19.3 afwijken van de bouwregels
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 19.2.3 onder d, voor een gebouw met een kap op een afstand van 2 meter of minder van de zijdelingse of achterste perceelsgrenzen, mits:
-
a. de dakhelling vanaf de zijdelingse en/of achtergrenzen van het bouwperceel oploopt met een helling van maximaal 60 graden, en;
-
b. de nok van de kap ten minste 2 meter uit de zijdelingse en achtergrenzen van het bouwperceel is gesitueerd;
-
c. de bouwhoogte niet meer dan 5 meter bedraagt.
19.4 specifieke gebruiksregels
19.4.1
Een woning mag niet worden gebruikt voor de tijdelijke en/of permanente huisvesting van meer dan een huishouden.
19.4.2
Buiten het bouwvlak mogen de gebouwen niet worden gebruikt voor een zelfstandige wooneenheid.
19.4.3
Een woning mag worden gebruikt voor de uitoefening van een beroep aan huis / kleinschalige bedrijvigheid aan huis, mits:
-
a. wonen de hoofdfunctie blijft in de woning;
-
b. het ruimtebeslag van ondergeschikte betekenis is, met dien verstande dat ten hoogste 30% van de aanwezige vloeroppervlakte van de gebouwen tot een maximum van:
-
1. 100 m² mag worden aangewend ten behoeve van een beroep aan huis;
-
2. 50 m² mag worden aangewend ten behoeve van kleinschalige bedrijvigheid aan huis;
-
c. de beroeps- of kleinschalige bedrijvigheid aan huis wordt uitgeoefend door degene die in de desbetreffende woning zijn hoofdverblijf heeft;
-
d. er uitsluitend activiteiten plaatsvinden in de categorieën A en B van de bij deze regels behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten;
-
e. parkeren zoveel mogelijk op eigen terrein wordt opgelost en er ter plaatse geen onevenredige aantasting van de parkeer- en/of verkeerssituatie optreedt;
-
f. er geen buitenopslag plaatsvindt.