|
Voor u ligt de 2e partiële herziening van de Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie (Herijking 2016) (hierna: 2e PHPRS). Deze partiële herziening betreft de volgende onderwerpen:
Per onderwerp is achtereenvolgens beschreven
In december 2016 is de Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie 2013-2028 (Herijking 2016) vastgesteld. Met de 2e PHPRS wordt de Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie (Herijking 2016) voor de volgende twee onderwerpen gewijzigd:
De PRS is een structuurvisie onder de Wet ruimtelijke ordening (Wro). Op grond van de Wro heeft de PRS alleen een zelfbindende werking voor de provincie, niet voor andere partijen. Voor de doorwerking van het ruimtelijk beleid uit de PRS naar gemeenten is de PRV opgesteld. Deze is bindend voor gemeenten. In de 2e PHPRS zijn alleen de wijzigingen van de PRS opgenomen. Daarom is er ook een 2e partiële herziening van de PRV (Herijking 2016) opgesteld. Deze is tegelijk met de 2e PHPRS op 10 december 2018 door PS vastgesteld.
Conform het Besluit ruimtelijke ordening bieden wij de 2e PHPRS elektronisch (digitaal) aan. De 2e PHPRS is te vinden op www.ruimtelijkeplannen.nl en op de site van de provincie: http://ruimtelijkeplannen.provincie-utrecht.nl (viewer). Hiertoe is de herziening objectgericht opgesteld.
In het kader van deze partiële herziening is geen passende beoordeling als bedoeld in de Wet natuurbescherming en geen aanvullende PlanMER als bedoeld in de Wet Milieubeheer aan de orde. Op voorhand wordt er niet verwacht dat er noemenswaardige milieueffecten zijn.
De ontwerp - 2e PHPRS is – gelijk met de ontwerp - 2e PHPRV – op 10 juli 2018 vastgesteld door Gedeputeerde Staten (GS) van de Provincie Utrecht. De ontwerpen hebben van dinsdag 21 augustus tot en met maandag 1 oktober ter inzage gelegen, zowel op papier als digitaal op de website en als ruimtelijk plan via http://ruimtelijkeplannen.provincie-utrecht.nl/, en via de landelijke site www.ruimtelijkeplannen.nl.
In de periode van ter inzage legging zijn 28 zienswijzen ingediend.
Op 25 september 2018 is er een hoorzitting gehouden door PS. De insprekers tijdens de hoorzitting hebben daarna allen ook nog een schriftelijke zienswijze ingediend. De Nota van Beantwoording is op woensdag 5 december 2018 door GS in concept vastgesteld. PS hebben de definitieve Nota van Beantwoording op 10 december 2018 vastgesteld. De wijzigingen die uit de Nota van Beantwoording voortvloeien, zijn verwerkt in de 2e partiële herziening Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie (Herijking 2016) en de 2e partiële herziening Provinciale Ruimtelijke Verordening (Herijking 2016), die eveneens op 10 december 2018 door PS zijn vastgesteld. Deze beide stukken zullen hierna worden aangeduid als 2e PHPRS en 2e PHPRV.
Na vaststelling door Provinciale Staten zijn de 2e PHPRS en 2e PHPRV te vinden op www.ruimtelijkeplannen.nl en http://ruimtelijkeplannen.provincie-utrecht.nl (viewer).
Van de PRS maken een visiekaart en een beleidskaart deel uit. De visiekaart wordt met deze partiële herziening niet gewijzigd. De beleidskaart bestaat uit kaartlagen en objecten. Aan elk object is in de PRS beleid gekoppeld. Een deel van de objecten van de PRS wordt met de 2e PHPRS gewijzigd. De overige, ongewijzigde objecten zijn in de 2e PHPRS niet verbeeld.
In de digitale weergave zijn de kaartlagen opgenomen in één kaart en kunnen deze worden aan- of uitgezet.
Binnenveld
In het Binnenveld, gelegen in de gemeenten Veenendaal en Rhenen, liggen twee gebieden
die deel uitmaken van het NNN: in Veenendaal De Hel/Blauwe Hel, in Rhenen delen van
de Achterbergse Hooilanden. De Veenendaalse gebieden zijn grotendeels aangewezen als
Natura 2000 gebied. Waterhuishoudkundig hangen beide gebieden samen. Het natuurgebied
in de Achterbergse Hooilanden vormde geen aaneengesloten gebied: het werd door een
aantal smalle landbouwpercelen doorsneden. Dat bemoeilijkte de feitelijke inrichting
voor natuur. Inmiddels is in de Achterbergse Hooilanden door kavelruil een uitruil
tussen de ingesloten landbouwgebieden en het zuidelijke deel van het beoogde natuurgebied
tot stand gekomen. Daardoor is een aaneengesloten gebied ontstaan waar de waterhuishouding
efficiënter en effectiever op het natuurbeheer kan worden afgestemd. Deze kavelruil
wordt met deze 2e PHPRS ook in de begrenzing van PRS en PRV verwerkt. Omdat het herbegrensde gebied
kleiner is dan het oorspronkelijke wordt elders het NNN evenredig vergroot.
