Ontwerp 2e partiële herziening van de provinciale ruimtelijke structuurvisie (herijking 2016)    

Beleidstekst     

1 Inleiding     

Voor u ligt de 2e partiële herziening van de Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie (Herijking 2016) (hierna: 2e PHPRS). Deze partiële herziening betreft de volgende onderwerpen:

  • Urgente kleinschalige uitbreidingen van een aantal bestaande bedrijventerreinen;
  • Herbegrenzing van het Natuurnetwerk Nederland (NNN) in het Binnenveld;
  • Geitenhouderijen.

Per onderwerp is achtereenvolgens beschreven

  • De aanleiding;
  • Wat verandert er?;
  • De herziene tekst van de PRS;

    In deze herziene tekst is middels gemarkeerde tekst aangegeven wat toegevoegd wordt en middels doorgehaalde tekst aangegeven wat weggehaald wordt.

    De wijzigingen hebben betrekking op de tekst en kaarten van de PRS 2013 – 2018 (Herijking 2016).

1.1 Doel en status     

In december 2016 is de Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie 2013-2028 (Herijking 2016) vastgelegd. Met de 2e PHPRS wordt de Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie 2013 – 2028 (Herijking 2016) voor de volgende drie onderwerpen gewijzigd:

  • Kleinschalige urgente uitbreidingen van een aantal bestaande bedrijventerreinen.

    Het gaat hierbij om het oplossen van urgente knelpunten voor lokale bedrijven, waarmee niet gewacht kan worden op de Provinciale Omgevingsvisie. Het gaat in alle gevallen om relatief kleinschalige uitbreidingen van bestaande (dus geen nieuwe) bedrijventerreinen, in de gemeenten Bunschoten, Renswoude, Rhenen, IJsselstein, Lopik, Montfoort en Woerden. In Soest (kern Soest) en Wijk bij Duurstede (kern Cothen) liggen kansen voor lokale uitbreiding, maar omdat de plannen in deze gemeenten nog in een pril stadium verkeren ligt het in de rede om de afweging hierover te maken in het kader van de Omgevingsvisie / Omgevingsverordening.
  • Herbegrenzing van het NNN in het Binnenveld (in combinatie met een aanvulling elders).
  • Het Binnenveld ligt in de gemeente Rhenen en Veenendaal. Recent is helderheid ontstaan over een herbegrenzing van het NNN in het Binnenveld en in het verlengde daarvan van het landbouwkerngebied.

    Geitenhouderijen. Al enige tijd is er maatschappelijke onrust en aanhoudende onduidelijkheid over de oorzaak van mogelijke gezondheidsrisico’s van geitenhouderijen voor hun directe omgeving. Zolang onduidelijkheid over de precieze oorzaken bestaat, is het noodzakelijk om een ‘pas op de plaats’ te maken, zodat het aantal gehouden geiten niet verder toeneemt. Dit volgt uit het voorzorgsbeginsel (‘het zekere voor het onzekere nemen’).

De PRS is een structuurvisie onder de Wet ruimtelijke ordening (Wro). Op grond van de Wro heeft de PRS alleen een zelfbindende werking voor de provincie, niet voor andere partijen. Voor de doorwerking van het ruimtelijk beleid uit de PRS naar gemeenten is de PRV opgesteld. Deze is bindend voor gemeenten. In de 2e PHPRS zijn alleen de wijzigingen van de PRS opgenomen. Ook de PRV dient te worden aangepast. Daarom is er ook een 2e partiële herziening van de PRV 2013 – 2028 (Herijking 2016) opgesteld. Deze ligt tegelijk met de 2e PHPRS ter inzage.

1.2 Digitalisering     

Conform het Besluit ruimtelijke ordening bieden wij de 2e PHPRS ook elektronisch (digitaal) aan. Het ontwerp van de 2e PHPRS is daarom te vinden op www.ruimtelijkeplannen.nl en op de site van de provincie: http://ruimtelijkeplannen.provincie-utrecht.nl (viewer). Hiertoe is de herziening objectgericht opgesteld.

1.3 Procedure     

Het ontwerp van de 2e PHPRS ligt zes weken ter inzage. Gedurende deze zes weken kan iedereen die dat wil zienswijzen indienen tegen de partiële herziening van de PRS. Dit kan zowel schriftelijk, digitaal als mondeling. De schriftelijke zienswijzen moeten worden gericht aan Provinciale Staten van Utrecht (t.a.v. de commissiegriffier RGW, postbus 80300, 3508 TH Utrecht). Naar verwachting zullen Provinciale Staten eind 2018 de 2e PHPRS vaststellen. Daarbij geven ze ook een oordeel over de ontvangen zienswijzen en opmerkingen.

Provinciale Staten worden na terinzagelegging gevraagd de tekst onder ‘de herziene tekst en objecten voor de PRS’ vast te stellen. Deze teksten en objecten worden apart vastgesteld door Provinciale Staten. Apart betekent dat ze niet worden “ingevoegd” in de bestaande PRS. Op www.ruimtelijkeplannen.nl zijn deze aparte plannen terug te vinden. Op deze website zal na vaststelling tevens een (ambtelijke) geconsolideerde versie te vinden zijn. De geconsolideerde versie wordt ook op de provinciale website http://ruimtelijkeplannen.provincie-utrecht.nl (viewer) geplaatst. De geconsolideerde versie heeft geen juridische status.

