Plan: | Buitengebied |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0109.100BP00012-0003 |
het bestemmingsplan Buitengebied van de gemeente Coevorden;
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0109.100BP00012-0003 met de bijbehorende regels met bijlagen;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangegeven, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
een dienstverlenend beroep of bedrijf dat op kleine schaal in een woning en/of daarbij behorende bouwwerken wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en de desbetreffende beroeps- of bedrijfsuitoefening een ruimtelijke uitstraling heeft die in overeenstemming is met de woonfunctie;
een op de plankaart blijkens de daarop voorkomende verklaring als zodanig opgenomen aanduiding, die aangeeft welke bestemming/aanduiding van toepassing is op de aangepijlde gronden;
een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen (houtteelt, boomfruitteelt en een kwekerij daaronder begrepen) en/of het houden van dieren, niet zijnde: een glastuinbouwbedrijf;
een bedrijf waar overwegend door middel van handwerk producten worden vervaardigd, bewerkt, onderhouden of hersteld;
de waarde die van belang is voor de archeologie en voor de kennis van de beschavingsgeschiedenis;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
de visuele waarden van het totaal aan bebouwing en de bebouwing in het landschap.
een kleinschalige aan de woonfunctie ondergeschikte accommodatie voor uitsluitend logies en ontbijt, met maximaal zes kamers en maximaal 10 personen, die in beginsel deel uitmaakt van het hoofdgebouw en onder omstandigheden in een bijgebouw mag worden gerealiseerd, zonder dat sprake is van een permanente woonsituatie;
een onderneming waarbij het accent ligt op het vervaardigen, bewerken, installeren, inzamelen en verhandelen van goederen, waarbij eventueel detailhandel uitsluitend plaatsvindt als ondergeschikt onderdeel van de onderneming in de vorm van verkoop dan wel levering van ter plaatse vervaardigde, bewerkte of herstelde goederen dan wel goederen die in rechtstreeks verband staan met de uitgeoefende handelingen;
een gebouw dat dient voor de uitoefening van een bedrijf;
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, die kennelijk slechts is bedoeld voor de huisvesting van (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is;
de totale vloeroppervlakte van de ruimte die wordt gebruikt voor een aan huis verbonden beroep dan wel een (dienstverlenend) bedrijf of een dienstverlenende instelling, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke, bestaand of vergund op het tijdstip van inwerkingtreding van dit plan;
belemmeringenstrook ten behoeve van het onderhoud van de buisleiding;
beperkt kwetsbaar object als bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen;
bestaand en legaal aanwezig of vergund op de dag van terinzagelegging van het ontwerp van het bestemmingsplan, te weten 4 februari 2014;
bebouwing die op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van dit plan bestond of in uitvoering was, dan wel gebouwd is of gebouwd kan worden overeenkomstig de Woningwet of Wet algemene bepalingen omgevingsrecht of krachtens die wetten gegeven voorschriften;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
een inrichting waarop het Besluit externe veiligheid inrichtingen van toepassing is;
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak; voor zover het bijbehorende bouwwerken bij een bedrijfswoning betreft, wordt voor de toepassing van dit begrip in afwijking van het begrip hoofdgebouw de bedrijfswoning aangemerkt als hoofdgebouw;
de teelt of het kweken van fruit aan houtige gewassen;
het geheel van bedrijfsmatig handelen en van activiteiten gericht op de instandhouding en ontwikkeling van bestaande, respectievelijk nieuwe bossen ten behoeve van (de functies) natuur, houtproductie, landschap, milieu en recreatie;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
de grens van een bouwvlak;
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw, zolder, dakopbouw of setback;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten. Indien en voorzover twee bouwpercelen middels de aanduiding 'relatie' met elkaar zijn verbonden worden deze aangemerkt als één bouwperceel.
een grens van een bouwperceel;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangegeven, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
de som van de bepaalde vloeroppervlaktes van alle tot het gebouw behorende binnenruimten. De oppervlakte van buitenruimten als loggia's, balkons, niet gesloten galerijen, dakterrassen en dergelijke worden hier niet tot berekend.
een gebouw met een oppervlakte van ten hoogste 70 m2, bestaande uit een lichte constructie, dat naar de aard en inrichting is bedoeld voor recreatieve bewoning;
vuurwerk dat is bestemd voor particulier gebruik;
het kweken van planten/boompjes in potten op een geslotenbed-ondergrond of een openbed-ondergrond met drainage;
organische materialen/producten, die mogen worden toegevoegd aan een mestvergistingsproces, waarbij het eindproduct nog steeds onder de definitie van meststof valt als bedoeld in de milieuwetgeving;
de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis van dat bouwwerk of dat gebied heeft gemaakt;
iedere bovenbeëindiging van een gebouw;
grondbewerking dieper dan 0,3 m;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), het verkopen en/of leveren van goederen, geen motorbrandstoffen zijnde, aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit. Onder detailhandel vallen geen afhaalzaken en maaltijdbezorgdiensten;
detailhandel in een assortiment goederen dat is gebaseerd op de behoeftes van een automobilist of diens passagiers;
een gebouw, waarin de bedrijfsuitoefening hoofdzakelijk is gericht op het bieden van gelegenheid tot dansen op mechanische en/of levende muziek en het serveren van al dan niet alcoholhoudende dranken;
de aan een gebied toegekende waarden die verband houden met de samenhang van dieren en planten en hun leefomgeving en/of tussen dieren en planten onderling;
medegebruik gericht op (de overdracht van) kennis;
het energetisch gemiddelde van de fluctuerende niveaus van het ter plaatse in de loop van een bepaalde periode optredende geluid. Het energetisch gemiddelde wordt berekend volgens de methode zoals omschreven in de Handleiding Meten en Rekenen Industrielawaai (1999);
de hoogste van de volgende drie waarden van het equivalente geluidsniveau:
al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, en, voor zover een bestemmingsplan of een beheersverordening van toepassing is, deze die inrichting niet verbieden;
een vermaaksfunctie, welke is gericht op het doen plaatsvinden van voorstellingen en/of vertoningen van porno-erotische aard, waaronder begrepen een seksbioscoop, een seksclub en een seksautomatenhal;
die vormen van recreatie die in hoofdzaak zijn gericht op natuur- en landschapsbeleving zoals wandelen en fietsen en die in principe plaatsvinden tussen zonsopgang en zonsondergang en niet gericht zijn op het verstrekken van nachtverblijf;
recreatief medegebruik dat in hoofdzaak is gericht op natuur- en landschapsbeleving, zoals wandelen en fietsen, en dat slechts beperkt beslag op de ruimte legt. Voor het extensieve recreatief medegebruik is geen specifieke inrichting van het gebied noodzakelijk, maar kan worden volstaan met de voorzieningen die reeds ten behoeve van de hoofdfunctie aanwezig zijn en ondergeschikte voorzieningen zoals bewegwijzeringsbordjes. Onder extensief recreatief medegebruik wordt in elk geval niet verstaan gebruik zoals paintball, boerengolf, een maïsdoolhof en gemotoriseerde sporten;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
het doen gebruiken, laten gebruiken en in gebruik geven;
een paardenhouderij die is gericht op het africhten en trainen van paarden, het bieden van stalruimte voor paarden, het trainen van paarden en uitbrengen in de sport, verhuur van diensten met behulp van paarden en/of de in- en verkoop van paarden, niet zijnde een manege;
bewoning of andere geluidgevoelige functies zoals bedoeld in de Wet geluidhinder dan wel het Besluit geluidhinder;
gebouwen welke dienen ter bewoning of ten behoeve van een andere geluidgevoelige functie als bedoeld in de Wet geluidhinder, dan wel het Besluit geluidhinder;
etmaalwaarde van het equivalente geluidsniveau in dB(A) op een bepaalde plaats;
equivalent geluidvermogen in dB(A)/m2;
geluidzone als bedoeld in artikel 40 van de Wet geluidhinder;
een inrichting, bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een zone moet worden vastgesteld;
ontplofbare stoffen en voorwerpen, samengeperste, vloeibaar gemaakte of onder druk opgeloste gassen, brandbare vloeistoffen, brandbare vaste stoffen, voor zelfontbranding vatbare stoffen, stoffen die bij aanraking met water brandbare gassen ontwikkelen, stoffen die de verbranding bevorderen, organische peroxiden, giftige stoffen, infectueuze stoffen, bijtende stoffen, andere stoffen die voor de mens of het milieu gevaarlijk kunnen zijn; een en ander indien en voor zover zij zijn aangewezen krachtens artikel 3 van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen;
een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen in kassen;
een gebouw, geen appartement, motel of pension zijnde, dat blijkens zijn indeling geschikt en bestemd is voor een groep of groepen te dienen als recreatief verblijf;
de ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting;
een veehouderij met een bedrijfsvoering waarbij in overwegende mate ruwvoer van eigen land wordt betrokken en mest in overwegende mate op eigen land wordt afgezet, waarbij onder eigen land wordt verstaan land dat in eigendom is, gepacht of gehuurd is of om niet wordt gebruikt ten behoeve van de bedrijfsvoering, alsmede een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen, niet zijnde: een glastuinbouwbedrijf;
het telen van gewassen en/of het houden van dieren, anders dan in het kader van de uitoefening van een agrarisch bedrijf en niet zijnde een (volks)tuin;
een maximale waarde voor de geluidsbelasting, die hoger is dan de voorkeursgrenswaarde en die in een concreet geval kan worden vastgesteld op grond van de Wet geluidhinder, dan wel het Besluit geluidhinder;
gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is; indien het hoofdgebouw geen woning is, maar op het perceel wel een (bedrijfs)woning aanwezig is, wordt voor de toepassing van het bepaalde over bijbehorende bouwwerken bij de (bedrijfs)woning die woning als hoofdgebouw aangemerkt;
een bedrijf of instelling waar bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren ter plaatse worden verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies worden verstrekt, hieronder niet begrepen discotheken en dancings;
horeca die wat betreft exploitatievorm aansluit bij winkelvoorzieningen en daarmee qua openingstijden nagenoeg spoort en waar naast kleinere etenswaren alcoholvrije dranken worden verstrekt, zoals een lunchroom, koffiehuis, ijssalon, broodjeszaak, croissanterie, patisserie en crêperie, cafetaria, snackbar en shoarmazaak;
