16.2.2 Bouwen
Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in lid 16.2.1 de volgende bepalingen:
woningen
-
a. woningen mogen uitsluitend binnen bouwvlakken worden gebouwd;
-
b. de woningen mogen uitsluitend vrijstaand en twee aaneen worden gebouwd, tenzij anders is aangeduid;
-
c. ter plaatse van de aanduiding 'gestapeld' mogen uitsluitend gestapelde woningen worden gebouwd;
-
d. ter plaatse van de aanduiding 'twee-aaneen' mogen uitsluitend twee-aaneen gebouwde woningen worden gebouwd;
-
e. ter plaatse van de aanduiding 'vrijstaand' mogen uitsluitend vrijstaande woningen worden gebouwd;
-
f. ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden'mag het aantal aangeduide wooneenheden niet worden overschreden;
-
g. bij woningen met een bestaande bebouwde oppervlakte van 100 m² of minder, mag de bebouwde oppervlakte, inclusief bijgebouwen, achter de achtergevel van het hoofdgebouw met in totaal ten hoogste 50% van de bestaande bebouwde oppervlakte worden uitgebreid ten opzichte van de bebouwde oppervlakte die op 30 september 1996 op het bouwperceel aanwezig was;
-
h. bij woningen met een bestaande bebouwde oppervlakte van meer dan 100 m², mag de bebouwde oppervlakte, inclusief bijgebouwen, achter de achtergevel van het hoofdgebouw met in totaal ten hoogste 30% worden uitgebreid ten opzichte van de bebouwde oppervlakte die op 30 september 1996 op het bouwperceel aanwezig was;
-
i. in afwijking van het bepaalde onder g en h geldt dat ter plaatse van de aanduiding 'gestapeld' het bouwvlak volledig mag worden bebouwd, tenzij anders is aangeduid;
-
j. ter plaatse van de aanduiding 'maximum
bebouwingspercentage' mag het aangeduide percentage niet worden overschreden;
-
k. in afwijking van het bepaalde onder g en h geldt dat ter plaatse van de aanduiding 'maximum volume' het aangeduide volume van een woning niet mag worden overschreden;
-
l. tussen twee niet aaneengebouwde woningen mag de afstand van elk van de woningen tot de onderlinge zijdelingse perceelsgrens niet minder dan 3 m bedragen of niet minder dan de bestaande afstand, indien die minder dan 3 m is;
-
m. de goothoogte en de bouwhoogte van vrijstaande, twee-aaneen en aaneengebouwde woningen mogen niet meer bedragen dan 6 m en 9 m, tenzij op de verbeelding anders is aangeduid;
-
n. ter plaatse van de aanduiding 'gestapeld' mag de bouwhoogte maximaal 12 m bedragen, tenzij op de verbeelding anders is aangeduid;
-
o. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' mag de aangeduide hoogte niet worden overschreden.
bijgebouwen en overkappingen
-
p. bijgebouwen en overkappingen zijn uitsluitend binnen het bouwvlak en achter de achtergevel van het hoofdgebouw toegestaan;
-
q. de gezamenlijke oppervlakte van bijbehorende bouwwerken buiten het bouwvlak, mag bij elke woning niet meer dan 40 m² bedragen plus 2% van de oppervlakte van het desbetreffende bouwperceel, tot een maximum van 100 m² en met dien verstande dat het bouwperceel daardoor nooit voor meer dan 50% mag worden bebouwd (inclusief de bij de woning behorende gronden die voor 'Tuin' zijn aangewezen);
-
r. in aanvulling op het bepaalde onder q mag een bouwperceel kleiner dan 150 m² tot maximaal 60% worden bebouwd (inclusief de bij de woning behorende gronden die voor 'Tuin' zijn aangewezen);
-
s. van bijgebouwen en overkappingen mag de goothoogte niet meer dan 3 m bedragen, de bouwhoogte niet meer dan 4,5 m en de dakhelling niet meer dan 60°;
medegebruik bedrijf of kantoor
-
t. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf' mag de bestaande bebouwing ten behoeve van de bedrijfs- of kantooractiviteiten met ten hoogste 10% worden uitgebreid, met inachtneming van de overige bouwregels in dit artikel;
andere bouwwerken
-
u. de bouwhoogte van andere bouwwerken mag niet meer bedragen dan daarbij hierna is aangegeven:
bouwwerken
|
max. bouwhoogte
|
vlaggen- en andere masten
|
5 m
|
erf- of perceelafscheidingen achter de voorgevelrooilijn, op een terrein met daarop een gebouw
|
2 m
|
overige erf- en perceelsafscheidingen
|
1 m
|
overige andere bouwwerken
|
3 m
|