1.4 Kaarten     

Van de PRS maken een visiekaart en een beleidskaart deel uit. De visiekaart wordt met deze partiële herziening niet gewijzigd. De beleidskaart bestaat uit kaartlagen en objecten. Aan elk object is in de PRS beleid gekoppeld. Een deel van de objecten van de PRS wordt met de 2e PHPRS gewijzigd. De overige, ongewijzigde objecten zijn in de 2e PHPRS niet verbeeld.

In de digitale weergave zijn de kaartlagen opgenomen in één kaart en kunnen deze worden aan- of uitgezet. In de analoge (papieren) versie is elke kaartlaag een afzonderlijke kaart. Ze moeten echter wel in samenhang worden beschouwd, zoals digitaal gebeurt. Alle gegevens die op de kaarten van de PRS staan (objecten), zijn gedetailleerd ingetekend op ondergronden van de Topografische Dienst/Kadaster. Omdat de ondergrond van de analoge (papieren) versie minder nauwkeurig is, lijkt het soms dat objecten niet op de juiste locatie worden weergegeven. Hier wijkt de ondergrond af van de feitelijke situatie, het object is altijd correct gesitueerd.

2 Bedrijventerreinen     

2.1 De aanleiding     

Bij de vaststelling van de PRS en PRV, Herijking 2016, op 12 december 2016 is de motie “Regionaal draagvlak voor ontwikkeling bedrijventerreinen (M106)” aangenomen. Doel van de motie was om met de gemeenten in gesprek te gaan over de lokale knelpunten die in de verschillende gemeenten worden ervaren en waarvoor de PRS/PRV geen ruimte biedt. Een aantal gemeenten heeft in de gesprekken de wens naar voren gebracht om de mogelijkheid te krijgen voor uitbreiding van hun areaal bedrijventerrein, vooral met het oog op het lokale bedrijfsleven.

2.2 Wat verandert er?     

Naar aanleiding van de gesprekken wordt in een deel van de gemeenten die om extra ruimte voor bedrijventerrein hebben gevraagd, extra ruimtelijke mogelijkheden geboden ten opzicht van de PRS/ PRV (Herijking 2016). Het gaat daarbij om relatief kleinschalige uitbreidingen van bestaande bedrijventerreinen om lokale knelpunten op te lossen. Dit is aan de orde in Bunschoten (De Kronkels Zuid), IJsselstein (grotere omvang De Kroon, voorheen bekend onder de naam A2-locatie), Lopik (uitbreiding De Copen), Montfoort (uitbreiding bedrijventerrein Heeswijk) en Woerden (grotere omvang locatie De Voortuin tussen bedrijventerrein Polanen en de snelweg A12), Renswoude (uitbreiding Groot Overeem) en Rhenen (uitbreiding Remmerden). Deze uitbreidingen worden toegevoegd aan de stedelijke programma’s in de PRS. Voor het realiseren van deze extra bedrijventerreinen moeten gemeenten nog wel een ruimtelijk besluit nemen, in de meeste gevallen het vaststellen van een bestemmingsplan. Bij dit besluit moeten alle (overige) regels van de PRV in acht worden genomen, zoals bijvoorbeeld een positieve uitkomst van de mobiliteitstoets (zie artikel 1.6 PRV Herijking 2016).

Een deel van de uitbreidingswensen is op dit moment niet opgenomen. Sommige uitbreidingswensen zijn ruimtelijk niet aanvaardbaar of vragen een brede regionale afweging in het kader van de Omgevingsvisie. Andere uitbreidingswensen zijn mogelijk in de toekomst aan de orde, bijvoorbeeld omdat plannen op dit moment nog niet concreet genoeg zijn of omdat de exacte locatie voor de gewenste uitbreiding nog niet bekend is. Het betreft gewenste uitbreidingen in de gemeenten Soest (vergroting Soestdijkse Duinen in de kern Soest) en Wijk bij Duurstede (Het Koelhuis bij de kern Cothen). Tegenover deze toekomstige uitbreidingen staat de provincie positief. Om deze reden wordt een korte beschrijving van deze uitbreidingswensen voor deze gemeenten toegevoegd aan de paragraaf de regionale uitwerkingen, zonder deze toe te voegen aan het stedelijk programma in de PRV.

2.3 De herziene tekst en objecten van de PRS     

Paragraaf 6.5.1 Regio Amersfoort     

Programma bedrijventerrein 2013 t/m 2028 (in netto hectare)

PRS 2013

Herijking 2016

Herijking 2016 (incl. tweede partiële herziening 2018)

In stedelijk gebied

uitleg

totaal

waarvan gerealiseerd 2013 t/m 2015 **)

In stedelijk gebied

uitleg

totaal

Resterend tot 2028

In stedelijk gebied

uitleg

totaal

Amersfoort

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Baarn

3,5

0

3,5

3,5

0

3,5

3,5

3,5

0

3,5

Bunschoten

13,4 *)

0

13,4 *)

13,4

13,4

0

13,4

0

13,4

7

20,4

Eemnes

2,3 *)

0

2,3 *)

2,3

2,3

0

2,3

0

2,3

0

2,3

Leusden

0

0

0

2,5

0

2,5

2,5

2,5

0

2,5

Soest

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Woudenberg

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Totaal regio Amersfoort

19,2

0

19,2

15,7

21,7

0

21,7

6

21,7

7

28,7

*) de bestemmingsplannen Haarbrug Zuid en Zuidpolder zijn al vastgesteld en daarmee opgenomen in het stedelijk gebied.