horeca die wat betreft de exploitatievorm behoort bij en ondergeschikt is aan de hoofdfunctie van een bestemming, zoals een kantine;
horeca waar in hoofdzaak maaltijden worden verstrekt, die (deels) ter plaatse worden geconsumeerd, zoals een restaurant, bistro, poffertjeszaak, pannenkoekenhuis, hotel-restaurant, pension, pizzeria, Chinese restaurants;
horeca waar in hoofdzaak al dan niet alcoholhoudende drank wordt verstrekt, zoals een café, bar, eetcafé, pub, café-restaurant en zaalaccommodatie;
horeca zoals een discotheek en dancing;
de bedrijfsmatige uitoefening van uitsluitend de functie houtproductie op gronden die in principe hiervoor tijdelijk worden gebruikt en waarvoor daartoe ontheffing is verleend van de melding en herplantplicht ex artikel 2 en 3 van de Boswet;
een alleenstaande, dan wel twee of meer personen, die een duurzame gemeenschappelijke huishouding voeren of willen voeren;
een industrieterrein als bedoeld in de Wet geluidhinder;
een agrarisch bedrijf met een bedrijfsvoering die geheel of in overwegende mate in gebouwen plaatsvindt en die gericht is op het houden van dieren, zoals een rundveemesterij, varkens-, vleeskalver-, pluimvee- of pelsdierhouderij of een combinatie van deze bedrijfsvormen, alsmede naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijfsvormen, met uitzondering van grondgebonden melkveehouderij en het biologisch houden van dieren conform de Landbouwkwaliteitswet;
een auto, waarin voorzieningen zijn getroffen voor recreatief nachtverblijf;
een terrein ter beschikking gesteld voor het plaatsen, dan wel geplaatst houden van kampeermiddelen;
een gebouw dat periodiek dient voor recreatief verblijf, waarbij wordt overnacht in gemeenschappelijke slaapzalen en/of kamers;
het bedrijfsmatig verlenen van diensten waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen;
een dakafdekking onder een hoek van meer dan 5 graden met het horizontale vlak;
een gebouw, waarvan de wanden en het dak geheel of grotendeels bestaan uit glas of ander lichtdoorlatend materiaal;
verblijfsrecreatie met een kleinschalig karakter op een agrarisch bouwperceel of op een woonperceel van tenminste 5.000 m2, in de vorm van een kampeerterrein voor maximaal 25 kampeermiddelen, niet zijnde stacaravans;
kwetsbaar object als bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen;
een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van beplantingsgewassen zoals bos- en haagplantsoen, laan- en parkbomen, vruchtbomen, rozenstruiken, sierconiferen en overige sierheesters, een en ander in de vorm van vollegrondsteelt dan wel containerteelt;
een inrichting waar uitsluitend of in hoofdzaak agrarische activiteiten, zijnde het telen of kweken van landbouwgewassen of het fokken, mesten, houden of verhandelen van landbouwhuisdieren, dan wel activiteiten die daarmee verband houden worden verricht;
de aan een gebied toegekende waarde, gekenmerkt door de waarneembare verschijningsvorm van dat gebied;
elementen in het landschap die bepalend zijn voor de kernkwaliteit van een gebied;
een bedrijf, gericht op het verrichten en leveren van diensten en de daarbij behorende producten aan agrarische bedrijven (agrarisch loonwerk), alsmede het verrichten van cultuurtechnische werkzaamheden en grondverzetwerkzaamheden;
de afzet van lpg in m³ per jaar;
het oppervlak (of de hoogte daarvan) van het land of de bovenkant van het terrein dat een bouwwerk omgeeft;
educatieve, sociale, culturele, levensbeschouwelijke, recreatieve, verzorgende, medische en overheidsfuncties, met ondergeschikte detailhandel en horeca ten dienste van deze voorzieningen;
bedrijfsactiviteiten met een publieksgericht karakter, die zijn gericht op het bieden van gelegenheid tot het berijden en verzorgen van paarden en pony's (waaronder het lesgeven, de verhuur van paarden en pony’s en het organiseren van wedstrijden en/of andere hippische evenementen), alsook ondergeschikte horeca, categorie II ten dienste van deze activiteiten;
een nadere eis als bedoeld in artikel 3.6 lid 1 onder d van de Wet ruimtelijke ordening;
de aan een gebied toegekende waarde, gekenmerkt door geologische, geomorfologische, bodemkundige en/of biologische elementen, voorkomend in dat gebied;
een kampeerterrein, gelegen in de natuur, met zeer bescheiden voorzieningen;
een gebouw bestemd voor het realiseren van een kleinschalige voorziening voor uitsluitend de gasten van het kleinschalig kampeerterrein, niet zijnde een op de horeca gerichte voorziening als bedoeld in de Drank- en Horecawet;
werkzaamheden die regelmatig noodzakelijk zijn voor een goed beheer van de gronden, waaronder begrepen de handhaving dan wel de realisering van de bestemming;
vergunning voor activiteiten als genoemd in artikel 2.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
een ondergeschikt bestanddeel van de totale bedrijfsomvang van een grondgebonden agrarisch bedrijf, waarbij voor de intensieve veehouderij een oppervlakte wordt aangewend van niet meer dan 250 m2;
bewoning door een persoon of door groepen van personen van een voor recreatieve bewoning bedoelde ruimte als hoofdverblijf c.q. vaste woon- of verblijfplaats;
een paardenhouderij waar uitsluitend of in hoofdzaak handelingen aan en/of met paarden worden verricht die primair gericht zijn op het voortbrengen, africhten, trainen en verhandelen van paarden;
vuurwerk, niet zijnde consumentenvuurwerk;
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander persoon tegen vergoeding;
een bedrijf ten behoeve van het organiseren van dagrecreatieve evenementen dan wel het verhuren van middelen ten behoeve van dagrecreatieve evenementen met bijbehorende opslagvoorzieningen;
een recreatief gebruik van gronden dat ondergeschikt is aan de functie van de bestemming waarbinnen dit recreatieve gebruik is toegestaan;
verblijf voor recreatie door bij voorkeur wisselende gezinnen of daarmee gelijk staande personen of groepen van personen, die hun vaste woon- of verblijfplaats elders hebben;
een gebouw dat periodiek dient voor recreatief (nacht)verblijf voor recreanten die hun hoofdverblijf elders hebben;
de voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, alsmede een erotische massagesalon, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;
een bouwwerk dat dient voor het opslaan van mest, veevoeder, graan of andere bulkstoffen ten behoeve van een agrarisch bedrijf;
een caravan die gedurende langere tijd op een kampeerterrein op dezelfde plaats blijft staan;
ruimtelijke verschijningsvorm van bebouwing, die wordt bepaald door de situering, aansluitende terreinen, bouwmassa's, gevelindeling en dakvormen;
vrije ruimte die nodig is voor ongehinderde ontvangst van (radio-)signaal;
teeltondersteunende voorzieningen in de vorm van kassen;
voorzieningen die door agrarische bedrijven met plantaardige teelten worden gebruikt om de volgende doelen na te streven:
een in hoofdzaak uit textiel of ander daarmee vergelijkbaar materiaal vervaardigd onderkomen dat gemakkelijk is op te vouwen, bestemd voor recreatief verblijf;
een plaatsingsmogelijkheid voor een kampeermiddel;
een kleinschalig gebouw bestaande uit een lichte constructie, dat naar de aard en inrichting voor recreatief dag- en nachtverblijf is bedoeld;
recreatief verblijf, waarbij wordt overnacht in kampeermiddelen, recreatiewoningen, appartementen en/of recreatieverblijven, waarbij hoofdverblijf elders wordt gehouden;
het onder gecontroleerde omstandigheden (volledig afgesloten van lucht) afbreken van organische verbindingen door bacteriën waarbij methaangas vrijkomt;
het verplaatsen van een in het plangebied reeds aanwezig agrarisch bedrijf naar een locatie waar nog geen agrarisch bouwvlak ligt;
gezamenlijke oppervlakte van de bouwlagen;
een perceel grond dat zich niet in de onmiddellijke nabijheid van de woning van de gebruiker bevindt, waarop de gebruiker gewassen teelt voor eigen gebruik;
een (agrarisch) bedrijf waaruit een zelfstandig en reëel inkomen voortkomt voor minimaal één huishouden;
de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien een perceel met meerdere zijden aan een weg grenst, de als zodanig door burgemeester en wethouders aan te wijzen gevel;
de maximale waarde voor de geluidsbelasting, zoals deze rechtstreeks kan worden afgeleid uit de Wet geluidhinder dan wel het Besluit geluidhinder;
inrichting waar professioneel vuurwerk en/of meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk aanwezig is;
een werk, al dan niet overdekt, dienend om in het openbaar belang water te ontvangen, te bergen, af te voeren en toe te voeren; de boven water gelegen taluds, bermen en onderhoudspaden daaronder mede verstaan;
goederen ten behoeve van een automobilist of diens passagiers;
een inrichting als bedoeld in onderdeel D van bijlage 1 van het Besluit omgevingsrecht;
een wijziging als bedoeld in artikel 3.6 lid 1 onder a van de Wet ruimtelijke ordening;
een gebouw, dat een ruimte omvat, welke door zijn indeling kennelijk bedoeld is te worden gebruikt voor de detailhandel;
een complex van ruimten dat dient voor de zelfstandige huisvesting van één afzonderlijk huishouden;
een hoofdgebouw, hetzij vrijstaand, hetzij aaneengebouwd, dat slechts één woning omvat;
een zorgfunctie waarbij de sociaal-medische opvang van personen, al dan niet in de vorm van het ter plaatse woonachtig zijn, en al dan niet gecombineerd wordt met agrarische activiteiten, in die zin dat de personen behulpzaam zijn bij de agrarische of natuurbeherende activiteiten.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
a. de dakhelling:
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak; voorzover in de regels een dakhelling is voorgeschreven, is deze niet van toepassing op de horizontale gedeelten van afgeknotte daken, op de bovenste dakvlakken van mansardekappen en op dakvlakken die niet evenwijdig aan de noklijn zijn gelegen;
b. de goothoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan de bovenkant de goot, c.q. druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
c. de inhoud van een bouwwerk:
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
d. de bouwhoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
e. de oppervlakte van een bouwwerk:
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
f. de afstand tot de (zijdelingse) grens van een bouwperceel:
vanaf enig punt van een bouwwerk tot de (zijdelingse) grens van een bouwperceel.
Bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van de plaatsing van gebouwen worden ondergeschikte bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de bouwgrens met niet meer dan 1,5 m wordt overschreden.
Bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van de bouwhoogte worden liftschachten, antennes, ventilatiekanalen en schoorstenen buiten beschouwing gelaten.
De voor ' Agrarisch met waarden - Beekdallandschap ' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
adres | activiteit |
Hoogehaar 16, Dalen | loonbedrijf |
met daarbij behorende:
met dien verstande dat voeropslagvoorzieningen en mestopslagvoorzieningen uitsluitend zijn toegestaan binnen het bouwvlak, behoudens bestaande opslagvoorzieningen buiten het bouwvlak.
