Toelichting
Toelichting, Bijlagen
Planregels
Planregels, Bijlagen
 
Plancode (idn) : NL.IMRO.0166.00991040-VB01
Status : Vastgesteld
Status Datum : 12-07-2012
naar de inhoudsoopgave van de planregels
naar de bovenkant van deze pagina
naar de onderkant van deze pagina

Artikel 10 Gemengd - 2

 

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. wonen, met dien verstande dat de vloeroppervlakte bij onzelfstandige woonruimte ten minste 15 m² en bij zelfstandige woonruimte ten minste 60 m² bedraagt, of de bestaande oppervlakte op het tijdstip van inwerkingtreding van dit plan;

  2. indien het functies betreffen die worden uitgeoefend op de begane grondlaag van gebouwen:

    1. atelier, galerie en museum;

    2. opslag;

    3. bedrijven als genoemd in de categorieën 1 en 2 van Bijlage 1 Staat van bedrijfsactiviteiten, met daarbij behorende productiegebonden detailhandel;

    4. activiteiten zoals genoemd in Bijlage 4 Aanvullende activiteiten ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - aanvullende activiteit';

    5. detailhandel ter plaatse van de aanduiding ‘detailhandel’;

    6. maatschappelijke voorzieningen ter plaatse van de aanduiding ‘maatschappelijk’;

    7. kantoren ter plaatse van de aanduiding ‘kantoor’;

    8. horecabedrijven zoals genoemd in categorie 1 en 2 ter plaatse van de aanduiding ‘horeca tot en met horecacategorie 2’.

  3. Indien het functies betreffen die worden uitgeoefend op de verdiepingen van gebouwen:

    1. horecabedrijven in de zin van een hotel en/of pension ten dienste van en in directe relatie met een op de begane grond gevestigd horecabedrijf;

    2. opslag ten behoeve van de op de begane grond gevestigde functie,

met daarbij behorende bouwwerken, tuinen, erven, terreinen, parkeervoorzieningen, water en groenvoorzieningen.

10.2 Bouwregels

 

10.2.1 Hoofdgebouwen

Binnen deze bestemming mogen hoofdgebouwen ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende regels:

  1. hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak gebouwd worden;

  2. de goot- en bouwhoogte mogen niet meer bedragen dan de bestaande goot- en bouwhoogte, dan wel de aangegeven goot- en bouwhoogte ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)';

10.2.2 Erfbebouwingsregeling

Binnen deze bestemming mogen bijbehorende bouwwerken ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende regels:

  1. de gezamenlijke oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken mag niet meer dan 30 m2 bedragen, met in achtneming van de volgende regels:

    1. de gezamenlijke oppervlakte mag niet meer bedragen dan 50% van de oppervlakte van het buiten het bouwvlak gelegen bouwperceel;

    2. in afwijking van het hiervoor bepaalde mag de gezamenlijke oppervlakte meer bedragen dan 50%, mits de gezamenlijke oppervlakte niet meer bedraagt dan 20 m2;

    3. bij de berekening van de gezamenlijke oppervlakte wordt de oppervlakte van de bijbehorende bouwwerken voor zover gelegen binnen het bouwvlak tussen het verlengde van de zijgevels van het hoofdgebouw niet meegerekend;

  2. de bouwhoogte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk mag niet meer dan 3 m bedragen, dan wel de bouwhoogte van de eerste verdiepingsvloer van het hoofdgebouw vermeerderd met 30 cm;

  3. de goot- en bouwhoogte van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk mogen niet meer dan respectievelijk 2,5 m en 5 m bedragen;

  4. vrijstaande bijbehorende bouwwerken mogen worden gebouwd met een kap waarvan de dakhelling niet minder en niet meer mag bedragen dan respectievelijk 45° en 65°.

10.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Binnen deze bestemming mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende regels:

  1. indien zij voor de voorgevel of een naar de weg gekeerde zijgevel van het hoofdgebouw worden opgericht mag de bouwhoogte niet meer dan 1 m bedragen;

  2. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag niet meer dan 2,5 m bedragen.

10.2.4 Dakterrassen

 

Het bouwen van dakterrassen is niet toegestaan.

10.3 Afwijken van de bouwregels

 

10.3.1 Vergroting oppervlakte erfbebouwing

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 10.2 onder 10.2.2 onder a en toestaan dat:

  1. bij bouwpercelen groter dan 250 m2 de gezamenlijke oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken wordt vergroot, met dien verstande dat:

    1. een maximale gezamenlijke oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken van 25% van de oppervlakte van het buiten het bouwvlak gelegen bouwperceel is toegestaan, tot een maximum van 50 m2;

    2. voor de bijbehorende bouwwerken qua locatie wordt aangesloten bij de op hetzelfde of het naastgelegen perceel aanwezige gebouwen;

    3. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het beschermd stadsgezicht.