**) Bron: IBIS (bewerking provincie Utrecht)

Paragraaf 6.5.1.3 Stedelijk programma Bunschoten     

Kaart: Regionale uitwerking, object: gemeente Bunschoten

PRS 2013:

In de gemeente Bunschoten liggen de bebouwingskernen Bunschoten/Spakenburg en Eemdijk. Voor de totale gemeente wordt uitgegaan van een woningbouwprogramma van 1750 woningen. Van dit programma wordt de ontwikkeling van 1690 woningen voorzien op diverse locaties in het stedelijk gebied van Bunschoten-Spakenburg, onder andere in de projecten Rengerswetering, Zuidwenk en Zuyderzee. In Eemdijk is een uitbreiding van 60 woningen voorzien. Deze locatie ligt in voor bodemdaling gevoelig gebied. Dit betekent dat bij de planvorming en ontwikkeling van deze uitbreiding rekening dient te worden gehouden met de langetermijngevolgen en bijkomende hogere kosten.

De uitbreiding van het bedrijventerrein Haarbrug (Haarbrug Zuid), gelegen in het stedelijk gebied, is onderdeel van het stedelijk programma. Het bedrijventerrein, gepositioneerd in het segment “Modern gemengd” is onder andere bedoeld voor bedrijfsverplaatsingen vanuit het te transformeren bedrijventerrein Zuidwenk. Locatie de Kronkels Zuid is niet opgenomen in het stedelijk programma. Op basis van de Structuurvisie Streekplan 2005-2015 kan er op deze locatie nog ca. 7 ha netto bedrijventerrein worden ontwikkeld. Deze locatie kan een rol spelen bij de herijking van het stedelijk programma.

Herijking 2016:

Voor wat betreft woningbouw heeft Bunschoten nog voldoende plancapaciteit, met name op de locatie Rengerswetering. De uitbreiding van Eemdijk is opgenomen in het stedelijk gebied. Op het bedrijventerrein Haarbrug Zuid is nog ruimte uitgeefbaar. De ontwikkeling van de locatie de Kronkels Zuid is in beeld ten behoeve van verplaatsing van een lokaal gevestigd bedrijf uit de kern. Het opnemen van deze locatie in het stedelijk programma is pas aan de orde als ten eerste onderbouwd is waarom de in de gemeente aanwezige restcapaciteit aan bedrijventerrein niet kan worden benut voor hervestiging en ten tweede de gemeente aangeeft wat zij voor ogen heeft met de locaties die worden achtergelaten in het stedelijk gebied en hoe zij deze plannen wil uitvoeren. Het stedelijk programma voor wonen en werken is ongewijzigd.

Tweede partiële herziening 2018

De ontwikkeling van de locatie De Kronkels Zuid wordt met maximaal 7 ha netto toegevoegd aan het stedelijk programma, met het oog op het bieden van voldoende uitgeefbare grond voor lokaal georiënteerde bedrijvigheid. Er gelden wel nadrukkelijke randvoorwaarden op het gebied van landschappelijke inpassing en bereikbaarheid/ mobiliteit, in de context van de regionale mobiliteitsopgaven. Een grotere omvang van deze uitbreiding ten behoeve van de vestiging van een groot industrieel bedrijf zal worden meegenomen in het proces van de Omgevingsvisie/ Omgevingsverordening.

Paragraaf 6.5.1.6 Stedelijk programma Soest     

Kaart: Regionale uitwerking, object: gemeente Soest

PRS 2013:

In de gemeente Soest liggen de bebouwingskernen Soest en Soesterberg. Voor de totale gemeente wordt uitgegaan van een woningbouwprogramma van 1165 woningen binnen de rode contouren, waarvan 165 woningen op de voormalige Vliegbasis Soesterberg. De overige 1000 woningen kunnen hoofdzakelijk op diverse locaties in Soesterberg worden gerealiseerd, onder andere Apollo Noord en Masterplan/ Campuszone. In Soest wordt de ontwikkeling van woningen voorzien op onder andere de locatie Molenschot. In het kader van het programma Hart van de Heuvelrug is de rode contour achter Open Ankh in Soesterberg aangepast.

Herijking 2016:

Het programma is ongewijzigd, de gemeente heeft voldoende plancapaciteit om het stedelijk programma te realiseren.

Tweede partiële herziening 2018:

Op basis van recent onderzoek wil de gemeente het bedrijventerrein Soestdijkse Grachten beperkt uitbreiden op een nader te bepalen locatie in de kern Soest. Wij zullen deze wens betrekken bij de betrekken bij de Omgevingsvisie/ Verordening. Deze uitbreiding wordt om deze reden op dit moment niet toegevoegd aan het stedelijk programma.

Paragraaf 6.5.2 Regio Zuidoost Utrecht     

Programma bedrijventerrein 2013 t/m 2028 (in netto hectare)

PRS 2013

Herijking 2016

Herijking 2016 (incl. tweede partiële herziening 2018)

In stedelijk gebied

uitleg

totaal

waarvan gerealiseerd 2013 t/m 2015 *)

In stedelijk gebied

uitleg

totaal

Resterend tot 2028

In stedelijk gebied

uitleg

totaal

Renswoude

0

0

0

--

1,5

0

1,5

1,5

1,5

3

4,5

Rhenen

0

0

0

--

0

0

0

1

0

1

Utrechtse Heuvelrug

2

7,8

9,8

--

2

7,8

9,8

9,8

2

7,8

9,8

Veenendaal

1

0

1

--

1

0

1

1

1

0

1

Wijk bij Duurstede

0

4,2

4,2

--

0

4,2

4,2

4,2

0

4,2

4,2

Totaal regio Zuid Oost

3

12

15

4,5

12

4,5

16,5

5,5

15

20,5

*) Bron: IBIS (bewerking provincie Utrecht)

Paragraaf 6.5.2.1 Stedelijk programma Renswoude     

Kaart: Regionale uitwerking, object: gemeente Renswoude

PRS 2013:

Het stedelijk programma voor Renswoude is 200 woningen. Dit programma kan in het stedelijk gebied worden gerealiseerd, met name op de locaties Beekweide I en Beekweide II. Wij voorzien geen uitbreidingen in Renswoude, mede omdat in het nabij gelegen Veenendaal voldoende ruimte in stedelijk gebied aanwezig is.