Op de voor ' Agrarisch met waarden - Beekdallandschap ' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd. Voor bouwwerken gelden de volgende regels:
bouwwerk | verplichte situering | maximale oppervlakte |
max. goothoogte |
max. bouw hoogte |
|||
- gebouwen niet zijnde de bedrijfswoning; - voeropslag- voorzieningen - mestopslag- voorzieningen |
- binnen het bouwvlak, met dien verstande dat bestaande opslagvoorziening-en en bestaande gebouwen buiten het bouwvlak zijn toegestaan; - met inachtneming van het beginsel van bebouwingscon- centratie; - achter het woongedeelte; - achter de aanduiding 'gevellijn' |
- binnen het bouwvlak mag de gezamenlijke oppervlakte van de bouwwerken (de bedrijfswoning, voer- opslagvoorzieningen en mestopslag- voorzieningen daaronder begrepen) maximaal bedragen 10.000 m2 met dien verstande dat: 1. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - afwijkende maatvoering' de gezamenlijke oppervlakte maximaal mag bedragen: a. bij een grondgebonden agrarisch bedrijf: - 20.000 m2 ter plaatse van de aanduiding 'grootschalig landbouwgebied' - 13.000 m2 in overige gebieden; b. bij intensieve veehouderij 13.000 m2; 2. ter plaatse van de aanduidingen 'paardenhouderij' en 'intensieve kwekerij' de gezamenlijke oppervlakte maximaal 5.000 m2 mag bedragen; - buiten het bouwvlak mag de oppervlakte maximaal bedragen de bestaande oppervlakte |
- binnen het bouwvlak: indien het perceel in Bijlage 5
Beleidskaart
cultuurhistori
sch zeer
waardevolle
gebieden is aangegeven als 'cultuurhisto-risch zeer waardevol' 3,5 m, in overige gebieden 4,5 m, met dien verstande dat in alle gebieden ter plaatse van een inrijopening de maximale goothoogte 6 m mag bedragen over een breedte van niet meer dan 6 m en met dien verstande dat een maximale goothoogte alleen geldt voor gebouwen; - buiten het bouwvlak: de bestaande goothoogte |
- binnen het bouwvlak12 m; - buiten het bouw- vlak: de bestaan-de bouw- hoogte |
|||
teeltondersteunen de voorzieningen | ter plaatse van de aanduiding 'intensieve kwekerij' | buiten het bouwvlak 1,5 m; binnen het bouwvlak 12 m | |||||
teeltondersteunen de kassen | ter plaatse van de aanduiding 'intensieve kwekerij' en binnen het bouwvlak | 4,5 m | 12 m | ||||
paardrijbak, longeercirkel, springtoestellen, stapmolen, trainingsmolen, geen gebouw zijnde |
- binnen het bouwvlak en - ter plaatse van de aanduiding 'paardenhouderij' dan wel ten behoeve van een productiegerichte paardenhouderij |
4 m | |||||
paardrijbak als bedoeld in 3.1 onder f | binnen het bouwvlak | 1,5 m | |||||
bedrijfswoning | op de locatie van de huidige bedrijfswoning | de gezamenlijke oppervlakte van de bedrijfswoning en de bijbehorende bouwwerken mag niet meer bedragen dan 250 m2 | 3,5 m | 8 m | |||
bijbehorende bouwwerken bij een bedrijfswoning | zie hierboven bij 'gebouwen' | de gezamenlijke oppervlakte van de bedrijfswoning en de bijbehorende bouwwerken mag niet meer bedragen dan 250 m2 | 3 m | 6 m | |||
erfafscheidingen | binnen het bouwvlak, achter de voorgevel van de woning en het verlengde daarvan | 2 m | |||||
erfafscheidingen | binnen het bouwvlak, vóór de voorgevel van de woning en het verlengde daarvan | 1 m | |||||
erfafscheidingen | buiten het bouwvlak | 1,5 m | |||||
bouwwerken, geen gebouw zijnde | binnen het bouwvlak | 12 m | |||||
bouwwerken, geen gebouw zijnde | buiten het bouwvlak | 3 m | |||||
bouwwerken ten behoeve van een ijsbaan | ter plaatse van de aanduiding 'ijsbaan' | de bestaande oppervlakte | de bestaande goothoogte | de bestaan- de bouw- hoogte |
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen (waaronder dakhelling) van de bebouwing ten behoeve van:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 3.2 en kan worden toegestaan dat:
Een in 3.4.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
Tot een gebruik in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval gerekend:
Tot een gebruik in strijd met het bestemmingsplan wordt niet gerekend:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 3.1 en kan worden toegestaan dat grond wordt gebruikt voor een kwekerij, boomfruitteelt of houtteelt, indien en voor zover:
Een in 3.6.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
Het is verboden om zonder een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het in 3.7.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
Uitvoering van de werken, geen bouwwerk zijnde en werkzaamheden is in strijd met de bestemming, indien daardoor (direct of indirect) een onevenredige aantasting kan plaatsvinden van de landschappelijke waarden van het beekdallandschap, genoemd in 3.1 . Onder onevenredige aantasting wordt onder meer begrepen het aanplanten van bomenrijen anders dan haaks op de beek.
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en:
Een in 3.8.1 genoemde wijziging kan slechts worden vastgesteld, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
De voor ' Agrarisch met waarden - Essenlandschap ' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
adres | activiteit |
Den Hool 4, Holsloot | een aan het agrarisch bedrijf gerelateerde, ondergeschikte horecatak en bijbehorende ondergeschikte detailhandel |
Klenkerweg 9, Oosterhesselen | kantoor en opslag Natuurmonumenten |
met daarbij behorende:
met dien verstande dat voeropslagvoorzieningen en mestopslagvoorzieningen uitsluitend zijn toegestaan binnen het bouwvlak, behoudens bestaande opslagvoorzieningen buiten het bouwvlak.
Op de voor ' Agrarisch met waarden - Essenlandschap ' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd. Voor bouwwerken gelden de volgende regels:
bouwwerk | verplichte situering | maximale oppervlakte |
max. goothoogte |
max. bouw hoogte |
|||
- gebouwen niet zijnde de bedrijfswoning; - voeropslag- voorzieningen; - mestopslag- voorzieningen |
- binnen het bouwvlak, met dien verstande dat bestaande opslagvoorzieningen en bestaande gebouwen buiten het bouwvlak zijn toegestaan; - met inachtneming van het beginsel van bebouwingsconcentratie; - achter het woongedeelte; - achter de aanduiding 'gevellijn' |
- binnen het bouwvlak mag de gezamenlijke oppervlakte van de bouwwerken (de bedrijfswoning, voeropslagvoorzie- ningen en mestopslagvoorzie- ningen daaronder begrepen) maximaal bedragen 10.000 m2 met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding: 1. 'specifieke bouwaanduiding - afwijkende maatvoering' de gezamenlijke oppervlakte maximaal 13.000 m2 mag bedragen; 2. 'paardenhouderij' de gezamenlijke oppervlakte maximaal 5.000 m2 mag bedragen; - buiten het bouwvlak mag de oppervlakte maximaal bedragen de bestaande oppervlakte |
- binnen het bouwvlak: indien het perceel in Bijlage 5
Beleidskaart
cultuurhistori
sch zeer
waardevolle
gebieden is aangegeven als 'cultuurhistorisch zeer waardevol' 3,5 m, in overige gebieden 4,5 m, met dien verstande dat in alle gebieden ter plaatse van een inrijopening de maximale goothoogte 6 m mag bedragen over een breedte van niet meer dan 6 m en met dien verstande dat een maximale goothoogte alleen geldt voor gebouwen - buiten het bouwvlak: de bestaande goothoogte |
- binnen het bouwvlak12 m; - buiten het bouw- vlak: de bestaan-de bouw- hoogte |
|||
teeltondersteunende voorzieningen | niet toegestaan | ||||||
teeltondersteunende kassen | niet toegestaan | ||||||
paardrijbak, longeercirkel, springtoestellen, stapmolen, trainingsmolen, geen gebouw zijnde |
- binnen het bouwvlak en - ter plaatse van de aanduiding 'paardenhouderij' dan wel ten behoeve van een productiegerichte paardenhouderij |
4 m | |||||
paardrijbak als bedoeld in 4.1 onder g | binnen het bouwvlak | 1,5 m | |||||
bedrijfswoning | op de locatie van de huidige bedrijfswoning | de gezamenlijke oppervlakte van de bedrijfswoning en de bijbehorende bouwwerken mag niet meer bedragen dan 250 m2 | 3,5 m | 8 m | |||
bijbehorende bouwwerken bij een bedrijfswoning | zie hierboven bij 'gebouwen' | de gezamenlijke oppervlakte van de bedrijfswoning en de bijbehorende bouwwerken mag niet meer bedragen dan 250 m2 | 3 m | 6 m | |||
erfafscheidingen | binnen het bouwvlak, achter de voorgevel van de woning en het verlengde daarvan | - | - | 2 m | |||
erfafscheidingen | binnen het bouwvlak, vóór de voorgevel van de woning en het verlengde daarvan | 1 m | |||||
erfafscheidingen | buiten het bouwvlak | - | - | 1,5 m | |||
bouwwerken, geen gebouw zijnde | binnen het bouwvlak | 12 m |
|||||
bouwwerken, geen gebouw zijnde | buiten het bouwvlak | 3 m |
|||||
bouwwerken ten behoeve van een ijsbaan | ter plaatse van de aanduiding 'ijsbaan' | de bestaande oppervlakte | de bestaande goothoogte | de bestaan-de bouw- hoogte |
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen (waaronder dakhelling) van de bebouwing ten behoeve van:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 4.2 en kan worden toegestaan dat:
Een in 4.4 genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
Tot een gebruik in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval gerekend:
Tot een gebruik in strijd met het bestemmingsplan wordt niet gerekend het binnen het bouwvlak vergisten, drogen, vergassen en/of destilleren van mest of andere landbouwkundige (bij)producten en het verhandelen van de daarbij vrijkomende energie (zoals elektriciteit of gas), indien en voor zover sprake is van de volgende wijze van be- of verwerking: het bedrijf verwerkt in hoofdzaak eigen mest of andere landbouwkundige (bij)producten en voegt eventueel eigen of niet eigen cosubstraten toe; het eventuele digestaat wordt op de tot het bedrijf behorende gronden gebruikt.
Het is verboden om zonder een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het in 4.6.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
Uitvoering van de werken, geen bouwwerk zijnde en werkzaamheden is in strijd met de bestemming, indien daardoor (direct of indirect) een onevenredige aantasting kan plaatsvinden van de landschappelijke waarden van de essen- of oude veldontginningencomplexen, genoemd in 4.1.
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en:
Een in 4.7.1 genoemde wijziging kan slechts worden vastgesteld, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
De voor ' Agrarisch met waarden - Ontginningenlandschap ' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
adres | activiteit |
Coevorderstraatweg 19, Geesbrug | het verwerken van lelies en van blauwe bessen van de coöperatie de Blauwe Bes |
Geeserraai 2b, Geesbrug | groepsaccommodatie + 10 paardenstallen |
Kibbelveen 10, Kibbelveen | handel in agrarische goederen |
Veenschapsweg 19, Coevorden | schapenhandel en agrarische dienstverlening |
Verlengde Hoogeveensevaart 154, Geesbrug | bloemdrogerij en -ververij, en werktuigenvereniging Nieuweroord e.o. |
Verlengde Hoogeveensevaart 73, Zwinderen | loonbedrijf |
Verlengde Hoogeveensevaart 79, Zwinderen | opslag tbv bouwbedrijf als nevenactiviteit |
Witte Menweg 4, Geesbrug | 4 gastenverblijfsruimten in de bestaande bebouwing |
Witte Menweg 6, Geesbrug | 4 gastenverblijfsruimten in de bestaande bebouwing |
met daarbij behorende:
met dien verstande dat voeropslagvoorzieningen en mestopslagvoorzieningen uitsluitend zijn toegestaan binnen het bouwvlak, behoudens bestaande opslagvoorzieningen buiten het bouwvlak.
