direct naar inhoud van Artikel 5 Wonen
Plan: buitengebied, VAB-locaties Hoogbroek-Boskant, Alverna
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0296.BGBvablocatiesalve-VG01

Artikel 5 Wonen

5.1 Bestemmingsomschrijving
5.1.1 Algemeen

De voor "Wonen" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen;
  • b. een recreatief terras;
  • c. na verlening van een omgevingsvergunning als bedoeld in 5.5.1 of 5.5.2, recreatieve voorzieningen in de vorm van bed & breakfast danwel kleinschalig kamperen;
  • d. de opwekking van duurzame energie in de vorm van windenergie en zonnenergie alsmede warmte-koude opslag;
  • e. waterhuishoudkundige doeleinden;

een en ander met de bijbehorende voorzieningen, zoals tuinen en erven en overeenkomstig de in 5.1.2 opgenomen nadere detaillering van de bestemmingsomschrijving.

5.1.2 Nadere detaillering van de bestemmingsomschrijving

In het onderstaande is een nadere detaillering opgenomen van het bepaalde in 5.1.1.

a Aan huis verbonden beroep

Binnen deze bestemming is gebruik van een deel van de woning en/of de daarbij behorende bijgebouwen ten behoeve van de uitoefening van een niet-publieksgerichte beroepsactiviteit aan huis toegestaan, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • 1. het (mede) ten behoeve van een aan huis verbonden beroep in gebruik te nemen vloeroppervlak, maximaal 40% van de vloeroppervlakte van de woning en/of de bijgebouwen mag bedragen met een maximum van 80 m²;
  • 2. degene die de activiteiten in de woning en/of de bijgebouwen uitoefent, dient tevens de bewoner van de woning te zijn;
  • 3. de activiteit mag niet leiden tot gebruik van extra parkeerruimte binnen het openbaar gebied;
  • 4. er mag geen detailhandel of groothandel plaatsvinden; hieronder worden niet begrepen handelsactiviteiten via het internet;
  • 5. vanaf de openbare weg zichtbare excessieve reclame-uitingen niet zijn toegestaan;
b Aan huis verbonden bedrijf

Aan huis verbonden (bedrijfs)activiteiten zijn niet toegestaan, behoudens na verlening van een omgevingsvergunning als bedoeld in 5.5.5, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van wonen - hoefsmit" een hoefsmederij is toegestaan met een maximum vloeroppervlakte van 80 m² .

c Aantal woningen

Per bouwvlak is maximaal één woning toegestaan, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding "maximum aantal wooneenheden" het aantal woningen niet meer mag bedragen dan met deze aanduiding is aangeduid.

d Duurzame energie

De opwekking van duurzame energie is uitsluitend toegestaan als ondergeschikte functie.

e Recreatief terras

Een recreatief terras is uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding "terras" met een oppervlakte van maximaal 100 m2; een en ander in aanvulling op een mogelijke omgevingsvergunning op grond van het bepaalde in 5.5.5.

5.2 Bouwregels
5.2.1 Algemeen
  • a. uitsluitend mogen worden opgericht bouwwerken ten dienste van de in 5.1beschreven doeleinden , zoals woningen met bijgebouwen en bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • b. gebouwen zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding "bouwvlak";
  • c. voor de bouwwijze van woningen geldt het volgende:
    • 1. ter plaatse van de aanduiding "vrijstaand" zijn uitsluitend woningen in de bouwwijze vrijstaand toegestaan;
    • 2. ter plaatse van de aanduiding "twee-aaneen" zijn uitsluitend woningen in de bouwwijze "twee-aaneen" toegestaan;
    • 3. ter plaatse van de aanduiding "gestapeld" zijn uitsluitend woningen in de bouwwijze "gestapeld" toegestaan.
  • d. carports zijn niet toegestaan bij de bouwwijze "gestapeld" en ter plaatse van de aanduiding "bijgebouw uitgesloten";
  • e. bijgebouwen zijn uitsluitend vrijstaand toegestaan met dien verstande dat bijgebouwen niet zijn toegestaan ter plaatse van de aanduiding "bijgebouw uitgesloten".
5.2.2 Maatvoering

Met betrekking tot de maatvoering en situering van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, dient aan het volgende te worden voldaan:

HOOFDGEBOUW VAN DE WONING(EN)   MAX.  
Goothoogte   6 m *  
Bouwhoogte   10 m *  
Inhoud woningen met de aanduiding "vrijstaand"   800 m3  
Inhoud woningen met de aanduiding "twee-aaneen"   500 m3  
Inhoud woningen met de aanduiding "gestapeld"   n.v.t.  