Herijking 2016:

De gemeente heeft voor de komende jaren nog voldoende plancapaciteit om het woningbouwprogramma te realiseren, met name de locatie Beekweide II. Behoudens de uitbreiding van het Veenendaalse bedrijventerrein De Factorij op grondgebied van Renswoude (zie 6.5.2.4) is het stedelijk programma ongewijzigd. Voor woningbouwontwikkeling is mogelijk uitplaatsing van enkele bedrijven uit de kern noodzakelijk. Hierover gaan wij graag met de gemeente, op basis van concrete plannen, in gesprek.

Tweede partiële herziening 2018:

Er wordt ruimte geboden om het bestaande bedrijventerrein Groot Overeem met 3 ha netto in westelijke richting uit te breiden, zowel ten behoeve van de uitplaatsing van bedrijven met het oog op woningbouw als voor de uitbreiding van lokaal georiënteerde bedrijven. In het vast te stellen bestemmingsplan zal nadrukkelijk rekening moeten worden gehouden met het Natuurnetwerk Nederland langs de beek ter plaatse.

Paragraaf 6.5.2.2 Stedelijk programma Rhenen     

Kaart: Regionale uitwerking, object: gemeente Rhenen

PRS 2013:

In de gemeente Rhenen liggen de kernen Rhenen, Achterberg, Remmerden en Elst. Het stedelijk programma voor de gemeente is 500 woningen.

Het grootste deel - 425 woningen - kan in het stedelijk gebied worden gerealiseerd. De grootste locatie is Vogelenzang, daarnaast zijn er kleinere inbreidingslocaties in met name Rhenen en Elst.

Wij voorzien een uitbreiding aan de westzijde van Achterberg. Hierbij gaat het om een combinatie van een kleinschalige woonzorgvoorziening met daaraan gekoppelde woningbouw, waarbij de woningbouw als kostendrager dient. In totaal gaat het om circa 75 woningen. Deze uitbreiding moet worden gecombineerd met de aanleg van nieuwe landschapselementen in de omgeving, zodat de landschappelijke kwaliteit verbetert en cultuurhistorische structuren worden hersteld.

Herijking 2016:

De gemeente geeft aan in de komende jaren meer binnenstedelijke woningen te kunnen en te willen realiseren. Daarom is het binnenstedelijke woningbouwprogramma opgehoogd tot 500 woningen. Een hoger programma achten wij niet realistisch, en mede gezien de mobiliteitseffecten die dat met zich meebrengt ook niet wenselijk.

Tweede partiële herziening 2018:

Met het oog op aldaar gevestigde bedrijven wordt ruimte geboden voor de uitbreiding van het bedrijventerrein Remmerden met maximaal 1 ha netto binnen de rode contour.

Paragraaf 6.5.2.5 Stedelijk programma Wijk bij Duurstede     

Kaart: Regionale uitwerking, object: gemeente Wijk bij Duurstede

PRS 2013:

In de gemeente Wijk bij Duurstede liggen de kernen Cothen, Langbroek en Wijk bij Duurstede. Het stedelijk programma voor de gemeente is 1.000 woningen, waarvan 250 uitbreiding.

In zowel Cothen, Langbroek als Wijk bij Duurstede zijn er mogelijkheden in het stedelijk gebied. Alleen bij Wijk bij Duurstede zelf voorzien wij een uitbreiding van circa 250 woningen aan de noordwestzijde. Deze uitbreiding was al in de Structuurvisie Streekplan 2005-2015 opgenomen. Een goede ontsluiting van deze nieuwe wijk, inclusief een toets op de consequenties voor de al zwaar belaste N229, is een randvoorwaarde.

De uitbreiding van bedrijventerrein Broekweg met 4,2 hectare netto achten wij vooralsnog voldoende voor het accommoderen van de vraag. Mocht bij de vierjaarlijkse herijking blijken dat er regionaal gezien behoefte is aan nieuw bedrijventerrein, dan zullen we een verdere uitbreiding daarbij in overweging nemen.

Herijking 2016:

De uitbreiding van het bedrijventerrein Broekweg is nog niet gerealiseerd. Het stedelijk programma is ongewijzigd. De toekomstige mogelijkheden voor een eventueel hoger programma op de toekomstige woningbouwlocatie De Geer III, zowel in relatie tot de infrastructuur als in relatie tot de regio, zullen moeten blijken uit een op te stellen integrale visie op basis van nader onderzoek naar deze locatie.

Tweede partiële Herziening 2018:

Er zijn kansen voor de uitplaatsen van bedrijven uit de kern Cothen grenzend aan het daar tegenover gelegen terrein van Het Koelhuis. Dit biedt kansen voor woningbouw op de verlaatlocatie en voor herstructurering van het terrein van Het Koelhuis. De planvorming hieromtrent bevindt zich nog in een pril stadium. Eventuele verdere uitbreiding van de bedrijventerreinen in Wijk Bij Duurstede moet in het kader van de Omgevingsvisie/ Verordening worden afgewogen.

