Plan: | Het Groene Woud 2015 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0351.BP2013groenewoud-vg01 |
In dit plan wordt verstaan onder:
het bestemmingsplan Het Groene Woud 2015 met identificatienummer NL.IMRO.0351.BP2013groenewoud- van de gemeente Woudenberg;
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
een aan een hoofdgebouw gebouwd gebouw dat in directe verbinding staat met het hoofdgebouw en in bouwkundig opzicht te onderscheiden is en ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
een dienstverlenend beroep, dat in een woning door de bewoner wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is;
de gronden die behoren bij het hoofdgebouw en gelegen zijn achter de achtergevellijn van de woning of achter de denkbeeldige lijn van het verlengde daarvan;
een bijgebouw dat qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met de woning en waarin een gedeelte van de huishouding uit een oogpunt van mantelzorg gehuisvest is;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
de oppervlakte van gebouwen binnen het bouwvlak of, bij afwezigheid daarvan, het bestemmingsvlak, uitgedrukt in een percentage van de oppervlakte van dat vlak;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
een al dan niet vrijstaand gebouw dat niet in directe verbinding staat met het hoofdgebouw en dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;
de grens van een bouwvlak;
een doorlopend gedeelte van een gebouw, dat door op gelijke of nagenoeg gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, met uitzondering van kelder- en kapverdiepingen;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
een voor verblijf geschikt, al dan niet aan zijn bestemming onttrokken vaar- of voertuig, ark of caravan, voor zover dat/die niet als een bouwwerk is aan te merken, alsook een tent;
een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, zonder eigen wanden, met een dak;
de naar de weg gekeerde of aan de voorzijde van een gebouw gelegen gevel of, indien het een gebouw betreft met meerdere zodanige gevels, één van die gevels;
de lijn die horizontaal loopt door het buitenwerks vlak van de voorgevel, tot aan de perceelsgrenzen;
een complex van ruimten geschikt voor de huisvesting van één huishouden.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, trappenhuizen, liftopbouwen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouw zijnde, worden gebouwd met een maximale hoogte van 9 m voor lantaarnpalen, 10 m voor vlaggenmasten en 3 m voor overige bouwwerken, geen gebouw zijnde.
De voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming:
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor waterlopen en -wegen, (voorzieningen ten behoeve van) waterhuishouding, waterberging, wadi's en vijvers.
Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming worden gebouwd keermuren voor de waterbeheersing, oeverbeschoeiingen, duikers en bruggen met een maximale hoogte van 3 m;
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Onder de uitoefening van aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten in samenhang met het wonen wordt verstaan het gebruik van gedeelten van woningen ten behoeve van aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten, voor zover:
Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd:
Voor het bouwen gelden de volgende bepalingen:
woningen
aan- en uitbouwen, bijgebouwen, overkappingen, garages en bergplaatsen
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van woningen
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van woningen, gelden de volgende bepalingen:
Tot een gebruik, strijdig met de bestemming, wordt in ieder geval gerekend het gebruik van (vrijstaande) bijgebouwen als zelfstandige woning en als afhankelijke woonruimte.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd af te wijken van het bepaalde in lid 6.1.2 om aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten toe te staan in aan- en uitbouwen en bijgebouwen, behorende bij de woning, met dien verstande dat bed en breakfast niet is toegestaan in bijgebouwen.
De voor 'Woongebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Onder de uitoefening van aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten in samenhang met het wonen wordt verstaan het gebruik van gedeelten van woningen ten behoeve van aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten, voor zover:
Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd:
Voor het bouwen gelden de volgende bepalingen:
woningen
aan- en uitbouwen, bijgebouwen, overkappingen, garages en bergplaatsen
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van woningen
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van woningen, gelden de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders zijn ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - afwijkingsgebied' bevoegd omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in 7.2.2, onder a, en toestaan dat maximaal 70 woningen worden gebouwd met inachtneming van de volgende voorwaarden;
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd af te wijken van het bepaalde in lid 7.2.2 onder f om voorgevels van woningen tot op 1 meter van het openbaar gebied toe te staan met dien verstande dat:
Tot een gebruik, strijdig met de bestemming, wordt in ieder geval gerekend het gebruik van (vrijstaande) bijgebouwen als zelfstandige woning en als afhankelijke woonruimte.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd af te wijken van het bepaalde in lid 7.1.2 om aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten toe te staan in aan- en uitbouwen en bijgebouwen, behorende bij de woning, met dien verstande dat bed en breakfast niet is toegestaan in bijgebouwen.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen in die zin, dat de aanduiding 'houtwal' van het plan wordt verwijderd, met dien verstande dat:
De voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de aanleg en instandhouding van rioolwaterleidingen.
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van lid 8.2 onder b, indien de bij de betrokken bestemming behorende bouwregels in acht worden genomen en het belang van de leiding(en) door de bouwactiviteiten niet onevenredig wordt geschaad. De omgevingsvergunning voor afwijken wordt niet verleend binnen een zone van 4 meter aan beide zijden van de aanduiding 'hartlijn leiding - riool'. Alvorens over het verlenen van omgevingsvergunning te beslissen winnen burgemeester en wethouders hieromtrent schriftelijk advies in bij de beheerder(s) van de leiding(en).
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Leiding - Riool' zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 8.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De werken en werkzaamheden, zoals in lid 8.4.1 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien het leidingbelang daardoor niet onevenredig wordt geschaad. Alvorens over het verlenen van omgevingsvergunning te beslissen winnen burgemeester en wethouders hieromtrent schriftelijk advies in bij de beheerder(s) van de leiding(en).
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Een gebruik in strijd met de in het plan gegeven bestemming en met het in of krachtens het plan ten aanzien van het gebruik van gronden en bouwwerken bepaalde, is in ieder geval het gebruik van:
Ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone' zijn geen woningen toegestaan.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen in die zin, dat de aanduiding 'milieuzone' van het plan wordt verwijderd, naar gelang de milieuhinder van het desbetreffende bedrijf of bedrijven wordt verminderd of opgeheven, krachtens wijziging of intrekking van de milieuvergunning of anderszins rechtens.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het plan:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, voorzover daaraan behoefte bestaat en zulks het belang van een goede ruimtelijke ontwikkeling van het in het plan begrepen gebied niet schaadt, de ligging van grenzen van bestemmings- en bouwvlakken en aanduidingen te wijzigen zodanig, dat:
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan Het Groene Woud 2015.