Type plan: uitwerkingsplan
Naam van het plan: Noorderhaven, veld 19 woningen
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0301.UPNoorderhavVeld19-vs01

Regels

1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 Plan:

het uitwerkingsplan 'Noorderhaven, veld 19 woningen' van de Gemeente Zutphen.

1.2 Uitwerkingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0301.UPNoorderhavVeld19-vs01 met de bijbehorende regels.

1.3 Bestemmingsplan:

het bestemmingsplan 'Noorderhaven' , met identificatienummer NL.IMRO.0301.bp0201Noorderhaven-vs01 van de Gemeente Zutphen.

2 Bestemmingsregels

Artikel 2 Tuin

2.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. tuinen en verhardingen bij de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen;
  2. toegangswegen voor aangrenzende bestemmingen;
met bijbehorende gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde.

2.2 Bouwregels

Op deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.
2.2.1 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende voorwaarden:
  1. de bouwhoogte van terrein- en erfafscheidingen bedraagt maximaal 1 m;
  2. de bouwhoogte van vlaggenmasten bedraagt maximaal 6 m;
  3. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde bedraagt maximaal 3 m;
  4. het bouwen van overkappingen en/of carports is niet toegestaan.

2.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 2.2.1 voor het bouwen van erkers, luifels en balkons aan de voor- of zijgevel van het hoofdgebouw onder de volgende voorwaarden:
  1. de diepte gemeten vanuit de voorgevel van het hoofdgebouw bedraagt maximaal 1 m;
  2. de afstand tot de openbare weg bedraagt minimaal 2 m;
  3. de hoogte van de luifel of erker mag ten hoogste gelijk zijn aan de hoogte van de eerste bouwlaag, verhoogd met 0,25 m, van het hoofdgebouw en de maximale bouwhoogte bedraagt 4,5 m.

Artikel 3 Verkeer - Verblijfsgebied

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. (woon)straten, buurtwegen, fietspaden, tunnels, pleinen en trottoirs met een inrichting hoofdzakelijk gericht op bestemmingsverkeer en verblijfsfuncties;
  2. parkeervoorzieningen;
  3. groen- en watervoorzieningen;
  4. wandelgebieden en speelvoorzieningen;
  5. straatmeubilair;
  6. nutsvoorzieningen;
  7. windafschermende bebouwing of voorzieningen;
  8. geluidsafschermende voorzieningen;
  9. waterhuishoudkundige doeleinden, waterberging en waterlopen;
 met bijbehorende gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

3.2 Bouwregels

  1. op deze gronden mogen uitsluitend in de gegeven bestemming passende bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd;
  2. op deze gronden mogen nutsvoorzieningen met een inhoud van maximaal 100 m³ worden gebouwd;
  3. behoudens de bebouwing genoemd onder b mogen geen gebouwen worden gebouwd;
  4. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde als lichtmasten, speelvoorzieningen, windafschermende bebouwing en straatmeubilair, mag ten hoogste 1,5 meter bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van een geluidsafschermende voorziening maximaal 5 meter mag bedragen.
 
 

Artikel 4 Wonen

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. woningen hieronder niet begrepen bewoning van woonwagens of woonschepen;
  2. aan-huis-verbonden beroepen en aan-huis-verbonden bedrijven;
  3. aan- en bijgebouwen behorende bij de woning;
  4. toegangswegen voor aangrenzende bestemmingen;
  5. nutsvoorzieningen;
  6. waterlopen en voorzieningen voor de waterhuishouding;
  7. verblijfsgebieden en parkeervoorzieningen;
met bijbehorende gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tuinen en erven.

4.2 Bouwregels

4.2.1 Hoofdgebouwen
Voor het bouwen van woongebouwen gelden de volgende voorwaarden:
  1. woongebouwen mogen uitsluitend binnen het aangegeven bouwvlak worden gebouwd;
  2. ter plaatse van de aanduiding 'aaneengebouwd' mogen woningen uitsluitend aaneen worden gebouwd;
  3. het maximum aantal wooneenheden mag ter plaatse van de aanduidingen 'maximum aantal wooneenheden' niet meer bedragen dan is aangeduid;
  4. de voorgevel moet worden gesitueerd in de voorgevelrooilijn of op een afstand van maximaal 1,5 m daarachter;
  5. de goot- en bouwhoogte mag niet meer bedragen dan middels de aanduiding 'maximum goothoogte, maximum bouwhoogte' is aangegeven.
4.2.2 Bijbehorende bouwwerken
Voor het bouwen van aan- en bijgebouwen gelden de volgende voorwaarden:
  1. de gezamenlijke grondoppervlakte van bijgebouwen en/of aanbouwen bedraagt maximaal:
    1. bij eindwoningen aan een blok 30 m²;
    2. bij tussenwoningen 15 m²;
  2. de goothoogte van vrijstaande bijgebouwen bedraagt maximaal 2,7 m;
  3. de bouwhoogte van vrijstaande bijgebouwen bedraagt maximaal 3,5 m;
  4. de (goot)hoogte van aangebouwde bijgebouwen mag ten hoogste gelijk zijn aan de hoogte van de eerste bouwlaag, verhoogd met 0,25 m, van het hoofdgebouw tot maximaal 4,5 m;
  5. uitbreidingen aan de zijkant van de woningen moeten minimaal 3 m achter de (doorgetrokken) voorgevellijn worden gerealiseerd;
  6. aan- en bijgebouwen mogen achter het hoofdgebouw worden gerealiseerd indien ten minste 60% van de gronden gelegen tussen het verlengde van de zijgevel(s) en en/of gemeenschappelijke scheidingsmuren onbebouwd en onoverdekt blijft;
  7. het minimum vrije oppervlak dient 35 m² te bedragen voor zover de oppervlakte van de aan- en bijgebouwen meer bedraagt dan 6 m².
4.2.3 Andere-bouwwerken
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende voorwaarden:
  1. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw bedraagt maximaal 1 m;
  2. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen achter (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw bedraagt maximaal 2 m;
  3. de bouwhoogte van lichtmasten en vlaggenmasten bedraagt maximaal 6 m;
  4. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt maximaal 3 m;
  5. de gezamenlijke oppervlakte van overkappingen en carports bedraagt maximaal 20 m².