VRIJSTAANDE BIJGEBOUWEN BIJ DE WONING(EN)   MAX.  
Gezamenlijk oppervlakte per woning (niet van toepassing bij woningen met de aanduiding "gestapeld")   120 m2, met dien verstande dat
indien de bestaande oppervlakte groter is dan 120 m², de bestaande oppervlakte geldt als maximum.  
Goothoogte   3 m *  
Bouwhoogte   6 m *  

BOUWWERKEN, GEEN GEBOUWEN ZIJNDE   MAX.  
Hoogte erfafscheidingen   2 m  
Hoogte van carports c.q. overkappingen   3 m  
Oppervlakte van een carport c.q. overkapping per woning   20 m2  
Hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde   6 m  

* In aanvulling en afwijking op het bovenstaande geldt het volgende:

  • a. voor zover in de verbeelding een andere maatvoering is aangegeven, is deze van toepassing;
  • b. ter plaatse van twee vrijstaande woningen, gelegen aan de Panhuisweg en de Boskant (oost), bedraagt de maximale goot- en bouwhoogte van vrijstaande bijgebouwen respectievelijk 4 en 7 m;
  • c. voor zover de bestaande inhoud van de woning groter is geldt deze als maximale inhoudsmaat.
5.2.3 Herbouw

Aanvullend gelden voor herbouw van bestaande woningen de volgende voorwaarden:

  • a. de herbouw vindt grotendeels plaats op de (voor zover aanwezig) bestaande fundamenten van de woning;
  • b. de voorgevel van de te herbouwen woning wordt geplaatst in de (voormalige) voorgevelrooilijn van de woning;
  • c. de bouwwijze (d.w.z. vrijstaand, halfvrijstaand of aaneengebouwd) van de te herbouwen woning(en) wijkt niet af van de bouwwijze van de oorspronkelijke woning(en).
5.3 Afwijken van de bouwregels
5.3.1 Omgevingsvergunning maatvoering

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.2.2 teneinde de voorgeschreven goot- en bouwhoogte met 10% van de voorgeschreven hoogte te verhogen.

5.3.2 Omgevingsvergunning inhoud woning

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.2.2 teneinde de toegestane inhoud van de woningen te vergroten, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:

  • a. de inhoud van de woning mag niet meer bedragen dan 1000 m3;
  • b. de initiatiefnemer stelt een door de welstandscommissie goed te keuren nota van uitgangspunten op;
  • c. er is sprake van een zorgvuldige landschappelijke inpassing hetgeen geborgd wordt in een goed te keuren landschappelijk inpassingplan en een onderliggende realisatieovereenkomst ;
  • d. het woon- en leefmilieu van de omgeving wordt niet onevenredig aangetast; dit betekent in ieder geval dat de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende percelen niet onevenredig mogen worden beperkt;
  • e. het gebruik mag niet leiden tot extra belemmeringen voor de bedrijfsontwikkelingen van de omliggende agrarische bedrijven, voortvloeiende uit de milieu- en dierenwelzijnswetgeving.
5.3.3 Omgevingsvergunning kleine windturbines

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.2.2 teneinde binnen het bestemmingsvlak de oprichting van één kleine windturbine per woning ten behoeve van (aanvullende) stroomverziening op het betreffende perceel mogelijk te maken, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

  • a. windmolens niet zijn toegestaan bij de bouwwijze "gestapeld" en ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouw uitgesloten';
  • b. de ashoogte van de kleine windturbine mag niet meer bedragen dan 15 m;
  • c. de tiphoogte van de kleine windturbine mag niet meer bedragen dan 20 m;
  • d. het woon- en leefmilieu van de omgeving wordt niet onevenredig aangetast; dit betekent in ieder geval dat de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende percelen niet onevenredig mogen worden beperkt.
5.3.4 Omgevingsvergunning m.b.t. herbouw

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder 5.2.3 onder b teneinde de voorgevel te kunnen plaatsen buiten de (voormalige) voorgevelrooilijn, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