Molenpolder
Op basis van een aantal ingediende zienswijzen is gebleken, dat de begrenzing van
het NNN ter hoogte van de Westbroekse Binnenweg op een beperkt aantal plaatsen sterk
afwijkt van die van het door het rijk aangewezen Natura-2000-gebied. Redelijkerwijs
zouden deze grenzen overeen moeten komen. Het te ruim begrensde NNN ter plekke omvat
voor het grootste deel particuliere tuinen. Daar waar de NNN begrenzing ten onrechte
te ruim is getrokken, wordt deze gecorrigeerd, mede omdat de betreffende particulieren
van deze fouten onevenredig nadeel ondervinden.
Herbegrenzing Binnenveld
Voor een herbegrenzing van het NNN moet de NNN-kaart van PRS en PRV worden aangepast. De PRS merkt over herbegrenzing het volgende op (paragraaf 5.4.1):
Beleid
Toelichting beleid
herbegrenzing: Bij individuele kleinschalige ontwikkelingen kan het instrument herbegrenzing
worden ingezet. Daarbij kan een ruil plaatsvinden tussen NNN waarop de ontwikkeling
plaatsvindt en een nabij gelegen perceel buiten het huidige NNN. Herbegrenzing kan
alleen plaatsvinden als dit tot een gelijkwaardige of betere kwaliteit voor het NNN
leidt.
Daarnaast is in de toelichting onder het kopje “gebiedsprojecten” nog een specifieke tekst over het Binnenveld opgenomen die aangeeft wat er nog moet gebeuren. Vanwege deze tekst is op de PRS-kaart ook een indicatieve aanduiding van het Binnenveld opgenomen.
De herbegrenzing zoals die plaatsvindt in het Binnenveld is op zichzelf niet voldoende om aan dit beleid te voldoen. Er wordt aan de zuidzijde van het gebied 24 ha aan het NNN onttrokken en ter plekke van de ingesloten percelen 11 ha toegevoegd. Er dient op het niveau van het NNN dus nog 13 hectare minimaal gelijkwaardige natuur extra te worden begrensd, aansluitend aan het NNN. Deze 13 ha wordt toegevoegd aan het NNN in de uiterwaarden van de Lek, ter hoogte van de kern Uitweg in de gemeente Lopik. Deze toevoeging sluit aan bij het bestaande NNN en draagt ter plekke bij aan de robuustheid van het NNN. Er is zicht op de concrete inrichting van de natuur in dit gebied. Deze in te richten natuur zal een ander karakter hebben dan die in het Binnenveld, maar is vanuit internationaal perspectief zeker van hetzelfde niveau. De toevoeging vindt plaats binnen het gebied van de Groene contour. Ter plekke zal de aanduiding Groene contour daarom komen te vervallen.
Toevoeging binnen het gebied van het Binnenveld, ook van deze beperkte oppervlakte, is vanwege de agrarische structuur en grondschaarste in het Binnenveld niet mogelijk. De verwachting is voorts, dat ook elders binnen de gemeente Rhenen geen gelijkwaardige percelen kunnen worden gevonden.
Beleidsmatig past de herbegrenzing binnen de hierboven geciteerde kaders van de PRS, op één onderdeel na.
Aan de beschrijving in de beleidstekst wordt wel voldaan: als de aanvullende 13 ha wordt gevonden, is kwantitatief en kwalitatief sprake van een gelijkwaardige oplossing. Wij beschouwen de omvang van deze herbegrenzing, gerelateerd aan de omvang van het NNN, voorts als kleinschalig. Aan de eisen genoemd in de toelichting bij de beleidstekst wordt niet helemaal voldaan. Die geeft immers aan dat de toevoeging moet plaatsvinden op een “nabijgelegen perceel”. Hoewel dit een goed uitgangspunt is, die in deze casus ook voor een belangrijk deel wordt waargemaakt, willen wij dit niet in alle gevallen van herbegrenzing als een harde voorwaarde hanteren. De ervaring leert immers, ook elders, dat in gebieden met een krappe grondmarkt het verwerven van agrarisch gebied voor natuurontwikkeling heel moeilijk is. Voorgesteld wordt daarom de tekst in de toelichting te wijzigen, zodanig dat dit nabijheidsprincipe een inspanningsverplichting, geen resultaatverplichting wordt.
Met de herbegrenzing is het gebiedsproces van het Binnenveld op beleidsniveau voltooid. De concrete tekst in de PRS over het Binnenveld onder “gebiedsprojecten” is daarmee achterhaald. Deze tekst komt daamee te vervallen. Hetzelfde geldt ook voor de indicatieve aanduiding op kaart.
Correctie begrenzing Molenpolder
De correcties vinden plaats bij een aantal percelen aan de noordzijde van de Westbroekse
Binnenweg in Maarsseveen (Molenpolder). Daar waar de door het rijk vastgestelde begrenzing
van het NNN duidelijk afwijkt van die van het NNN en de ruimere begrenzing van het
NNN particuliere tuinen omvat waar geen natuurwaarden van betekenis voorkomen, is
de grens aangepast. Deze aanpassing is mede gebaseerd op veldbezoek ter plaatse en
overleg met de bewoners.
