Het bouwen op de gronden met de bestemming 'Wonen' is aan een aantal regels gebonden.
7.2.2 Bijbehorende bouwwerken voldoen aan de volgende kenmerken:
a. zowel binnen als buiten de op de verbeelding aangegeven bouwvlakken en/of –stroken met dien verstande op minimaal 1 meter achter (het verlengde van) de naar de weg toegekeerde voorgevel van het hoofdgebouw;
b. mogen in de perceelsgrens worden gebouwd;
c. per hoofdgebouw een gezamenlijke grondoppervlak die niet groter is dan:
1. 85 m2 bij een perceel kleiner dan 850 m2;
2. 10% van de perceelsoppervlakte op percelen groter dan of gelijk aan 850 m2;
3. met dien verstande dat maximaal 50% van het achtererf wordt bebouwd;
4. in afwijking van het bepaalde onder 3 geldt dat op een perceel in ieder geval een bijbehorend bouwwerk van 6 m2 mag worden opgericht;
d. aangebouwd, een goothoogte/boeiboordhoogte die niet groter is dan de bouwhoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw, vermeerderd met 0,30 meter;
e. vrijstaand, een goothoogte die niet groter is dan 3,00 meter en een bouwhoogte die niet groter is dan 5,00 meter.