direct naar inhoud van Artikel 5 Wonen - Woongebouw
Plan: Heerde-Dorp, 2e partiële herziening, project Brinklaan
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0246.BP402-va01

Artikel 5 Wonen - Woongebouw

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - Woongebouw' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. woongebouwen;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage', voor ondergrondse of verdiept aangelegde parkeervoorzieningen;

met de daarbijbehorende:

  • c. gebouwen;
  • d. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • e. parkeervoorzieningen;
  • f. tuinen en paden;
  • g. erven;
  • h. ondergrondse en bovengrondse containers voor het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen.
5.2 Bouwregels

Binnen deze bestemming mogen bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen.

5.2.1 Gebouwen

Voor een gebouw gelden de volgende regels:

  • a. een gebouw mag uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage', buiten het bouwvlak een gebouw is toegestaan met een maximale bouwhoogte van 1.50 m;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage' zijn ondergrondse of verdiept aangelegde parkeervoorzieningen toegestaan van ten hoogste 1 bouwlaag;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' mag de goothoogte en bouwhoogte niet meer bedragen dan de aangegeven hoogte, met dien verstande dat afwijkingen in de goothoogte van de voorgevel als gevolg van uitbouwen, onderbrekingen en/of architectonische verfijningen zijn toegestaan tot niet meer dan 50% van de totale gevelbreedte;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' mag de bouwhoogte niet meer bedragen dan de aangegeven hoogte, met dien verstande dat de goothoogte van de voorgevel niet meer mag bedragen dan 6 m;
  • e. in afwijking van het bepaalde onder a geldt dat de (verlengde) grenzen van het bouwvlak naar de buitenzijde mogen worden overschreden door:
    • 1. plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen en schoorstenen;
    • 2. schotelantennes;
    • 3. gevel- en kroonlijsten en overstekende daken;
    • 4. (hoek)erkers, ingangspartijen, luifels, balkons en galerijen, mits over niet meer dan de halve gevelbreedte en mits de (verlengde) grenzen van het bouwvlak met niet meer dan 1,5 m worden overschreden;
  • f. in afwijking van het bepaalde onder a mag per woning een bijgebouw worden gebouwd met een oppervlakte van niet meer dan 8 m2 en een goothoogte van niet meer dan 3 m.
5.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor een bouwwerk, geen gebouw zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. indien het voor de voorgevel of een naar de weg gekeerde zijgevel van het hoofdgebouw of het verlengde daarvan wordt opgericht mag de bouwhoogte niet meer dan 1 m bedragen;
  • b. in overige gevallen mag de bouwhoogte niet meer dan 2,5 m bedragen.
5.3 Ontheffing bouwregels
5.3.1 Ontheffing

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 5.2.1 onder c en toestaan dat de goot- en/of bouwhoogte wordt verhoogd met niet meer dan 2 m.

5.3.2 Afwegingskader

De in 5.3.1 genoemde ontheffing kan slechts worden verleend, indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. de woonsituatie;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. de sociale veiligheid;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
5.3.3 Procedure

Voor een besluit tot ontheffing geldt de in 9.1 vermelde voorbereidingsprocedure.

5.4 Specifieke gebruiksregels
5.4.1 Strijd bestemmingsplan

Onder een gebruik in strijd met het bestemmingsplan strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend het gebruik van vrijstaande bijgebouwen als zelfstandige woonruimte.