|
Boekel
reparatieherziening artikel 6.19 Awb van Omgevingsplan Buitengebied Boekel
identificatie | planstatus | |
identificatiecode: | datum: | status: |
NL.IMRO.0755.OP2016Reparatiepl-VA01 | 04-04-2019 | vastgesteld |
projectnummer: | ||
075500.20181925 | ||
opdrachtleider: | ||
drs.M.P. Kegler | ||
opleverdatum: | ||
20-03-2019 |
Op 22 februari 2018 is het 'Omgevingsplan Buitengebied 2016' van de gemeente Boekel vastgesteld door de raad.
Met toepassing van het delegatiebesluit (ook door de raad op 22 februari 2018 vastgesteld), zijn twee herzieningen van het omgevingsplan vastgesteld ('Omgevingsplan: Veegplan Ruimte voor ruimte' en 'Omgevingsplan: Veegplan 2'). Beide herzieningen hebben uitsluitend betrekking op locaties in het buitengebied waarbij, naar aanleiding van de aanpassingen op deze specifieke locaties, met de herzieningen een beperkt aantal aanvullende regels zijn opgenomen in het 'Omgevingsplan Buitengebied 2016' (voornamelijk voorwaardelijke bepalingen) die alleen rechtsgevolgen hebben voor de betreffende locaties.
Het 'Omgevingsplan Buitengebied 2016' is op een vernieuwende manier digitaal vormgegeven. Deze digitale vormgeving (in combinatie met de speciaal ingerichte raadpleegomgeving) zorgt ervoor dat het plan objectgericht is te raadplegen.
De beide vastgestelde herzieningen hebben betrekking op percelen. Met de opzet van deze herzieningen is objectgerichte raadpleging ook mogelijk. Voor de thans voorliggende 'Reparatieherziening Buitengebied 2016' voldoet deze systematiek van herzieningen niet omdat er, naast perceelsgewijze aanpassingen, ook regels worden herzien die betrekking hebben op het gehele plangebied.
Bij het opstellen van de reparatieherziening is een nieuwe opzet van herzieningen ontwikkeld die uit gaat van het volgende:
Het herzieningsdocument wordt hiermee een plan dat steeds mee verandert met de vastgestelde herzieningen en op deze wijze steeds het omgevingsplan in actuele, vigerende staat laat zien, terwijl de verschillende herzieningen toch nog zichtbaar zijn. Het beschikken over een steeds actueel omgevingsplan is een van de oorspronkelijke wensen en uitgangspunten van de Omgevingswet.
Naast de verschillende herzieningen blijft ook het moederplan raadpleegbaar in de speciale raadpleegomgeving.
Overzicht van de aanpassing van de regels die met de reparatieherziening worden vastgesteld:
Tijdens de behandeling van de beroepen tegen het op 22 februari 2018 vastgestelde bestemmingsplan 'Omgevingsplan Buitengebied 2016' van de gemeente Boekel is gebleken dat er sprake is van omissies in het plan. In het verweerschrift heeft de raad aangegeven dat deze omissies gecorrigeerd zullen worden. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van artikel 6.19 van de Algemene wet bestuursrecht (de raad stelt vast, de planaanpassingen worden gepubliceerd en hiertegen kan beroep worden ingesteld; er hoeft geen ontwerp ter inzage te worden gelegd).
Het gaat om de volgende aanpassingen van het moederplan, bestemmingsplan 'Omgevingsplan Buitengebied 2016' dd 22 februari 2018.
In het verweerschrift is aangegeven dat het beroep gegrond is voor wat betreft het gegeven dat het vergunningvrije gebouw (uitloopstal) aan de westzijde van het bedrijf binnen het bouw- en functievlak 'Agrarisch bedrijf - veehouderij' had moeten liggen. De begrenzing van de betreffende bouw- en functievlakken wordt aangepast ter plaatse van de rode cirkel in figuur 2.1. Hierbij wordt een strakke begrenzing gehanteerd gezien de omvang van het reeds toegekende bouw- en functievlak voor deze veehouderij.
