Plan: | Centrale As |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0313.Centraleas0100-0302 |
het bestemmingsplan Centrale As met identificatienummer NL.IMRO.0313.Centraleas0100-0302 van de gemeente Bunschoten.
de geometrisch bepaalde planobjecten met bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
een bouwwerk, geen gebouw zijnde.
een werk, geen bouwwerk zijnde.
een aan een woning aangebouwd, al dan niet voor bewoning bestemd gebouw, dat als uitbreiding van een woning dient.
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
de oppervlakte van de bebouwing binnen het bouwvlak, bestemmingsvlak of aanduidingsvlak, uitgedrukt in een percentage van de oppervlakte van dat vlak.
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is.
bouwwerk, object, afmeting, percentage, afstand, plaats, situatie, zoals dat of die rechtens bestaat of mag bestaan op het tijdstip van ontwerp terinzagelegging van het plan.
de grens van een bestemmingsvlak.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
een niet voor bewoning bestemd gebouw, behorende bij en dienstbaar aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw, dat in functioneel en architectonisch opzicht ondergeschikt is aan en ten dienste staat van het hoofdgebouw.
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.
de grens van een bouwvlak.
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
een grens van een bouwperceel.
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
schriftelijke rapportage met een onderzoek naar de architectuur- bouw- en cultuurgeschiedenis en de ruimtelijke kwaliteit van een bouwwerk; Dit omvat een inventarisatie, analyse en waardering.
schriftelijke motivering of rapportage waarin de cultuur- en bouwhistorische waarden zijn geanalyseerd, meegewogen en ingepast in de uit te voeren werkzaamheden.
de kaart, zoals opgenomen in bijlage 3 behorende bij deze regels, waarop de erfgoedcontour van het gebied 'Centrale As' is aangegeven met daarbinnen de onderscheidenlijke cultuurhistorische waarden.
iedere bovenbeëindiging van een gebouw.
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die de goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
een zelfstandig, al dan niet zijdelings aaneengebouwd, gebouw dat één woning omvat.
contour op de verbeelding met de waarde cultuurhistorie; de binnen deze contour gelegen objecten (panden en elementen, zoals karakteristieke details en groen), en structuren en aspecten worden, voor zover zij aangegeven staan op de 'Cultuurhistorische beleidskaart Centrale As', beschermd door (de planregels van) de dubbelbestemming 'Waarde - Cultuurhistorie'.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
een woning, waarboven of waaronder, andere woningen of delen daarvan zijn gelegen.
een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.
het bedrijfsmatig verschaffen c.q. verstrekken van logies, dranken, maaltijden en/of kleine eetwaren -overwegend voor nuttiging ter plaatse-, zoals het hotelbedrijf, het restaurant bedrijf, een snackbar, een cafe of een combintatie van twee of meer van deze bedrijven.
(eet)cafés, restaurants, koffieshops, lunchrooms, brasseriën, cafetaria's, snackbars en soortgelijke gelegenheden waaronder hotels en al of niet in combinatie met elkaar, waaronder in ieder geval niet begrepen: cateringbedrijven, maaltijdbezorgdiensten, nachtclubs, bardancings en discotheken.
persoon of groep personen die een huishouding voert, waarbij sprake is van onderlinge verbondenheid en continuïteit in de samenstelling ervan. Bedrijfsmatige kamerverhuur wordt daaronder niet begrepen.
detailhandel via internet, met dien verstande dat:
voorzieningen ten behoeve van educatieve-, sociaal-medische-, sociaal-culturele- en levensbeschouwelijke activiteiten, activiteiten ten behoeve van sport en sportieve recreatie en activiteiten ten behoeve van openbare dienstverlening, alsmede ondergeschikte detailhandel en horeca ten dienste van deze activiteiten.
de op basis van art.15 Monumentenwet 1988 ingestelde commissie met als taak het college op verzoek of uit eigen beweging te adviseren over de toepassing van de Monumentenwet 1988, de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, de erfgoedverordening en het monumentenbeleid.
de woning, zoals die is of mag worden gebouwd overeenkomstig de eerste daarvoor verleende omgevingsvergunning of een ander oudtijds verworven recht.
het bedrijfsmatig opslaan, verpakken en verhandelen van goederen.
De kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is.
detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit van nijverheid en industrie, in ter plaatse vervaardigde goederen.
een bedrijfsmatige activiteit uitsluitend of overwegend gericht op het verlenen van diensten aan particulieren met een rechtstreeks contact met het publiek waaronder een katoor met baliefunctie en niet zijnde detailhandel, horeca of seksinrichting.
de voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, alsmede een erotische massagesalon, een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar.
recreatief verblijf waarbij overnacht wordt in een kampeermiddel of recreatiefwoonverblijf.
activiteiten die betrekking hebben op het verplaatsen en (in de openlucht) verblijven van personen en die veelal plaatsvinden in straten, woonerven en op pleinen, daaronder begrepen speelvoorzieningen, parkeerplaatsen, groen- en watervoorzieningen.
de naar de weg gekeerde of aan de voorzijde van een gebouw gelegen gevel of, indien het een gebouw betreft met meerdere zodanige gevels, één van die gevels.
de voorgevel van een gebouw en het verlengde daarvan.
een beroep of de beroepsmatige verlening van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen terrein.
de door de gemeenteraad ingestelde commissie met als taak het college op verzoek of uit eigen beweging te adviseren over de toepassing van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden, niet zijnde een woonwagen, of voor de huisvesting van maximaal vier afzonderlijke personen wanneer er geen huishouden in het gebouw is ondergebracht en de vloeroppervlakte van de woning groter is dan 80 m² bvo.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren , verticaal geprojecteerd op het onderliggende horizontale vlak.
afstanden tussen bouwwerken onderling en ook afstanden van bouwwerken tot erfscheidingen worden daar gemeten, waar deze afstanden het kleinst zijn.
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw-, c.q. bestemmingsgrenzen niet meer dan 1 m bedraagt.
Vergunningsplichtig daar waar het zichtbaar is vanaf de openbare (of publieke) ruimte houdt in vanaf een oogpunt van 1,60 meter hoogte, staande op welke plaats dan ook in de publieke ruimte. Dat wat zichtbaar is, is vergunningsplichtig in de context van de gehele gevel.
De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de gronden als bedoeld in lid 3.1 mogen uitsluitend andere bouwwerken worden gebouwd waarvan de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan hierna is aangegeven:
bouwwerken | max. bouwhoogte |
erf- en terreinafscheidingen | 1 m |
overige andere bouwwerken | 2,5 m |
De voor 'Agrarisch met waarden - Stadsweiden' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de gronden als bedoeld in lid 4.1 mogen uitsluitend ten behoeve van de in dat lid genoemde bestemmingsomschrijving transparante afrasteringen worden gebouwd tot een bouwhoogte van maximaal 1,5 m.
Behoudens het bepaalde in lid 4.3.2, is het verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden ) op en in de hierna aangegeven gronden de daarbij aangegeven werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
Werken en werkzaamheden als bedoeld in lid 4.3.1, zijn slechts toelaatbaar, indien door die werken of werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, een of meer waarden of functies van de in die artikelen bedoelde gronden, welke het plan beoogt te beschermen,
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Ten behoeve van de in 5.1 genoemde bestemmingsomschrijving mogen, met inachtneming van de in 5.2.1 en 5.2.2 genoemde regels, de daarbij behorende voorzieningen in de vorm van gebouwen, andere bouwwerken en andere werken worden gerealiseerd.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van andere bouwwerken gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in 5.1 voor de uitoefening van bedrijfsactiviteiten die niet voorkomen in de tot het plan behorende Staat van bedrijfsactiviteiten, voor zover die bedrijfsactiviteiten naar aard en omvang maximaal gelijk te stellen zijn aan de in de Staat van bedrijfsactiviteiten genoemde bedrijfsactiviteiten.
De voor 'Detailhandel' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Ten behoeve van de in 6.1 genoemde bestemmingsomschrijving mogen, met inachtneming van de in 6.2.1 en 6.2.2 genoemde regels, de daarbij behorende voorzieningen in de vorm van gebouwen, andere bouwwerken en andere werken worden gerealiseerd.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van andere bouwwerken gelden de volgende regels:
De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Ten behoeve van de in 7.1 genoemde bestemmingsomschrijving mogen, met inachtneming van de in 7.2.1 en 7.2.2 genoemde regels, de daarbij behorende voorzieningen in de vorm van gebouwen, andere bouwwerken en andere werken worden gerealiseerd.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van andere bouwwerken gelden de volgende regels:
De voor 'Groen - 1' aangewezen gronden zijn uitsluitend bestemd voor:
Op en in de gronden als bedoeld in lid 8.1 mogen uitsluitend bij een en ander behorende andere bouwwerken worden gebouwd.
