Plan: | Buitenrand 2012 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0317.Buitenrand2012-VA01 |
het bestemmingsplan 'Buitenrand 2012' van de gemeente Eemnes;
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0317.Buitenrand2012-VA01 met de bijbehorende regels en bijlagen;
een aan een hoofdgebouw gebouwd gebouw dat in bouwkundig opzicht te onderscheiden is van het hoofdgebouw en in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
de uitoefening van een beroep aan huis op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen terrein, alsmede een beroep op het terrein van persoonlijke verzorging, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt;
de in categorie 1 genoemde bedrijven van de bij deze regels behorende Staat van bedrijfsactiviteiten, dan wel naar de aard en de invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen bedrijvigheid, die door een bewoner in of bij een woonhuis kan worden uitgeoefend en waarbij het woonhuis in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is;
een van de weg afgekeerde gevel van een hoofdgebouw die parallel of nagenoeg parallel loopt aan de voorgevel;
de achterste gevel of het verlengde daarvan van een hoofdgebouw;
Inzamelbedrijf met opslag, overslag en het bewerken middels sorteren, (af)zeven en scheiden van buiten de inrichting afkomstige afvalstoffen, bulkgoederen en (half)producten, te behoeve van nuttige toepassing elders, die naar aard en invloed op de omgeving vergelijkbaar is met een categorie 3.2 zoals bedoeld in de VNG-publicatie “Bedrijven en Milieuzonering";
een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren; uitgezonderd zijn: paardenfokkerij, paardenbedrijf en manege;
een bedrijf dat uitsluitend of overwegend gericht is op het verlenen van diensten aan agrarische bedrijven met behulp van met name landbouwwerktuigen en landbouwapparatuur of op het verrichten van werkzaamheden tot onderhoud of reparatie van landbouwwerktuigen of -apparatuur;
rond of ovaal theater met oplopende bankenrijen;
de aan een gebied toegekende waarden in verband met de kennis en studie van de in dat gebied voorkomende overblijfselen van menselijke aanwezigheid of activiteit uit oude tijden (archeologische relicten);
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
een kleinschalige overnachtingsaccommodatie (maximaal 6 bedden) gericht op het bieden van de mogelijkheid tot een toeristisch en kortdurend verblijf (maximaal 2 aaneengesloten weken) met het serveren van ontbijt. Een bed and breakfast is gevestigd in een woonhuis en wordt gerund door de eigenaren/bewoners van het betreffende huis. Bed and breakfast is een nevenfunctie naast wonen of de agrarische functie. Reclameuitingen en detailhandel zijn niet toegestaan;
een niet voor bewoning bestemd gebouw dat dient voor de uitoefening van een bedrijf;
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar, gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein, noodzakelijk is;
de totale vloeroppervlakte van de ruimte binnen een bouwwerk en/of op een terrein die wordt gebruikt voor de uitoefening van een aan huis verbonden beroep of de aan huis verbonden kleinschalige bedrijfsactiviteit of een dienstverlenende instelling, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de aarde verbonden bouwwerk met een dak;
een vrijstaand gebouw, behorende bij en dienstbaar aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw, da in functioneel en architectonisch opzicht ondergeschikt is aan dat hoofdgebouw (niet voor bewoning bestemd);
Een terrein met daarop begroeiing van groepen bomen met daarbij behorende ondergroei van planten waarop o.a. bosbouw wordt uitgeoefend;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
de grens van een bouwvlak;
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of nagenoeg gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten; bouwpercelen welke zijn verbonden middels de aanduiding 'relatie' worden beschouwd als één bouwperceel;
de grens van een bouwperceel;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten; bouwvlakken welke zijn verbonden middels de aanduiding 'relatie' worden beschouwd als één bouwvlak;
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
vrijliggende of aanliggende rijbaan, bestemd voor het openbaar vervoer;
de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis van dat bouwwerk of dat gebied heeft gemaakt;
activiteiten ter ontspanning in de vorm van sport, spel, toerisme en educatie, waarbij overnachting niet is toegestaan;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor de huisvesting van (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar, gelet op de bestemming van het gebouw of perceel noodzakelijk is;
al dan niet openbare instelling die beschikt over de gepaste inrichting om onderdak en nodige zorgen te verschaffen aan verloren, achtergelaten, verwaarloosde, in beslag genomen of verbeurdverklaarde dieren en/of tijdelijk verblijf van huisdieren;
vorm van recreatief gebruik, waarbij de recreatie geen specifiek beslag legt op de ruimte, zoals fiets-, voet- en ruiterpaden, picknickplaatsen, parkeerplaatsen, speelweiden, watersport en naar aard, omvang en schaal daarmee gelijk te stellen voorzieningen;
doeleinden ten behoeve waarvan gebruik van gebouwen en/of gronden of aangewezen delen daarvan is toegestaan;
elk bouwwerk dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
de geluidsbelasting door toedoen van menselijke activiteiten;
gebouwen welke dienen ter bewoning of andere geluidsgevoelige gebouwen of terreinen zoals bedoeld in de Wet geluidhinder c.q. het Besluit geluidhinder;
een inrichting, bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een geluidszone moet worden vastgesteld;
een agrarisch bedrijf, waarbij gebruik wordt gemaakt van open grond;
een functie waarvoor het hoofdgebouw als zodanig mag worden gebruikt;
een gebouw dat door zijn constructie of afmetingen, dan wel gelet op de bestemming als het belangrijkste gebouw op een bouwperceel kan worden aangemerkt;
