direct naar inhoud van Artikel 11 Wonen
Plan: Landgoed Tongeren
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0232.BG026LdgdTongeren-VBP1

Artikel 11 Wonen

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen al dan niet in combinatie met een ruimte voor een aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit en daarbij behorende tuinen, erven, water; e.d.;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'recreatiewoning' is de woning bedoeld voor recreatief nachtverblijf;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - landhuis': de instandhouding van de cultuurhistorische samenhang tussen landschap en bebouwing in de vorm van aanzienlijke woningen en/of buitenverblijven.

met daarbij behorende:

  • d. gebouwen;
  • e. andere bouwwerken;
  • f. andere werken, tuinen en erven;
  • g. inritten, wegen en paden.
11.2 Bouwregels
11.2.1 Algemeen
  • a. een gebouw dient binnen het bouwvlak te worden gebouwd;
  • b. tenzij anders aangegeven mag de inhoud van een hoofdgebouw mag niet meer bedragen dan 600m³;
  • c. de inhoud van een woning mag ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - villa' niet meer bedragen dan 1100m³, een en ander met dien verstande dat, indien een grotere inhoud aanwezig is, de bestaande grotere inhoud mag worden gehandhaafd;
  • d. de inhoud van een woning mag ter plaatse van de aanduiding 'recreatiewoning' niet meer bedragen dan 300m³, inclusief inpandige bergingen en kelder(s);
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' geldt dat het aantal woningen de aangegeven waarde niet mag overschrijden;
  • f. de breedte van een woning dient ten minste 5m te bedragen;
  • g. de goothoogte van een hoofdgebouw mag niet meer bedragen dan 3,5m;
  • h. de bouwhoogte van een hoofdgebouw mag niet meer bedragen dan 10 meter;
  • i. bij een goothoogte geldt dat de dakhelling ten minste 30º en niet meer dan 60º dient te bedragen;
  • j. de oppervlakte van woning mag ter plaatse van de aanduiding 'recreatiewoning' mag, inclusief inpandige bergingen, niet meer bedragen dan 75m²;
  • k. afwijkingen in maten en afmetingen zoals die bestaan op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van dit plan mogen, ook in geval van nieuwbouw gehandhaafd worden.
11.2.2 Bijbehorende bouwwerken

Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. de afstand tussen een bijbehorend bouwwerk en de voorgevel van het hoofdgebouw c.q. het verlengde daarvan mag niet minder dan 4m bedragen;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - landhuis' dient de afstand tussen bijbehorende bouwwerken en zijdelingse perceelsgrenzen ten minste 5 meter te bedragen.
  • c. de gezamenlijke oppervlakte van bijbehorende bouwwerken mag niet meer bedragen dan 60m²;
  • d. de goothoogte van een bijbehorend bouwwerk mag niet meer dan 3m bedragen met dien verstande dat de goothoogte mag worden verhoogd tot ten hoogte 0,25m boven de vloer van de eerste verdieping van het hoofdgebouw;
  • e. de goothoogte van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk mag niet meer bedragen dan 3m;
  • f. in afwijking van het hier onder e bepaalde, mag de goothoogte van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - landhuis' niet meer bedragen dan 5 meter;
  • g. de bouwhoogte van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk mag niet meer bedragen dan 5 meter;
  • h. in afwijking van het hier onder g bepaalde mag de hoogte van een bijbehorend bouwwerk ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - landhuis' niet meer bedragen dan 9 meter;
  • i. de afstand tussen een woning en een vrijstaand bijbehorende bouwwerk mag niet meer bedragen dan 30m;
  • j. afwijkingen in maten en afmetingen zoals die bestaan op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van dit plan mogen worden gehandhaafd.
11.2.3 Andere bouwwerken

Voor het bouwen van een ander bouwwerk, gelden de volgende regels:

  • a. indien zij vóór de voorgevel of een naar de weg gekeerde zijgevel van het hoofdgebouw of het verlengde daarvan wordt opgericht mag de bouwhoogte niet meer bedragen dan 1m;
  • b. de bouwhoogte van een overkapping mag niet meer bedragen dan 3m;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - landhuis' mag de hoogte van bouwwerken geen gebouw zijnde niet meer bedragen dan 5 meter;
  • d. in overige gevallen mag de bouwhoogte niet meer bedragen dan 2,5m.
11.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen met betrekking tot de afmetingen en de plaatsing van de bebouwing ten behoeve van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de goede woonsituatie;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de milieusituatie;
  • e. de sociale veiligheid;
  • f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
11.4 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen om af te wijken van het bepaalde in:

