direct naar inhoud van Artikel 24 Wonen
Plan: Binnenstad
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0150.D111-VG01

Artikel 24 Wonen

24.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • b. alsmede ter plaatse van de aanduiding:
    • 1. 'atelier' bestemd voor ateliers waarbij deze functie alleen is toegestaan in de eerste bouwlaag;
    • 2. 'specifieke vorm van bedrijf - ambachtelijk' bestemd voor ambachtelijke bedrijven die in de van deze regels deel uitmakende Bijlage 2 Staat van Bedrijfsactiviteiten - functiemenging zijn aangeduid als milieucategorie A of B, waarbij deze functie alleen is toegestaan in de eerste bouwlaag;
    • 3. 'specifieke vorm van bedrijf - ambachtelijk begane grond': ambachtelijke bedrijven die in de van deze regels deel uitmakende Bijlage 2 Staat van Bedrijfsactiviteiten - functiemenging zijn aangeduid als milieucategorie A of B, waarbij deze functie alleen is toegestaan in de onderbouw en eerste bouwlaag van een gebouw;
    • 4. 'specifieke vorm van bedrijf - catering' bestemd voor een cateringbedrijf waarbij deze functie alleen is toegestaan in de onderbouw en eerste bouwlaag van een gebouw;
    • 5. 'detailhandel' bestemd voor detailhandel;
    • 6. 'dienstverlening' bestemd dienstverlening;
    • 7. 'specifieke vorm van dienstverlening - begane grond bestemd voor dienstverlening, waarbij deze functie alleen is toegestaan in de onderbouw en eerste bouwlaag van een gebouw;
    • 8. 'horeca van categorie 2a' bestemd voor horecabedrijven die in de van deze planregels deel uitmakende Bijlage 3 Categorie-indeling Horeca zijn aangeduid als categorie 2a, 2b of 3a;
    • 9. 'specifieke vorm van horeca - hotelappartementen' bestemd voor maximaal 2 hotelappartementen;
    • 10. 'praktijkruimte' bestemd voor praktijkruimten ten behoeve van medisch gerelateerde doeleinden en paramedische beroepen;
    • 11. 'kantoor' bestemd voor kantoren;
    • 12. 'specifieke vorm van kantoor - begane grond bestemd voor kantoren, waarbij deze functie alleen is toegestaan in de onderbouw en eerste bouwlaag van een gebouw;
    • 13. 'specifieke vorm van kantoor - verdieping' bestemd voor kantoren, waarbij deze functie alleen in de tweede en hogere bouwlaag van een gebouw is toegestaan;
    • 14. 'maatschappelijk' bestemd voor maatschappelijke voorzieningen;
    • 15. 'specifieke vorm van verkeer - toegang parkeergarage': een toegang voor een parkeergarage, die gelegen is binnen de gronden van een aangrenzende bestemming;
  • c. zorgwoningen, alleen indien met toepassing van lid 24.5 met omgevingsvergunning is afgeweken;

en de daarbij behorende:

  • d. tuinen, erven en terreinen.
24.2 Bouwregels
24.2.1 Algemeen
  • a. Op de tot 'Wonen' bestemde gronden mogen alleen worden gebouwd bouwwerken die ten dienste staan van deze bestemming.
  • b. De waardevolle binnentuin/binnenterrein ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van tuin - waardevolle binnentuin' mag niet worden verkleind.
24.2.2 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. gebouwen mogen alleen ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' worden gebouwd;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang' mag tot een bouwhoogte van ten minste 3 m niet worden gebouwd;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' mag de bouwhoogte van gebouwen niet meer bedragen dan is aangeduid;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' mogen de goothoogte en bouwhoogte van gebouwen niet meer bedragen dan is aangeduid;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - invullocatie 1', gelden de volgende regels:
    • 1. de bouwhoogte van de gebouwen dient te passen in het patroon van de wisselende bebouwingshoogte van de betreffende straatwand;
    • 2. bij de situering van de achtergevel van het gebouw dient rekening te worden gehouden met het zicht op waardevolle achtergevels, voldoende lichttoettreding en gebruiksmogelijkheden voor de woonfunctie;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - invullocatie 2', gelden de volgende regels:
    • 1. de bouwhoogte van de gebouwen mag maximaal 4 bouwlagen bedragen, waarbij de bouwhoogte afgestemd dient te worden op de bestaande bebouwingshoogte van de direct aangrenzende bebouwing;
    • 2. de in de aanduiding 'gevellijn' gebouwde gebouwen dienen te zijn voorzien van een kap.
24.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag ten hoogste 1 m bedragen, waarbij de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen achter de naar de weg gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw of het verlengde daarvan ten hoogste 2 m mag bedragen;
  • b. de bouwhoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 2 m bedragen.
  • c. in afwijking van het gestelde onder a en b mag de bouwhoogte van een toegangshek ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - toegang parkeergarage' niet meer bedragen dan 4 m.
24.3 Afwijken van de bouwregels
24.3.1 Afwijking