Voor het bouwen van andere bouwwerken als bedoeld in lid 8.2.1 mag de bouwhoogte niet meer bedragen dan hierna is aangegeven:
bouwwerken | max. bouwhoogte |
licht- en andere masten | 10 m |
speelvoorzieningen en beeldende kunstwerken | 5 m |
overige andere bouwwerken | 2,5 m |
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in:
De voor 'Groen - 2' aangewezen gronden zijn uitsluitend bestemd voor:
Op en in de gronden als bedoeld in lid 9.1 mogen uitsluitend bij een en ander behorende andere bouwwerken worden gebouwd.
Voor het bouwen van andere bouwwerken als bedoeld in lid 9.2.1 mag de bouwhoogte niet meer bedragen dan hierna is aangegeven:
bouwwerken | max. bouwhoogte |
licht- en andere masten | 10 m |
speelvoorzieningen en beeldende kunstwerken | 5 m |
overige andere bouwwerken | 2,5 m |
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in:
De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Ten behoeve van de in 10.1 genoemde bestemmingsomschrijving mogen, met inachtneming van de in 10.2.1 en 10.2.2 genoemde regels, de daarbij behorende voorzieningen in de vorm van gebouwen, andere bouwwerken en andere werken worden gerealiseerd.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van andere bouwwerken gelden de volgende regels:
De voor Kantoor aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Ten behoeve van de in 11.1 genoemde bestemmingsomschrijving mogen, met inachtneming van de in 11.2.1 en 11.2.2 genoemde regels, de daarbij behorende voorzieningen in de vorm van gebouwen, andere bouwwerken en andere werken worden gerealiseerd.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van andere bouwwerken gelden de volgende regels:
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Ten behoeve van de in 12.1 genoemde bestemmingsomschrijving mogen, met inachtneming van de in 12.2.1 en 12.2.2 genoemde regels, de daarbij behorende voorzieningen in de vorm van gebouwen, andere bouwwerken en andere werken worden gerealiseerd.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van andere bouwwerken gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in 12.2.1, sub b ten behoeve van het bouwen van meerdere ondergeschikte bijgebouwen buiten het bouwvlak, met dien verstande dat:
Gronden gelegen binnen het bestemmingsvlak 'Maatschappelijk' aan de Rembrandt van Rijnstraat 16, basisschool De Ark, mogen buiten het bouwvlak tot maximaal 5 jaar na het moment van inwerkingtreding van dit bestemmingsplan gebruikt worden ten behoeve van de vestiging van ten hoogste 2 noodlokalen met een gezamenlijk maximale oppervlakte van 150 m² en een bouwhoogte van maximaal 4 m.
De voor 'Recreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Ten behoeve van de in 13.1 genoemde bestemmingsomschrijving mogen, met inachtneming van de in 13.2.1 en 13.2.2 genoemde regels, de daarbij behorende voorzieningen in de vorm van gebouwen, andere bouwwerken en andere werken worden gerealiseerd.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van andere bouwwerken mag de bouwhoogte niet meer bedragen dan hierna is aangegeven:
bouwwerken | max. bouwhoogte |
vlaggenmasten | 10 m |
erf- of perceelafscheidingen | 2 m |
overige andere bouwwerken | 3 m |
De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op en in de gronden als bedoeld in lid 14.1 mogen uitsluitend worden gebouwd bij een en ander behorende andere bouwwerken, zoals doelen en ballenvangers.
Voor het bouwen van andere bouwwerken als bedoeld in lid 14.2.1 mag de bouwhoogte niet meer bedragen dan hierna is aangegeven:
bouwwerken | max. bouwhoogte |
ballenvangers | 8 m |
erf- of perceelafscheidingen | 2 m |
overige andere bouwwerken | 3 m |
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor tuinen behorende bij de op de bijbehorende gronden gelegen woningen, alsmede in- en uitritten en nutsvoorzieningen.
Ten behoeve van de in 15.1 genoemde bestemmingsomschrijving mogen, met inachtneming van de in 15.2.1 en 15.2.2 genoemde regels, de daarbij behorende gebouwen, uitsluitend bestaande overkappingen en overige andere bouwwerken en andere werken worden gerealiseerd.