Op de voor ' Agrarisch met waarden - Ontginningenlandschap ' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd. Voor bouwwerken gelden de volgende regels:
bouwwerk | verplichte situering | maximale oppervlakte |
max. goothoogte |
max. bouw hoogte |
- gebouwen niet zijnde de bedrijfswoning; - voeropslag- voorzieningen; - mestopslag- voorzieningen |
- binnen het bouwvlak, met dien verstande dat bestaande opslagvoorziening-en en bestaande gebouwen buiten het bouwvlak zijn toegestaan; - met inachtneming van het beginsel van bebouwingscon- centratie; - achter het woongedeelte; - achter de aanduiding 'gevellijn' |
- binnen het bouwvlak mag de gezamenlijke oppervlakte van de bouwwerken (de bedrijfswoning, voeropslagvoorzie- ningen en mestopslagvoorzie- ningen daaronder begrepen) maximaal bedragen 10.000 m2 met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding: 1. 'specifieke bouwaanduiding - afwijkende maatvoering' de gezamenlijke oppervlakte maximaal mag bedragen: a. bij een grondgebonden agrarisch bedrijf: - 20.000 m2 ter plaatse van de aanduiding 'grootschalig landbouwgebied' - 13.000 m2 in overige gebieden, met dien verstande dat in het bouwvlak Geeserraai 2a Geesbrug een grotere oppervlakte is toegestaan, mits de bestaande veestapel niet wordt uitgebreid; b. bij intensieve veehouderij: 13.000 m2 2. 'paardenhouderij' en 'intensieve kwekerij' de gezamenlijke oppervlakte maximaal 5.000 m2 mag bedragen; - buiten het bouwvlak mag de oppervlakte maximaal bedragen de bestaande oppervlakte. |
- binnen het bouwvlak: 4,5 m, met dien verstande dat ter plaatse van een inrijopening, de maximale goothoogte 6 m mag bedragen over een breedte van niet meer dan 6 m en met dien verstande dat een maximale goothoogte alleen geldt voor gebouwen; - buiten het bouwvlak: de bestaande goothoogte |
- binnen het bouwvlak12 m; - buiten het bouw- vlak: de bestaan-de bouw- hoogte |
teeltondersteunende voorzieningen | ter plaatse van de aanduiding 'intensieve kwekerij' | buiten het bouwvlak 1,5 m; binnen het bouwvlak 12 m | ||
teeltondersteunende kassen | ter plaatse van de aanduiding 'intensieve kwekerij' en binnen het bouwvlak | 4,5 m | 12 m | |
paardrijbak, longeercirkel, springtoestellen, stapmolen, trainingsmolen, geen gebouw zijnde |
- binnen het bouwvlak en - ter plaatse van de aanduiding 'paardenhouderij'dan wel ten behoeve van een productiegerichte paardenhouderij |
4 m | ||
paardrijbak als bedoeld in 5.1 onder f | binnen het bouwvlak | 1,5 m | ||
bedrijfswoning | op de locatie van de huidige bedrijfswoning | de gezamenlijke oppervlakte van de bedrijfswoning en de bijbehorende bouwwerken mag niet meer bedragen dan 250 m2 | 3,5 m | 8 m |
bijbehorende bouwwerken bij een bedrijfswoning | zie hierboven bij 'gebouwen' | de gezamenlijke oppervlakte van de bedrijfswoning en de bijbehorende bouwwerken mag niet meer bedragen dan 250 m2 | 3 m | 6 m |
erfafscheidingen | binnen het bouwvlak, achter de voorgevel van de woning en het verlengde daarvan | - | - | 2 m |
erfafscheidingen | binnen het bouwvlak, vóór de voorgevel van de woning en het verlengde daarvan | 1 m | ||
erfafscheidingen | buiten het bouwvlak | - | - | 1,5 m |
bouwwerken, geen gebouw zijnde | binnen het bouwvlak | 12 m |
||
bouwwerken, geen gebouw zijnde | buiten het bouwvlak | 3 m |
||
bouwwerken ten behoeve van een ijsbaan | ter plaatse van de aanduiding 'ijsbaan' | de bestaande oppervlakte | de bestaande goothoogte | de bestaan-de bouw- hoogte |
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen (waaronder dakhelling) van de bebouwing ten behoeve van:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 5.2 en kan worden toegestaan dat:
Een in 5.4.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
Tot een gebruik in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval gerekend:
Tot een gebruik in strijd met het bestemmingsplan wordt niet gerekend:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in:
Een in 5.6.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
Het is verboden om zonder een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het in 5.7.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
Uitvoering van de werken, geen bouwwerk zijnde en werkzaamheden is in strijd met de bestemming, indien daardoor (direct of indirect) een onevenredige aantasting kan plaatsvinden van de landschappelijke waarden van het ontginningenlandschap, genoemd in 5.1 .
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en:
Een in 5.8.1 genoemde wijziging kan slechts worden vastgesteld, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
De voor ' Bedrijf ' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
adres | bedrijfsactiviteiten | |
Achterbente 17, Dalen | aannemersbedrijf | |
Ballast 26a, Coevorden | transportbedrijf | |
Berkmeerweg, Dalerpeel | composteerinrichting, mits landschappelijk ingepast conform een door burgemeester en wethouders goedgekeurd erfinrichtingsplan, dat in overeenstemming is met Bijlage 1 Notitie ruimtelijke kwaliteit | |
Brinkweg 5b, Zwinderen | brandweerkazerne | |
De Lichtenburg 2, Dalerveen | loonbedrijf en landbouwmechanisatie | |
De Lichtenburg 4, Dalerveen | loonbedrijf | |
Diphoorn 25, Diphoorn | meubelmakerij met toonzaal | |
Dwarsdijk 5, Dalerveen | aannemersbedrijf | |
Eldijk 12, Holsloot | loonbedrijf | |
tussen Emmerstraat en Meulenkampweg | opslag springstof seismologisch onderzoek | |
Katshaarweg 2, Coevorden | loonbedrijf | |
Krimweg 82, Coevorden | opslag materiaal en materieel tbv het waterschap, met uitzondering van zand of bagger | |
NAM z weg 5, Dalerveen | loonbedrijf | |
NAM z weg 19s, Dalerveen | opslag tbv landbouwmechanisatie | |
Nieuwe Dijk 2a, Coevorden | metaalbedrijf | |
Oldeveen 10, Aalden | hoveniersbedrijf | |
Oostereind 33a, Erm | garagebedrijf | |
Oosterhesselerweg 4, Wachtum | hoveniersbedrijf | |
Oosterholt, Wachtum | opslag materiaal en materieel tbv de gemeente | |
Oranjekanaal NZ 2, Wezuperbrug | recreatiebedrijf, geen horeca en geen verblijfsrecreatieve doeleinden betreffende | |
Reindersdijk 16, Dalen | loonbedrijf met vleesstieren | |
Rolderstraat 46, De Kiel | loonbedrijf | |
Schoolstraat 7, Holsloot | meubelmakerij en verkoop meubels | |
Slenerweg 86, Schoonoord | Rolderstraat 46, De Kiel | |
Slenerweg 114, Schoonoord | stalling en onderhoud bosbouwmaterieel Staatsbosbeheer | |
Stieltjeskanaal 90, Stieltjeskanaal | loonbedrijf met veehouderij | |
Stieltjeskanaal 96, Stieltjeskanaal | installatiebedrijf | |
Valsteeg 6, Dalen | houtbewerking en winkel | |
Veldweg 7a, Nieuwlande | loonbedrijf | |
Verl. Hoogeveense Vaart 22, Oosterhesselen | loonbedrijf | |
Verl. Hoogeveense Vaart 58, Zwinderen | aannemersbedrijf | |
Verl. Hoogeveense Vaart 62, Zwinderen | kleinschalig dienstverlenend bedrijf | |
Verl. Hoogeveense Vaart 76, Zwinderen | loonbedrijf | |
Verl. Hoogeveense Vaart 116, Geesbrug |
landbouwmechanisatie | |
Vlieghuis Europaweg 30, Coevorden | loonbedrijf | |
Witte Menweg 4c, Geesbrug | aannemersbedrijf | |
Witte Menweg 12, Geesbrug | loonbedrijf | |
Witte Zand 27a, Oosterhesselen | loonbedrijf |
met daarbij behorende:
met dien verstande dat:
Op de voor ' Bedrijf ' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd. Voor bouwwerken gelden de volgende regels:
bouwwerk | verplichte situering | maximale oppervlakte |
max. goot- hoogte |
max. bouw- hoogte |
gebouw niet zijnde de bedrijfswoning | - met inachtneming van het beginsel van bebouwingscon- centratie; - achter het woongedeelte |
de gezamenlijke oppervlakte van de bedrijfsgebouwen - met uitzondering van de bedrijfswoning en de bijbehorende bouwwerken bij de bedrijfswoning - mag niet meer bedragen dan de bestaande oppervlakte waarbij voor het perceel: - Berkmeerweg Dalerpeel geldt dat de gezamenlijke oppervlakte niet meer dan 450 m2 mag bedragen; - Oranjekanaal NZ 2, Wezuperbrug geldt dat de gezamenlijke oppervlakte niet meer dan 3100 m2 mag bedragen. |
3,5 m | 8 m |
bedrijfswoning | op de locatie van de huidige bedrijfswoning; indien met inachtneming van 36.2 geen bedrijfswoning aanwezig is: op een afstand vanaf de weg met in achtneming van de Wet geluidhinder | de gezamenlijke oppervlakte van de bedrijfswoning en de bijbehorende bouwwerken mag niet meer bedragen dan 250 m2 | 3,5 m | 8 m |
bijbehorend bouwwerk bij een bedrijfswoning | zie hierboven bij 'gebouw' | de gezamenlijke oppervlakte van de bedrijfswoning en de bijbehorende bouwwerken mag niet meer bedragen dan 250 m2 | 3 m | 6 m |
erfafscheiding | achter de voorgevel van de woning en het verlengde daarvan | 2 m | ||
erfafscheiding | vóór de voorgevel van de woning en het verlengde daarvan | 1 m | ||
bouwwerk, geen gebouw zijnde | 3 m | |||
windturbine | ter plaatse van de aanduiding 'windturbine' | zie onder e | ||
paardrijbak als bedoeld in 6.1 onder f | binnen het bestemmingsvlak | 1,5 m |
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 6.2 en worden toegestaan dat:
Een in 6.4.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
Tot een gebruik in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval gerekend:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 6.1 en kunnen tevens bedrijven worden toegelaten die niet zijn genoemd in Bijlage 3 Staat van Bedrijfsactiviteiten of die volgens Bijlage 3 Staat van Bedrijfsactiviteiten van een hogere categorie zijn, voorzover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving geacht kan worden te behoren tot de reeds toegelaten categorie, met dien verstande dat Bevi-inrichtingen, vuurwerkbedrijven en Wgh-inrichtingen niet zijn toegestaan.
Een in 6.6.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en:
Een in 6.7.1 genoemde wijziging kan slechts worden vastgesteld indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
De voor ' Bedrijf - Afsluiterlocatie ' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
Op de voor ' Bedrijf - Afsluiterlocatie ' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd. Voor bouwwerken gelden de volgende regels:
De voor ' Bedrijf - Mijnbouw' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
Op de voor ' Bedrijf - Mijnbouw ' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd. Voor bouwwerken gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:
De voor ' Bedrijf - Nutsbedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
adres | activiteit |
Benterdijk 16, Dalen | waterpompstation |
Drift 1, Dalen | rioolwaterzuivering |
Zetelveenweg 5, Sleen | rioolwaterzuivering / werkplaats waterschap / opslag materiaal en materieel |
met daarbij behorende:
Op de voor ' Bedrijf - Nutsbedrijf ' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd. Voor bouwwerken gelden de volgende regels:
bestemmingsvlak op adres | maximale bouwhoogte | |
Benterdijk 16, Dalen | gebouwen: 10 m bouwwerken, geen gebouw zijnde: 8 m |
|
Drift 1, Dalen | gebouwen: 12 m bouwwerken, geen gebouw zijnde: 8 m |
|
Zetelveenweg 5, Sleen | gebouwen: 11 m bouwwerken, geen gebouw zijnde: 12 m |
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:
De voor ' Bedrijf - Nutsvoorziening' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
Op de voor ' Bedrijf - Nutsvoorziening ' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd. Voor bouwwerken gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:
De voor 'Bedrijf - Verkooppunt motorbrandstoffen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
Op de tot 'Bedrijf - Verkooppunt motorbrandstoffen ' bestemde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd. Voor bouwwerken gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen de aanduidingen 'vulpunt lpg', 'specifieke vorm van bedrijf - reservoir lpg' en 'specifieke vorm van bedrijf - afleverzuil lpg':
De voor ' Bos - Beplantingsstrook ' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
Op de voor ' Bos - Beplantingsstrook ' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten dienste van de bestemming worden gebouwd. Voor bouwwerken, geen gebouw zijnde, geldt dat de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 3 m.
Het is verboden om zonder een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren: het (deels) verwijderen van de in 12.1 onder a bedoelde bosgebiedjes en/of landschapselementen.
Het in artikel 12.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden:
Uitvoering van de werken, geen bouwwerk zijnde en werkzaamheden is in strijd met de bestemming, indien daardoor (direct of indirect) een onevenredige aantasting kan plaatsvinden van de natuurlijke waarde, landschappelijke waarde of ecologische waarden genoemd in 12.1 of van de waterhuishouding.
