direct naar inhoud van Artikel 10 Wonen
Plan: Kern Exel 2009
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0262.exKernExel2009-BP41

Artikel 10 Wonen

10.1 bestemmingsomschrijving

De voor Wonen aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen en/of;
  • b. erven.
10.2 bouwregels

Op de voor Wonen bedoelde gronden mag uitsluitend worden gebouwd met inachtneming van de aanduidingen op de verbeelding en de volgende bepalingen:

10.2.1

Algemeen:

  • a. toegestaan zijn uitsluitend grondgebonden woningen;
  • b. toegestaan zijn niet meer dan het ter plaatse van de aanduiding "maximum aantal wooneenheden" aangegeven aantal woningen.
10.2.2

Binnen het bouwvlak:

  • a. het bouwvlak mag volledig worden bebouwd met gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde, en met inachtneming van de overige bouwregels;
  • b. binnen het bouwvlak mag de goot- en bouwhoogte van gebouwen niet meer bedragen dan de ter plaatse van de aanduiding "maximale goot- en bouwhoogte" aangegeven goot- en bouwhoogte;
  • c. binnen het bouwvlak mag de dakhelling van een kap niet meer dan 60 graden bedragen;
  • d. binnen het bouwvlak mag de bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde niet meer dan 2 meter bedragen.
10.2.3

Buiten het bouwvlak:

  • a. buiten het bouwvlak is per bouwperceel maximaal 75 m2 aan gebouwen en bouwwerken geen gebouwen toegestaan;
  • b. buiten het bouwvlak zijn gebouwen uitsluitend toegestaan op een afstand van ten minste 3 meter van de voortuin, met dien verstande dat gelijk grenzend aan de voortuin wel een carport is toegestaan met een maximale overbouwde oppervlakte van 20 m2 en een maximale bouwhoogte van 3 meter;
  • c. buiten het bouwvlak mag de goothoogte van de gebouwenniet meer dan 3 meter bedragen en de bouwhoogteniet meer dan 5 meter, mits het gebouw op ten minste 2 meter van de zijdelingse en/of achtergrenzen van het bouwperceel is gesitueerd;
  • d. op een afstand van 2 meter of minder van de zijdelingse en achtergrenzen van het bouwperceel mag de bouwhoogte maximaal 3 meter bedragen (behoudens ontheffing);
  • e. buiten het bouwvlak mag de dakhelling van een kap niet meer dan 60 graden bedragen;
  • f. buiten het bouwvlak mag de bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde niet meer dan 2 meter bedragen.
10.3 ontheffing van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 10.2.3 sub c, voor een gebouw met een kap op een afstand van 2 meter of minder van de zijdelingse perceelsgrenzen, mits:

  • a. de dakhelling vanaf de zijdelingse en/of achtergrenzen van het bouwperceel oploopt met een helling van maximaal 60 graden, en;
  • b. de nok van de kap ten minste 2 meter uit de zijdelingse en achtergrenzen van het bouwperceel is gesitueerd;
  • c. de bouwhoogte niet meer dan 5 meter bedraagt.
10.4 specifieke gebruiksregels
10.4.1

Een woning mag niet worden gebruikt voor de tijdelijke en/of permanente huisvesting van meer dan een huishouden;

10.4.2

Buiten het bouwvlak mogen de gebouwen niet worden gebruikt voor een zelfstandige wooneenheid;

10.4.3

Een woning mag worden gebruikt voor de uitoefening van een beroep aan huis / kleinschalige bedrijvigheid aan huis, mits:

  • a. wonen de hoofdfunctie blijft in de woning;
  • b. het ruimtebeslag van ondergeschikte betekenis is, met dien verstande dat ten hoogste 30% van de aanwezige vloeroppervlakte van de gebouwen tot een maximum van 50 m² mag worden aangewend ten behoeve van beroeps- of kleinschalige bedrijvigheid aan huis;
  • c. de beroeps- of kleinschalige bedrijvigheid aan huis wordt uitgeoefend door degene die in de desbetreffende woning zijn hoofdverblijf heeft;
  • d. er uitsluitend activiteiten plaatsvinden in de categorieën A en B van de bij deze regels behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  • e. parkeren zoveel mogelijk op eigen terrein wordt opgelost en er ter plaatse geen onevenredige aantasting van de parkeer- en/of verkeerssituatie optreedt;
  • f. er geen buitenopslag plaatsvindt.