bouwwerk ten behoeve van het opslaan van hooi;
het bedrijfsmatig verstrekken van maaltijden en spijzen of van dranken, alsmede het exploiteren van zaalaccommodatie; het verstrekken van nachtverblijf of het uitoefenen van detailhandel wordt hieronder niet begrepen;
een bedrijf dat is gericht op het kweken van planten en siergewassen en op het aanleggen en onderhouden van tuinen en andere groenvoorzieningen; het uitoefenen van detailhandel wordt hieronder niet begrepen;
een halte voor hoogwaardig openbaar vervoer met bijbehorende parkeervoorzieningen (P&R), abri's en bouwwerken, geen gebouw zijnde;
ondergeschikt verblijfslokaal ten behoeve van de recreatieve voorzieningen waar men consumpties kan kopen en nuttigen;
een ruimte die door haar aard, indeling en inrichting kennelijk is bedoeld voor het verrichten van werkzaamheden van hoofdzakelijk administratieve aard;
gebouw met (schuinliggende) glasramen niet zijnde een kwekerij en/of tuincentrum;
archeologisch onderzoek, uitgevoerd conform de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie;
agrarische bedrijfsvoorziening in de vorm van een gesloten (doorgaans betonnen) vloer ten behoeve van opslag van veevoeder (hooi, stro, gras e.d.);
een civieltechnische constructie;
bedrijfsactiviteit waar bedrijfsmatig bomen, heesters en/of planten worden gekweekt, een en ander in de vorm van vollegrondsteelt; het uitoefenen van detailhandel wordt hieronder niet begrepen;
de aan een gebied toegekende waarde, in verband met de waarneembare verschijningsvorm van dat gebied;
educatieve, sociaal-medische, sociaal-culturele, levensbeschouwelijke en religieuze voorzieningen, onderwijs- en sportvoorzieningen, recreatieve voorzieningen en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, alsook ondergeschikte detailhandel in combinatie met en ten dienste van deze voorzieningen;
een bedrijf gericht op het geven, dan wel faciliteren van paardensport-instructie, alsmede het geven van gelegenheid tot het (recreatief) stallen, houden en/of berijden van paarden, al dan niet in combinatie met ondergeschikte horeca-activiteiten, verenigingsaccommodatie en het houden van wedstrijden en andere evenementen;
het anders dan bedrijfsmatig bieden van zorg aan een of meer leden van een huishouding, die hulpbehoevend is of zijn op fysiek, psychisch en/of sociaal vlak;
opslag van mest in de vorm van mestsilo’s en mestbassins;
alle vervaardigde onroerende zaken welke van algemeen belang zijn wegens hun schoonheid, hun betekenis voor de wetenschap of hun cultuurhistorische waarden en welke zijn ingeschreven in de ingevolge de Monumentenwet of -verordening vastgestelde registers;
aan een gebied toegekende waarden in verband met de geologische, bodemkundige en biologische elementen voorkomend in dat gebied;
het in verband met een andere hoofdactiviteit uitoefenen van activiteiten in die mate dat duidelijk herkenbaar is dat die hoofdactiviteit de kernactiviteit is die op het perceel plaatsvindt en het uitoefenen van de bedoelde andere activiteiten alleen plaatsvindt als beperkt en ondergeschikt onderdeel van en voortvloeiende uit de hoofdactiviteit;
een voor verblijf geschikt, al dan niet aan zijn bestemming onttrokken, vaar- of voertuig, ark of caravan, voorzover dat of die niet als een bouwwerk is aan te merken, alsook een tent;
rijstrook met beperkte lengte waarop bestuurders snelheid kunnen maken c.q. snelheid kunnen minderen om in- danwel uit te voegen op de auto(snel-)weg, als aansluiting op het onderliggende wegennetwerk;
een ruimte voor radio- en televisieopnamen;
het (bedrijfsmatig) opslaan van goederen en materieel;
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, dat dient om een grondoppervlak te overkappen;
een door middel van een afscheiding afgezonderd stuk onoverdekt terrein met een andere ondergrond dan gras, kennelijk ingericht voor het africhten en/of trainen en berijden van paarden en pony's en/of het anderszins beoefenen van de paardensport, met of zonder de daarbij behorende voorzieningen;
een niet op agrarische productie gericht bedrijf gericht op het houden, stallen africhten, trainen en berijden van paarden en pony's, met als ondergeschikte nevenactiviteit het fokken, een en ander niet zijnde een manege;
het bedrijfsmatig, op agrarische productie gericht houden en stallen van paarden en pony's, met als hoofdactiviteit het fokken, africhten, trainen en berijden van paarden en pony's;
niet bedrijfsmatige activiteit gericht op het bieden van stallingsruimte voor meer dan 5 paarden, alsmede op het trainen, africhten en/of verzorgen van paarden, een en ander niet zijnde een manege;
niet bedrijfsmatige activiteit gericht op het bieden van stallingsruimte voor ten hoogste 5 paarden, alsmede op het trainen, africhten en/of verzorgen van paarden, een en ander niet zijnde een manege;
een gebouw of een gedeelte daarvan, dat dient voor het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, architectonisch, kunstzinnig, juridisch, medisch, paramedisch, therapeutisch of een daarmee naar aard gelijk te stellen gebied;
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele diensten ten behoeve van een ander tegen vergoeding;
een gebouw, al dan niet met een vaste fundering, voor verblijfsrecreatie, waarvan de gebruikers hun vaste woon- en verblijfplaats elders hebben en bestemd om gedurende een gedeelte van het jaar te worden bewoond; hieronder vallen tevens alle recreatieverblijven die voldoen aan de voorwaarden van het Bouwbesluit (woonfunctie bestaande bouw) en die niet aangemerkt kunnen worden als een stacaravan of chalet;
een aaneengesloten gedeelte van de verharding, al dan niet ingedeeld in rijstroken, bestemd voor het rijdend verkeer;
het deel van een rijbaan dat de breedte heeft van een voertuig, plus enige speling aan beide zijden;
een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden.
Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub, een (raam)prostitutiebedrijf en een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar;
een bedrijf dat is gericht op het fokken en verzorgen van paarden;
uitspanning in het buitengebied die dienst doet als pleisterplaats voor dagrecreatie, waar thee en andere dranken alsmede kleine spijzen verkrijgbaar zijn, geen restaurant zijnde;
kas waarin men planten of bloemen trekt;
een bedrijf dat gericht is op het voortbrengen van producten door middel van tele van gewassen, alsmede op het verkopen en het leveren van gewassen en andere goederen voor het inrichten van tuinen;
de kaart van het bestemmingsplan Buitenrand 2012, met het nummer NL.IMRO.0317.Buitenrand2012-VA01;
het verdelen van een perceel of woning in twee kleinere afzonderlijke kadastrale percelen c.q. woningen;
de gevel van een gebouw, die gekeerd is naar de weg of het openbaar gebied, of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg of naar openbaar gebied gekeerde gevels, de gevel die kennelijk als zodanig dient te worden aangemerkt;
natuurlijke of kunstmatige begrenzing of afscheiding die het water in zijn loop tegenhoudt en het achterliggende gebied beschermt tegen inundatie;
een constructie, geen gebouw of bouwwerk zijnde;
een complex van ruimten, geschikt en bestemd voor de huisvesting van niet meer dan één huishouden;
elk vaar- en/of drijftuig, dat uitsluitend of in hoofdzaak dient of, te beoordelen naar zijn constructie en/of inrichting, uitsluitend of in hoofdzaak bestemd is tot dag- en/of nachtverblijf van één of meerdere personen;
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
de kortste afstand van het verticale vlak in de zijdelingse perceelgrens tot enig punt van het op dat bouwperceel voorkomende bouwwerk;
de oppervlakte van alle op een bouwperceel aanwezige bouwwerken tezamen;
het oppervlak dat met bouwwerken is bebouwd, uitgedrukt in procenten van de oppervlakte van het bouwperceel, voor zover dat is gelegen binnen de bestemming of binnen een in de regels nader aan te duiden gedeelte van die bestemming;
tussen de buitenwerkse hoofdgevelvlakken en/of de harten van gemeenschappelijke scheidingsmuren;
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeiboord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk. Dakoverstekken waarvan de verticale projectie niet meer bedraagt dan 60 cm, worden niet meegerekend; indien de maat van de verticale projectie van de dakoverstekken meer bedraagt dan 60 cm, dient het meerdere wel te worden meegerekend. Een dakoverstek, rustend op kolommen, wordt in ieder geval gerekend als bebouwd oppervlak, gemeten aan de buitenzijde van die kolommen.
Bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden, tenzij anders weergegeven, ondergeschikte bouwonderdelen zoals plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding niet meer dan 0,5 m bedraagt.
Voor zonnecollectoren en zonnepanelen geldt dat deze buiten beschouwing mogen worden gelaten, mits de diepte niet meer dan 0,85 m vanaf de gevel bedraagt, tot een hoogte van 3 meter vanaf het maaiveld. Daarboven mag de diepte niet meer dan 0,5 vanaf de gevel bedragen.
De voor 'Agrarisch - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
In de bestemming is ten hoogste één bedrijfswoning per bouwvlak toegestaan, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' .
In de bestemming is ten hoogste één paardenbak per bouwvlak toegestaan, met dien verstande dat de afstand tot omliggende woningen minimaal 30 m bedraagt en de afstand tot bebouwing op eigen terrein maximaal 10 m bedraagt. Een paardenbak wordt opgericht achter (het verlengde van) de voorgevel van de bedrijfswoning, binnen het bouwvlak. Indien geen bouwvlak aanwezig is, is tevens op percelen groter dan 2.500 m2 ten hoogste één paardenbak per agrarisch perceel toegestaan, met dien verstande dat de afstand tot omliggende woningen minimaal 30 m bedraagt.
Opslag van (agrarische) producten en goederen buiten de bedrijfsgebouwen is uitsluitend toegestaan op een oppervlakte van in totaal 20 m2 aansluitend aan en loodrecht achter de bedrijfsbebouwing, tot een maximale hoogte van 3 m.
