Plan: | Bedrijventerreinen Stad, Coevorden |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0109.200BP00004-0003 |
In deze regels wordt verstaan onder:
Het bestemmingsplan Bedrijventerreinen Stad, Coevorden met identificatienummer NL.IMRO.0109.200BP00004-0003 van de gemeente Coevorden;
De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangegeven, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
De grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
Een dienstverlenend beroep of bedrijf dat op kleine schaal in een woning en/of daarbij behorende bouwwerken wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en de desbetreffende beroeps- en bedrijfsuitoefening een ruimtelijke uitstraling heeft die in overeenstemming met de woonfunctie is;
De waarde die van belang is voor de archeologie en voor de kennis van de beschavingsgeschiedenis;
Eén of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
Een percentage, dat de grootte van het deel van een terrein aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd;
Een kleinschalige aan de woonfunctie ondergeschikte accomodatie voor uitsluitend logies en ontbijt met maximaal 6 kamers en maximaal 10 personen, die in beginsel deel uitmaakt van het hoofdgebouw en geen zelfstandige eenheid mag zijn of kan verworden tot een zelfstandige (woon)eenheid;
een onderneming waarbij het accent ligt op het vervaardigen, bewerken, installeren, inzamelen en verhandelen van goederen, met inbegrip van bedrijfsrestaurant;
Een gebouw dat dient voor de uitoefening van een bedrijf;
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, die kennelijk slechts is bedoeld voor de huisvesting van (het huishouden van) de eigenaar of een werknemer van het bedrijf waartoe de woning behoort;
Gebruik dat op het tijdstip van de inwerkingtreding van dit bestemmingsplan legaal bestond;
Bebouwing die op het tijdstip van terinzagelegging van dit plan legaal bestond of in uitvoering was, dan wel gebouwd is of gebouwd kan worden overeenkomstig de Woningwet of Wet algemene bepalingen omgevingsrecht of krachtens die wetten gegeven voorschriften;
De grens van een bestemmingsvlak;
Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
Een inrichting waarop het Besluit externe veiligheid inrichtingen van toepassing is;
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak; voor zover het bijbehorende bouwwerken bij een bedrijfswoning betreft, wordt voor de toepassing van dit begrip in afwijking van het begrip hoofdgebouw de bedrijfswoning aangemerkt als hoofdgebouw;
Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;
De grens van een bouwvlak;
Een vorm van detailhandel in volumineuze goederen specifiek gericht op bouwmaterialen en aanverwante artikelen zoals gereedschap en woondecoratieartikelen, waarbij ondergeschikte branchevreemde artikelen zijn toegestaan tot maximaal 20% van het winkelvloeroppervlak;
Een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
Een grens van een bouwperceel;
Een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid waar ingevolge de regels gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;
De bovenste, veel bewerkte laag van de grond;
Een bouwkundige constructie van enige omvang die hetzij direct en duurzaam met de aarde is verbonden is;
Het bedrijfsmatig te koop of te huur aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop of verhuur, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die deze goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit. Onder detailhandel vallen geen supermarkten;
detailhandel met een verkoopvloeroppervlak groter dan 1.000 m2, met uitzondering van supermarkten;
detailhandel die vanwege de omvang van de gevoerde artikelen een groot oppervlak nodig heeft voor de uitstalling, zoals de verkoop van tuininrichtingsartikelen, bouwmaterialen, meubels, keukens, sanitair, auto's, boten, caravans en landbouwwerktuigen. Een bouwmarkt valt hier ook onder. Bij detailhandel in volumineuze goederen is ondergeschikte kleinschalige detailhandel tot maximaal 20% van het winkelvloeroppervlak toegestaan;
Een bedrijf of instelling waarvan de werkzaamheden bestaan uit het verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden, waaronder zijn begrepen fotostudio's en naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijven en inrichtingen, evenwel met uitzondering van een garagebedrijf, kapperszaken, schoonheidsinstituten en een seksinrichting;
Periodieke en/of incidentele manifestaties zoals sportmanifestaties, concerten, bijeenkomsten, voorstellingen, tentoonstellingen, shows, thematische beurzen en thematische markten. Onder evenementen worden in ieder geval niet begrepen activiteiten die zijn gericht op verkoop uit grote partijen met een beperkt assortiment door één of enkele aanbieders;
Elk bouwwerk dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
Het doen gebruiken, laten gebruiken en in gebruik geven;
Bewoning of andere geluidgevoelige functies zoals bedoeld in de Wet geluidhinder dan wel het Besluit geluidhinder;
Gebouwen welke dienen ter bewoning of ten behoeve van een andere geluidgevoelige functie als bedoeld in de Wet geluidhinder, dan wel het Besluit geluidhinder;
Etmaalwaarde van het equivalente geluidsniveau in dB(A) op een bepaalde plaats;
Equivalent geluidvermogen in dB(A)/m2;
Geluidzone als bedoeld in artikel 40 van de Wet geluidhinder;
Een inrichting, bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een zone moet worden vastgesteld;
De ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en of leveren van goederen aan wederverkopers dan wel aan bedrijven of instellingen, die deze goederen in een door hen gedreven onderneming aanwenden.