  2. ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel', 'maatschappelijk', 'kantoor' en 'horeca tot en met horecacategorie 2' het bebouwingspercentage 100% mag bedragen, met dien verstande dat geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

    1. het straat- en bebouwingsbeeld;

    2. de woonsituatie;

    3. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;

    4. het beschermd stadsgezicht.

10.3.2 Hogere goot- en bouwhoogte bijbehorende bouwwerken

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 10.2 onder 10.2.2 onder b en toestaan dat aangebouwde bijbehorende bouwwerken mogen worden gebouwd met een hogere goot- en bouwhoogte, met dien verstande dat:

  1. het bijbehorende bouwwerk in de zijdelingse bouwperceelgrens wordt gebouwd, waarbij het bijbehorende bouwwerk niet dieper mag worden gebouwd dan de diepte van aangrenzende hoofd- en/of aangebouwde bijbehorende bouwwerken gelegen in dezelfde bouwperceelgrens;

  2. de breedte van het bijbehorend bouwwerk niet meer dan 40% van de breedte van het hoofdgebouw mag bedragen;

  3. de goothoogte niet meer mag bedragen dan de goothoogte van het hoofdgebouw, en

  4. de goothoogte van aangrenzende bebouwing met niet meer dan 1 meter mag worden overschreden;

  5. de dakhelling niet minder en niet meer dan respectievelijk 45° en 65° bedraagt, dan wel de dakhelling van het hoofdgebouw;

  6. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het straat- en bebouwingsbeeld;

  7. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het beschermd stadsgezicht.

10.3.3 Dakterrassen

 

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 10.2 onder 10.2.4 voor het toestaan van dakterrassen op hoofdgebouwen en bijbehorende bouwwerken ten dienste van de woonfunctie, met dien verstande dat:

  1. het dakenlandschap zoals opgenomen in de bij deze regels behorende Bijlage 3 Kappenkaart niet onevenredig wordt aangetast;

  2. de woonfunctie op verdiepingen daardoor wordt bevorderd;

  3. door het dakterras de stedenbouwkundige kwaliteit niet onevenredig wordt aangetast.

  4. hekwerken of borstweringen zijn toegestaan met een hoogte van maximaal 1,2 m, gemeten vanaf het dak;

  5. de afstand tussen dakterrassen en de dakrand die grenst aan lager gelegen openbare ruimte minimaal 2 m bedraagt;

  6. de woonfunctie van aangrenzende woningen niet onevenredig wordt aangetast;

  7. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het beschermd stadsgezicht.

10.4 Gebruiksregels

Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen het gebruik van:

  1. de begane grond voor horeca, voor zover niet toegestaan op grond van lid 10.1;

  2. de verdiepingen voor de functie atelier, galerie, museum en bedrijvigheid genoemd in de categorieën 1 en 2 van Bijlage 1 Staat van bedrijfsactiviteiten;

  3. de gronden voor bed & breakfast.

10.5 Afwijken van de gebruiksregels

  1. Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

    1. lid 10.4 onder a ten behoeve van het wijzigen van het gebruik van de gronden, voor zover het de begane grondlaag betreft, ten behoeve van horecabedrijven zoals genoemd in categorie 1 en 2;

    2. lid 10.4 onder b ten behoeve van het wijzigen van het gebruik van de gronden, voor zover het de verdiepingen betreffen, ten behoeve van atelier, galerie, museum en bedrijvigheid genoemd in de categorieën 1 en 2 van Bijlage 1 Staat van bedrijfsactiviteiten;

    3. lid 10.4 onder c ten behoeve van het gebruik van woningen met bijbehorende bouwwerken voor de uitoefening van een bed & breakfast, wanneer aan de volgende regels wordt voldaan:

      1. ten hoogste 25% van de aanwezige vloeroppervlakte van de woning en bijbehorende bouwwerken, tot een maximum van 40 m², mag worden aangewend ten behoeve van bed & breakfast;

      2. het gebruik brengt geen onevenredige parkeerdruk of verkeersoverlast met zich mee;

      3. het gebruik is zowel naar aard als voor wat betreft de visuele aspecten met het woonkarakter in overeenstemming;

      4. de woonfunctie blijft in overwegende mate gehandhaafd.

  2. De in sub a genoemde omgevingsvergunning wordt slechts verleend, indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

    1. het straat- en bebouwingsbeeld;

    2. de woonsituatie;

    3. de verkeers- en parkeersituatie;

    4. de sociale veiligheid;

    5. de fysieke en externe veiligheid;

    6. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.