In de bestemming zijn stapmolens niet toegestaan.
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde:
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, als bedoeld in Artikel 33 lid 1, wordt in ieder geval gerekend:
Het bepaalde in Artikel 31 is van toepassing.
De voor 'Agrarisch - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
In de bestemming is ten hoogste één bedrijfswoning per bouwvlak toegestaan, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning', met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - tweede bedrijfswoning' een tweede bedrijfswoning is toegestaan.
In de bestemming is ten hoogste één paardenbak per bouwvlak toegestaan, met dien verstande dat de afstand tot omliggende woningen minimaal 30 m bedraagt en de afstand tot bebouwing op eigen terrein maximaal 10 m bedraagt. Een paardenbak wordt opgericht achter (het verlengde van) de voorgevel van de bedrijfswoning danwel het hoofdgebouw, binnen het bouwvlak of, indien hiervoor binnen het bouwvlak geen ruimte is, direct aansluitend bij het bouwvlak.
Opslag van (agrarische) producten en goederen buiten de bedrijfsgebouwen is uitsl uitend toegestaan op een oppervlakte van in totaal 20 m2 aansluitend aan en loodrecht achter de bedrijfsbebouwing, tot een maximale hoogte van 3 m.
In de bestemming zijn stapmolens niet toegestaan.
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde:
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, als bedoeld in Artikel 33 lid 1, wordt in ieder geval gerekend:
Ter plaatse van de aanduiding 'hovenier' aan de Goyergracht-Zuid 11b, mag ten hoogste 30% van de krachtens lid 4.2 toegelaten bebouwing worden gebruikt ten behoeve van een hoveniersbedrijf en/of ontwerpafdeling.
Het bepaalde in Artikel 31 is van toepassing.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening het bestemmingsplan te wijzigen ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingszone - wijzigingsgebied 2', ten behoeve van vergroting van de golfbaan, met inachtneming van het volgende:
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Onder het doel 'bedrijf' is per bedrijf één bedrijfswoning toegestaan, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning', met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - tweede bedrijfswoning' een tweede bedrijfswoning is toegestaan.
Ten aanzien van de bebouwing gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde:
In geval van (vervangende) nieuwbouw en/of een wijziging van het gebruik van gronden of gebouwen, dient op eigen terrein minimaal te worden voldaan aan de op dat moment meest recente parkeerkencijfers van het CROW.
Binnen de gronden met de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.1' zijn, met uitzondering van de in lid 5.1 genoemde inrichtingen, geen inrichtingen als bedoeld in het Besluit omgevingsrecht (Bor) bijlage I, onderdeel D toegestaan.
De voor 'Bedrijf - Paardenbedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Onder het doel 'paardenbedrijf' is per bouwvlak één bedrijfswoning toegestaan, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning', met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - tweede bedrijfswoning' een tweede bedrijfswoning is toegestaan. Ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten' is geen bedrijfswoning toegestaan.
Onder het doel 'manege' is tevens ondergeschikte horeca tot een oppervlakte van ten hoogste 100 m2 toegestaan.
In de bestemming is ten hoogste één binnenbak toegestaan, alsmede bedrijfsgebouwen waaronder paardenstallen en paardenboxen, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - binnenbak' twee binnenbakken zijn toegestaan.
In de bestemming zijn paardenbakken toegestaan, met dien verstande, dat de afstand van een paardenbak tot omliggende woningen minimaal 30 m bedraagt en de afstand tot bebouwing op eigen terrein maximaal 10 m bedraagt. Een paardenbak wordt opgericht achter (het verlengde van) de voorgevel van de bedrijfswoning.
In de bestemming is ten hoogste één open stapmolen en één onoverdekte longeerkraal per bouwperceel toegestaan, met dien verstande dat de afstand tot omliggende woningen minimaal 50 m bedraagt en de afstand tot bebouwing op eigen terrein maximaal 10 m bedraagt. Een open stapmolen of onoverdekte longeerkraal wordt gebouwd achter de achtergevellijn van de bedrijfswoning.
In de bestemming zijn overkapte stapmolens toegestaan met een diameter van 20 m, een goothoogte van maximaal 2,5 m en een nokhoogte van maximaal 4,2 m, met inachtneming van het bepaalde in lid 6.2 sub a onder 1 en 2.
In de bestemming zijn overkapte longeerkralen toegestaan met een diameter van 20 m, een goothoogte van maximaal 2,5 m en een nokhoogte van maximaal 4,2 m, met inachtneming van het bepaalde in lid 6.2 sub a onder 1 en 2.
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan het aantal en aan de locatie van parkeervoorzieningen, aan de situering van bebouwing en de verkeerveiligheid in die zin dat:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde:
In geval van (vervangende) nieuwbouw en/of een wijziging van het gebruik van gronden of gebouwen, dient op eigen terrein minimaal te worden voldaan aan de op dat moment meest recente parkeerkencijfers van het CROW.
Het bepaalde in Artikel 31 is van toepassing.
De voor 'Bedrijf - Tentenverhuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Onder het doel 'tentenverhuurbedrijf' is één bedrijfswoning toegestaan, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning'.
