waarde – Cultuurhistorie 2   W   +   +   +   +   +   +   s/+   +      
* de onderstaande letters worden hierna verklaard;
in de tabel is: + = aanlegvergunning vereist, s = strijdig gebruik voor monumentale laanstructuuur  

a   aanleggen en verharden van wegen en paden en het aanleggen of aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen, met uitzondering van het aanleggen van verhardingen ten behoeve van in- of uitritten, tot een oppervlakte van 60 m²;  
b   verlagen van de bodem en afgraven van gronden, dieper dan 0,3 m onder het maaiveld, anders dan normaal spit en ploegwerk, tenzij daarvoor een vergunning is vereist krachtens de Ontgrondingenwet;  
c   het ophogen en egaliseren van de gronden, waaronder het aanleggen van geluid- en andere wallen;  
d   aanleggen en dempen van watergangen, sloten en andere waterpartijen;  
e   het verlagen van het grondwaterpeil, tenzij dit een maatregel is van het bevoegde waterschap.  
f   aanbrengen van ondergrondse transport-, energie- en telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur;  
g   vellen en rooien van bomen, hakhout en andere houtopstanden en het verrichten van handelingen, die de dood of ernstige beschadiging daarvan ten gevolge hebben of kunnen hebben;  
h   het uitvoeren van graafwerkzaamheden, grondbewerkingen, het roeren en omwoelen van gronden (incl. diepploegen, ontginnen en het aanleggen van drainage) dieper dan 0,3 meter onder maaiveld;
- vanaf een oppervlakte van meer dan 100 m² binnen de bestemming Waarde - Archeologische verwachtingswaarde hoog;
- vanaf een oppervlakte van meer dan 1.000 m² binnen de bestemming Waarde - Archeologische verwachtingswaarde middelhoog  
i   het aanbrengen van diepwortelende beplantingen;  
j   het bebossen of anderszins beplanten met houtopstanden waaronder begrepen het kweken of telen van bomen, struiken en heesters.  

17.2 Uitzonderingen op het verbod

Het in het eerste lid vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van de volgende werken en werkzaamheden:

  • a. in het kader van het normale beheer en onderhoud;
  • b. in het kader van archeologisch onderzoek en het doen van opgravingen, mits verricht door een ter zake deskundige.
  • c. als bedoeld in lid 26.1, bij d, voorzover daarvoor een bouwvergunning is vereist;
  • d. als bedoeld in lid 26.1, bij g, voorzover daarvoor een vergunning is vereist op grond van de gemeentelijke bomenverordening, met dien verstande dat deze uitzondering niet geldt voor het kappen en vellen van bomen in de bestemming 'Tuin' 'specifieke vorm van tuin - bos' en in de bestemming 'Groen' 'bos', en de bestemming 'Verkeer' 'landschapswaarden';
  • e. waarmee is of mag worden begonnen op het tijdstip van onherroepelijk worden van het plan;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'bos' in de bestemming 'Woongebied-1' en 'Woongebied-2' als deze werken en werkzaamheden nodig zijn voor de realisering van het stedenbouwkundige masterplan zoals opgenomen in Bijlage 3.

17.3 Toetsingscriteria
  • a. De in het eerste lid genoemde vergunning wordt slechts verleend indien de in de desbetreffende bestemmingsomschrijving genoemde waarden niet onevenredig worden aangetast als gevolg van deze werken of werkzaamheden, dan wel de direct of indirect te verwachten gevolgen daarvan.
  • b. Werken en werkzaamheden als bedoeld in het eerste lid zijn slechts toelaatbaar: voor gronden zoals bedoeld in artikel 18 (Waarde - Archeologie 1) en artikel 19 (Waarde - Archeologie 2), indien door aanvrager van de aanlegvergunning een rapport is overgelegd, waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld;
  • c. Werken en werkzaamheden als bedoeld in het eerste lid zijn slechts toelaatbaar: voor gronden zoals bedoeld in artikel 20 'Waarde - Cultuurhistorie 2', indien vooraf advies is ingewonnen bij de gemeentelijke monumentencommissie.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Artikel 18 Overgangsrecht

18.1 Overgangsrecht bouwwerken
  • a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, danwel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
    • 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    • 2. na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit, geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor bouwen wordt gedaan binnen 2 jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  • b. Het bevoegd gezag kan eenmalig afwijken van het bepaalde onder a voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld onder a met maximaal 10%.
  • c. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsregels van dat plan.
18.2 Overgangsrecht gebruik
  • a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  • b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  • c. Indien het gebruik, bedoeld onder a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  • d. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsregels van dat plan.

Artikel 19 Slotregel

Het plan kan worden aangehaald als:

Regels van het bestemmingsplan Partiële herziening Kerckebosch.