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd, met uitzondering van:
Voor het bouwen van andere bouwwerken gelden de volgende regels:
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor verkeers- en vervoersactiviteiten, alsmede nutsvoorzieningen en ondergrondse infrastructuur.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van andere bouwwerken geldt de volgende regel:
De voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor verkeers- en verblijfsactiviteiten zoals een standplaats voor ambulante handel, alsmede nutsvoorzieningen, waaronder tevens wordt begrepen ondergrondse opslag van huisvuil en glas en daarmee vergelijkbare afvalstoffen.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van andere bouwwerken geldt de volgende regel:
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn uitsluitend bestemd voor:
Op en in de gronden als bedoeld in lid 18.1 mogen uitsluitend bij een en ander behorende overige andere bouwwerken waaronder mede begrepen oeververbindingen, met uitzondering van steigers, worden gebouwd.
Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in lid 18.2.1 geldt dat de bouwhoogte van andere bouwwerken niet meer dan 3 m mag bedragen met uitzondering van bruggen waarvoor geen hoogtebepaling geldt.
De voor 'Water - Historische watergang' aangewezen gronden zijn uitsluitend bestemd voor:
Op en in de gronden als bedoeld in lid 19.1 mogen uitsluitend bij een en ander behorende overige andere bouwwerken waaronder mede begrepen oeververbindingen, met uitzondering van steigers, worden gebouwd.
Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in lid 19.2.1 geldt dat de bouwhoogte van andere bouwwerken niet meer dan 3 m mag bedragen.
Behoudens het bepaalde in lid 19.3.2, is het verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden ) op en in de hierna aangegeven gronden werkzaamheden, geen bouwwerk zijnde, uit te voeren.
Werken en werkzaamheden als bedoeld in lid 19.3.1, zijn slechts toelaatbaar, indien door die werken of werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, een of meer waarden of functies van de in die artikelen bedoelde gronden, welke het plan beoogt te beschermen,
De voor 'Wonen - Aaneengesloten' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende tuinen en erven.
Ten behoeve van de in 20.1 genoemde bestemmingsomschrijving mogen, met inachtneming van de in 20.2.1 t/m 20.2.3 genoemde regels, de daarbij behorende gebouwen, andere bouwwerken en andere werken worden gerealiseerd.
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van aan-, uit- en bijgebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van andere bouwwerken gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van:
Bij afwijking wordt het bepaalde in artikel 30, 'Waarde - Cultuurhistorie', in acht genomen.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen voor een hogere goothoogte van naast de woning gelegen aan- en uitbouwen, met dien verstande dat:
Bij afwijking wordt het bepaalde in artikel 30, 'Waarde - Cultuurhistorie', in acht genomen.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 20.2.2 sub d en lid 20.2.3 sub a, ten behoeve van bouwpercelen met een minimale oppervlakte van 1.000 m², voor het bouwen van aan-, uit- en bijgebouwen en overkappingen tot een oppervlakte van 10% van het bouwperceel met een maximum van 150 m².
Bij afwijking wordt het bepaalde in artikel 30, 'Waarde - Cultuurhistorie', in acht genomen.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van 20.2.2, sub f ten behoeve van de bouw van dakterrassen op aan- en uitbouwen naast of achter de woning, met dien verstande dat de bouwhoogte van de balkonafscheiding niet meer bedraagt dan 1,2 m boven de maximale goothoogte van de aan- en uitbouw en er bovendien geen onevenredige inbreuk wordt gedaan op de privacy van omwonenden. Dakterrassen die bij het in ontwerp ter visie leggen van dit bestemmingsplan reeds bestonden worden geacht te passen binnen de regels van dit plan en behoeven daarom geen omgevingsvergunning als hier bedoeld.
Bij afwijking wordt het bepaalde in artikel 30, 'Waarde - Cultuurhistorie', in acht genomen.
Een verboden gebruik is in ieder geval niet het gebruik van een woning en daarbij behorende aanbouwen en bijgebouwen voor de uitoefening van een vrij beroep, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in 20.4 ten behoeve van de uitoefening van beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten, anders dan een vrij beroep, en internetwinkel in een woning en daarbij behorende aanbouwen en bijgebouwen, met dien verstande dat:
De voor 'Wonen - Autoboxen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van andere bouwwerken geldt de volgende regel:
de bouwhoogte van andere bouwwerken mag niet meer bedragen dan 2,5 m.