Ten aanzien van de bebouwing gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de plaats, afmetingen, vorm en toe te passen bouwmaterialen van aan- en uitbouwen en bijgebouwen bij gebouwen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - gemeentelijk monument', voor zover nodig voor instandhouding en bescherming van de monumentale waarden en ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde:
De hoeveelheid consumentenvuurwerk die mag worden opgeslagen ten behoeve van de verkoop en opslag van consumentenvuurwerk bedraagt maximaal 50.000 kilogram.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening het bestemmingsplan te wijzigen, in die zin dat de bestemming 'Bedrijf - Tentenverhuur' kan worden gewijzigd in 'Bedrijf', met inachtneming van het volgende:
De voor 'Bos' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Ten aanzien van de bebouwing gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen met het oog op de bescherming van de bos- en houtopstanden nadere eisen stellen aan de omvang en situering van bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
Het bepaalde in Artikel 31 is van toepassing.
De voor 'Cultuur en ontspanning' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
In de bestemming is geen bedrijfswoning toegestaan.
In de bestemming is ten hoogste één paardenbak toegestaan, met dien verstande dat de afstand tot omliggende woningen minimaal 30 m bedraagt en de afstand tot bebouwing op eigen perceel maximaal 10 m bedraagt. Een paardenbak wordt opgericht achter (het verlengde van) de voorgevel van het bijbehorende hoofdgebouw.
Ten aanzien van de bebouwing gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
nadere eisen stellen aan:
Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening het bestemmingsplan te wijzigen, in die zin dat de bestemming 'Cultuur en ontspanning' kan worden gewijzigd in 'Wonen', met inachtneming van het volgende:
De voor 'Detailhandel' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Binnen de bestemming is per afzonderlijk bestemmingsvlak één bedrijfswoning toegestaan, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning'.
Ten aanzien van de bebouwing gelden de volgende regels:
Het is verboden om producten aan te bieden, welke niet direct aan de activiteiten van een tuincentrum gekoppeld zijn.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening het bestemmingsplan te wijzigen ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingszone - wijzigingsgebied 1', om de oppervlakte ter plaatse van de aanduiding 'maximum oppervlakte (m2)' zoals genoemd in lid 10.2 onder b te vergroten, met inachtneming van het volgende:
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Ten aanzien van de bebouwing gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening het bestemmingsplan te wijzigen ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingszone - wijzigingsgebied 3', ten behoeve van de realisatie van een HOV-halte met bijbehorende parkeervoorzieningen en geluidwerende voorzieningen, met inachtneming van het volgende:
De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende;
In de bestemming is één inpandige bedrijfswoning toegestaan.
Ten aanzien van de bebouwing gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 12.2 onder c voor het verhogen van de maximale goothoogte tot ten hoogste 5 m.
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Ter plaatse van de aanduiding 'kinderboerderij' is ten hoogste één bedrijfswoning toegestaan, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning'.
Ten aanzien van de bebouwing gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats van bouwwerken ten behoeve van:
De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Ten aanzien van de bebouwing gelden de volgende regels:
Het bepaalde in Artikel 31 is van toepassing.
De voor 'Recreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Ter plaatse van de aanduiding 'kinderboerderij' is ten hoogste één bedrijfswoning toegestaan, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning'.
Ter plaatse van de aanduiding 'jachthaven' is ten hoogste één jacht- en passantenhaven per locatie (aanduidingsvlak) toegestaan, met per afzonderlijke jacht- en passantenhaven ten hoogste één bedrijfswoning, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning'.
Onder het doel 'watersportbedrijven en jacht- en passantenhavens' zijn mede begrepen:
Onder een gebruik, strijdig met deze bestemming, als bedoeld in Artikel 33 lid 1, wordt in ieder geval begrepen:
De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Ten aanzien van de bebouwing gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats van bouwwerken en parkeervoorzieningen ten behoeve van:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 16.2 onder g ten behoeve van palen voor vangnetten tot een bouwhoogte van ten hoogste 8 m.
Het aantal parkeerplaatsen ten behoeve van de golfbaan dient minimaal 150 te bedragen. De parkeerplaatsen dienen binnen het daartoe op de kaart aangegeven gebied ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein' te zijn gelegen.
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Ten aanzien van de bebouwing gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde:
Het bepaalde in Artikel 31 is van toepassing.
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Voor het doel 'wegen' geldt dat het aantal rijstroken ten hoogste het bestaande aantal mag bedragen.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening het bestemmingsplan te wijzigen ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingszone - wijzigingsgebied 3', ten behoeve van de realisatie van een HOV-halte met bijbehorende parkeervoorzieningen en geluidwerende voorzieningen, met inachtneming van het volgende:
De voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Ten aanzien van de bebouwing gelden de volgende regels:
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Ter plaatse van de aanduiding 'woonschepenligplaats' is ten hoogste het middels de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' aangegeven aantal woonschepen toegestaan.
Ten aanzien van de bebouwing gelden de volgende regels:
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Onder het doel 'wonen' is mede begrepen de uitoefening van een aan huis verbonden beroep en een aan huis verbonden kleinschalige bedrijfsactiviteit, inclusief praktijkruimten, waarvan het bruto vloeroppervlak niet meer mag bedragen dan 25% van het bruto vloeroppervlak van de woning met een maximum van 40 m².