  • a. de nieuwe situering van de woning is stedenbouwkundig, verkeerskundig en milieukundig aanvaardbaar;
  • b. het initiatief tot vergroting van de inhoud dient vergezeld te gaan van een positief welstandsadvies;
  • c. door de herbouw wordt het landelijke karakter van het gebied niet onevenredig aangetast;
  • d. de nieuwe situering van de woning leidt niet tot extra belemmeringen voor de bedrijfsontwikkelingen van de omliggende bedrijven, voortvloeiende uit milieuregelgeving;
  • e. er moet voldaan worden aan de Wet geluidhinder;
  • f. er is sprake van een zorgvuldige landschappelijke inpassing, dat wordt onderbouwd en gevisualiseerd in een terrein-/ beplantingsplan;
  • g. het woon- en leefmilieu van de omgeving wordt niet onevenredig aangetast; dit betekent in ieder geval dat de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende percelen niet onevenredig mogen worden beperkt.
5.4 Specifieke gebruiksregels
5.4.1 Strijdig gebruik

Onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in ieder geval begrepen het gebruiken van gronden of bouwwerken voor:

  • a. paardenbakken;
  • b. vrijstaande bijgebouwen als zelfstandige woning en als afhankelijke woonruimte;
  • c. een aan huis verbonden bedrijfsactiviteit.
5.5 Afwijken van de gebruiksregels
5.5.1 Omgevingsverguning minicamping

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.1.1 onder b teneinde minicampings en de daarvoor noodzakelijke voorzieningen, zoals sanitaire voorzieningen, toe te staan, waarbij aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

  • d. minicampings zijn uitsluitend toegestaan op gronden gelegen op of tot maximaal 100 m uit de bestemming "Wonen" van de uitbater van de minicamping en/of op een afstand van minimaal 100 m van het bestemmingsvlak c.q bouwvlak waarbinnen woningen van derden zijn gesitueerd;
  • e. de voor de minicamping noodzakelijke voorzieningen, als bedoeld in de aanhef, waaronder de sanitaire voorzieningen, mogen uitsluitend binnen de bestemming "Wonen" worden gesitueerd en met inachtneming van het bepaalde in 5.2;
  • f. slechts kampeermiddelen zijn toegestaan met een niet-permanent karakter (tenten, tentwagens, kampeerauto's, campers en toercaravans);
  • g. er zijn maximaal 25 kampeerplaatsen per minicamping toegestaan;
  • h. gebouwde voorzieningen ten behoeve van kleinschalig kamperen zoals sanitaire voorzieningen, zijn uitsluitend toegestaan, met een maximale gezamenlijke oppervlakte van 50 m2, en een maximale hoogte van 6 m;
  • i. de sanitaire voorzieningen worden, voor zover dat redelijkerwijs mogelijk is, gerealiseerd binnen de bestaande bebouwing, of anders aansluitend aan de bestaande bebouwing;
  • j. ondergeschikte en ondersteunende horeca is toegestaan, met een inpandige oppervlakte van maximaal 30 m2 en een buitenpandige oppervlakte van maximaal 70 m2;
  • k. er is sprake van een zorgvuldige landschappelijke inpassing. De initiatiefnemer dient hiertoe een door burgemeester en wethouders goed te keuren landschapsplan en realisatie overeenkomst te overleggen;
  • l. de voorziening is uitsluitend toegestaan in de periode van 15 maart tot en met 31 oktober;
  • m. het woon- en leefmilieu van de omgeving wordt niet onevenredig aangetast; dit betekent in ieder geval dat de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende percelen niet onevenredig mogen worden beperkt;
  • n. de verkeersaantrekkende werking van de nevenactiviteit dient te zijn afgestemd op de feitelijke ontsluitingssituatie;
  • o. er dient op eigen terrein te worden voorzien in de parkeerbehoefte;
  • p. het gebruik mag niet leiden tot extra belemmeringen voor de bedrijfsontwikkelingen van de omliggende agrarische bedrijven, voortvloeiende uit de milieu- en dierenwelzijnswetgeving;
  • q. de omgevingsvergunning mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van de in Artikel 3 Agrarisch met waarden - 1" en de in Artikel 4 Agrarisch met waarden - 2" omschreven waarden.
5.5.2 Omgevingsvergunning bed & breakfast

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.1.1 onder b teneinde een bed & breakfast toe te staan, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