De voor ' Cultuur en ontspanning ' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
adres | functie |
Burg. Legroweg 2, Zwinderen | seksinrichting |
Kwekebosweg 1, De Kiel | seksinrichting |
Schaapveensweg 16, Gees | galerie en beeldentuin |
Verl. Hoogeveense Vaart 32, Oosterhesselen | sauna en beauty |
met daarbij behorende:
Op de voor ' Cultuur en ontspanning ' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd. Voor bouwwerken gelden de volgende regels:
bouwwerk | verplichte situering | maximale oppervlakte |
max. goot- hoogte |
max. bouw- hoogte |
gebouw, niet zijnde de bedrijfswoning | - met inachtneming van het beginsel van bebouwingsconcen- tratie; - achter het woongedeelte |
de gezamenlijke oppervlakte van de bedrijfsgebouwen met uitzondering van de bedrijfswoning en de bijbehorende bouwwwerken bij de bedrijfswoning mag niet meer bedragen dan de bestaande oppervlakte | 3,5 m | 8 m |
bedrijfswoning | op de locatie van de huidige bedrijfswoning | de gezamenlijke oppervlakte van de bedrijfswoning en de bijbehorende bouwwerken mag niet meer bedragen dan 250 m2 | 3,5 m | 8 m |
bijbehorende bouwwerken bij een bedrijfswoning | zie hierboven bij 'gebouw' | de gezamenlijke oppervlakte van de bedrijfswoning en de bijbehorende bouwwerken mag niet meer bedragen dan 250 m2 | 3 m | 6 m |
erfafscheiding | achter de voorgevel van de woning en het verlengde daarvan | 2 m | ||
erfafscheiding | vóór de voorgevel van de woning en het verlengde daarvan | 1 m | ||
bouwwerken, geen gebouw zijnde | 3 m |
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 13.2 en worden toegestaan dat de bedrijfswoning op een andere locatie wordt gebouwd, indien en voor zover de woning landschappelijk wordt ingepast conform een door burgemeester en wethouders goedgekeurd erfinrichtingsplan, dat in overeenstemming is met Bijlage 1 Notitie ruimtelijke kwaliteit en waarin, indien en voor zover het perceel in Bijlage 5 Beleidskaart cultuurhistorisch zeer waardevolle gebieden is aangegeven als 'cultuurhistorisch zeer waardevol', is aangetoond dat rekening wordt gehouden met de cultuurhistorische waarden van het gebied, genoemd in Bijlage 2 Gebiedskarakteristieken.
Een in 13.4.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
De voor ' Horeca ' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
Op de voor ' Horeca ' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd. Voor bouwwerken gelden de volgende regels:
bouwwerk | verplichte situering | maximale oppervlakte |
max. goot- hoogte |
max. bouw- hoogte |
gebouw | met inachtneming van het beginsel van bebouwings- concentratie |
de gezamenlijke oppervlakte van de bedrijfsgebouwen, met uitzondering van de bedrijfswoning en de bijbehorende bouwwerken bij de bedrijfswoning, mag niet meer bedragen dan de bestaande oppervlakte | 3,5 m | 8 m |
bedrijfswoning | op de locatie van de huidige bedrijfswoning | de gezamenlijke oppervlakte van de bedrijfswoning en de bijbehorende bouwwerken mag niet meer bedragen dan 250 m2 | 3,5 m | 8 m |
bijbehorend bouwwerk bij een bedrijfswoning | zie bij 'gebouw' | de gezamenlijke oppervlakte van de bedrijfswoning en de bijbehorende bouwwerken mag niet meer bedragen dan 250 m2 | 3 m | 6 m |
erfafscheiding | achter de voorgevel van de woning en het verlengde daarvan | 2 m | ||
erfafscheiding | vóór de voorgevel van de woning en het verlengde daarvan | 1 m | ||
bouwwerken, geen gebouw zijnde | 3 m |
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 14.2 en worden toegestaan dat de bedrijfswoning op een andere locatie binnen hetzelfde bestemmingsvlak wordt gebouwd, indien en voor zover de woning landschappelijk wordt ingepast conform een door burgemeester en wethouders goedgekeurd erfinrichtingsplan, dat in overeenstemming is met Bijlage 1 Notitie ruimtelijke kwaliteit en waarin, indien en voor zover het perceel in Bijlage 5 Beleidskaart cultuurhistorisch zeer waardevolle gebieden is aangegeven als 'cultuurhistorisch zeer waardevol', is aangetoond dat rekening wordt gehouden met de cultuurhistorische waarden van het gebied, genoemd in Bijlage 2 Gebiedskarakteristieken.
Een in 14.4.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
De voor ' Maatschappelijk ' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
adres | functie | |
Brugstraat 22, Wezup | school | |
Ermerstraat 3, Holsloot | zorgboerderij | |
't Haantje 67, 't Haantje | zorgboerderij | |
Odoornerweg 8, Noord-Sleen | school | |
Schoolstraat 16, Holsloot | dorpshuis | |
Verl. Hoogeveensevaart 81, Geesbrug | zorgboerderij | |
Weijerswold Europaweg 24, Coevorden | dierenpension | |
Woeste 2, Dalerpeel | dierenpension | |
Zetelveenweg 6, Sleen | dierenartsenpraktijk |
met daarbij behorende:
met dien verstande dat een bedrijfswoning uitsluitend is toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning'.
Op de voor ' Maatschappelijk ' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd. Voor bouwwerken gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 15.1 ten behoeve van andere maatschappelijke voorzieningen.
Een in 15.4.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend, indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
De voor ' Maatschappelijk - Begraafplaats ' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
Op de voor ' Maatschappelijk - Begraafplaats ' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd. Voor een bouwwerk gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:
De voor ' Natuur ' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende;
Op de voor ' Natuur ' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd. Voor een bouwwerk gelden de volgende regels:
Het is verboden om zonder een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het in artikel 17.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden:
Uitvoering van de werken, geen bouwwerk zijnde en werkzaamheden is in strijd met de bestemming, indien daardoor (direct of indirect) een onevenredige aantasting kan plaatsvinden van de natuurlijke waarde, landschappelijke waarde of ecologische waarden genoemd in 17.1 of van de waterhuishouding.
De voor ' Recreatie - Dagrecreatie ' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Slenerweg, Schoonoord (de Kibbelkoele) | dagrecreatief verblijf aan een zandstrand, of een daarmee qua ruimtelijke uitstraling vergelijkbare vorm van dagrecreatie, met daarbij behorende horeca; |
Reindersdijk ongenummerd, Dalen (Arboretum) | een educatieve landschapstuin met bijbehorend informatiecentrum, klompenmakerij, bijenstal en speelvoorzieningen. |
met daarbij behorende:
Op de voor ' Recreatie - Dagrecreatie aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd. Voor bouwwerken gelden de volgende regels:
bouwwerk | verplichte situering | maximale oppervlakte | maximale goothoogte | maximale bouwhoogte |
gebouw | binnen het bouwvlak | 1.500 m2 | 3,5 m | 8,5 m |
bedrijfswoning | uitsluitend in het bouwvlak aan de Slenerweg, Schoonoord (Kibbelkoele) | de gezamenlijke oppervlakte van de bedrijfswoning en de bijbehorende bouwwerken mag niet meer bedragen dan 250 m2 | 3,5 m | 8 m |
bouwwerk, geen gebouw zijnde | - | - | 10 m |
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bouwvlak te wijzigen of te vergroten ten behoeve van een goede ruimtelijke indeling van het dagrecreatieterrein.
Een in 18.4.1 genoemde wijziging kan slechts worden vastgesteld, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
De voor ' Recreatie - Verblijfsrecreatie ' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
Op de voor ' Recreatie - Verblijfsrecreatie ' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd. Voor een bouwwerk gelden de volgende regels:
bouwwerk | verplichte situering | maximale oppervlakte |
max. goot- hoogte |
max. bouw-hoogte | |||||
gebouw | met inachtneming van het beginsel van bebouwingsconcen- tratie |
gezamenlijke oppervlakte van de bedrijfsgebouwen - met uitzondering van de bedrijfswoning, de bijbehorende bouwwerken bij de bedrijfswoning, en de verblijfsrecreatiegebouwen - mag niet meer bedragen dan de bestaande oppervlakte, vermeerderd met 10%; | 4,5 m | 12 m |
|||||
bedrijfswoning | op de plaats van de huidige bedrijfswoning | de gezamenlijke oppervlakte van de bedrijfswoning en de bijbehorende bouwwerken mag niet meer bedragen dan 250 m2 | 3,5 m | 8 m | |||||
bijbehorend bouwwerk bij een bedrijfswoning | zie hierboven bij 'gebouw' | de gezamenlijke oppervlakte van de bedrijfswoning en de bijbehorende bouwwerken mag niet meer bedragen dan 250 m2 | 3 m | 6 m | |||||
trekkershut | zie hierboven bij 'gebouw' | 30 m2 | - | 4 m | |||||
erf- en terrein- afscheidingen |
achter de voorgevel van de woning en het verlengde daarvan | - | 2 m | ||||||
erf- en terrein-afscheidingen | vóór de voorgevel van de woning en het verlengde daarvan | 1 m | |||||||
bouwwerken, geen gebouw zijnde | - | 8 m |
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:
Tot een gebruik in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval gerekend het gebruik van groepsaccommodatie en kampeermiddelen voor permanente bewoning.
De voor ' Sport ' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
Op de voor ' Sport aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd. Voor bouwwerken gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:
De voor ' Sport - Manege ' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
Op de voor ' Sport - Manege ' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd. Voor een bouwwerk gelden de volgende regels:
bouwwerk | verplichte situering | maximale oppervlakte |
max. goot- hoogte |
max. bouw-hoogte | |
gebouw, niet zijnde de bedrijfswoning | - met inachtneming van het beginsel van bebouwingsconcentratie; - achter het woongedeelte; - achter de aanduiding 'gevellijn' |
gezamenlijke oppervlakte van de bedrijfsgebouwen - met uitzondering van de bedrijfswoning, de bijbehorende bouwwerken bij de bedrijfswoning, en de verblijfsrecreatiegebouwen - mag niet meer bedragen dan de bestaande oppervlakte, vermeerderd met 25%; | 4,5 m | 12 m |
|
verblijfs- recreatie- gebouwen |
ter plaatse van de aanduiding 'verblijfsrecreatie' | 50 m2 | 3,5 m | 5 m | |
bedrijfswoning | op de plaats van de huidige bedrijfswoning | de gezamenlijke oppervlakte van de bedrijfswoning en de bijbehorende bouwwerken mag niet meer bedragen dan 250 m2 | 3,5 m | 8 m | |
bijbehorend bouwwerk bij een bedrijfswoning | zie hierboven bij 'gebouw' | de gezamenlijke oppervlakte van de bedrijfswoning en de bijbehorende bouwwerken mag niet meer bedragen dan 250 m2 | 3 m | 6 m | |
stacaravans | ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie -stacaravans' | 40 m2 | - | 3,8 m | |
berging bij een stacaravan | ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie -stacaravans' | 6 m2 | - | 3 m | |
erf- en terrein- afscheidingen |
achter de voorgevel van de woning en het verlengde daarvan | - | 2 m | ||
erf- en terrein- afscheidingen |
vóór de voorgevel van de woning en het verlengde daarvan | 1 m | |||
bouwwerken, geen gebouw zijnde | - | 8 m |
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 21.2 en worden toegestaan dat een grotere gezamenlijke oppervlakte van de bedrijfsgebouwen wordt gerealiseerd, mits
Een in 21.4.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
Tot een gebruik in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval gerekend:
De voor ' Verkeer ' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
Op de voor ' Verkeer ' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten dienste van de bestemming worden gebouwd. Voor bouwwerken, geen gebouw zijnde geldt dat de bouwhoogte mag niet meer dan 8 m bedragen.
Tot een gebruik in strijd met het bestemmingsplan wordt gerekend het inrichten van wegen met meer dan 2 x 1 rijstrook, met dien verstande dat bij de rijksweg A37 en bij de provinciale weg N34 ten behoeve van knooppunt Holsloot en ten noorden daarvan een inrichting van 2 x 2 rijstroken is toegestaan. Invoeg-, uitvoeg- en voorsorteerstroken worden niet beschouwd als rijstrook.
De voor ' Verkeer - Railverkeer ' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
Op de voor ' Verkeer - Railverkeer ' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, waarvoor geldt dat de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 8 m.
De voor ' Water ' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
Op de voor ' Water ' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten dienste van de bestemming worden gebouwd. Voor bouwwerken, geen gebouw zijnde, geldt dat de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 6 m.