Figuur 2.1: Uitsnede bouw- en functievlak Elzen 6
Overzicht van de regels die in de nieuwe situatie op deze locatie van toepassing zijn
In deze specifieke situatie is sprake van 9.000 m2 legale teeltondersteunende kassen die ten onrechte niet geheel positief zijn bestemd. In het verweerschrift heeft de raad onderkent dat een specifieke regeling voor de borging van de aanwezige oppervlakte aan ondersteunende kassen op zijn plaats is. De bouwaanduiding 'Bouwen - ondersteunende kassen' wordt gewijzigd in een (nieuwe) aanduiding 'Bouwen - ondersteunende kassen 1'. Voor deze aanduiding wordt artikel 82 aangepast. Binnen de nieuwe aanduiding wordt de aanwezigheid van en het (her)bouwen van het bestaande oppervlak aan ondersteunende kassen mogelijk gemaakt.
Figuur 2.2: Bouw- en functievlakken aan Grote Baan 6
Overzicht van de regels die in de nieuwe situatie op deze locatie van toepassing zijn
Op basis van de beantwoording van de zienswijzen zou zowel de locatie van de groepsaccommodatie als de maatvoering in het plan moeten worden opgenomen. Dit is ten onrechte niet gebeurd in het vastgestelde plan en dat is door de raad als zodanig erkend in het verweerschrift. De bestaande recreatieve ruimten (op onderstaand figuur 2.3 aangemerkt als nummers 2 en 5) worden alsnog strak begrensd met de gebruiksaanduiding 'Groepsaccommodatie'. Door de strakke begrenzing is zowel de locatie als de maximale oppervlakte in gebruik vast gelegd. In de bouwregels is met de toevoeging van de aanduiding en aanpassing van de regels 86 Bouwen - nevenactiviteiten de maximaal toelaatbare oppervlakte bebouwing vastgelegd van de twee gebouwen gezamenlijk. De aanduiding op de verbeelding is mede bedoeld om de ligging van de accommodaties op het perceel vast te leggen in relatie tot de naastgelegen veehouderijen en aan te houden afstanden tot die bedrijven.
Figuur 2.3: Inrichtingsschets gewenste situatie Voskuilenweg 19
Overzicht van de regels die in de nieuwe situatie op deze locatie van toepassing zijn
Naar aanleiding van de zienswijzen heeft de raad besloten de opgenomen functie- en bouwvlakken aan te passen teneinde een beoogd bouwwerk mogelijk te maken. Dit is in overleg met betrokkenen ook zo overeengekomen. Per abuis voorziet het vastgestelde 'Omgevingsplan Buitengebied 2016' hier nog niet in. Het voorerf dient aangemerkt te worden als 'Bebouwd gebied' (artikel 76). In samenhang hiermee worden ook de begrenzing van de aanduidingen 'Bouwen - bedrijfs- en dienstwoningen' (artikel 83), 'Bouwen - agrarische bedrijfsbebouwing' (artikel 85), 'Afwijken bouwregels' (artikel 99) en de aanduiding 'Specifieke regels voor de veehouderij' (artikel 108) aangepast. Het betreft het blauw omlijnde deel van het functievlak zoals aangeduid in figuur 2.4.
Figuur 2.4: Vastgestelde bouw- en functievlakken Telefoonstraat 8
Overzicht van de regels die in de nieuwe situatie op deze locatie van toepassing zijn
In het verweerschrift heeft de raad aangegeven, naar aanleiding van het beroep van de Stichting Bomen, dat de formulering en nummering van het artikel 'Het bewaren van houtopstanden' (artikel 122 in het vastgestelde moederplan, thans door de herzieningen artikel 124) aanpassing behoeft.