  • a. deze nevenactiviteit is enkel in de woning en de daarbij behorende bijgebouwen toegestaan;
  • b. de nevenactiviteit is ondergeschikt van aard;
  • a. de voor bed & breakfast gebruikte oppervlakte mag niet meer bedragen dan 100 m²;
  • b. permanente bewoning of huisvesting van tijdelijke werknemers is niet toegestaan;
  • c. er wordt een nachtregister bijgehouden;
  • d. het gebruik mag niet leiden tot extra belemmeringen voor de bedrijfsontwikkelingen van de omliggende agrarische bedrijven, voortvloeiende uit de milieu- en dierenwelzijnswetgeving;
  • e. de verkeersaantrekkende werking dient te zijn afgestemd op de feitelijke ontsluitingssituatie;
  • f. er dient op eigen terrein te worden voorzien in de parkeerbehoefte;
  • g. het woon- en leefklimaat mag niet onevenredig worden aangetast;
  • h. de omgevingsvergunning mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van de in 5.1 omschreven waarden.
5.5.3 Omgevingsvergunning paardenbak t.b.v. hobbymatig gebruik

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.4.1 onder a teneinde ten behoeve van hobbymatig gebruik binnen deze bestemming paardenbakken toe te staan, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

  • a. de paardenbak wordt zodanig gesitueerd en/of ingepast dat deze geen onevenredige aantasting van de landschappelijke waarden vormt;
  • b. schuurtjes, lichtmasten en andere aan de paardenbak verwante bouwwerken zijn niet toegestaan;
  • c. in afwijking van het bepaalde onder b is een molen toegestaan;
  • d. de oppervlakte van de paardenbak bedraagt maximaal 1200 m2;
  • e. het woon- en leefmilieu van de omgeving wordt niet onevenredig aangetast; dit betekent in ieder geval dat de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende percelen niet onevenredig mogen worden beperkt.
5.5.4 Omgevingsvergunning mantelzorg

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.4.1 onder b en toestaan dat een (vrijstaand) bijgebouw wordt gebruikt als afhankelijke woonruimte ten behoeve van mantelzorg, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. een dergelijke bewoning is aantoonbaar nodig vanuit een oogpunt van mantelzorg. Alvorens een omgevingsvergunning te verlenen vraagt het bevoegd gezag hieromtrent advies aan een onafhankelijk terzake deskundige instantie;
  • b. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van in het geding zijnde belangen, waaronder die van omwonenden en (agrarische) bedrijven;
  • c. de afhankelijke woonruimte wordt ingepast binnen de vigerende regeling inzake bijgebouwen; met dien verstande dat de maximale oppervlakte van vrijstaande bijgebouwen niet meer dan 120 m² mag bedragen;
  • d. er dient gebruik te worden gemaakt van het dichtst bij de hoofdwoning gelegen bijgebouw, tenzij op grond van doelmatigheidsmotieven een ander op het perceel gelegen bijgebouw/bedrijfsgebouw meer geschikt is;
  • e. de afhankelijke woonruimte dient te worden bewoond door degene(n) die de zorg nodig heeft/ hebben;
  • f. de voorziening dient te voldoen aan de eisen van het bouwbesluit;
  • g. zakenrechtelijke splitsing is niet toegestaan;
  • h. de afhankelijke woonruimte mag geen eigen ontsluiting hebben;
  • i. parkeren dient op eigen erf plaats te vinden.
5.5.5 Omgevingsvergunning aan huis verbonden bedrijfsactiviteit

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.4.1 onder b voor de uitoefening van een aan huis gebonden (bedrijfs)activiteit, met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  • a. het ten behoeve van de aan huis gebonden (bedrijfs)activiteit in gebruik te nemen vloeroppervlak bedraagt maximaal 40% van de vloeroppervlakte van de woning en/of de bijgebouwen met een maximum van 80 m²;
  • b. degene die de activiteiten in de woning en/of de bijgebouwen uitoefent, dient tevens de bewoner van de woning te zijn;
  • c. de noodzakelijke parkeervoorzieningen dienen op eigen terrein te worden gesitueerd, tenzij wordt aangetoond dat geen onevenredige parkeerdruk ontstaat in het openbaar gebied;
  • d. het bedrijf dient qua aard, milieubelasting en uitstraling te passen in een woonomgeving;
  • e. de activiteit mag niet milieuvergunningplichtig zijn;
  • f. er mag geen detailhandel of groothandel plaatsvinden, uitgezonderd een beperkte verkoop als ondergeschikte activiteit en wel in verband met de aan huis verbonden activiteit alsmede handelsactiviteiten via het internet;
  • g. buitenopslag is niet toegestaan;
  • h. vanaf de openbare weg zichtbare excessieve reclame-uitingen zijn niet toegestaan.