Een maximale waarde voor de geluidsbelasting, die hoger is dan de voorkeursgrenswaarde en die in een concreet geval kan worden vastgesteld op grond van de Wet geluidhinder, dan wel het Besluit geluidhinder;
Een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;
een specifieke vorm van detailhandel, waarbij de transactie via internet tot stand komt, ter plaatse alleen de bijbehorende opslag, distributie en afhalen plaatsvindt, en het tonen en afrekenen van goederen niet ter plaatse gebeurt;
Een (deel van een) gebouw dat door aard, indeling en inrichting kennelijk is bedoeld voor het verrichten van werkzaamheden van hoofdzakelijk administratieve aard;
Het in het 'distributie-planologisch onderzoek Coevorden' als zodanig aangewezen gebied, bestaande uit winkelcentrum de Gansehof, de Friesestraat, een gedeelte van de Bentheimerstraat en een gedeelte van de Sallandsestraat;
Een object waarvoor ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een grenswaarde voor het risico c.q. een risicoafstand is bepaald die in acht moet worden genomen;
De cultuurhistorische en de visuele waarden van het landschap;
De afzet van lpg in m3 per jaar;
Het oppervlak (of de hoogte daarvan) van het land of de bovenkant van het terrein dat een bouwwerk omgeeft;
Een nadere eis als bedoeld in artikel 3.6 lid 1 onder d van de Wet ruimtelijke ordening;
Een voorziening ten behoeve van de telecommunicatie en de gas-, water- en electriciteitsdistributie alsmede soortgelijke voorzieningen van openbaar nut, waaronder in ieder geval worden begrepen ondergrondse leidingen, transformatorhuisjes, pompstations, gemalen, telefooncellen en zendmasten;
Vergunning voor activiteiten als genoemd in artikel 2.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
De grens van een kadastraal perceel;
Detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, geteeld, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie;
Een inrichting, bij welke een grenswaarde, richtwaarde voor het risico c.q. een risicoafstand moet worden aangehouden bij het in het bestemmingsplan toelaten van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten;
een inrichting voor de uitoefening van detailhandel in motorbrandstoffen, waaronder begrepen smeermiddelen voor motorvoertuigen en benodigdheden voor gebruik, reiniging of spoedeisende reparaties van motorvoertuigen alsmede accessoires daarvoor en daaraan ondergeschikt detailhandel in voedings- en genotmiddelen en branchevreemde artikelen tot maximaal 20% van het winkelvloeroppervlak;
Een werk, al dan niet overdekt, dienend om in het openbaar belang water te ontvangen, te bergen, af te voeren en toe te voeren; de boven water gelegen taluds, bermen en onderhoudspaden daaronder mede verstaan;
Een inrichting als bedoeld in onderdeel D van bijlage 1 van het Besluit omgevingsrecht;
Een wijziging als bedoeld in artikel 3.6 lid 1 onder a van de Wet ruimtelijke ordening;
Een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.
