direct naar inhoud van Artikel 16 Wonen
Plan: Zeist-West en Utrechtseweg-Noord
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0355.BPZeistWUtrechtN-VS01

Artikel 16 Wonen

16.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Wonen" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen,
  • b. beroep of bedrijf aan huis, en
  • c. tuinen en erven;

alsmede voor:

  • d. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf', het gebruik van de woning voor een ambachtelijk bedrijf;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel', het gebruik van de woning voor detailhandel;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'kantoor', het gebruik van de woning voor een kantoor;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage', een ondergrondse parkeervoorziening;
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'brug', een brug;

met dien verstande dat:

  • i. ter plaatse van de aanduiding 'ontsluiting', uitsluitend een ontsluiting voor het bestemmingsverkeer is toegestaan;
  • j. ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein', uitsluitend een parkeerterrein is toegestaan.
16.2 Bouwregels
16.2.1 Toegestane bouwwerken

Op en in de gronden als bedoeld in lid 16.1, mogen uitsluitend worden gebouwd:

  • a. woningen,
  • b. bijbehorende bouwwerken, en
  • c. andere bouwwerken, zoals erf- of perceelafscheidingen en tuinmeubilair, niet zijnde overkappingen.
16.2.2 Bouwen

Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in lid 16.2.1 gelden de volgende bepalingen:

  • a. binnen bouwvlakken mag het bebouwingspercentage 100% bedragen, met dien verstande dat de voorgeschreven afstanden tot de zijdelingse perceelsgrenzen wel in acht moeten worden genomen.

16.2.3 Gestapelde woningen
  • a. gestapelde woningen zijn uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'gestapeld' toegestaan;
  • b. gestapelde woningen mogen uitsluitend binnen bouwvlakken worden gebouwd;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'gestapeld' zijn binnen het bouwvlak niet meer gestapelde woningen toegestaan dan aanwezig bij de inwerkingtreding van dit bestemmingsplan, tenzij op de verbeelding een ander maximum aantal wooneenheden is aangeduid;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'gestapeld':
    • 1. zijn er buiten het bouwvlak geen bijbehorende bouwwerken toegestaan, tenzij dat op de verbeelding is aangeduid;
    • 2. gelden er binnen het bouwvlak geen afstanden tot de zijdelingse perceelsgrens of voorgevelrooilijn,
    • 3. geldt voor de bouwhoogte de aangeduide 'maximale bouwhoogte';
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen', zijn uitsluitend bijbehorende bouwwerken toegestaan , met een bouwhoogte van 3 meter.

16.2.4 Woningen
  • a. woningen mogen uitsluitend binnen bouwvlakken worden gebouwd;
  • b. binnen het bouwvlak zijn niet meer woningen toegestaan dan aanwezig bij de inwerkingtreding van dit bestemmingsplan, tenzij op de verbeelding een ander maximum aantal wooneenheden is aangeduid;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' mag het aangeduide aantal wooneenheden niet worden overschreden;
  • d. binnen bouwvlakken mogen woningen uitsluitend worden gebouwd op de daarbij aangegeven wijze ter plaatse van de aanduiding:

naam aanduiding   bouwwijze  
'aaneengebouwd'   aaneen, niet-gestapeld  
'twee-aaneen'   halfvrijstaand of vrijstaand  
'vrijstaand'   vrijstaand  

  • e. ter plaatse van de aanduiding 'twee-aaneen' mag de afstand van de niet geschakelde zijde van de woning tot de zijdelingse perceelsgrens niet minder dan 3 m bedragen of niet minder dan de bestaande afstand, indien die minder dan 3 m is;
  • f. de goothoogte en de bouwhoogte van woningen mogen niet meer bedragen dan 6 m en 10 m, tenzij anders is aangegeven op de verbeelding;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' mag de aangeduide bouwhoogte niet worden overschreden;
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte' mag de aangeduide goothoogte niet worden overschreden, en mag de bouwhoogte niet meer bedragen dan de aangeduide goothoogte + 4,5 meter;
  • i. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' mogen de aangeduide hoogtes niet worden overschreden;
  • j. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - afwijkende goot- en bouwhoogte', mogen de goot-, nok- en tophoogte niet meer bedragen dan in 16.2.5 Figuur afwijkende goot- en bouwhoogte is aangegeven;
  • k. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - bestaande goot- en bouwhoogte maatgevend', mag de goot- en bouwhoogte niet meer bedragen dan de bestaande goot- en bouwhoogte conform de voor de inwerkingtreding van het plan verleende omgevingsvergunningen voor het bouwen;
  • l. in afwijking van het bepaalde onder g, h en i mag de maximaal toelaatbare goothoogte van 6 meter worden overschreden, ten behoeve van een dakopbouw over de volle breedte van de woning, met dien verstande dat:
    • 1. deze overschrijding zich beperkt tot een goothoogte van de dakopbouw van ten hoogste 8 m;
    • 2. deze overschrijding zich beperkt tot één zijde van het dakvlak;
    • 3. de oorspronkelijke goothoogte van de woning gehandhaafd blijft;
    • 4. deze mogelijkheid alleen bestaat voor de woningen in Brugakker en de woningen in Nijenheim met de nummers 6001 t/m 6043;
  • m. de dakhelling van een kap op de woning mag niet meer dan 60 graden bedragen;
  • n. de ondergrondse bouwdiepte van woningen mag niet meer dan 4 meter bedragen.