Paragraaf 6.5.3 Regio Utrecht     

Programma bedrijventerrein 2013 t/m 2028 (in netto hectare)

PRS 2013

Herijking 2016

In stedelijk gebied

uitleg

totaal

waarvan gerealiseerd 2013 t/m 2015 **)

In stedelijk gebied

uitleg

totaal

resterend tot 2028

Bunnik

0

0

0

0

0

0

De Bilt

0

0

0

0

0

0

Houten

0

10

10

10

10

10

0

Nieuwegein

0

10

10

10

10

10

Stichtse Vecht

0

1

1

1

1

1

Utrecht

0

0

0

21

21

21

0

Vianen

0

0

0

0

0

0

Zeist

0

0

0

0

0

0

IJsselstein *)

Totaal regio Utrecht

0

21

21

31

31

11

42

*) Voor wat betreft bedrijventerreinen is IJsselstein ingedeeld bij Regio West

**) Bron: IBIS (bewerking provincie Utrecht)

Paragraaf 6.5.3.8 Stedelijk programma IJsselstein     

Kaart: Regionale uitwerking, object: gemeente IJsselstein

PRS 2013:

Voor de gemeente IJsselstein wordt uitgegaan van een woningbouwprogramma van 500 woningen in diverse projecten in het stedelijk gebied, zoals Clinkenhoef, IJsselveld Oost en Kloosterplantsoen. Voor wat betreft bedrijventerreinen heeft IJsselstein aansluiting gezocht bij de Regio West. Het stedelijk programma voorziet in de realisering van 8,5 hectare netto nieuw bedrijventerrein in het stedelijk gebied, te weten 7 hectare op de A2-locatie en 1,5 hectare als uitbreiding van het bedrijventerrein Panoven.

Herijking 2016:

Het stedelijk programma is ongewijzigd.

Tweede partiële herziening 2018:

Met het oog op planoptimalisatie wordt de ruimte voor het te ontwikkelen bedrijventerrein De Kroon (voorheen bekend als A2-locatie) vergroot van 7 naar 9 ha netto, waarvan 7 ha netto binnen de huidige rode contour en 2 ha netto erbuiten. Deze grotere omvang wordt door de gemeente betrokken in de lopende planvorming.

Paragraaf 6.5.4 Regio Utrecht West     

Programma bedrijventerrein 2013 t/m 2028 (in netto hectare)

PRS 2013

Herijking 2016

Herijking 2016 (incl. tweede partiële herziening 2018)

In stedelijk gebied

uitleg

totaal

waarvan gerealiseerd 2013 t/m 2015 **)

In stedelijk gebied

uitleg

totaal

Resterend tot 2028

In stedelijk gebied

uitleg

totaal

Lopik

0

0

0

0

0

0

0

4

4

Montfoort

0

3

3

2

2

1

3

3

2

4

6

Oudewater

0

3

3

0

0

3

3

3

0

3

3

De Ronde Venen

2

10

12

2

10

12

12

2

10

12

Woerden

6

0

6

2,5

6

0

6

6

9

0

9

IJsselstein *)

8,5

8,5

1,5

8,5

0

8,5

8,5

8,5

2

10,5

Totaal regio West

16,5

16

32,5

6

18,5

14

32,5

32,5

21,5

23

44,5

*) Voor wat betreft bedrijventerreinen is IJsselstein ingedeeld bij Regio West

**) Bron: IBIS (bewerking provincie Utrecht)

Paragraaf 6.5.4.1 Stedelijk programma Lopik     

Kaart: Regionale uitwerking, object: gemeente Lopik

PRS 2013:

Het woningbouwprogramma voor de gemeente Lopik is 300 woningen, met een onderverdeling van 180 woningen binnenstedelijk en 120 woningen uitbreiding. De uitbreiding wordt voorzien op de locaties Benschop - oost (80 woningen) en Lopik – oost (40 woningen). Beide locaties zijn al in de Structuurvisie Streekplan 2005-2015 opgenomen. Bij de planvorming en ontwikkeling van deze uitbreiding dient rekening te worden gehouden met de lange termijn gevolgen en bijkomende hogere kosten door de ligging in voor bodemdaling gevoelig gebied.

Herijking 2016:

Voor de uitbreidingslocatie Benschop is een bestemmingsplan vastgesteld, deze locatie is opgenomen in het stedelijk gebied. Voor het overige is het stedelijk programma ongewijzigd. De gemeente heeft de wens om een niet-agrarisch bedrijf uit het buitengebied te verplaatsen. Het bestaande bedrijventerrein de Copen zou hiervoor moeten worden uitgebreid. Daarbij is tevens van belang op welke wijze de kwaliteit van de achterliggende locaties wordt verbeterd.

Tweede partiële herziening 2018:

Met het oog op bedrijven die thans op De Copen zijn gevestigd wordt aan de westzijde van bedrijventerrein De Copen 4 ha netto uitbreidingsruimte geboden. Deze ruimte is exclusief de beoogde uitbreiding van een niet-agrarisch bedrijf, waarvoor de planvorming nog gaande is. De voorwaarde voor de uitbreiding is dat de landschappelijke inpassing is verzekerd.

Paragraaf 6.5.4.2 Stedelijk programma Montfoort     

Kaart: Regionale uitwerking, object: gemeente Montfoort

PRS 2013:

Het woningbouwprogramma voor de kernen Montfoort en Linschoten is 350 woningen: 270 binnen de rode contouren (binnenstedelijk) en 80 erbuiten (uitbreiding).