Het doel 'wonen' is beperkt tot één woning per bestemmingsvlak, tenzij middels een aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' op de verbeelding een hoger aantal woningen als maximum is aangeduid, in welk geval dat aantal als maximum aantal woningen geldt. Ter plaatse van de aanduiding 'twee-aaneen' is dit aantal uitsluitend in de vorm van halfvrijstaande woningen toegestaan. Bij bestemmingsvlakken die gekoppeld zijn middels de aanduiding 'relatie' mag de woning uitsluitend worden opgericht in het bestemmingsplan waarin de bestaande woning aanwezig is.
In de bestemming is ten hoogste één paardenbak per bouwperceel toegestaan, met dien verstande dat binnen de bestemming 'Tuin' behorende bij hetzelfde perceel nog geen paardenbak is gerealiseerd, de afstand tot omliggende woningen minimaal 30 m bedraagt en de afstand tot bebouwing op eigen perceel maximaal 10 m bedraagt. Een paardenbak wordt opgericht achter (het verlengde van) de voorgevel van het bijbehorende hoofdgebouw.
Ten aanzien van de bebouwing gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
nadere eisen stellen aan:
Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde:
Bij een gesplitste woning mag de maximale oppervlakte aan bijgebouwen niet meer dan 60 m² per woning bedragen, waarbij de goothoogte niet meer mag bedragen dan 3 m. Bijgebouwen mogen met kap worden gebouwd, waarbij de dakhelling niet minder dan 40° en niet meer dan 50° bedraagt.
De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor een ondergrondse leiding voor het transport van aardgas met een diameter van ten hoogste 18 inch en een druk van ten hoogste 66,2 bar met de daarbij behorende belemmeringenstrook .
In afwijking van hetgeen elders in deze regels is bepaald ten aanzien van het bouwen krachtens de overige bestemmingen mogen op of in deze gronden uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde worden opgericht ten behoeve van ondergrondse gastransportleidingen, tot een bouwhoogte van 3 m.
Het is verboden op of in deze gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het verbod als bedoeld in lid 22.3.1 geldt niet voor de werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden:
De werken en werkzaamheden als bedoeld in lid 22.3.1 zijn slechts toelaatbaar indien:
De voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de aanleg, instandhouding en bescherming van ondergrondse rioolwatertransportleidingen.
In afwijking van hetgeen elders in deze regels is bepaald ten aanzien van het bouwen krachtens de overige bestemmingen mogen op of in deze gronden uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde worden opgericht ten behoeve van ondergrondse rioolwatertransportleidingen, tot een bouwhoogte van 3 m.
Het is verboden op of in deze gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het verbod als bedoeld in lid 23.3.1 geldt niet voor de werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden:
De werken en werkzaamheden als bedoeld in lid 23.3.1 zijn slechts toelaatbaar indien:
De voor 'Leiding - Water' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor aanleg, instandhouding en bescherming van ondergrondse watertransportleidingen.
In afwijking van hetgeen elders in deze regels is bepaald ten aanzien van het bouwen krachtens de overige bestemmingen mogen op of in deze gronden uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde worden opgericht ten behoeve van ondergrondse watertransportleidingen, tot een bouwhoogte van 3 m.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 24.2 voor het bouwen van bouwwerken, voor zover deze zijn toegelaten krachtens de op deze gronden overige voorkomende bestemming(en), met inachtneming van de volgende voorwaarden:
Het is verboden op of in deze gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het verbod als bedoeld in lid 24.4.1 geldt niet voor de werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden:
De werken en werkzaamheden als bedoeld in lid 24.4.1 zijn slechts toelaatbaar indien:
De voor 'Waarde - Archeologie hoge verwachting' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden.
In de situatie als bedoeld in lid 25.2.1 onder b, kan het bevoegd gezag de volgende voorwaarden aan de Omgevingsvergunning - activiteit bouwen verbinden:
Indien sub c van toepassing is, wordt in de voorwaarden bij de Omgevingsvergunning - activiteit bouwen geregeld wat de gevolgen zijn bij vondsten die worden gedaan tijdens de uitvoering van de bouwwerkzaamheden.
Lid 25.2.1 en lid 25.2.2 zijn niet van toepassing indien de aanvraag betrekking heeft op:
Het is verboden om op of in de voor 'Waarde - Archeologie hoge verwachting' aangewezen gronden, zonder of in afwijking van een vergunning van het bevoegd gezag (Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden) de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in lid 25.3.1 is niet van toepassing, indien de werkzaamheden of werken:
In de situatie als bedoeld in lid 25.3.3 onder b, kan het bevoegd gezag de volgende voorwaarden aan de Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden verbinden:
Indien sub c van toepassing is, wordt in de voorwaarden bij de Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden geregeld wat de gevolgen zijn bij vondsten die worden gedaan tijdens de uitvoering van de werken of werkzaamheden.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de voor 'Waarde - Archeologie hoge verwachting' aangewezen gronden, die, bij wijze van dubbelbestemming, bestemd zijn voor bescherming en veiligstelling van archeologische waarden te wijzigen of geheel of gedeeltelijk van de verbeelding te verwijderen, indien:
De voor 'Waarde - Archeologie lage verwachting' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden.