Deze aanpassing omvat in totaal 1,3 ha en is op te vatten als een correctie. Er is daarom geen aanleiding het NNN elders evenredig te vergroten.
Herbegrenzing: Bij individuele kleinschalige ontwikkelingen kan het instrument herbegrenzing
worden ingezet. Daarbij kan een ruil plaatsvinden tussen NNN waarop de ontwikkeling
plaatsvindt en een nabij gelegen perceel buiten het huidige NNN, zo veel als mogelijk gelegen in de nabije omgeving. Herbegrenzing kan alleen plaatsvinden als dit tot een gelijkwaardige of betere kwaliteit
voor het NNN leidt;
Gebiedsprojecten
Realisatie van het NNN vindt plaats via gebiedsprojecten waarin meerdere opgaven moeten
worden gerealiseerd. Het gebiedsproces Binnenveld behoeft een nadere toelichting.
Het Natura2000-gebied Hel en Blauwe Hel maakt onderdeel uit van het Binnenveld. In
het Akkoord van Utrecht is voor het Binnenveld afgesproken dat 10 ha. plus een nog
nader te bepalen aantal hectares wordt gerealiseerd (de zogenaamde ‘p.m. post’) Over
de uiteindelijke omvang van het in het Binnenveld te realiseren areaal NNN wordt een
gewogen besluit voorbereid door de Stuurgroep Binnenveld, met inachtneming van wettelijke
kaders. Als het in het Binnenveld te realiseren areaal groter is dan 10 ha., zal het
meerdere in mindering worden gebracht op andere gebieden in de NNN, waarbij de totale
omvang van de nog te realiseren NNN op 1506 ha gehandhaafd blijft. Een dergelijk besluit
wordt genomen in overleg met de partijen die bij het Akkoord van Utrecht betrokken
zijn.
Rondom geitenhouderijen hebben mensen een grotere kans op longontsteking. Nog niet duidelijk is waardoor het verhoogde risico op gezondheidsklachten wordt veroorzaakt. Daar wordt (vervolg)onderzoek naar gedaan. Zolang niet duidelijk is welke (bron)maatregelen genomen kunnen worden, maken wij een ‘pas op de plaats’. Op 11 juli 2018 hebben Provinciale Staten verklaard dat er niet langer omgevingsvergunningen kunnen worden verleend voor vestiging, omschakeling of uitbreidingen van geitenhouderijen. De PRS en PRV moeten hiervoor herzien worden.
Het gaat bij de ‘geitenstop’ om het tegengaan van vestiging en uitbreiding van geitenhouderijen, alsmede de omschakeling van bestaande agrarische bedrijven naar geitenhouderijen. Er wordt een nieuw artikel aan de PRV toegevoegd, te weten artikel 1.15 Geitenhouderijen. Dit artikel heeft betrekking op de gehele provincie Utrecht en is om die reden in hoofdstuk 1 geplaatst. Daarnaast wordt de algemene toelichting op de PRV gewijzigd.
Kaart Geitenhouderijen; Object: gehele provincie
Beleid
Wij constateren een toenemende maatschappelijke onrust over de toename van het aantal
geiten. Die onrust houdt onder meer verband met de negatieve gevolgen van geitenhouderijen
voor de volksgezondheid. Hierover is al een aantal onderzoeken en adviezen van de
GGD verschenen. Uit die onderzoeken blijkt een verhoogd risico voor mensen op longontsteking.
De onderzoekers zien een toename in het aantal longontstekingen bij mensen in de omgeving
van geitenhouderijen. De onderzoeken kunnen nu nog geen uitsluitsel geven over de
precieze oorzaken van het verhoogde ziekterisico. Ook geven de onderzoeken geen uitsluitsel
over de mogelijkheid met bedrijfsmaatregelen hier iets aan te doen. Aanvullend onderzoek
is nodig. Zolang er onduidelijkheid over de precieze oorzaken bestaat, vinden wij
het noodzakelijk om ‘een pas op de plaats’ te maken, zodat het aantal gehouden geiten
niet verder toeneemt. De ‘pas op de plaatsmaken’ bestaat uit het tegengaan van vestiging
en uitbreiding van geitenhouderijen, alsmede de omschakeling van bestaande agrarische
bedrijven naar geitenhouderijen.
Toelichting
De GGD regio Utrecht onderschrijft (maart 2018) de conclusie uit het VGO onderzoek
(juni 2017) dat het verhoogd voorkomen van longontsteking rondom geitenhouderijen
zorgelijk is, mede omdat niet duidelijk is waardoor dit wordt veroorzaakt. Onderzoeken
naar de oorzaak van de gevonden risicoverhoging zijn intussen van start gegaan. In
afwachting van verder onderzoek naar de oorzaak en mogelijke (bron)maatregelen adviseert
de GGD regio Utrecht het voorzorgsbeginsel toe te passen.
Realisatie
Provinciaal belang: Beschermen en realiseren van een gezonde en veilige leefomgeving waarin ook stilte beleefd kan worden.
Provinciale rol: Reguleren
Reguleren (PRV):