De voor 'Wonen - Gestapeld' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende tuinen en erven.
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bijgebouwen buiten het bouwvlak gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van andere bouwwerken gelden de volgende regels:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 22.2.1, sub b ten behoeve van het verhogen van de goot- en/of bouwhoogte met 1 m.
Een verboden gebruik is in ieder geval niet het gebruik van een woning en daarbij behorende aanbouwen en bijgebouwen voor de uitoefening van een vrij beroep, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in 23.4 ten behoeve van de uitoefening van beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten, anders dan een vrij beroep, en internetwinkel in een woning en daarbij behorende aanbouwen en bijgebouwen, met dien verstande dat:
De voor 'Wonen - Twee aaneengesloten' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende tuinen en erven.
Ten behoeve van de in 23.1 genoemde bestemmingsomschrijving mogen, met inachtneming van de in 23.2.1 t/m 23.2.3 genoemde regels, de daarbij behorende gebouwen, andere bouwwerken en andere werken worden gerealiseerd.
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van aan-, uit- en bijgebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van andere bouwwerken gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van:
Bij afwijking wordt het bepaalde in artikel 30, 'Waarde - Cultuurhistorie', in acht genomen.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen voor een hogere goothoogte van naast de woning gelegen aan- of uitbouwen, met dien verstande dat:
Bij afwijking wordt het bepaalde in artikel 30, 'Waarde - Cultuurhistorie', in acht genomen.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen, in afwijking van het bepaalde in lid 23.2.2 sub d en lid 23.2.3 sub a, ten behoeve van bouwpercelen met een minimale oppervlakte van 1.000 m², voor het bouwen van aan-, uit- en bijgebouwen en overkappingen tot een oppervlakte van 10% van het bouwperceel met een maximum van 150 m².
Bij afwijking wordt het bepaalde in artikel 30, 'Waarde - Cultuurhistorie', in acht genomen.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van23.2.2, sub f ten behoeve van de bouw van dakterrassen op aan- en uitbouwen naast of achter de woning, met dien verstande dat de bouwhoogte van de balkonafscheiding niet meer bedraagt dan 1,2 m boven de maximale goothoogte van de aan- of uitbouw en er bovendien geen onevenredige inbreuk wordt gedaan op de privacy van omwonenden. Dakterrassen die bij het in ontwerp ter visie leggen van dit bestemmingsplan reeds bestonden worden geacht te passen binnen de regels van dit plan en behoeven daarom geen omgevingsvergunning als hier bedoeld.
Bij afwijking wordt het bepaalde in artikel 30, 'Waarde - Cultuurhistorie', in acht genomen.
Een verboden gebruik is in ieder geval niet het gebruik van een woning en daarbij behorende aanbouwen en bijgebouwen voor de uitoefening van een vrij beroep, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in 23.4 ten behoeve van de uitoefening van beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten, anders dan een vrij beroep, en internetwinkel in een woning en daarbij behorende aanbouwen en bijgebouwen, met dien verstande dat:
De voor 'Wonen - Vrijstaand' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende tuinen en erven.
Ten behoeve van de in 24.1 genoemde bestemmingsomschrijving mogen, met inachtneming van de in 24.2.1 t/m 24.2.3 genoemde regels, de daarbij behorende gebouwen, andere bouwwerken en andere werken worden gerealiseerd.
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van aan-, uit- en bijgebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van andere bouwwerken gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van:
Bij afwijking wordt het bepaalde in artikel 30, 'Waarde - Cultuurhistorie', in acht genomen.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen voor een hogere goothoogte van naast de woning gelegen aan- of uitbouwen, met dien verstande dat:
Bij afwijking wordt het bepaalde in artikel 30, 'Waarde - Cultuurhistorie', in acht genomen.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen, in afwijking van het bepaalde in lid 24.2.2 sub d en lid 24.2.3 sub a, ten behoeve van bouwpercelen met een minimale oppervlakte van 1.000 m², voor het bouwen van aan-, uit- en bijgebouwen en overkappingen tot een oppervlakte van 10% van het bouwperceel met een maximum van 150 m².