In de situatie als bedoeld in lid 26.2.1 onder b, kan het bevoegd gezag de volgende voorwaarden aan de Omgevingsvergunning - activiteit bouwen verbinden:
Indien sub c van toepassing is, wordt in de voorwaarden bij de Omgevingsvergunning - activiteit bouwen geregeld wat de gevolgen zijn bij vondsten die worden gedaan tijdens de uitvoering van de bouwwerkzaamheden.
Lid 26.2.1 en lid 26.2.2 zijn niet van toepassing indien de aanvraag betrekking heeft op:
Het is verboden om op of in de voor 'Waarde - Archeologie lage verwachting' aangewezen gronden, zonder of in afwijking van een vergunning van het bevoegd gezag (Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden) de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in lid 26.3.1 is niet van toepassing, indien de werkzaamheden of werken:
In de situatie als bedoeld in lid 26.3.3 onder b, kan het bevoegd gezag de volgende voorwaarden aan de Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden verbinden:
Indien sub c van toepassing is, wordt in de voorwaarden bij de Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden geregeld wat de gevolgen zijn bij vondsten die worden gedaan tijdens de uitvoering van de werken of werkzaamheden.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de voor 'Waarde - Archeologie lage verwachting' aangewezen gronden, die, bij wijze van dubbelbestemming, bestemd zijn voor bescherming en veiligstelling van archeologische waarden te wijzigen of geheel of gedeeltelijk van de verbeelding te verwijderen, indien:
De voor 'Waarde - Archeologie middelhoge verwachting' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden.
In de situatie als bedoeld in lid 27.2.1 onder b, kan het bevoegd gezag de volgende voorwaarden aan de Omgevingsvergunning - activiteit bouwen verbinden:
Indien sub c van toepassing is, wordt in de voorwaarden bij de Omgevingsvergunning - activiteit bouwen geregeld wat de gevolgen zijn bij vondsten die worden gedaan tijdens de uitvoering van de bouwwerkzaamheden.
Lid 27.2.1 en lid 27.2.2 zijn niet van toepassing indien de aanvraag betrekking heeft op:
Het is verboden om op of in de voor 'Waarde - Archeologie middelhoge verwachting' aangewezen gronden, zonder of in afwijking van een vergunning van het bevoegd gezag (Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden) de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in lid 27.3.1 is niet van toepassing, indien de werkzaamheden of werken:
In de situatie als bedoeld in lid 27.3.3 onder b, kan het bevoegd gezag de volgende voorwaarden aan de Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden verbinden:
Indien sub c van toepassing is, wordt in de voorwaarden bij de Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden geregeld wat de gevolgen zijn bij vondsten die worden gedaan tijdens de uitvoering van de werken of werkzaamheden.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de voor 'Waarde - Archeologie middelhoge verwachting' aangewezen gronden, die, bij wijze van dubbelbestemming, bestemd zijn voor bescherming en veiligstelling van archeologische waarden te wijzigen of geheel of gedeeltelijk van de verbeelding te verwijderen, indien:
De voor 'Waarde - Natuur' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
Het bepaalde in artikel 31 is van toepassing. Werken en werkzaamheden als bedoeld in dit artikel op en in de voor 'Waarde - Natuur' aangewezen gronden zijn slechts toegelaten indien een schriftelijk advies is ingewonnen van de waterbeheerder.
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor waterkering en doeleinden ten behoeve van de waterhuishouding.
Op deze gronden mogen, gehoord de waterbeheerder, uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd ten dienste van de in lid 29.1 genoemde doeleinden onder de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 29.2 voor het bouwen van bouwwerken die op grond van het bepaalde elders in deze regels zijn toegestaan, mits dit niet strijdig is met de belangen van de waterkering, in welk kader de waterbeheerder wordt gehoord.
Het bepaalde in Artikel 31 is van toepassing.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden op en/of in de hierna genoemde gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
andere werken | ||||||||||
a | b | c | d | e | f | g | h | i | ||
Gronden met de bestemming: | ||||||||||
Agrarisch - 1 | x | x | x | x | x | x | x | x | x | |
Agrarisch - 2 | x | x | x | x | x | x | x | x | x | |
Bedrijf - Paardenbedrijf | x | x | x | x | x | x | x | x | x | |
Bos | x | x | x | - | x | - | - | x | - | |
Natuur | x | x | x | - | x | - | - | x | - | |
Tuin | x | x | x | - | x | - | - | x | x | |
Waarde - Natuur | x | x | x | x | x | x | x | x | x | |
Waterstaat - Waterkering | - | x | x | x | x | - | - | x | x |
x omgevingsvergunningplichtig
- omgevingsvergunning niet van toepassing
andere werken:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 31.1 mag alleen worden verleend indien door de uitvoering van het andere werk dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, geen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de waarden en/of functies die het plan beoogt te beschermen, tenzij hieraan door het stellen van voorwaarden voldoende tegemoet kan worden gekomen. De werken of werkzaamheden mogen geen significant effect hebben op de Ecologische hoofdstructuur (EHS).