16.2.5 Figuur afwijkende goot- en bouwhoogte

afbeelding "i_NL.IMRO.0355.BPZeistWUtrechtN-VS01_0002.jpg"

16.2.6 Bijbehorende bouwwerken
  • a. bijbehorende bouwwerken mogen ook buiten bouwvlakken worden gebouwd, tenzij op de verbeelding is aangeduid dat bijbehorende bouwwerken zijn uitgesloten;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen', zijn uitsluitend bijbehorende bouwwerken toegestaan;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen uitgesloten' zijn geen bijbehorende bouwwerken toegestaan;
  • d. bijbehorende bouwwerken dienen op ten minste 3 m achter de voorgevelrooilijn van de betreffende woning te worden gebouwd, tenzij de bestaande afstand bij deze vrijstaande woningen al kleiner is;
  • e. de gezamenlijke oppervlakte van bijbehorende bouwwerken buiten het bouwvlak, mag bij elke woning niet meer dan 40 m² bedragen of niet meer dan de bestaande oppervlakte, indien die meer dan 40 m² bedraagt, onverminderd het bepaalde onder f en g;
  • f. in aanvulling op het bepaalde onder e mag de gezamenlijke oppervlakte van bijbehorende bouwwerken toenemen met 2% van het bouwperceel, tot een maximum van 100 m², onverminderd het bepaalde onder g;
  • g. in aanvulling op het bepaalde onder e en f, mag de gezamenlijke oppervlakte van bijbehorende bouwwerken bij elke woning niet meer bedragen dan 50% van het bouwperceel, inclusief de gronden die als 'Tuin' zijn aangewezen, of niet meer dan het bestaande percentage, indien dat meer dan 50% bedraagt:
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'maximum oppervlakte' mag de aangeduide oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken niet worden overschreden;
  • i. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf' is ten behoeve van een ambachtelijk bedrijf 250 m² aan bijbehorende bouwwerken toegestaan;
  • j. van bijbehorende bouwwerken mag de goothoogte niet meer dan 3 m bedragen, de bouwhoogte niet meer dan 4,5 m en de dakhelling niet meer dan 60°.

16.2.7 Andere bouwwerken
  • a. de bouwhoogte van andere bouwwerken mag niet meer bedragen dan daarbij hierna is aangegeven:

bouwwerken   max. bouwhoogte  
vlaggen- en andere masten   5 m  
erf- of perceelafscheidingen achter de voorgevelrooilijn, op een terrein met daarop een gebouw  
2 m  
overige erf- en perceelsafscheidingen   1 m  
overige andere bouwwerken   3 m  

16.3 Nadere eisen

Het bevoegd gezag kan in een omgevingsvergunning nadere eisen stellen aan de omvang en situering van de bebouwing vanwege de:

  • a. ruimtelijke structuur;
  • b. een architectonische en/of ecologische ontwikkeling;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. het behoud van parkeergelegenheid op eigen terrein;
  • e. de aansluiting op structurele groenelementen;
  • f. de bebouwingskarakteristiek van de omgeving;
  • g. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
16.4 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van de bouwregels in 16.2 voor:

  • a. meer vierkante meters bijbehorende bouwwerken ten behoeve van lichamelijk gehandicapten, met dien verstande dat:
    • 1. de bijbehorende bouwwerken achter de voorgevelrooilijn van de woning worden gesitueerd;
    • 2. het totale oppervlak aan bijbehorende bouwwerken per woning, buiten het bebouwingsvlak, ten hoogste 100 m² mag bedragen;
    • 3. een bouwperceel, voor zover gelegen naast en achter het op de plankaart aangeduide bebouwingsvlak voor ten hoogste 50 % bebouwd wordt;
  • b. de verhoging van de goothoogte van de woning tot maximaal 9 m, met dien verstande dat:
    • 1. deze vrijstelling zich beperkt tot de woningen met de huisnummers Brugakker: 5702 t/m 5708 ,6102 t/m 6112, 6302 t/m 6312, 6321 t/m 6331, 6504 t/m 6516, 6518 t/m 6528, 6525 t/m 6533, 6601 t/m 6607 en 6618 t/m 6628;
    • 2. de woonomgeving en de karakteristiek daarvan niet onevenredig wordt aangetast;
  • c. de realisering van balustrades, balkonhekken en balkonmuurtjes, met dien verstande dat de totale hoogte niet meer mag bedragen dan 4 m.
16.5 Specifieke gebruiksregels
16.5.1 Beroep- of bedrijf aan huis

De gezamenlijke brutovloeroppervlakte ten behoeve van de uitoefening van een beroep - of bedrijf aan huis mag niet meer bedragen dan 30% van de totale brutovloeroppervlakte van de betreffende woning en de bijbehorende bouwwerken, en in ieder geval niet meer dan 100 m2.

16.5.2 Strijdig gebruik

Naast hetgeen daaromtrent in de Algemene gebruiksregels in Artikel 28is bepaald, moet als strijdig gebruik in ieder geval worden aangemerkt, het gebruik van de in lid 16.5 bedoelde gronden, die onbebouwd zijn, voor:

  • a. buitenopslag van goederen ten behoeve van de uitoefening van een beroep - of bedrijf aan huis, en
  • b. behoudens in- en uitladen, overige bedrijfsactiviteiten in de openbare ruimte rond de betreffende woning;
  • c. het gebruik als opslag,-, stort- of bergplaats van al dan niet aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, -stoffen of -producten, voor zover niet in overeenstemming te achten met de tuin of het erf bij een woning.
16.6 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 1.17 ten behoeve van het wonen in een vrijstaand bijgebouw, indien:

  • a. daarvoor dringende sociaal-economische redenen bestaan,
  • b. vooraf vaststaat dat het tijdelijke huisvesting betreft, en
  • c. het aantal zelfstandige woningen niet wordt vergroot.