Bij afwijking wordt het bepaalde in artikel 30, 'Waarde - Cultuurhistorie', in acht genomen.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van 24.2.2, sub f ten behoeve van de bouw van dakterrassen op aan- en uitbouwen naast of achter de woning, met dien verstande dat de bouwhoogte van de balkonafscheiding niet meer bedraagt dan 1,2 m boven de maximale goothoogte van de aan- of uitbouw en er bovendien geen onevenredige inbreuk wordt gedaan op de privacy van omwonenden. Dakterrassen die bij het in ontwerp ter visie leggen van dit bestemmingsplan reeds bestonden worden geacht te passen binnen de regels van dit plan en behoeven daarom geen omgevingsvergunning als hier bedoeld.
Bij afwijking wordt het bepaalde in artikel 30, 'Waarde - Cultuurhistorie', in acht genomen.
Een verboden gebruik is in ieder geval niet het gebruik van een woning en daarbij behorende aanbouwen en bijgebouwen voor de uitoefening van een vrij beroep, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in 24.4 ten behoeve van de uitoefening van beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten, anders dan een vrij beroep, en internetwinkel in een woning en daarbij behorende aanbouwen en bijgebouwen, met dien verstande dat:
De voor 'Woongebied - Uit te werken' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Burgemeester en wethouders moeten het plan, voor zover betreft de gronden, als bedoeld in lid 25.1, uitwerken volgens de volgende regels:
toegestane bouwwerken
bouwregels woningen
aanduiding: 'overige zone - ...' |
max. aantal woningen |
type woning | |
woongebied 1 | 10 | vrijstaand, twee-aaneen of aaneengesloten woningen | |
woongebied 2 | 18 | gestapeld | |
woongebied 3 | 30 | vrijstaand, twee-aaneen of aaneengesloten woningen | |
woongebied 4 | 30 | vrijstaand, twee-aaneen of aaneengesloten woningen | |
woongebied 5 | 6 | vrijstaand, twee-aaneen of aaneengesloten woningen | |
woongebied 6 | 20 | gestapeld | |
woongebied 7 | 15 | vrijstaand, twee-aaneen of aaneengesloten woningen | |
woongebied 8 | 11 | vrijstaand, twee-aaneen of aaneengesloten woningen |
bouwwerken | maximale goothoogte | maximale bouwhoogte |
gestapelde woningen | 11 m | 14 m |
vrijstaand, twee-aaneen of aaneengesloten woningen | 7 m | 11 m |
parkeernormen
overige zone - woongebied 2
overige zone - woongebied 2 en 3
Zolang en voor zover een uitwerking nog geen rechtskracht heeft gekregen, mag in het desbetreffende deel van het plan niet worden gebouwd.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 25.3 indien het betreffende bouwwerk in overeenstemming is met het ontwerp van de uitwerking.
De voor 'Waarde - Archeologie 1' aangewezen gronden zijn mede bestemd voor bescherming van de aanwezige archeologische waarden.
In het belang van de archeologische monumentenzorg en ter voorkoming van onevenredige aantasting van aanwezige dan wel naar verwachting aanwezige archeologische waarden, is het verboden, zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het 'bevoegd gezag' op en in de in lid 26.1 bedoelde gronden werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden uit te voeren.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd betreffende de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 1', de regels van het plan te wijzigen zodanig dat de dubbelbestemming naar ligging wordt verschoven of naar omvang wordt vergroot of verkleind en in voorkomend geval wordt verwijderd, voorzover de geconstateerde aanwezigheid of afwezigheid van archeologische waarden, in voorkomend geval na beëindiging van opgravingen, daartoe aanleiding geeft.
De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn mede bestemd voor bescherming van aanwezige of naar verwachting aanwezige archeologische waarden.
In het belang van de archeologische monumentenzorg en ter voorkoming van onevenredige aantasting van aanwezige dan wel naar verwachting aanwezige archeologische waarden, is het verboden, behoudens het bepaalde in lid 27.2.2, zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning) op en in de in lid 27.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden uit te voeren, over een oppervlakte van 50 m² of meer:
Het in lid 27.2.1 gestelde verbod geldt niet voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden:
De werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden als bedoeld in lid 27.2.1, zijn slechts toelaatbaar, indien:
In geval van een aanvraag van een omgevingsvergunning voor het bouwen op mede als 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd betreffende de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 2', de regels van het plan te wijzigen zodanig dat de dubbelbestemming naar ligging wordt verschoven of naar omvang wordt vergroot of verkleind en in voorkomend geval wordt verwijderd, voorzover de geconstateerde aanwezigheid of afwezigheid van archeologische waarden, in voorkomend geval na beëindiging van opgravingen, daartoe aanleiding geeft.