  • a. 11.2.1 onder b en vermeerdering van de inhoud toestaan tot maximaal 800m³;
  • b. 11.2.2 onder c en vermeerdering van de toegestane oppervlakte toestaan tot maximaal 75m²;
  • c. 11.2.2 onder c en vermeerdering van de toegestane oppervlakte toestaan tot maximaal 200m² ten behoeve van een agrarisch hobbybedrijf, mits het bouwperceel een oppervlakte heeft van niet minder dan 5000m²;
  • d. 11.2.2 onder c en - in het kader van de verbetering van de landschappelijke situatie - de vervanging van meerdere bijbehorende bouwwerken, waarvan de gezamenlijke oppervlakte meer bedraagt dan 60m², door 1 of meer bijbehorende bouwwerken toestaan, indien door die vervanging sprake is van een vermindering (sanering) van de oppervlakte, voor zover die meer bedraagt dan 60m², tot ten hoogste 50% van het meerdere tot een oppervlak van maximaal 200m²;
  • e. 11.2.2 onder c en toestaan dat bij de huisvesting van twee huishoudens in één hoofdgebouw, per huishouden een oppervlakte van 60m² is toegestaan, met dien verstande dat deze oppervlakte kan worden vermeerderd tot een oppervlakte van maximaal 120m² indien één gezamenlijk bijbehorend bouwwerk wordt gebouwd.
11.4.1 Afwegingskader

Een in 11.4 genoemde omgevingsvergunning kan worden verleend indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. een goede woonsituatie;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • e. de sociale veiligheid;
  • f. de externe veiligheid.
11.5 Specifieke gebruiksregels
11.5.1 Strijdig gebruik

Het is verboden de in deze bestemming begrepen gronden en de daarop voorkomende opstallen te gebruiken of in gebruik te geven of te laten voor een doel of op een wijze strijdig met deze bestemming. Onder strijdig gebruik wordt nadrukkelijk ook verstaan:

  • a. de (recreatieve) bewoning van vrijstaande bijbehorende bouwwerken;
  • b. het gebruik van gronden voor de opslag van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voertuigen, schroot, afbraak- en bouwmaterialen, vuil- en afvalstoffen, behoudens de opslag die geschiedt in het kader van het normale gebruik.
11.5.2 Aan huis verbonden beroep

Een aan huis verbonden beroep is toegestaan, met dien verstande dat:

  • a. ten hoogte 40% van de gezamenlijke oppervlakte van het woonhuis met de bijbehorende bouwwerken mag worden gebruikt ten behoeve van het aan huis verbonden beroep, tot een maximum van 50m²;
  • b. de uitstraling als woning in tact blijft;
  • c. het gebruik geen nadelige gevolgen heeft voor het woon- en leefmilieu;
  • d. het gebruik geen nadelige gevolgen heeft op de normale ontwikkeling van het verkeer en geen nadelige toename van de parkeerbehoefte veroorzaakt;
  • e. detailhandel niet is toegestaan;
  • f. onder gebruik in strijd met de bestemming wordt in ieder geval begrepen gebruik van ruimten binnen de woning en bijbehorende bouwwerken voor publieksaantrekkende beroeps- of bedrijfsactiviteiten.
11.6 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen van het bepaalde in 11.1 ten behoeve van de huisvesting van twee huishoudens, mits het aantal hoofdgebouwen gelijk blijft en de inhoud van de woningen niet minder is dan 800m³ en de uiterlijke verschijningsvorm wordt gehandhaafd.

11.6.1 Afwegingskader

Een in 11.6 genoemde omgevingsvergunning kan worden verleend indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de milieusituatie;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • e. de sociale veiligheid;
  • f. de externe veiligheid.
11.7 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - landhuis' wijzigen met in achtneming van de volgende regels:

  • a. de gronden kunnen worden gewijzigd in de bestemming 'Maatschappelijk';
  • b. de wijziging dient bij te dragen aan de instandhouding van cultuurhistorische waarden;
  • c. de wijziging mag geen veranderingen tot gevolg hebben in de uiterlijke verschijningsvorm, afmetingen en bestaande maten van het hoofdgebouw;
  • d. de uitstraling als woning in tact blijft;
  • e. het gebruik geen nadelige gevolgen heeft voor het woon- en leefmilieu;
  • f. het gebruik geen nadelige gevolgen heeft op de normale ontwikkeling van het verkeer en geen nadelige toename van de parkeerbehoefte veroorzaakt;
  • g. detailhandel niet is toegestaan.