De voor ' Wonen ' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
adres | activiteit |
Kibbelveen 2, Schoonoord | educatieve activiteiten, kinderboerderij en bijbehorende kleinschalige daghoreca |
Vlieghuis Europaweg 47, Coevorden | een theehuis, multifunctionele ruimte en theetuin |
met daarbij behorende:
Op de voor ' Wonen ' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd. Voor bouwwerken gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 25.2 en worden toegestaan dat:
Een in 25.4.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en de bestemming ' Wonen ' wijzigen in de bestemming ' Agrarisch met waarden - Ontginningenlandschap ' en daarbij een bouwvlak opnemen, al dan niet met de aanduiding 'paardenhouderij', indien en voor zover:
De voor ' Leiding - Gas ' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
met daarbij behorende:
waarbij geldt dat deze bestemming ten opzichte van:
Er mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van deze (dubbel)bestemming worden gebouwd.
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de bouwregels voor het bouwen overeenkomstig een andere daar voorkomende bestemming, indien en voor zover:
Alvorens te beslissen op een aanvraag om een omgevingsvergunning wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de leidingbeheerder omtrent de vraag of met het bouwwerk de veiligheid met betrekking tot de in de belemmeringenstrook gelegen buisleiding kan worden geschaad.
Het is verboden om zonder omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het in 26.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en/of werkzaamheden die:
Alvorens te beslissen op een aanvraag om een omgevingsvergunning wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de leidingbeheerder omtrent de vraag of door de voorgenomen werken en/of werkzaamheden de belangen van de leiding niet worden geschaad en welke voorwaarden gesteld dienen te worden om eventuele schade te voorkomen.
Uitvoering van de werken, geen bouwwerk zijnde en werkzaamheden is in strijd met de bestemming, indien daardoor (direct of indirect) de integriteit en werking van de buisleiding worden geschaad.
De voor ' Leiding - Hoogspanning ' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
met daarbij behorende:
waarbij geldt dat deze bestemming ten opzichte van:
Er mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van deze (dubbel)bestemming worden gebouwd. Voor bouwwerken, geen gebouw zijnde, gelden de volgende regels:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de bouwregels voor het bouwen overeenkomstig een andere daar voorkomende bestemming, indien en voor zover de veiligheid met betrekking tot de hoogspanningsleiding niet wordt geschaad.
Alvorens te beslissen op een aanvraag om een omgevingsvergunning wint het bevoegd gezag advies in bij de leidingbeheerder omtrent de vraag of met het bouwwerk de veiligheid met betrekking tot de hoogspanningsleiding kan worden geschaad.
Het is verboden om zonder een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het in 27.4.1 genoemde verbod is niet van toepassing op werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden die:
Alvorens te beslissen op een aanvraag om een omgevingsvergunning wint het bevoegd gezag advies in bij de leidingbeheerder omtrent de vraag of door de voorgenomen werken en/of werkzaamheden de belangen van de leiding niet onevenredig worden geschaad en welke voorwaarden gesteld dienen te worden om eventuele schade te voorkomen.
Uitvoering van de werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden is in strijd met de bestemming, indien daardoor (direct of indirect) een onevenredige aantasting kan plaatsvinden van de belangen en de veiligheid van de hoogspanningsleiding en van de bijbehorende belemmeringenstrook.
De voor ' Leiding - Hoogspanningsverbinding ' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
met daarbij behorende:
waarbij geldt dat deze bestemming ten opzichte van:
Er mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van deze (dubbel) bestemming worden gebouwd. Voor bouwwerken, geen gebouw zijnde, gelden de volgende regels:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de bouwregels voor het bouwen overeenkomstig een andere daar voorkomende bestemming, indien en voor zover de veiligheid met betrekking tot de hoogspanningsverbinding niet wordt geschaad.
Alvorens te beslissen op een aanvraag om een omgevingsvergunning wint het bevoegd gezag advies in bij de leidingbeheerder omtrent de vraag of met het bouwwerk de veiligheid met betrekking tot de hoogspanningsverbinding kan worden geschaad.
Het is verboden om zonder een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het in 28.4.1 genoemde verbod is niet van toepassing op werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden die:
Alvorens te beslissen over een aanvraag voor een vergunning horen burgemeester en wethouders de betreffende leidingbeheerder(s).
Uitvoering van de werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden is in strijd met de bestemming, indien daardoor (direct of indirect) een onevenredige aantasting kan plaatsvinden van de belangen en de veiligheid van de hoogspanningsverbinding en van de bijbehorende belemmeringenstrook.
De voor ' Leiding - Olie ' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de aanleg, instandhouding en bescherming van bovengrondse of ondergrondse transportleidingen ten behoeve van het transport van stoom, olie en gas;
met daarbij behorende:
waarbij geldt dat deze bestemming ten opzichte van:
Er mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van deze (dubbel)bestemming worden gebouwd. Voor bouwwerken gelden de volgende regels:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de bouwregels voor het bouwen overeenkomstig een andere daar voorkomende bestemming, indien en voor zover de belangen van de leidingbeheerder niet onevenredig worden geschaad.
Alvorens te beslissen op een aanvraag om een omgevingsvergunning wint het bevoegd gezag advies in bij de leidingbeheerder omtrent de vraag of met het bouwwerk de belangen van de leidingbeheerder niet onevenredig worden geschaad.
Het is verboden om zonder omgevingsvergunning werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren die van invloed kunnen zijn op de integriteit en werking van de olieleiding.
Het in 29.4.1 genoemde verbod is niet van toepassing op werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden die:
Alvorens te beslissen op een aanvraag om een omgevingsvergunning wint het bevoegd gezag advies in bij de leidingbeheerder omtrent de vraag of door de voorgenomen werken en/of werkzaamheden de belangen van de leidingbeheerder niet onevenredig worden geschaad en welke voorwaarden gesteld dienen te worden om eventuele schade te voorkomen.
Uitvoering van de werken, geen bouwwerk zijnde en werkzaamheden is in strijd met de bestemming, indien daardoor (direct of indirect) de integriteit en werking van de olieleiding worden geschaad.
De voor ' Waarde - Archeologie 1 ' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de archeologische waarden van beschermde archeologische monumenten, waarbij geldt dat deze bestemming ten opzichte van andere daar voorkomende bestemmingen van primaire betekenis is.
De voor ' Waarde - Archeologie 2 ' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de archeologische waarden in natuurgebieden, waarbij geldt dat deze bestemming ten opzichte van andere daar voorkomende bestemmingen van primaire betekenis is.
Op de voor ' Waarde - Archeologie 2 ' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken worden gebouwd, mits de aanvrager een bureau-onderzoeksrapport heeft overgelegd van een daartoe bevoegd archeologisch bureau en burgemeester en wethouders van oordeel zijn dat vervolgonderzoek niet noodzakelijk is.
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 31.2 en kan worden toegestaan dat bouwwerken ten dienste van en conform een andere daar voorkomende bestemming worden gebouwd, mits de aanvrager een onderzoeksrapport heeft overgelegd van een daartoe bevoegd archeologisch bureau, waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld.
Een in 31.3.1 genoemde vergunning wordt slechts verleend, indien daartegen uit hoofde van de bescherming van de archeologische waarde geen bezwaar bestaat. Indien uit het in 31.3.1 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het toestaan van de afwijking zullen worden verstoord, kunnen aan de omgevingsvergunning voor het bouwen een of meerdere van de volgende voorwaarden worden verbonden:
Bij voorgenomen bodemingrepen in gebieden van provinciaal belang, zoals op Bijlage 4 Archeologische beleidskaart aangegeven bij Provinciaal Belang Archeologie, zal de gemeente contact opnemen met de provincie, namens deze de provinciaal archeoloog, alvorens over de omgevingsvergunning te beslissen.
Het is verboden om zonder een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het in 31.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden:
hiertoe behoren niet: egaliseren van natuurlijk reliëf, ontginnen, aanleggen of vergraven van sloten, het aanleggen of rooien van bos waarbij stobben worden verwijderd, verschralen;
Bij voorgenomen bodemingrepen in gebieden van provinciaal belang, zoals op Bijlage 4 Archeologische beleidskaart aangegeven bij Provinciaal Belang Archeologie, zal de gemeente contact opnemen met de provincie, namens deze de provinciaal archeoloog, alvorens over de omgevingsvergunning te beslissen.
Uitvoering van de werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden is in strijd met de bestemming, indien daardoor (direct of indirect) een onevenredige aantasting kan plaatsvinden van het behoud en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden.
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en de bestemming ' Waarde - Archeologie 2 ' verwijderen indien de geconstateerde aanwezigheid of afwezigheid van archeologische waarden, in voorkomend geval na beëindiging van opgravingen, daartoe aanleiding geeft.
De voor ' Waarde - Archeologie 3 ' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de archeologische waarden, zoals deze blijken uit de aanwezigheid van voorden, zandkopjes, veentjes (dobbes, pingo's, uitblazingskommen, depressies) en celtic fields, waarbij geldt dat deze bestemming ten opzichte van andere daar voorkomende bestemmingen van primaire betekenis is.
Op de voor ' Waarde - Archeologie 3 ' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 32.2 en kan worden toegestaan dat bouwwerken ten dienste van en conform een andere daar voorkomende bestemming worden gebouwd, mits de aanvrager een onderzoeksrapport heeft overgelegd van een daartoe bevoegd archeologisch bureau, waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld.
Een in 32.3.1 genoemde vergunning wordt slechts verleend, indien daartegen uit hoofde van de bescherming van de archeologische waarde geen bezwaar bestaat. Indien uit het in 32.3.1 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het toestaan van de afwijking zullen worden verstoord, kunnen aan de omgevingsvergunning voor het bouwen een of meerdere van de volgende voorwaarden worden verbonden:
Bij voorgenomen bodemingrepen in gebieden van provinciaal belang, zoals op Bijlage 4 Archeologische beleidskaart aangegeven bij Provinciaal Belang Archeologie, zal de gemeente contact opnemen met de provincie, namens deze de provinciaal archeoloog, alvorens over de omgevingsvergunning te beslissen.
Het is verboden om zonder een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het in 32.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden:
hiertoe behoren: grondbewerkingen tot een diepte van 0,3 m onder maaiveld en niet-bodemkerende werkzaamheden ten behoeve van het oplossen van een verdichte bodemstructuur (woelen) tot maximaal 0,1 m onder de bouwvoor;
hiertoe behoren niet: diepploegen en mengwoelen dieper dan 0,3 m, afgraven dieper dan 0,3 m, egaliseren van natuurlijk reliëf, ontginnen, aanleggen of vergraven van sloten en het aanleggen of rooien van bos of boomgaard, waarbij stobben worden verwijderd;
Bij voorgenomen bodemingrepen in gebieden van provinciaal belang, zoals op Bijlage 4 Archeologische beleidskaart aangegeven bij Provinciaal Belang Archeologie, zal de gemeente contact opnemen met de provincie, namens deze de provinciaal archeoloog, alvorens over de omgevingsvergunning te beslissen.
Uitvoering van de werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden is in strijd met de bestemming, indien daardoor (direct of indirect) een onevenredige aantasting kan plaatsvinden van het behoud en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden.
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en de bestemming ' Waarde - Archeologie 3 ' verwijderen indien de geconstateerde aanwezigheid of afwezigheid van archeologische waarden, in voorkomend geval na beëindiging van opgravingen, daartoe aanleiding geeft.
De voor ' Waarde - Archeologie 4 ' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de archeologische waarden, zoals deze blijken uit de aanwezigheid van historische kernen, waarbij geldt dat deze bestemming ten opzichte van andere daar voorkomende bestemmingen van primaire betekenis is.
Op de voor ' Waarde - Archeologie 4 ' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 33.2 en kan worden toegestaan dat bouwwerken ten dienste van en conform een andere daar voorkomende bestemming worden gebouwd met een oppervlakte van meer dan 100 m2 en een diepte van meer dan 0,3 m, mits de aanvrager een onderzoeksrapport heeft overgelegd van een daartoe bevoegd archeologisch bureau, waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld.