Het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;
Een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, waaronder begrepen een erotische massagesalon, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;
Een bedrijf dat is gericht op de vervaardiging of assemblage van vuurwerk of de (detail)handel in vuurwerk, niet bedoeld periodieke verkoop in consumentenvuurwerk, c.q. de opslag van vuurwerk en/of de daarvoor benodigde stoffen;
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
Vanaf het peil tot aan het hoogste punt van het bouwwerk, ondergeschikte bouwdelen als schoorstenen en antennes niet meegerekend;
Vanaf de snijlijn van een dakvlak en een evenwijdig aan de noklijn gelegen gevelvlak van een gebouw tot het peil;
Langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak (voor zover in de regels een dakhelling is voorgeschreven, is deze niet van toepassing op de horizontale gedeelten van afgeknotte daken, de bovenste dakvlakken van mansarde kappen en op dakvlakken welke niet evenwijdig aan de noklijn zijn gelegen);
Tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, nederwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
Boven peil tussen de bovenzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
De kortste afstand vanaf enig punt van een bouwwerk tot de grens van een bouwperceel;
Tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of de harten van de scheidingsmuren.
Vanaf het peil tot de as van een windturbine;
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen, worden ondergeschikte bouwdelen als:
Buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding niet meer dan 1 m ten opzichte van de bouwgrens of bestemmingsgrens bedraagt.
De voor 'Bedrijf - Gasontvangstation' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Uitsluitend zijn toegestaan gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, die ten dienste van de bestemming staan.
Voor gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
De voor 'Bedrijventerrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
Voor gebouwen gelden de volgende regels:
Voor windturbines gelden de volgende regels:
Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen, met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
nadere eisen stellen ten aanzien van de situering, bouwhoogte en goothoogte van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in:
mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
Bij een omgevingsvergunning kan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - afwijking bouwhoogte Holwert' worden afgeweken van het bepaalde in lid 4.2.1 onder c en lid 4.2.3 onder d voor het hoger bouwen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tot 10 m, mits dit geen afbreuk doet aan het aanzien van het bedrijventerrein vanaf de zijde van de Wethouder J.B. Hemelweg en de wijk Ballast-Zuid, respectievelijk vanaf Stationsstraat en Wilhelminasingel.
Tot een gebruik in strijd met de bestemming wordt in ieder geval verstaan:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in:
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
Gebouwen zijn niet toegestaan.
Voor windturbines gelden de volgende regels:
Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde geldt de volgende regel:
De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
Voor gebouwen gelden de volgende regels:
Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen, met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
nadere eisen stellen ten aanzien van de situering, bouwhoogte en goothoogte van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
Tot een gebruik in strijd met de bestemming wordt in ieder geval verstaan:
De voor 'Kantoor' gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
Voor gebouwen gelden de volgende regels:
Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen, met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
nadere eisen stellen ten aanzien van de situering, bouwhoogte en goothoogte van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
Tot een gebruik in strijd met de bestemming wordt in ieder geval verstaan:
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
Voor gebouwen gelden de volgende regels:
Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen, met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
nadere eisen stellen ten aanzien van de situering, bouwhoogte en goothoogte van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
Tot een gebruik in strijd met de bestemming wordt in ieder geval verstaan:
De voor 'Maatschappelijk - Militair Terrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
Voor gebouwen gelden de volgende regels:
Voor windturbines gelden de volgende regels:
Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen, met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
nadere eisen stellen ten aanzien van de situering, bouwhoogte en goothoogte van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
Tot een gebruik in strijd met de bestemming wordt in ieder geval verstaan:
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Gebouwen zijn niet toegestaan.
Voor windturbines gelden de volgende regels:
Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende regel:
De voor 'Verkeer - Railverkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
Gebouwen zijn niet toegestaan.
Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende regel:
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Gebouwen zijn niet toegestaan.
Voor windturbines gelden de volgende regels:
Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde geldt de volgende regel:
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor gebouwen gelden de volgende regels:
Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 13.2.1 onder a voor het bouwen buiten het bouwvlak tot ten hoogste 5 m achter de achtergevel en tussen het verlengde van de zijgevels, mits:
Tot een gebruik in strijd met de bestemming wordt in ieder geval verstaan bewoning van de van de woning vrijstaande gebouwen.
