Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Buitengebied, derde herziening
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0214.BUIBP20120000-va01

Artikel 18 Recreatie - Golfterrein

18.1 Bestemmingsomschrijving
De op de verbeelding voor "Recreatie - Golfterrein" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. uitoefening van de golfsport met bijbehorende voorzieningen;
  2. ter plaatse van de aanduiding 'horeca' zijn de gronden tevens bestemd voor ondergeschikte horeca ten behoeve van de bestemming;
  3. ter plaatse van de aanduiding 'ondergeschikte detailhandel' zijn de gronden tevens bestemd voor detailhandel in goederen ten behoeve van de golfsport;
  4. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - parkeerdek' zijn de gronden tevens bestemd voor een parkeerdek;
  5. ter plaatse van de aanduiding 'opslag' zijn de gronden tevens bestemd voor de opslag van materieel en materiaal ten behoeve van de bestemming;
  6. ter plaatse van de aanduiding ‘bedrijfswoning’ zijn de gronden tevens bestemd voor bijbehorende bewoning, met dien verstande dat het aantal bedrijfswoningen niet meer mag bedragen dan het bestaande aantal bedrijfswoningen;
  7. bijbehorende voorzieningen;
  8. landschappelijke beplanting;
  9. watergangen en daarbij behorende voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding, de waterberging daaronder mede begrepen.
18.2 Bouwregels
18.2.1 Algemeen
Op de gronden met de bestemming "Recreatie - Golfterrein" mogen uitsluitend worden gebouwd:
  1. bedrijfsgebouwen ten behoeve van de bestemming;
  2. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning': het bestaande aantal bedrijfswoningen inclusief bijbehorende bouwwerken;
  3. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - parkeerdek': een parkeerdek;
  4. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals vlaggenmasten, ooievaarsnesten, terreinafscheidingen, verwijsborden, informatiepanelen, speelvoorzieningen, picknickvoorzieningen, zitbanken en afvalbakken ten behoeve van de bestemming. .
18.2.1.1 Gebouwen
Bij de bouw van de in artikel 18 lid 2.1 sub a bedoelde gebouwen dienen de volgende bepalingen in acht genomen te worden:
  1. de gebouwen mogen uitsluitend gebouwd worden binnen de bouwvlakken;
  2. de goothoogte mag niet meer bedragen dan op de verbeelding aangeduid;
  3. de hoogte mag niet meer bedragen dan op de verbeelding aangeduid;
  4. per bouwvlak mag het bebouwd oppervlak van de gebouwen niet meer bedragen dan 120% van het bestaand bebouwd oppervlak.
18.2.1.2 Bedrijfswoningen
Bij de bouw van de in artikel 18 lid 2.1 sub a bedoelde bedrijfswoningen dienen de volgende bepalingen in acht genomen te worden:
  1. de inhoud van een bedrijfswoning mag niet meer dan 750 m³ bedragen;
  2. de bouwhoogte van een bedrijfswoning mag niet meer dan 12 m;
  3. de goothoogte van een bedrijfswoning mag niet meer dan bedragen 6 m;
  4. de gezamenlijke oppervlakte van bijbehorende bouwwerken bij een bedrijfswoning mag niet meer bedragen dan 75 m²;
  5. de bouwhoogte van aangebouwde bijbehorende bouwwerken mag niet meer bedragen dan 3 m;
  6. het aantal vrijstaande bijbehorende bouwwerken mag niet meer bedragen dan 2;
  7. de bouwhoogte van vrijstaande bijbehorende bouwwerken mag niet meer bedragen dan 7 m;
  8. de goothoogte van vrijstaande bijbehorende bouwwerken mag niet meer bedragen dan 3 m.
met dien verstande dat, indien de bestaande inhoud, hoogte of goothoogte groter respectievelijk hoger is, deze grotere of hogere maat maatgevend is.
18.2.1.3 Parkeerdek
Bij de bouw van de in artikel 18 lid 2.1 sub c  bedoelde bouwwerken dienen de volgende bepalingen in acht genomen te worden:
  1. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 6 m.
18.2.1.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Bij de bouw van de in artikel 18 lid 2.1 sub c bedoelde bouwwerken dienen de volgende bepalingen in acht te worden genomen:
  1. de bouwhoogte van vlaggenmasten en ooievaarsnesten mag niet meer bedragen dan 10 m;
  2. de bouwhoogte van toestellen voor sport en spel, verwijsborden en lichtmasten mag niet meer bedragen dan 6 m;
  3. de bouwhoogte van erfafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 m;
  4. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 3 m.