Een in 33.3.1 genoemde vergunning wordt slechts verleend, indien daartegen uit hoofde van de bescherming van de archeologische waarde geen bezwaar bestaat. Indien uit het in 33.3.1 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het toestaan van de afwijking zullen worden verstoord, kunnen aan de omgevingsvergunning voor het bouwen een of meerdere van de volgende voorwaarden worden verbonden:
Bij voorgenomen bodemingrepen in gebieden van provinciaal belang, zoals op Bijlage 4 Archeologische beleidskaart aangegeven bij Provinciaal Belang Archeologie, zal de gemeente contact opnemen met de provincie, namens deze de provinciaal archeoloog, alvorens over de omgevingsvergunning te beslissen.
Het is verboden om zonder een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het in 33.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden:
hiertoe behoren bij landbouwkundig gebruik: grondbewerkingen tot een diepte van 0,3 m onder maaiveld; niet-bodemkerende werkzaamheden ten behoeve van het oplossen van een verdichte bodemstructuur (woelen) tot maximaal 0,1 m onder de bouwvoor en het aanbrengen van drainage, met uitzondering van het aanbrengen van drainage in gronden met de bestemming ' Agrarisch met waarden - Essenlandschap ';
hiertoe behoren niet: diepploegen en mengwoelen dieper dan 0,3 m beneden maaiveld, afvrager dieper dan 0,3 m beneden maaiveld, egaliseren van natuurlijk reliëf, ontginnen, aanleggen of vergraven van sloten en het aanleggen of rooien van bos of boomgaard waarbij stobben worden verwijderd;
Bij voorgenomen bodemingrepen in gebieden van provinciaal belang, zoals op Bijlage 4 Archeologische beleidskaart aangegeven bij Provinciaal Belang Archeologie, zal de gemeente contact opnemen met de provincie, namens deze de provinciaal archeoloog, alvorens over de omgevingsvergunning te beslissen.
Uitvoering van de werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden is in strijd met de bestemming, indien daardoor (direct of indirect) een onevenredige aantasting kan plaatsvinden van het behoud en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden.
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en de bestemming ' Waarde - Archeologie 4 ' verwijderen indien de geconstateerde aanwezigheid of afwezigheid van archeologische waarden, in voorkomend geval na beëindiging van opgravingen, daartoe aanleiding geeft.
De voor ' Waarde - Archeologische verwachtingswaarde ' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de (verwachte) archeologische waarden, waarbij geldt dat deze bestemming ten opzichte van andere daar voorkomende bestemmingen van primaire betekenis is.
Op de voor ' Waarde - Archeologische verwachtingswaarde ' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 34.2 en kan worden toegestaan dat bouwwerken ten dienste van en conform een andere daar voorkomende bestemming worden gebouwd met een oppervlakte van meer dan 500 m2 en een diepte van meer dan 0,3 m, mits de aanvrager een onderzoeksrapport heeft overgelegd van een daartoe bevoegd archeologisch bureau, waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld.
Een in 34.3.1 genoemde vergunning wordt slechts verleend, indien daartegen uit hoofde van de bescherming van de archeologische waarde geen bezwaar bestaat. Indien uit het in 34.3.1 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het toestaan van de afwijking zullen worden verstoord, kunnen aan de omgevingsvergunning voor het bouwen een of meerdere van de volgende voorwaarden worden verbonden:
Bij voorgenomen bodemingrepen in gebieden van provinciaal belang, zoals op Bijlage 4 Archeologische beleidskaart aangegeven bij Provinciaal Belang Archeologie, zal de gemeente contact opnemen met de provincie, namens deze de provinciaal archeoloog, alvorens over de omgevingsvergunning te beslissen.
Het is verboden om zonder een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het in 34.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden:
hiertoe behoren bij landbouwkundig gebruik: grondbewerkingen tot een diepte van 0,3 m onder maaiveld; niet-bodemkerende werkzaamheden ten behoeve van het oplossen van een verdichte bodemstructuur (woelen) tot maximaal 0,1 m onder de bouwvoor en het aanbrengen van drainage, met uitzondering van het aanbrengen van drainage in gronden met de bestemming ' Agrarisch met waarden - Essenlandschap ';
hiertoe behoren niet: diepploegen en mengwoelen dieper dan 0,3 m beneden maaiveld, afgraven dieper dan 0,3 m beneden maaiveld, egaliseren van natuurlijk reliëf, ontginnen, aanleggen of vergraven van sloten en het aanleggen of rooien van bos of boomgaard waarbij stobben worden verwijderd;
Bij voorgenomen bodemingrepen in gebieden van provinciaal belang, zoals op Bijlage 4 Archeologische beleidskaart aangegeven bij Provinciaal Belang Archeologie, zal de gemeente contact opnemen met de provincie, namens deze de provinciaal archeoloog, alvorens over de omgevingsvergunning te beslissen.
Uitvoering van de werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden is in strijd met de bestemming, indien daardoor (direct of indirect) een onevenredige aantasting kan plaatsvinden van het behoud en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden.
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en de bestemming ' Waarde - Archeologische verwachtingswaarde ' verwijderen indien de geconstateerde aanwezigheid of afwezigheid van archeologische waarden, in voorkomend geval na beëindiging van opgravingen, daartoe aanleiding geeft.
De voor ' Waterstaat - Waterbergingsgebied ' aangewezen gronden zijn, behalve de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
waarbij geldt dat deze bestemming ten opzichte van andere daar voorkomende bestemmingen van ondergeschikte betekenis is.
Op de voor ' Waterstaat - Waterbergingsgebied ' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in:
Een in 35.3.1 genoemde afwijking kan slechts worden toegestaan:
Het is verboden om zonder een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het in 35.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
a. betrekking hebben op het inrichten van de gronden als noodwaterbergingsgebied.
b. het normale onderhoud, gebruik en beheer betreffen;
c. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;
d. reeds mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning.
Uitvoering van de werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden is in strijd met de bestemming, indien daardoor (direct of indirect) het belang van het waterbergingsgebied onevenredig wordt geschaad.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Bij de beoordeling van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor het bouwen van een (agrarische) bedrijfswoning worden mede in aanmerking genomen bestaande woningen welke als (agrarische) bedrijfswoning zijn gebouwd of als zodanig in gebruik zijn geweest. Dus ook woningen die ten gevolge van verkoop, verhuur, bedrijfssplitsing of andere transacties niet meer als (agrarische) bedrijfswoning fungeren, worden beschouwd als (agrarische) bedrijfswoning.
Indien de omvang of het gebruik van een bouwwerk daartoe aanleiding geeft, moet ten behoeve van het parkeren of stallen van auto's in voldoende mate ruimte zijn aangebracht in, op of onder het bouwwerk, dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat bouwwerk hoort.
De in 37.1.1 bedoelde parkeerruimte moet afmetingen hebben die zijn afgestemd op gangbare personenauto's. Aan deze eis wordt geacht te zijn voldaan:
Indien het gebruik van een bouwwerk aanleiding geeft tot een te verwachten behoefte aan ruimte voor het laden of lossen van goederen, moet in deze behoefte in voldoende mate zijn voorzien aan, in of onder dat bouwwerk, dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat bouwwerk behoort.
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan het aantal parkeerplaatsen, de situering van de parkeerplaatsen en de situering van de laad- en losruimte.
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 37.1.1 en 37.1.3 :
In afwijking van de in de regels vermelde:
Voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken gelden de volgende regels:
Onder een gebruik in strijd met het bestemmingsplan wordt begrepen:
Onder een gebruik in strijd met het bestemmingsplan wordt niet verstaan:
tenzij deze in het plan zijn bestemd;
Ter plaatse van de aanduiding ' geluidzone - industrie ' geldt dat die gronden - naast de aangewezen bestemming(en) - tevens bestemd zijn voor de bescherming en instandhouding van de geluidsruimte voor een industrieterrein.
Er mag geen toename plaatsvinden van het aantal geluidgevoelige functies.
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 39.1.2 en de bouw van nieuwe geluidgevoelige gebouwen worden toegestaan, mits de bestemmingsregels dit toelaten en de geluidbelasting op de gevels van de geluidgevoelige gebouwen niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde of een verkregen hogere waarde.
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmeting van bouwwerken voor een doelmatige akoestische afscherming ten behoeve van de bescherming van de beschikbare geluidsruimte.
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en de aanduiding wijzigen in die zin dat de zone wordt aangepast indien daartoe als gevolg van wijziging in gebruik, bedrijfsvoering, regelgeving of vergunningverlening aanleiding bestaat.
Ter plaatse van de aanduiding ' grootschalig landbouwgebied ' zijn specifieke bepalingen van toepassing, die zijn opgenomen in 3.2 , 3.5.2 , 3.8.1 , 5.2 , 5.5.2 , 5.8.1 en 25.5.1 .
Ter plaatse van de aanduiding ' milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied ' geldt dat die gronden - naast de aangewezen bestemming(en) - tevens bestemd zijn voor het behoud van de kwaliteit van het grondwater als onderdeel van de drinkwatervoorziening en voor de waterhuishouding, met daarbijbehorende bouwwerken.
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en de aanduiding wijzigen in die zin dat de zone wordt aangepast indien daartoe als gevolg van wijziging in gebruik, bedrijfsvoering, regelgeving of vergunningverlening aanleiding bestaat.
Ter plaatse van de aanduiding ' milieuzone - verbodszone boringen ' geldt dat die gronden - naast de aangewezen bestemming(en) - tevens bestemd zijn voor het behoud van de kwaliteit van het grondwater als onderdeel van de drinkwatervoorziening en voor de waterhuishouding, met daarbijbehorende bouwwerken.
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en de aanduiding wijzigen in die zin dat de zone wordt aangepast indien daartoe als gevolg van wijziging in gebruik, bedrijfsvoering, regelgeving of vergunningverlening aanleiding bestaat.
Ter plaatse van de aanduiding ' milieuzone - waterwingebied ' geldt dat die gronden - naast de aangewezen bestemming(en) - tevens bestemd zijn voor het behoud van de kwaliteit van het grondwater als onderdeel van de drinkwatervoorziening en voor de waterhuishouding, met daarbijbehorende bouwwerken.
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en de aanduiding wijzigen in die zin dat de zone wordt aangepast indien daartoe als gevolg van wijziging in gebruik, bedrijfsvoering, regelgeving of vergunningverlening aanleiding bestaat.
Ter plaatse van de aanduiding ' veilligheidszone - leiding ' geldt dat die gronden - naast de aangewezen bestemming(en) - tevens bestemd zijn voor de bescherming van het woon-, leef- en verblijfsklimaat in verband met een (nabij) aanwezige buisleiding.
Er mag geen toename plaatsvinden van het aantal kwetsbare en/of beperkt kwetsbare objecten als bedoeld in het Besluit externe veiligheid buisleidingen.
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 39.6.2 en worden toegestaan dat het aantal beperkt kwetsbare objecten toeneemt, indien en voor zover:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en de aanduiding wijzigen in die zin dat de zone wordt aangepast indien daartoe als gevolg van wijziging in gebruik, bedrijfsvoering, regelgeving of vergunningverlening aanleiding bestaat.
Ter plaatse van de aanduiding ' veilligheidszone - lpg ' geldt dat die gronden - naast de aangewezen bestemming(en) - tevens bestemd zijn voor de bescherming van het woon-, leef- en verblijfsklimaat in verband met een (nabij) aanwezige lpg-installatie.
Er mag geen toename plaatsvinden van het aantal kwetsbare en/of beperkt kwetsbare objecten als bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen, tenzij ze behoren tot de inrichting waartoe ook het vulpunt lpg behoort.
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en de aanduiding wijzigen in die zin dat de zone wordt aangepast indien daartoe als gevolg van wijziging in gebruik, bedrijfsvoering, regelgeving of vergunningverlening aanleiding bestaat.