De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor:
met daarbijbehorende:
waarbij geldt dat deze bestemming ten opzichte van:
Er mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van deze (dubbel)bestemming worden gebouwd.
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de bouwregels voor het bouwen overeenkomstig een andere daar voorkomende bestemming, indien en voor zover:
Alvorens te beslissen op een aanvraag om een omgevingsvergunning wint het bevoegd gezag advies in bij de leidingbeheerder omtrent de vraag of met het bouwwerk de veiligheid met betrekking tot de in de belemmeringenstrook gelegen buisleiding kan worden geschaad.
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Leiding - Gas zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het in 14.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en/of werkzaamheden die:
Alvorens te beslissen op een aanvraag om een omgevingsvergunning wint het bevoegd gezag advies in bij de leidingbeheerder omtrent de vraag of door de voorgenomen werken en/of werkzaamheden de belangen van de leiding niet onevenredig worden geschaad en welke voorwaarden gesteld dienen te worden om eventuele schade te voorkomen.
Uitvoering van de werken, geen bouwwerk zijnde en werkzaamheden is in strijd met de bestemming, indien daardoor (direct of indirect) de integriteit en werking van de buisleiding worden geschaad.
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en de bestemming Leiding - Gas, inclusief belemmeringsstroken verwijderen indien een deel van of de gehele leidingstrook komt te vervallen.
De voor Leiding - Hoogspanning aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
met daarbij behorende
waarbij geldt dat deze bestemming ten opzichte van:
Er mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van deze (dubbel)bestemming worden gebouwd.
Voor bouwwerken, geen gebouw zijnde, gelden de volgende regels:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de bouwregels voor het bouwen overeenkomstig een andere daar voorkomende bestemming, indien en voor zover de veiligheid met betrekking tot de hoogspanningsleiding niet wordt geschaad.
Alvorens te beslissen op een aanvraag om een omgevingsvergunning wint het bevoegd gezag advies in bij de leidingbeheerder omtrent de vraag of met het bouwwerk de veiligheid met betrekking tot de hoogspanningsleiding kan worden geschaad.
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Leiding - Hoogspanning zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het in 15.4.1 genoemde verbod is niet van toepassing op werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden die:
Alvorens te beslissen op een aanvraag om een omgevingsvergunning wint het bevoegd gezag advies in bij de leidingbeheerder omtrent de vraag of door de voorgenomen werken en/of werkzaamheden de belangen van de leiding niet onevenredig worden geschaad en welke voorwaarden gesteld dienen te worden om eventuele schade te voorkomen.
Uitvoering van de werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden is in strijd met de bestemming, indien daardoor (direct of indirect) een onevenredige aantasting kan plaatsvinden van de belangen en de veiligheid van de hoogspanningsleiding en van de bijbehorende belemmeringenstrook.
De voor 'Waarde - Archeologie 3' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de archeologische waarden, zoals deze blijken uit de aanwezigheid van voorden, zandkopjes, veentjes (dobbes, pingo's, uitblazingskommen, depressies) en celtic fields, waarbij geldt dat deze bestemming ten opzichte van andere daar voorkomende bestemmingen van primaire betekenis is.
Op de voor 'Waarde - Archeologie 3' aangewezen gronden mogen bouwwerken met een diepte van meer dan 0,3 m uitsluitend worden gebouwd, mits de aanvrager een bureau-onderzoeksrapport heeft overgelegd van een daartoe bevoegd archeologisch bureau dat werkt volgens de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie en burgemeester en wethouders van oordeel zijn dat vervolgonderzoek niet noodzakelijk is.
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 16.2 en kan worden toegestaan dat bouwwerken ten dienste van en conform een andere daar voorkomende bestemming worden gebouwd, mits de aanvrager een onderzoeksrapport heeft overgelegd van een daartoe bevoegd archeologisch bureau dat werkt volgens de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie, waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld.