De uitbreiding is voorzien op een deel van de huidige sportvelden in Linschoten. De sportvelden worden voor een gedeelte verplaatst naar een nog nader te bepalen locatie buiten de rode contouren. De woningbouw is nodig als financiële drager. Deze verplaatsing mag niet ten koste gaan van de aanwezige landschappelijke kernkwaliteiten van het Groene Hart. Een visie op de kernrandzone van Linschoten is hiervoor noodzakelijk.

Voor de kern Montfoort is een uitbreiding ten zuiden van het bestaande bedrijventerrein IJsselveld met maximaal 2 hectare in het segment ‘Modern gemengd’ opgenomen. Bij de planuitwerking moet er in verband met de waterveiligheid voldoende afstand worden gehouden tot de Hollandse IJssel. Voor de verkeersafwikkeling van dit nieuwe terrein mag er in verband met de doorstroming geen nieuwe ontsluiting op de N204 worden gerealiseerd. Voorts is een uitbreiding van 1 hectare bedrijventerrein aan de Willeskop opgenomen. Bij de realisering hiervan zullen overtuigende zekerheden en garanties moeten worden geboden over de (financiële) realisering van een duurzame inrichting van 4,5 hectare natuur en het herstel van de monumentale steenoven, zoals vastgelegd in de visie van de bewoners- en belangengroep IJsseloord. De bedoelde 1 hectare bedrijventerrein kan door de gemeente Montfoort alleen als parkeerplaats worden bestemd. Daarnaast dient de noodzaak tot realisatie te worden aangetoond, mede in relatie tot een mogelijke herschikking c.q. herinrichting van het reeds bestaande bedrijventerrein.

Herijking 2016:

De uitbreiding van het bedrijventerrein IJsselveld is opgenomen in het stedelijk gebied. Voor het overige is het stedelijk programma ongewijzigd.

Tweede partiële herziening 2018:

Met het oog op lokaal georiënteerde bedrijven wordt 3 ha netto uitbreidingsruimte geboden ten oosten van het bedrijventerrein Heeswijk.

Paragraaf 6.5.4.5 Stedelijk programma Woerden     

Kaart: Regionale uitwerking, object: gemeente Woerden

PRS 2013:

In de gemeente Woerden liggen de kernen Woerden, Harmelen, Zegveld, Kamerik en Kanis. Het woningprogramma voor de gemeente Woerden is 2.250 woningen.

In de kern Woerden zijn veel mogelijkheden voor binnenstedelijke woningbouw, zoals Waterrijk, Snellerpoort, Campinaterrein en het Defensie-eiland. Daarnaast is er een aantal kleinere projecten binnen de rode contouren. Wij willen de gemeente ondersteunen bij het daadwerkelijk realiseren van de binnenstedelijke mogelijkheden. De kern Woerden kan daarmee tevens een beperkte opvangtaak vervullen voor enkele omliggende kernen en voor de algemene druk die op het westelijk deel van de provincie ligt.

In Harmelen is een uitbreiding aan de westzijde voorzien van 90 woningen. Deze uitbreiding was reeds opgenomen in de Structuurvisie Streekplan 2005-2015. Daarbij verwachten wij dat er een zorgvuldige inrichting plaatsvindt van de nieuwe overgang tussen stad en land en dat er rekening wordt gehouden met de lange termijn gevolgen door de ligging in voor bodemdaling gevoelig gebied. In de kernen Kamerik, Zegveld en Kanis voorzien wij geen uitbreidingen, vooral vanwege de ligging in een bijzonder waardevol deel van het veenweidegebied en vanwege de woningbouwmogelijkheden binnen de rode contouren van de kern Woerden. Wij werken mee aan kansen om de ruimtelijke kwaliteit van de kernranden van deze dorpen te verhogen.

Er is een programma van in totaal 6 ha. bedrijventerrein opgenomen, geheel in het stedelijk gebied. Dit betreft de uitbreiding van Barwoutswaarder tussen het bestaande bedrijventerrein en de rioolwaterzuivering in het segment ‘1e klas bedrijvenpark’ (1,5 ha.), de uitbreiding van Breeveld ten oosten van het bestaande terrein in het segment ‘Modern gemengd’ (2,5 ha.) en de uitbreiding van Polanen tussen het bestaande terrein en de A12 in het segment ‘Modern gemengd’ (max. 2 ha.). Bij de planvorming en ontwikkeling van de locaties Breeveld en Polanen dient rekening te worden gehouden met de lange termijn gevolgen en bijkomende hogere kosten door de ligging in voor bodemdaling gevoelig gebied.

Indien dit voor de voortgang van de herstructurering van bestaande bedrijventerreinen noodzakelijk is, zo mogelijk blijkend uit een advies van de OMU, zal binnen de afspraken uit het regionaal convenant naar een aanvullende locatie van maximaal 6 ha. worden gezocht voor de aanleg van een nieuw bedrijventerrein, niet zijnde een eerder overwogen locatie aan de Kromwijkerwetering.

Herijking 2016:

Het stedelijk programma is ongewijzigd.

Tweede partiële herziening 2018:

Met het oog op de uitbreiding van een drietal op het bedrijventerrein Polanen gevestigde bedrijven wordt de uitbreidingsmogelijkheid op de locatie tussen Polanen en de A12 (De Voortuin) vergroot van 2 naar 5 ha netto.