Ter plaatse van de aanduiding ' veiligheidszone - munitie A ' geldt dat die gronden - naast de aangewezen bestemming(en) - tevens zijn bestemd voor de veiligheid van personen in verband met een nabijgelegen opslagplaats voor munitie.
Er mag geen toename plaatsvinden van:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en de aanduiding wijzigen in die zin dat de zone wordt aangepast indien daartoe als gevolg van wijziging in regelgeving aanleiding bestaat.
Ter plaatse van de aanduiding ' veiligheidszone - munitie B ' geldt dat die gronden - naast de aangewezen bestemming(en) - tevens zijn bestemd voor de veiligheid van personen in verband met een nabijgelegen opslagplaats voor munitie.
Er mag geen toename plaatsvinden van het aantal kwetsbare en/of beperkt kwetsbare objecten als bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en de aanduiding wijzigen in die zin dat de zone wordt aangepast indien daartoe als gevolg van wijziging in regelgeving aanleiding bestaat.
Ter plaatse van de aanduiding ' veiligheidszone - munitie C ' geldt dat die gronden - naast de aangewezen bestemming(en) - tevens zijn bestemd voor de veiligheid van personen in verband met een nabijgelegen opslagplaats voor munitie.
Er mogen geen bouwwerken worden gebouwd met vlies- of gordijngevelconstructies of grote glasoppervlakten en waarbinnen zich doorgaans een groot aantal personen bevindt.
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en de aanduiding wijzigen in die zin dat de zone wordt aangepast indien daartoe als gevolg van wijziging in regelgeving aanleiding bestaat.
Ter plaatse van de aanduiding ' veiligheidszone - ontplofbare stoffen A ' geldt dat die gronden - naast de aangewezen bestemming(en) - tevens zijn bestemd voor de veiligheid van personen in verband met een nabijgelegen opslagplaats voor ontplofbare stoffen.
Er mag geen toename plaatsvinden van:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en de aanduiding wijzigen in die zin dat de zone wordt aangepast indien daartoe als gevolg van wijziging in regelgeving aanleiding bestaat.
Ter plaatse van de aanduiding ' veiligheidszone - ontplofbare stoffen B ' geldt dat die gronden - naast de aangewezen bestemming(en) - tevens zijn bestemd voor de veiligheid van personen in verband met een nabijgelegen opslagplaats voor ontplofbare stoffen.
Er mag geen toename plaatsvinden van het aantal kwetsbare en/of beperkt kwetsbare objecten als bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en de aanduiding wijzigen in die zin dat de zone wordt aangepast indien daartoe als gevolg van wijziging in regelgeving aanleiding bestaat.
Ter plaatse van de aanduiding ' veiligheidszone - ontplofbare stoffen C ' geldt dat die gronden - naast de aangewezen bestemming(en) - tevens zijn bestemd voor de veiligheid van personen in verband met een nabijgelegen opslagplaats voor ontplofbare stoffen.
Er mogen geen bouwwerken worden gebouwd met vlies- of gordijngevelconstructies of grote glasoppervlakten en waarbinnen zich doorgaans een groot aantal personen bevindt.
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en de aanduiding wijzigen in die zin dat de zone wordt aangepast indien daartoe als gevolg van wijziging in regelgeving aanleiding bestaat.
Ter plaatse van de aanduiding ' veiligheidszone - windturbine 1 ' geldt dat die gronden - naast de andere aangewezen bestemming(en) - tevens zijn bestemd voor de bescherming van het woon-, leef- en verblijfsklimaat in verband met een (nabij) aanwezige windturbine.
Er mag geen toename plaatsvinden van het aantal kwetsbare en/of beperkt kwetsbare objecten als bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen, tenzij ze behoren tot de inrichting zelf.
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en de aanduiding wijzigen in die zin dat de zone wordt aangepast indien daartoe als gevolg van wijziging in regelgeving of vergunningverlening aanleiding bestaat.
Ter plaatse van de aanduiding ' veiligheidszone - windturbine 2 ' geldt dat die gronden - naast de andere aangewezen bestemming(en) - tevens zijn bestemd voor de bescherming van het woon-, leef- en verblijfsklimaat in verband met een (nabij) aanwezige windturbine.
Er mag geen toename plaatsvinden van het aantal kwetsbare en/of beperkt kwetsbare objecten als bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen, tenzij ze behoren tot de inrichting zelf.
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 39.15.2 en worden gebouwd ten behoeve van een andere daar voorkomende bestemming, indien en voor zover voldoende aannemelijk is dat de gevolgen van afvallend ijs - in geval van ijsafzetting op de rotorbladen van de windturbine - zo veel mogelijk zijn beperkt en de hoogte van het bouwwerk geen belemmering voor het functioneren van de windturbine oplevert.
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en de aanduiding wijzigen in die zin dat de zone wordt aangepast indien daartoe als gevolg van wijziging in regelgeving of vergunningverlening aanleiding bestaat.
Ter plaatse van de aanduiding ' vrijwaringszone - laagvliegroute ' zijn de gronden, behalve voor de daar geldende bestemmingen, mede aangewezen voor de instandhouding van een laagvliegroute.
Er mogen geen nieuwe bouwwerken worden opgericht met een bouwhoogte van meer dan 40 m.
Ter plaatse van de aanduiding ' vrijwaringszone - molenbiotoop ' zijn de gronden behalve voor de daar geldende bestemmingen, mede aangewezen voor de bescherming van de belevingswaarde en het functioneren van de molen.
In afwijking van het bepaalde bij de daar voorkomende bestemming(en) geldt dat niet hoger mag worden gebouwd dan:
De regels zijn niet van toepassing op bestaande bouwwerken.
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 39.17.2 in die zin dat in de daar voorkomende bestemming(en) genoemde gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijde, worden gebouwd, mits vooraf advies wordt ingewonnen van de beheerder van de molen.
Het is verboden op of in de tot ' vrijwaringszone - molenbiotoop ' aangegeven gronden zonder omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden en/of werkzaamheden, geen normale onderhouds- of exploitatiewerkzaamheden zijnde, uit te voeren:
Ter plaatse van de aanduiding ' vrijwaringszone - buisleidingenstraat ' zijn de gronden behalve voor de daar geldende bestemmingen, mede aangewezen voor een reserveringszone voor nog aan te leggen buisleidingen van nationaal belang.
In afwijking van het bepaalde bij de daar voorkomende bestemming(en) geldt dat geen bouwwerken mogen worden gebouwd die een ongestoorde doorgang van nieuwe buisleidingen kunnen belemmeren.
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en de aanduiding wijzigen in die zin dat de zone wordt aangepast of verwijderd, indien daartoe als gevolg van regelgeving aanleiding bestaat.
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de bij recht in de regels gegeven maten, afmetingen, percentages tot niet meer dan 10% van die maten, afmetingen en percentages met uitzondering van de in de regels genoemde oppervlaktematen.
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de bestemmingsregels ten behoeve van het beloop of het profiel van wegen of als de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of -intensiteit daartoe aanleiding geven.
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de bestemmingsregels in die zin dat bouwgrenzen worden overschreden, indien een meetverschil daartoe aanleiding geeft.
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde ten aanzien van het bouwen van gebouwen binnen het bestemmingsvlak in die zin dat de grenzen van het bestemmingsvlak naar de buitenzijde worden overschreden door:
mits de bouwgrens met niet meer dan 1,5 m wordt overschreden.
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde ten aanzien van het bouwen van gebouwen voor het herschikken van de aanwezige bebouwing, indien en voor zover:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het plan voor het herbouwen of verbouwen van een woning, waarbij binnen het bestaande bouwlichaam maximaal twee wooneenheden worden gecreëerd, indien en voor zover:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in het plan voor het eenmalig uitbreiden van bestaande niet-agrarische bedrijfsfuncties tot maximaal 10% van de bestaande bedrijfsbebouwing, niet zijnde de bedrijfswoning, mits nabijgelegen bedrijven niet in hun bedrijfsvoering worden beperkt of belemmerd op basis van de milieuaspecten bodem, geluid, stof, geur en hindercirkels.
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in het plan voor het gebruiken van voormalige agrarische bedrijfsbebouwing voor de functies wonen, bedrijfsdoeleinden, recreatieve doeleinden en zorgdoeleinden, met in achtneming van de volgende voorwaarden:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in het plan voor het gebruik van gronden dat het directe gevolg is van een voor een bepaalde bouwkundige situatie te verlenen vergunning, mits nabijgelegen bedrijven niet in hun bedrijfsvoering worden beperkt of belemmerd op basis van de milieuaspecten bodem, geluid, stof, geur en hindercirkels.
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 38.1 voor het gebruik van gronden ten behoeve van kleinschalig kamperen, met dien verstande dat:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 38.1 voor het gebruik van gronden ten behoeve van tijdelijk groepskamperen, met dien verstande dat deze vergunning alleen verleend kan worden als:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in het plan voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van een kampeerterrein, mits:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 38.1 voor het realiseren van een bed & breakfastvoorziening, waarbij aan de volgende voorwaarden moet worden voldaan:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 38.1 voor opslag van schroot, afbraak- en bouwmaterialen, grond, bodemspecie en puin ten behoeve van een in de bestemmingsomschrijving genoemde activiteit, indien en voor zover de opslag landschappelijk wordt ingepast conform een door burgemeester en wethouders goedgekeurd erfinrichtingsplan, dat in overeenstemming is met Bijlage 1 Notitie ruimtelijke kwaliteit en waarin, indien en voor zover het perceel in Bijlage 5 Beleidskaart cultuurhistorisch zeer waardevolle gebieden is aangegeven als 'cultuurhistorisch zeer waardevol', is aangetoond dat rekening wordt gehouden met de cultuurhistorische waarden van het gebied, genoemd in Bijlage 2 Gebiedskarakteristieken.
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 38.1 voor een paardrijbak, indien en voorzover:
Burgemeester en wethouders kunnen bepalen dat een aanvraag om omgevingsvergunning als bedoeld in 40.1.5 , 40.1.6 , 40.1.7 , 40.1.8 , 40.1.9 , 40.1.10 , 40.1.11 , 40.1.12 gepaard gaat met een door hen nader te bepalen, door de belanghebbende uit te voeren onderzoek dat de ruimtelijke kwaliteit van het bouw(project) waarborgt. Zij kunnen daarbij eisen dat de bebouwing landschappelijk wordt ingepast conform een door burgemeester en wethouders goedgekeurd inrichtingsplan, dat in overeenstemming is met Bijlage 1 Notitie ruimtelijke kwaliteit en waarin, indien en voor zover het perceel in Bijlage 5 Beleidskaart cultuurhistorisch zeer waardevolle gebieden is aangegeven als 'cultuurhistorisch zeer waardevol', is aangetoond dat rekening wordt gehouden met de cultuurhistorische waarden van het gebied, genoemd in Bijlage 2 Gebiedskarakteristieken. Burgemeester en wethouders beslissen op basis van de resultaten van genoemde onderzoeken over de wenselijkheid van de te verlenen vergunning.
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en de aanduiding 'akkerbouw' van de verbeelding verwijderen ten behoeve van de omschakeling naar een grondgebonden veehouderij, met dien verstande dat van deze bevoegdheid in totaal niet meer dan 5 keer gebruik mag worden gemaakt.
Voor een besluit tot het stellen van een nadere eis geldt de volgende voorbereidingsprocedure:
De wettelijke regelingen waarnaar in de regels van dit plan wordt verwezen, gelden zoals deze luiden op het moment van vaststelling van het plan.
De adressen waarnaar in de regels van dit plan wordt verwezen, betreffen de adressen zoals deze op de plankaart zijn terug te vinden ten tijde van de vaststelling van het plan.
De voorschriften van de Bouwverordening ten aanzien van onderwerpen van stedenbouwkundige aard blijven overeenkomstig het gestelde in artikel 9 lid 2 van de Woningwet buiten toepassing, met uitzondering van de voorschriften ten aanzien van de volgende onderwerpen:
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan Buitengebied .
9 december 2014.