Bij de afweging als bedoeld in lid 31.2 wordt in ieder geval betrokken de bestemmingsomschrijving van de ter plaatse geldende bestemming.
Geen omgevingsvergunning als bedoeld in lid 31.1 is vereist voor:
Onderkeldering / ondergrondse bebouwing is uitsluitend toegestaan onder bovengrondse bebouwing en in maximaal één laag waarvan de diepte niet meer dan 3 m mag bedragen.
Indien de bestaande bebouwing op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan afwijkt van het bepaalde in het plan, dan is de bestaande maatvoering maatgevend, mits deze maatvoering op een legale wijze tot stand is gekomen.
Onoverdekte zwembaden en jacuzzi's zijn toegestaan binnen de bestemmingen 'Agrarisch - 1', Agrarisch - 2', 'Bedrijf', 'Bedrijf - Paardenbedrijf', 'Bedrijf - Tentenverhuur' en 'Wonen'. Voor het bouwen van onoverdekte zwembaden en jacuzzi's gelden de volgende regels:
Als een verboden gebruik als bedoeld in artikel 2.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht wordt in elk geval beschouwd:
Onder een gebruik, strijdig met het bestemmingsplan wordt niet verstaan het gebruiken of laten gebruiken van gronden ten behoeve van weekmarkten, jaarmarkten, evenementen, festiviteiten, manifestaties en horecaterrein, indien en voor zover daarvoor ingevolge een wettelijk voorschrift een omgevingsvergunning is verleend.
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 33.1 voor stalling van caravans in (voormalige) agrarische bedrijfsgebouwen en bedrijfsgebouwen.
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 33.1 voor opslag en bewaring van producten en goederen die verband houden met bedrijfsactiviteiten die ingevolge Hoofdstuk 2 toelaatbaar zijn, in (voormalige) agrarische bedrijfsgebouwen en bedrijfsgebouwen.
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 33.1 indien strikte toepassing van deze bepalingen leidt tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, die niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.
Ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie' zijn de gronden, naast de aldaar voorkomende bestemming, mede bestemd voor het tegengaan van een te hoge geluidsbelasting op nieuwe geluidgevoelige bebouwing als gevolg van industrielawaai.
Ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie' is het - met uitzondering van herbouw ten behoeve van een bestaande geluidgevoelige functie - niet toegestaan om gebouwen ten behoeve van geluidgevoelige functies als bedoeld in de Wet geluidhinder te bouwen dan wel het gebruik van gebouwen ten behoeve van niet-geluidgevoelige functies om te zetten in het gebruik van gebouwen ten behoeve van geluidgevoelige functies.
In afwijking van het bepaalde bij de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen mogen ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - lpg' geen kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten worden gebouwd.
Tot een gebruik, strijdig met deze gebiedsaanduiding, wordt in ieder geval gerekend:
Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen in die zin dat:
Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - vuurwerk' is het vestigen van kwetsbare objecten als bedoeld in het Vuurwerkbesluit niet toegestaan, tenzij de kwetsbare objecten onderdeel uitmaken van de betreffende risicovolle inrichting.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen:
Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - bedrijven' is het vestigen van kwetsbare objecten niet toegestaan.
Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - reserveringszone infrastructuur' zijn de gronden mede bestemd voor een reserveringszone ten behoeve van uitbreiding van de rijksinfrastructuur.
Burgemeester en wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, bij een omgevingsvergunning afwijken van:
mits de overschrijding van bouwvlak- of bestemmingsgrenzen niet meer dan 1,5 m bedraagt;
Algemene criteria
Voor elke wijziging geldt in zijn algemeenheid dat in de afweging in ieder geval de agrarische, landschappelijke, verkeerstechnische en milieuhygiënische belangen, alsmede de luchtkwaliteit worden betrokken. Met het oog daarop worden in elk geval de volgende criteria in acht genomen:
Burgemeester en wethouders kunnen overeenkomstig artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening de bouwvlakken binnen de bestemming 'Agrarisch - 1' en 'Agrarisch - 2' en de bestemmingen 'Bedrijf - Paardenbedrijf' en 'Bedrijf - Tentenverhuur', mits een bedrijfswoning is toegestaan, wijzigen in de bestemming 'Wonen' ten behoeve van omzetting van de bedrijfswoning in een woning, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders kunnen overeenkomstig artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening het bestemmingsplan, de gronden welke zijn bestemd als 'Agrarisch - 1' danwel 'Agrarisch - 2, wijzigen ten behoeve van 'Natuur', onder de voorwaarde dat de desbetreffende gronden specifiek zijn verworven voor de realisering van de natuur- en landschapsfunctie.
Burgemeester en wethouders kunnen overeenkomstig artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening het bestemmingsplan, de gronden welke zijn bestemd als 'Recreatie' met de nadere aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - volkstuin 1' danwel 'specifieke vorm van recreatie - volkstuin 2' wijzigen in de bestemming 'Agrarisch - 2', zonder bouwvlak.
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 37.1 voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in lid 37.1 met maximaal 10%.
Lid 37.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 37.4, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
Indien het gebruik, bedoeld in lid 37.4, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
Lid 37.4 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan Buitenrand 2012.