4.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 4.2 voor:
  1. uitbreidingen van de woning voor de voorgevel met een erker of entreepartij, tot een afstand van maximaal 1 m voor de doorgetrokken voorgevellijn met een oppervlakte van maximaal 12 m² en een hoogte van 2,7 m;
  2. het vergroten van de oppervlakte van bijgebouwen bij twee-aaneen gesloten woningen of eindwoningen van aangebouwde hoofdgebouwen tot maximaal 50 m²;
  3. het vergroten van de oppervlakte van bijgebouwen bij aaneengesloten woningen tot maximaal 30 m²;
  4. de bouw van bijgebouwen en/of uitbreidingen van het hoofdgebouw als bedoeld in artikel 4.2.2 sub e tot een afstand van maximaal 1 m voor de (doorgetrokken) voorgevellijn.

4.4 Specifieke gebruiksregels

4.4.1 Aan-huis-verbonden beroep of aan-huis-verbonden bedrijf
Binnen de bestemming 'Wonen' is de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep en een aan-huis-verbonden bedrijven  toegestaan, mits:
  1. geen gebruik plaatsvindt dat vergunningplichtig is op grond van de Wet milieubeheer zoals die luidde op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp uitwerkingsplan;
  2. geen detailhandel plaatsvindt, uitgezonderd detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd of verwerkt;
  3. geen horeca plaatsvindt;
  4. de woonfunctie in overwegende mate gehandhaafd blijft;
  5. ten hoogste 33,3% van de vloeroppervlakte van de woning en bijbehorende aan- en bijgebouwen, tot een maximum van 50 m² in gebruik mag zijn;
  6. geen parkeeroverlast in de directe omgeving wordt veroorzaakt.

4.5 Afwijken van de gebruiksregels

  1. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd af te wijken van het bepaalde in artikel 4.4.1 ten behoeve van het toestaan van bedrijfsruimte in de categorie 1 zoals genoemd in de bijlagen bij de regels behorende bijlage 1 of daarmee gelijk te stellen bedrijven of activiteiten bij een woning (aan huis verbonden bedrijf) met een maximum van 100 m² worden gerealiseerd, mits:
    1. het gebruik plaatsvindt in grondgebonden woningen;
    2. maximaal 50% van het bouwperceel bij de woning wordt gebruikt voor bedrijfsruimte;
    3. geen ontoelaatbare milieuhinder wordt veroorzaakt;
    4. goede bereikbaarheid is verzekerd;
    5. is voorzien in voldoende parkeermogelijkheid;
    6. de betreffende kavels van voldoende omvang zijn;
    7. de noodzaak is aangetoond in verband met het stedenbouwkundige beeld.

3 Algemene regels

Artikel 5 Van toepassing zijnde bepalingen bestemmingsplan Noorderhaven

 

5.1 Van toepassing zijnde bepalingen

Het bepaalde in de hoofdstukken, artikelen en bijlage 'Parkeernormering' van het bestemmingsplan Noorderhaven van de gemeente Zutphen is onverkort van toepassing op het uitwerkingsplan 'Noorderhaven, veld 19 woningen':
  1. Hoofdstuk 1 Inleidende regels, alle artikelen, met uitzondering van:
    1. Artikel 1 Begrippen: plan en uitwerkingsplan
  2. Hoofdstuk 2 Bestemmingen, de volgende artikelen:
    1. Artikel 14 Waarde - Archeologie 2
    2. Artikel 15 Waarde - Archeologische verwachting 1
    3. Artikel 16 Waarde - Archeologische verwachting 2
  3. Hoofdstuk 3 Algemene regels, alle artikelen, met uitzondering van:
    1. Artikel 21.1 Wro-zone - wijzigingsgebied
    2. Artikel 21.6 Vrijwaringszone - dijk
    3. Artikel 21.7 Vrijwaringszone - spoor
    4. Artikel 21.9 Milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied 1
    5. Artikel 21.10 Milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied 2
    6. Artikel 21.12 Milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied 4
    7. Artikel 21.13 Milieuzone - hinderzone
    8. Artikel 21.14 Overig: Veld 1 tot en met overig: veld 21B
  4. Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels, het volgende artikel: 
    1. Artikel 27 Overgangsrecht

4 Overgangs- en slotregels

Artikel 6 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als: Regels van het uitwerkingsplan 'Noorderhaven, veld 19 woningen'.