De voor 'Waarde - Archeologie 3' aangewezen gronden zijn mede bestemd voor bescherming van aanwezige of naar verwachting aanwezige archeologische waarden.
In het belang van de archeologische monumentenzorg en ter voorkoming van onevenredige aantasting van aanwezige dan wel naar verwachting aanwezige archeologische waarden, is het verboden, behoudens het bepaalde in lid 28.2.2, zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning) op en in de in lid 28.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden uit te voeren, over een oppervlakte van 100 m² of meer:
Het in lid 28.2.1 gestelde verbod geldt niet voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden:
De werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden als bedoeld in lid 28.2.1, zijn slechts toelaatbaar, indien:
In geval van een aanvraag van een omgevingsvergunning voor het bouwen op mede als 'Waarde - Archeologie 3' aangewezen gronden:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd betreffende de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 3', de regels van het plan te wijzigen zodanig dat de dubbelbestemming naar ligging wordt verschoven of naar omvang wordt vergroot of verkleind en in voorkomend geval wordt verwijderd, voorzover de geconstateerde aanwezigheid of afwezigheid van archeologische waarden, in voorkomend geval na beëindiging van opgravingen, daartoe aanleiding geeft.
De voor 'Waarde - Archeologie 4' aangewezen gronden zijn mede bestemd voor bescherming van aanwezige of naar verwachting aanwezige archeologische waarden.
In het belang van de archeologische monumentenzorg en ter voorkoming van onevenredige aantasting van aanwezige dan wel naar verwachting aanwezige archeologische waarden, is het verboden, behoudens het bepaalde in lid 29.2.2, zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning) op en in de in lid 29.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden uit te voeren, over een oppervlakte van 500 m² of meer:
Het in lid 29.2.1 gestelde verbod geldt niet voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden:
De werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden als bedoeld in lid 29.2.1, zijn slechts toelaatbaar, indien:
In geval van een aanvraag van een omgevingsvergunning voor het bouwen op mede als 'Waarde - Archeologie 4' aangewezen gronden:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd betreffende de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 4', de regels van het plan te wijzigen zodanig dat de dubbelbestemming naar ligging wordt verschoven of naar omvang wordt vergroot of verkleind en in voorkomend geval wordt verwijderd, voorzover de geconstateerde aanwezigheid of afwezigheid van archeologische waarden, in voorkomend geval na beëindiging van opgravingen, daartoe aanleiding geeft.
De voor 'Waarde - Cultuurhistorie' aangewezen gronden zijn mede bestemd voor het behoud, de versterking en ontwikkeling van de aanwezige cultuurhistorische en ruimtelijke waarden.
Objecten met cultuurhistorische en ruimtelijke waarden zijn aangegeven op de bij deze regels behorende bijlage '3' en nader aangeduid als:
De onder b ('dominant/ gemeentelijk monument' (rood)) en c ('beeldbepalend' (oranje)) genoemde panden hebben de status van gemeentelijk beschermd monument ingevolge de erfgoedverordening:
waarbij geldt dat rode panden totdat de aanwijzing ingevolge artikel 3 van de erfgoedverordening heeft plaatsgevonden, hetzelfde beschermingsniveau hebben als oranje panden.
Op de gronden als bedoeld in lid 30.1, mag in afwijking van het bepaalde ten aanzien van de andere bestemmingen, slechts worden gebouwd indien uit het cultuurhistorisch basisonderzoek en de daarop gebaseerde 'Cultuurhistorische beleidskaart Centrale As' blijkt dat de ruimtelijke karakteristiek en de cultuurhistorische waarden niet op onaanvaardbare wijze worden verstoord of vernietigd, met in achtneming van het volgende:
Het is verboden de gronden en of bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze waardoor het cultuurhistorisch en/of ruimtelijk waardevol object wordt ontsierd of in gevaar gebracht.
Het is verboden om zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning) aan cultuurhistorisch waardevolle objecten die op de 'Cultuurhistorische beleidskaart Centrale As' zijn aangeduid als:
werken of werkzaamheden, niet zijnde bouwen, slopen of regulier onderhoud, uit te voeren zichtbaar vanaf de openbare ruimte.