3 Begrenzing NNN Binnenveld     

3.1 De aanleiding     

In het Binnenveld, gelegen in de gemeenten Veenendaal en Rhenen, liggen twee gebieden die deel uitmaken van het NNN: in Veenendaal De Hel/Blauwe Hel, in Rhenen delen van de Achterbergse Hooilanden. De Veenendaalse gebieden zijn grotendeels aangewezen als Natura 2000 gebied. Waterhuishoudkundig hangen beide gebieden samen. Het natuurgebied in de Achterbergse Hooilanden vormde geen aaneengesloten gebied: het werd door een aantal smalle landbouwpercelen doorsneden. Dat bemoeilijkte de feitelijke inrichting voor natuur. Inmiddels is in de Achterbergse Hooilanden door kavelruil een uitruil tussen de ingesloten landbouwgebieden en het zuidelijke deel van het beoogde natuurgebied tot stand gekomen. Daardoor is een aaneengesloten gebied ontstaan waar de waterhuishouding efficiënter en effectiever op het natuurbeheer kan worden afgestemd. Deze kavelruil wordt met deze 2e PHPRS ook in de begrenzing van PRS en PRV verwerkt.

3.2 Wat verandert er?     

Voor een dergelijke herbegrenzing van het NNN moet de NNN-kaart van PRS en PRV worden aangepast. De PRS merkt over herbegrenzing het volgende op (paragraaf 5.4.1):

Beleid

  • Herbegrenzing van het NNN

    Bij kleinschalige ontwikkelingen kan het instrument herbegrenzing worden ingezet, mits dit leidt tot een gelijkwaardige of betere kwaliteit van het NNN en de oppervlakte van het NNN niet vermindert;

Toelichting beleid

herbegrenzing: Bij individuele kleinschalige ontwikkelingen kan het instrument herbegrenzing worden ingezet. Daarbij kan een ruil plaatsvinden tussen NNN waarop de ontwikkeling plaatsvindt en een nabij gelegen perceel buiten het huidige NNN. Herbegrenzing kan alleen plaatsvinden als dit tot een gelijkwaardige of betere kwaliteit voor het NNN leidt.

Daarnaast is in de toelichting onder het kopje “gebiedsprojecten” nog een specifieke tekst over het Binnenveld opgenomen die aangeeft wat er nog moet gebeuren. Vanwege deze tekst is op de PRS-kaart ook een indicatieve aanduiding van het Binnenveld opgenomen.

De herbegrenzing zoals die plaatsvindt in het Binnenveld is op zichzelf niet voldoende om aan dit beleid te voldoen. Er wordt aan de zuidzijde van het gebied 24 ha aan het NNN onttrokken en ter plekke van de ingesloten percelen 11 ha toegevoegd. Er dient op het niveau van het NNN dus nog 13 hectare minimaal gelijkwaardige natuur extra te worden begrensd, aansluitend aan het NNN. Ten tijde van publicatie van het ontwerp van deze partiële herziening is nog onvoldoende duidelijk, waar deze hectares zullen landen. De zoektocht is in volle gang. Bij de vaststelling van deze partiële herziening zal de locatie wel bekend zijn. De locatie zal in ieder geval zijn gelegen aansluitend aan het NNN en de robuustheid daarvan vergroten.

Toevoeging binnen het gebied van het Binnenveld, ook van deze beperkte oppervlakte, is vanwege de agrarische structuur en grondschaarste in het Binnenveld niet mogelijk. De verwachting is voorts, dat ook elders binnen de gemeente Rhenen geen gelijkwaardige percelen kunnen worden gevonden.

Beleidsmatig past de beoogde herbegrenzing binnen de hierboven geciteerde kaders van de PRS, op één onderdeel na.

Aan de beschrijving in de beleidstekst wordt wel voldaan: als de aanvullende 13 ha wordt gevonden, is kwantitatief en kwalitatief sprake van een gelijkwaardige oplossing. Wij beschouwen de omvang van deze herbegrenzing, gerelateerd aan de omvang van het NNN, voorts als kleinschalig. Aan de eisen genoemd in de toelichting bij de beleidstekst wordt niet helemaal voldaan. Die geeft immers aan dat de toevoeging moet plaatsvinden op een “nabijgelegen perceel”. Hoewel dit een goed uitgangspunt is, die in deze casus ook voor een belangrijk deel wordt waargemaakt, willen wij dit niet in alle gevallen van herbegrenzing als een harde voorwaarde hanteren. De ervaring leert immers, ook elders, dat in gebieden met een krappe grondmarkt het verwerven van agrarisch gebied voor natuurontwikkeling heel moeilijk is. Voorgesteld wordt daarom de tekst in de toelichting te wijzigen, zodanig dat dit nabijheidsprincipe een inspanningsverplichting, geen resultaatverplichting wordt.

Met de herbegrenzing is het gebiedsproces van het Binnenveld op beleidsniveau voltooid. De concrete tekst in de PRS over het Binnenveld onder “gebiedsprojecten” is daarmee achterhaald. Deze tekst komt daamee te vervallen. Hetzelfde geldt ook voor de indicatieve aanduiding op kaart.