Een in 16.3.1 genoemde vergunning wordt slechts verleend, indien daartegen uit hoofde van de bescherming van de archeologische waarde geen bezwaar bestaat. Indien uit het in 16.3.1 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het toestaan van de afwijking zullen worden verstoord, kunnen aan de omgevingsvergunning voor het bouwen een of meerdere van de volgende voorwaarden worden verbonden:
Alvorens over de omgevingsvergunning te beslissen, voeren burgemeester en wethouders overleg met de provinciaal archeoloog, indien sprake is van een gebied van provinciaal belang, zoals op bijlage 2 Archeologische beleidskaart aangegeven bij Provinciaal Belang Archeologie.
Het is verboden om zonder een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het in lid 16.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden:
Overleg provinciaal archeoloog
Alvorens over de omgevingsvergunning te beslissen, voeren burgemeester en wethouders overleg met de provinciaal archeoloog, indien sprake is van een gebied van provinciaal belang, zoals op bijlage 2 Archeologische beleidskaart aangegeven bij Provinciaal Belang Archeologie.
Uitvoering van de werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden is in strijd met de bestemming, indien daardoor (direct of indirect) een onevenredige aantasting kan plaatsvinden van het behoud en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden.
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en de bestemming 'Waarde - Archeologie 3' verwijderen indien de geconstateerde aanwezigheid of afwezigheid van archeologische waarden, in voorkomend geval na beëindiging van opgravingen, daartoe aanleiding geeft.
De voor Waarde - Archeologische verwachtingswaarde aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de (verwachte) archeologische waarden, waarbij geldt dat deze bestemming ten opzichte van andere daar voorkomende bestemming(en) van primaire betekenis is.
Op de voor Waarde - Archeologische verwachtingswaarde aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 14.2 en kan worden toegestaan dat bouwwerken ten dienste van en conform een andere daar voorkomende bestemming worden gebouwd met een oppervlakte van meer dan 500 m2 en een diepte van meer dan 0,3 m, mits de aanvrager een onderzoeksrapport heeft overgelegd van een daartoe bevoegd archeologisch bureau dat werkt volgens de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie, waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld.
Een in 14.3.1 genoemde vergunning wordt slechts verleend, indien daartegen uit hoofde van de bescherming van de archeologische waarde geen bezwaar bestaat. Indien uit het in 14.3.1 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het toestaan van de afwijking zullen worden verstoord, kunnen aan de omgevingsvergunning voor het bouwen een of meerdere van de volgende voorwaarden worden verbonden:
Alvorens over de omgevingsvergunning te beslissen, voeren burgemeester en wethouders overleg met de provinciaal archeoloog, indien sprake is van een gebied van provinciaal belang, zoals op bijlage 2 Archeologische beleidskaart aangegeven bij Provinciaal Belang Archeologie.
Het is verboden om zonder een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het in 14.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden:
Alvorens over de omgevingsvergunning te beslissen, voeren burgemeester en wethouders overleg met de provinciaal archeoloog, indien sprake is van een gebied van provinciaal belang, zoals op bijlage 2 Archeologische beleidskaart aangegeven bij Provinciaal Belang Archeologie.
Uitvoering van de werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden is in strijd met de bestemming, indien daardoor (direct of indirect) een onevenredige aantasting kan plaatsvinden van het behoud en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden.
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en de bestemming Waarde - Archeologische verwachtingswaarde verwijderen indien de geconstateerde aanwezigheid of afwezigheid van archeologische waarden, in voorkomend geval na beëindiging van opgravingen, daartoe aanleiding geeft.
De voor 'Waarde - Cultuurhistorie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud van de cultuurhistorische en aardkundige waarden.
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen mag geen nieuwe bebouwing worden gebouwd.