Met omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in:

  • a. sublid 24.2.1 onder b in die zin gebouwen worden gebouwd, mits:
    • 1. de oppervlakte van een gebouw ten hoogste 20 m² bedraagt;
    • 2. de bouwhoogte van een gebouw ten hoogste 4 m bedraagt.
  • b. sublid 24.2.2 onder a in die zin dat aan- en uitbouwen en bijgebouwen buiten de ter plaatse aangegeven aanduiding 'bouwvlak' worden gebouwd, mits:
    • 1. de gezamenlijke oppervlakte van de buiten de aanduiding 'bouwvlak' gelegen aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen ten hoogste:
      • 25 m² mag bedragen;
      • 25% van het achtererf mag bedragen;
    • 2. de goothoogte van aanbouwen, uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen niet meer dan 3,5 m, dan wel 0,25 m boven de vloer van de eerste verdieping van het hoofdgebouw, mag bedragen;
    • 3. de bouwhoogte van aanbouwen, uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen niet meer dan 6 m mag bedragen, waarbij deze ten minste 1,5 m is gelegen onder de bouwhoogte van het hoofdgebouw;
    • 4. de goothoogte van vrijstaande bijgebouwen niet meer dan 3 m mag bedragen;
    • 5. de bouwhoogte van vrijstaande bijgebouwen mag niet meer dan 5 m mag bedragen.
24.3.2 Toepassingsvoorwaarden

Het bepaalde in het vorige lid kan slechts worden toegepast, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de in hoofdstuk 2 en 4 en bijlage 1 van de toelichting aangegeven cultuurhistorische, ruimtelijke en archeologische waarden van het beschermd stadsgezicht;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de milieusituatie;
  • e. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • f. de parkeersituatie
  • g. de sociale veiligheid.
24.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor een ander gebruik dan in lid 24.1 is toegestaan, tenzij in de bestaande situatie een andere gebruik aanwezig is, in welk geval de bestaande situatie van toepassing is;
  • b. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van horeca categorie 3b als bedoeld in Bijlage 3, zodanig dat de horecavloeroppervlakte per detailhandelsvestiging meer bedraagt dan 15% van de bedrijfsvloeroppervlakte.
24.5 Afwijken van de gebruiksregels
24.5.1 Afwijking

Met omgevingsvergunning kan worden afgeweken:

  • a. van het bepaalde in lid 24.1 onder b onder 2 en 3 in die zin dat gebouwen tevens worden gebruikt voor ambachtelijke bedrijven anders dan die in de van deze regels deel uitmakende Bijlage 2 Staat van Bedrijfsactiviteiten - functiemenging zijn aangeduid als milieucategorie A of B dan wel naar de aard en de invloed daarmee gelijk te stellen ambachtelijke bedrijven, mits:
  • b. als bedoeld in lid 24.1 onder c in die zin dat gronden en bouwwerken worden gebruikt ten behoeve van zorgwoningen.
24.5.2 Toepassingsvoorwaarden

Het bepaalde in het vorige lid kan slechts worden toegepast, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:

  • a. de in hoofdstuk 2 en 4 en bijlage 1 van de toelichting aangegeven cultuurhistorische, ruimtelijke en archeologische waarden van het beschermd stadsgezicht;
  • b. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • c. de woonsituatie;
  • d. de milieusituatie;
  • e. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • f. de parkeersituatie.
24.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden
24.6.1 Vergunningplichtige werken en werkzaamheden

Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van tuin - waardevolle binnentuin' is voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden een omgevingsvergunning vereist:

  • a. het aanbrengen van oppervlakteverhardingen, tenzij het gaat om een ondergeschikte oppervlakte aan sierbestrating;
  • b. het verwijderen van bomen.
24.6.2 Uitzonderingen

Het bepaalde in sublid 24.6.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:

  • a. het normale onderhoud betreffen;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.
24.6.3 Toepassingsvoorwaarden

De omgevingsvergunning wordt alleen verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ruimtelijke en/of cultuurhistorische waarden van de binnentuin.