De omgevingsvergunning genoemd onder 30.4.1kan slechts worden verleend indien:
Het in lid 30.5.1 vervatte verbod is niet van toepassing op sloopwerkzaamheden:
De vergunning kan worden verleend indien:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Een omgevingsvergunning voor het bouwen van bouwwerken wordt slechts verleend, indien bij de aanvraag wordt aangetoond dat ten behoeve van de betreffende bestemming, op eigen terrein of elders in parkeergelegenheid wordt of zal worden voorzien overeenkomstig de door burgemeester en wethouders vastgestelde parkeernormen.
Ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie' zijn de gronden in aanvulling op het bepaalde in de regels als bedoeld in hoofdstuk 2, mede bestemd voor het tegengaan van een te hoge geluidsbelasting vanwege het industrieterrein De Kronkels op geluidsgevoelige objecten.
In afwijking van het bepaalde bij de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen geldt ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie', dat een op grond van de andere aangewezen bestemmingen toelaatbaar gebouw, of de uitbreiding daarvan, welke kan worden aangemerkt als een geluidsgevoelig object als bedoeld in de Wet geluidhinder, slechts mag worden gebouwd indien de geluidsbelasting vanwege het industrieterrein De Kronkels op de gevels van dit gebouw niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde of een verkregen hogere grenswaarde.
Tot een gebruik, strijdig met de gebiedsaanduiding 'geluidzone - industrie' wordt in ieder geval gerekend het gebruik van niet-geluidgevoelige objecten als geluidsgevoelig object.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van de regels van het plan, voor zover dit, tengevolge van geringe afwijkingen of onnauwkeurigheden, noodzakelijk is voor een goede uitvoering van het plan, met dien verstande dat de genoemde afwijkingen ten hoogste 1,00 m mogen bedragen.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van de regels van het plan ten behoeve van een vermeerdering van de voorgeschreven maten en percentages, alsmede de inhoud en de oppervlakte van de bouwwerken, mits de vermeerdering niet meer dan 10% bedraagt.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van de regels van het plan ten behoeve van de bouw van nutsgebouwtjes met een maximale bouwhoogte en inhoud van respectievelijk 3,5 m en 50 m³.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om bij een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in artikel 1 lid 1.50 voor het gebruik van een woning in strijd met het begrip woning ten behoeve van de huisvesting buiten het verband van een huishouden met meer dan vier personen, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in in artikel 1 lid 1.50 dat een woning voor de huisvesting van slechts één afzonderlijk huishouden mag worden gebruikt, in het geval er sprake is van een zorgrelatie tussen de bewoners, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen voor:
De omgevingsvergunning wordt slecht verleend indien met de vestiging geen onevenredige overlast (niet meer dan 1 gezin kan veroorzaken) wordt veroorzaakt.
Een gebruik in strijd met het bestemmingsplan is in ieder geval het gebruik:
een en ander tenzij dit gebruik verband houdt met het op de bestemming gerichte beheer van de gronden.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen zodat bestemmingsgrenzen in het belang van een goede ruimtelijke ontwikkeling kunnen worden aangepast, met dien verstande dat de bij de wijziging betrokken bestemmingen met niet meer dan 10% worden verkleind of vergroot.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd op gronden ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingszone - wijzigingsgebied koningin wilhelminastraat' de gronden te wijzigen naar de bestemming:
met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd op gronden ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingszone - wijzigingsgebied rembrandt van rijnstraat' de gronden te wijzigen naar de bestemming:
met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen ten behoeve van de bouw van maximaal 1 extra woning op een bouwperceel langs de Dorpsstraat, indien op dat bouwperceel een deel of alle erfbebouwing wordt gesloopt, met dien verstande dat:
Een en ander in overeenstemming met het bepaalde in Artikel 30 Waarde - Cultuurhistorie.
De voorschriften van de Bouwverordening van de gemeente Bunschoten ten aanzien van onderwerpen van stedenbouwkundige aard, blijven buiten toepassing, overeenkomstig de mogelijkheid die in artikel 9, lid 2 van de Woningwet wordt geboden.
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan Centrale As.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Bunschoten van 23 januari 2014,
De voorzitter, | De griffier, |
|
|
M. van de Groep | Drs. E. Hoogstraten |