direct naar inhoud van Artikel 18 Wonen (W)
Plan: Kern Linschoten
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0335.BPKernLinschoten-VA03

Artikel 18 Wonen (W)

18.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen (W)' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het wonen daaronder begrepen aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf': tevens een bedrijf uit ten hoogste categorie 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - 3': tevens een bedrijfsactiviteit met SBI-code 926.1;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'garage': garages ten behoeve van het stallen van auto's en andere voertuigen;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'gestapeld': uitsluitend gestapelde woningen;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'kantoor': tevens kantoren;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'monumentale boom': tevens voor de bescherming en instandhouding van monumentale bomen;
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'opslag': een loods ten behoeve van opslagdoeleinden;
  • i. ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage': tevens een parkeergarage;
  • j. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 1': tevens een rijksmonument;
  • k. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 3': tevens een MIP-object;
  • l. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals erven, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, tuinen en water.

18.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

18.2.1 Algemeen

Ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang' dient een onderdoorgang te worden vrijgehouden met een minimale vrije hoogte van 3 m.

18.2.2 Hoofdgebouwen
  • a. hoofdgebouwen worden binnen het bouwvlak gebouwd;
  • b. de bouwhoogte van hoofdgebouwen bedraagt ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' aangegeven bouwhoogte;
  • c. de goothoogte van hoofdgebouwen bedraagt ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte (m)' aangegeven goothoogte;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 5' gelden tevens de volgende regels:
    • 1. er mogen uitsluitend vrijstaande en/of twee-aaneengebouwde hoofdgebouwen worden gebouwd;
    • 2. de breedte van hoofdgebouwen bedraagt tenminste 5 m en ten hoogste 12 m;
    • 3.

18.2.3 Dakkapellen

Dakkapellen op het dakvlak aan de voorzijde van een hoofdgebouw zijn toegestaan, met dien verstande dat:

  • a. de dakkapel voorzien is van een plat dak;
  • b. de hoogte niet meer bedraagt dan 1,75 m, gemeten vanaf de voet van de dakkapel;
  • c. de onderzijde zich meer dan 0,5 m en minder dan 1 m boven de dakvoet bevindt;
  • d. de bovenzijde zich meer dan 0,5 m onder de daknok bevindt;
  • e. de zijkanten zich meer dan 0,5 m van de zijkanten van het dakvlak bevinden.

18.2.4 Aan- en uitbouwen en bijgebouwen
  • a. de gezamenlijke oppervlakte van aan- en uitbouwen en bijgebouwen bedraagt ten hoogste:
    • 1. 60 m² voor bouwpercelen kleiner of gelijk aan 250 m²;
    • 2. 80 m² voor bouwpercelen groter dan 250 m² en kleiner of gelijk aan 500 m²;
    • 3. 100 m² voor bouwpercelen groter dan 500 m² en kleiner of gelijk aan 1.000 m²;
    • 4. 125 m² voor bouwpercelen groter dan 1.000 m²;

met dien verstande dat een bouwperceel tot ten hoogste 60% mag worden bebouwd;

  • b. het gezamenlijk oppervlak van bijgebouwen, aanbouwen of uitbouwen van gestapelde woningen bedraagt per woning ten hoogste 10 m²;
  • c. per woning mogen ten hoogste 2 vrijstaande bijgebouwen worden gebouwd;
  • d. de goothoogte van aan- en uitbouwen en bijgebouwen bedraagt ten hoogste 3 m óf de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw vermeerderd met 0,25 m;
  • e. de bouwhoogte van aan- en uitbouwen en bijgebouwen bedraagt ten hoogste 5 m.

18.2.5 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. de bouwhoogte van erfafscheidingen voor de voorgevel van het hoofdgebouw bedraagt ten hoogste 1m;
  • b. de bouwhoogte van erfafscheidingen elders bedraagt ten hoogste 2 m;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 6' bedraagt de bouwhoogte van erfafscheidingen ten hoogste 3 m;
  • d. de bouwhoogte van overige bouwwerk, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 3 m.

18.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken:

  • a. van het bepaalde in lid 18.2.4 sub a voor de bouw van aan- en uitbouwen voor mindervaliden tot een gezamenlijke oppervlakte van ten hoogste 100 m² mits het totale bouwperceel bebouwd wordt tot ten hoogste 60%;
  • b. een ontheffing als bedoeld in sub b wordt uitsluitend verleend indien de bebouwingskarakteristiek van de omgeving niet wordt aangetast en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig worden beperkt.

18.4 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

  • a. de vloeroppervlakte ten behoeve van aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten bedraagt ten hoogste 25% van de vloeroppervlakte van de betrokken woning met een maximum van 30 m²;
  • b. het is verboden het dak van aan- en uitbouwen en bijgebouwen te gebruiken als terras dan wel het dak toegankelijk te maken.

18.5 Afwijken van de gebruiksregels
18.5.1 Afwijken aan-huis gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 18.4 sub a voor het toestaan van aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten tot ten hoogste 50 m² van de vloeroppervlakte van de woning en bij deze woning behorende aan- en uitbouwen en bijgebouwen met inachtneming van de volgende regels:

  • a. het aan-huis-gebonden beroep of kleinschalige bedrijfsmatige activiteit mag geen onevenredige vergroting van de parkeerdruk en/of de verkeersbelasting veroorzaken;
  • b. het aan-huis-gebonden beroep of kleinschalige bedrijfsmatige activiteit mag geen onevenredige hinder voor het woonmilieu veroorzaken;
  • c. geen detailhandel is toegestaan, tenzij als ondergeschikte nevenactiviteit;
  • d. er mogen geen reclameborden groter dan 0,2 m² bij of aan de woning worden geplaatst.

18.5.2 Afwijken ten behoeve van dakterrassen

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 18.4 sub b voor het realiseren van een dakterras of het toegankelijk maken van het dak van aan- en uitbouwen en bijgebouwen, met dien verstande dat dit geen onevenredige aantasting van de privacy op de naburige percelen tot gevolg heeft.