Burgemeester en Wethouders kunnen afwijken van het bepaalde in lid 18.2.1 en toestaan dat de in de daar voorkomende bestemming(en) genoemde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, mits:
Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van Burgemeester en Wethouders, de volgende werken, geen bouwwerken zijn, en werkzaamheden te verrichten:
Het in lid 18.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden, welke:
De werken en werkzaamheden als bedoeld in lid 18.4.1 zijn slechts toelaatbaar indien door de werken en werkzaamheden dan wel de gevolgen daarvan, geen onevenredige aantasting ontstaat of kan ontstaan van de cultuurhistorische waarde van het landschap.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Onder strijdig gebruik wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijvingen, waaronder in ieder geval wordt begrepen:
Ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industie' geldt dat die gronden - naast de aangewezen bestemming(en) - tevens bestemd zijn voor de bescherming en instandhouding van de geluidsruimte voor een industrieterrein.
Ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie' mogen geen nieuwe geluidgevoelige objecten worden gebouwd.
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 22.1.2 en de bouw van nieuwe geluidgevoelige objecten worden toegestaan, mits de bestemmingsregels dit toelaten en de geluidsbeslasting op de gevels van de geluidgevoelige gebouwen niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde of een verkregen hogere waarde.
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmeting van bouwwerken voor een doelmatige akoestische afscherming ten behoeve van de bescherming van de beschikbare geluidsruimte.
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en de aanduiding wijzigen in die zin dat de zone wordt aangepast indien daartoe als gevolg van wijziging in gebruik, bedrijfsvoering, regelgeving of vergunningverlening aanleiding bestaat.
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - bedrijven' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van het woon- en leefklimaat.
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen zijn op de in 22.2.1 bedoelde gronden geen nieuwe kwetsbare objecten toegestaan.
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen mogen geen nieuwe gebouwen worden gebouwd ten behoeve van de in 22.2.2 genoemde functies.
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - bevi' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van het woon- en leefklimaat.
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen zijn op de in 22.3.1 bedoelde gronden geen nieuwe kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten toegestaan.
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen mogen geen nieuwe gebouwen worden gebouwd ten behoeve van de in 22.3.2 genoemde functies.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in de artikelen 22.3.2 en 22.3.3 voor het bouwen van nieuwe beperkt kwetsbare objecten, voor zover in overeenstemming met de andere bestemmingen, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen voor:
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - leiding' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van het woon- en leefklimaat.
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen zijn op de in 22.4.1 bedoelde gronden geen nieuwe kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten toegestaan.
In afwijking van het bepaalde bij de andere daar voorkomende bestemming(en) mogen op of in deze gronden geen kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten worden gebouwd.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in de artikelen 22.4.3 en 22.4.2 voor het bouwen van nieuwe beperkt kwetsbare objecten, voor zover in overeenstemming met de andere bestemmingen, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen voor:
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - lpg' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van het woon- en leefklimaat in verband met een LPG-installatie.
In afwijking van het bepaalde in de bouwregels bij de bestemmingen geldt dat op 22.5.1 bedoelde gronden geen kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten mogen worden gebouwd.
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen mogen geen nieuwe gebouwen worden gebouwd ten behoeve van de in 22.5.2 genoemde functies.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in de artikelen 22.5.2 en 22.5.3 voor het bouwen van nieuwe beperkt kwetsbare objecten, voor zover in overeenstemming met de andere bestemmingen, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
In afwijking van hetgeen elders in deze regels is bepaald, is het verboden gronden en bouwwerken ter plaatse van de aanduiding ‘veiligheidszone – lpg’ te gebruiken als kwetsbaar of beperkt kwetsbaar object.
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen voor:
Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - munitie A' geldt dat die gronden - naast de aangewezen bestemming(en) - tevens zijn bestemd voor de veiligheid van personen in verband met een nabijgelegen opslagplaats voor munitie.
Er mag geen toename plaatsvinden van:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en de aanduiding wijzigen in die zin dat de zone wordt aangepast indien daartoe als gevolg van wijziging in regelgeving aanleiding bestaat.
Ter plaatse van de aanduiding ' veiligheidszone - munitie B ' geldt dat die gronden - naast de aangewezen bestemming(en) - tevens zijn bestemd voor de veiligheid van personen in verband met een nabijgelegen opslagplaats voor munitie.
Er mag geen toename plaatsvinden van het aantal kwetsbare en/of beperkt kwetsbare objecten als bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en de aanduiding wijzigen in die zin dat de zone wordt aangepast indien daartoe als gevolg van wijziging in regelgeving aanleiding bestaat.
Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - munitie C' geldt dat die gronden - naast de aangewezen bestemming(en) - tevens zijn bestemd voor de veiligheid van personen in verband met een nabijgelegen opslagplaats voor munitie.
Er mogen geen bouwwerken worden gebouwd met vlies- of gordijngevelconstructies of grote glasoppervlakten en waarbinnen zich doorgaans een groot aantal personen bevindt.
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en de aanduiding wijzigen in die zin dat de zone wordt aangepast indien daartoe als gevolg van wijziging in regelgeving aanleiding bestaat.
Ter plaatse van de aanduiding 'Veiligheidszone - windturbine 1' geldt dat die gronden - naast de andere aangewezen bestemming(en) - tevens zijn bestemd voor de bescherming van het woon-, leef- en verblijfsklimaat in verband met een (nabij) aanwezige windturbine.
Er mag geen toename plaatsvinden van het aantal kwetsbare en/of beperkt kwetsbare objecten als bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen, tenzij ze behoren tot de inrichting zelf.
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en de aanduiding wijzigen in die zin dat de zone wordt aangepast indien daartoe als gevolg van wijziging in regelgeving of vergunningverlening aanleiding bestaat.
Ter plaatse van de aanduiding 'Veiligheidszone - windturbine 2' geldt dat die gronden - naast de andere aangewezen bestemming(en) - tevens zijn bestemd voor de bescherming van het woon-, leef- en verblijfsklimaat in verband met een (nabij) aanwezige windturbine.
Er mag geen toename plaatsvinden van het aantal kwetsbare objecten als bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen, tenzij ze behoren tot de inrichting zelf.
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 38.16.2 en worden gebouwd ten behoeve van een andere daar voorkomende bestemming, indien en voor zover voldoende aannemelijk is dat de gevolgen van afvallend ijs - in geval van ijsafzetting op de rotorbladen van de windturbine - zo veel mogelijk zijn beperkt en de hoogte van het bouwwerk geen belemmering voor het functioneren van de windturbine oplevert.
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en de aanduiding wijzigen in die zin dat de zone wordt aangepast indien daartoe als gevolg van wijziging in regelgeving of vergunningverlening aanleiding bestaat.
In afwijking van het bepaalde bij de daar voorkomende bestemming zijn de gronden ter plaatse van de gebiedsaanduiding ‘Vrijwaringszone - molenbiotoop’ mede bestemd voor het beschermen van de belevingswaarde en het functioneren van een molen.
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het functioneren van de molen als werktuig kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde in lid 22.11.2 onder a en onder b in die zin, dat de bouwhoogte wordt vergroot, mits vooraf advies ingewonnen wordt van de Vereniging tot behoud van molens in Nederland, omtrent de vraag of hierdoor de belangen vanuit het functioneren van de betreffende molen als werktuig wordt geschaad.
Tot een gebruik, strijdig met de gebiedsaanduiding ‘vrijwaringszone - molenbiotoop’, wordt gerekend het aanbrengen van opgaande beplanting waarvan de groeihoogte meer kan bedragen dat de in lid 22.11.2 voor bouwwerken genoemde bouwhoogte.
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het functioneren van de molen als werktuig kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde in lid 22.11.4 in die zin, dat de bouwhoogte wordt vergroot, mits vooraf advies ingewonnen wordt van de Vereniging De Hollandsche Molen omtrent de vraag of hierdoor de belangen vanuit het functioneren van de betreffende molen als werktuig wordt geschaad.
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:
Bij een verwijzing naar andere wettelijke regelingen is bedoeld de desbetreffende wet zoals die luidt op het tijdstip van terinzageleggen van het ontwerp van dit plan.
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van lid 25.1 een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van bouwwerk als bedoeld in lid 25.1 met maximaal 10%.
Lid 25.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 25.4, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
Indien het gebruik, bedoeld in lid 25.4, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
Lid 25.4 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Deze regels kunnen worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan Bedrijventerreinen Stad, Coevorden.