3.3 De herziene tekst en objecten van de PRS     

Paragraaf 5.4.1, Toelichting bij beleid     

Herbegrenzing: Bij individuele kleinschalige ontwikkelingen kan het instrument herbegrenzing worden ingezet. Daarbij kan een ruil plaatsvinden tussen NNN waarop de ontwikkeling plaatsvindt en een nabij gelegen perceel buiten het huidige NNN, zo veel als mogelijk gelegen in de nabije omgeving. Herbegrenzing kan alleen plaatsvinden als dit tot een gelijkwaardige of betere kwaliteit voor het NNN leidt;

Gebiedsprojecten

Realisatie van het NNN vindt plaats via gebiedsprojecten waarin meerdere opgaven moeten worden gerealiseerd. Het gebiedsproces Binnenveld behoeft een nadere toelichting. Het Natura2000-gebied Hel en Blauwe Hel maakt onderdeel uit van het Binnenveld. In het Akkoord van Utrecht is voor het Binnenveld afgesproken dat 10 ha. plus een nog nader te bepalen aantal hectares wordt gerealiseerd (de zogenaamde ‘p.m. post’) Over de uiteindelijke omvang van het in het Binnenveld te realiseren areaal NNN wordt een gewogen besluit voorbereid door de Stuurgroep Binnenveld, met inachtneming van wettelijke kaders. Als het in het Binnenveld te realiseren areaal groter is dan 10 ha., zal het meerdere in mindering worden gebracht op andere gebieden in de NNN, waarbij de totale omvang van de nog te realiseren NNN op 1506 ha gehandhaafd blijft. Een dergelijk besluit wordt genomen in overleg met de partijen die bij het Akkoord van Utrecht betrokken zijn.

4 Geitenhouderijen     

4.1 De aanleiding     

Rondom geitenhouderijen hebben mensen een grotere kans op longontsteking. Nog niet duidelijk is waardoor het verhoogde risico op gezondheidsklachten wordt veroorzaakt. Daar wordt (vervolg)onderzoek naar gedaan. Zolang niet duidelijk is welke (bron)maatregelen genomen kunnen worden, maken wij een ‘pas op de plaats’.

Op 11 juli 2018 hebben Provinciale Staten verklaard dat er niet langer omgevingsvergunningen kunnen worden verleend voor vestiging, omschakeling of uitbreidingen van geitenhouderijen. De PRS en PRV moeten hiervoor herzien worden.

4.2 Wat verandert er?     

Aan hoofdstuk 7 dynamisch landelijk gebied wordt een nieuwe paragraaf toegevoegd, te weten paragraaf 7.3.6 Geitenhouderijen.

4.3 De herziene tekst en kaarten van de PRS     

Paragraaf 7.3.6 Geitenhouderijen     

Kaart Geitenhouderijen; Object: gehele provincie

Beleid

Wij constateren een toenemende maatschappelijke onrust over de toename van het aantal geiten. Die onrust houdt onder meer verband met de negatieve gevolgen van geitenhouderijen voor de volksgezondheid. Hierover is al een aantal onderzoeken en adviezen van de GGD verschenen. Uit die onderzoeken blijkt een verhoogd risico voor mensen op longontsteking. De onderzoekers zien een toename in het aantal longontstekingen bij mensen in de omgeving van geitenhouderijen. De onderzoeken kunnen nu nog geen uitsluitsel geven over de precieze oorzaken van het verhoogde ziekterisico. Ook geven de onderzoeken geen uitsluitsel over de mogelijkheid met bedrijfsmaatregelen hier iets aan te doen. Aanvullend onderzoek is nodig. Zolang er onduidelijkheid over de precieze oorzaken bestaat, vinden wij het noodzakelijk om ‘een pas op de plaats’ te maken, zodat het aantal gehouden geiten niet verder toeneemt. De ‘pas op de plaatsmaken’ bestaat uit het tegengaan van vestiging en uitbreiding van geitenhouderijen, alsmede de omschakeling van bestaande agrarische bedrijven naar geitenhouderijen.

Toelichting

De GGD regio Utrecht onderschrijft (maart 2018) de conclusie uit het VGO onderzoek (juni 2017) dat het verhoogd voorkomen van longontsteking rondom geitenhouderijen zorgelijk is, mede omdat niet duidelijk is waardoor dit wordt veroorzaakt. Onderzoeken naar de oorzaak van de gevonden risicoverhoging zijn intussen van start gegaan. In afwachting van verder onderzoek naar de oorzaak en mogelijke (bron)maatregelen adviseert de GGD regio Utrecht het voorzorgsbeginsel toe te passen.

Realisatie

Provinciaal belang: Beschermen en realiseren van een gezonde en veilige leefomgeving waarin ook stilte
beleefd kan worden.

  • Gelet op de betekenis van het voorzorgsbeginsel (‘het zekere voor het onzekere nemen’), dat gebaseerd is op artikel 191, tweede lid, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, in samenhang met de provinciale zorg voor een goede ruimtelijke ordening en de daarmee verbonden bevordering van de kwaliteit van de leefomgeving, waarvan ook gezondheidsaspecten deel uitmaken, wordt het noodzakelijk geacht om met de huidige kennis van zaken over de gezondheidseffecten van geitenhouderijen op de leefomgeving, op dit moment via het ruimtelijk instrumentarium een ‘geitenstop’ in te voeren.
  • Gelet op de huidige kennis van zaken over de effecten van geitenhouderijen op de volksgezondheid wordt het aannemelijk geacht dat een ‘geitenstop’ een positieve bijdrage levert aan de verbetering van de kwaliteit van de leefomgeving. Dat is in het belang van een goede ruimtelijke ordening.

Provinciale rol: Reguleren

Reguleren (PRV):

  • Er wordt een nieuw artikel aan de PRV toegevoegd met rechtstreeks werkende regels (verbod) zodat de geitenstop op hetzelfde tijdstip provinciebreed voor het gehele grondgebied ingevoerd wordt.
  • Het gaat daarbij om het tegengaan van vestiging en uitbreiding van geitenhouderijen, alsmede de omschakeling van bestaande agrarische bedrijven naar geitenhouderijen.