De gevraagde aanpassingen in de formulering van de regels zijn doorgevoerd in artikel 124.2 (formulering regels en aanpassing verwijzing website) met uitzondering van:
In navolging van het geconstateerde gebrek met betrekking tot de verwijzing naar de website 'Beschermde bomen Boekel 2017' is voor het gehele plan een aangepaste link opgenomen. Dit heeft betrekking op de volgende artikel(leden):
Overzicht van de aanpassing van de regels die met de reparatieherziening worden vastgesteld:
Door de Gasunie is gevraagd om een regel in het plan op te nemen die de veiligheid van het gastransport moet garanderen ingeval er op enige afstand een windturbine wordt gerealiseerd. Deze toevoeging is niet in zijn geheel opgenomen en de raad heeft erkend dat dit wel had moeten gebeuren. Artikel 75 wordt aangevuld, conform de formulering zoals door de Gasunie voorgesteld, zodat de betreffende zinsnede komt te luiden:
Overzicht van de aanpassing van de regels die met de reparatieherziening worden vastgesteld:
Hoofdstuk | Artikel |
Verklarende regels | 75 Afwijken van de bouwregels in open gebied |
Hier heeft een herziening van het moederplan plaatsgevonden | 140 Reparatieherziening - regels |
Zoals aangegeven in reactie op de zienswijzen (en onderkend in het verweerschrift) had een regeling voor beperkt kwetsbare en kwetsbare objecten toegevoegd moeten worden aan de regels voor functieverandering met melding (artikel 63 en 65 in het vastgestelde plan, thans door de herzieningen artikel 64 en 66). De gevraagde bepalingen zijn alsnog toegevoegd.
Overzicht van de aanpassing van de regels die met de reparatieherziening worden vastgesteld:
In het vaststellingbesluit is, in reactie op de zienswijze van de provincie Noord - Brabant opgenomen dat gezamenlijke mestverwerking van meerdere bedrijven/op meerdere locatie niet wordt toegestaan. Dit is ook als zodanig verwerkt in het artikel 'Regels in verband met mest' maar abusievelijk niet in artikel 6.2 lid 1.
In overleg met de provincie is voor dit onderdeel inmiddels door de voorzieningenrechter voorzien in een schorsende uitspraak. De regeling is derhalve niet in werking getreden en vernietiging van de incorrecte zinsnede in artikel 6.2 lid 1 door de Afdeling lijkt een vanzelfsprekendheid. Met reparatie van dit onderdeel wordt vernietiging van deze regel in de beroepsprocedure van het moederplan eventueel voorkomen.
De regeling in artikel 6.2 lid 1 wordt gecorrigeerd.
Overzicht van de aanpassing van de regels die met de reparatieherziening worden vastgesteld:
Hoofdstuk | Artikel |
Welke functies zijn hier toegestaan? | 6 Agrarisch bedrijf - veehouderij |
Hier heeft een herziening van het moederplan plaatsgevonden | 140 Reparatieherziening - regels |
(Middel)lange termijnvisie
In het verweerschrift van de raad is aangegeven dat met de 'lange termijn visie' voor het gebied van Huize Padua een '(middel)lange termijnvisie' wordt bedoeld. Dit is aangepast in artikel 84.
Platte daken
Het beroep van GGZ Oost Brabant inzake Huize Padua ziet ook op de (on)toelaatbaarheid van platte daken. In het verweerschrift is de raad hierop ingegaan. Naar aanleiding hiervan is gebleken dat de algemeen geldende regeling voor platte daken en dakhellingen, zowel voor Huize Padua als voor de plandelen met de aanduiding 'Bebouwd gebied, een onduidelijkheid bevat.
In het artikel '76 Bebouwd gebied', onder het lid '76.2 Specifieke regels voor bebouwing in bebouwd gebied', zijn bouwregels opgenomen ten aanzien van de dakhelling van gebouwen. De verplicht gestelde dakhelling geldt echter niet voor:
mits:
Onduidelijk is wat het gevolg is van deze regeling voor dakkapellen met een plat dak. Deze constructies gelden immers als ondergeschikte bouwdelen maar overstijgen veelal de maximaal toelaatbare goothoogte. De regeling voor dakhellingen is gebaseerd op een door de raad vastgestelde beleidslijn die ook voorzag in de toelaatbaarheid van dakkapellen met platte daken; met de opname in het omgevingsplan heeft de raad bedoeld deze regeling in stand te houden.
Om duidelijk te maken dat dakkapellen met een plat dak zijn toegestaan bij bebouwing in het bebouwd gebied, is aan de regeling in artikel 76.2 een bepaling in sub b toegevoegd met de strekking dat de voorgeschreven dakhelling niet geldt voor dakkapellen waarvan de bouwhoogte niet meer bedraagt dan de bouwhoogte van het bijbehorende gebouw.
Overzicht van de aanpassing van de regels die met de reparatieherziening worden vastgesteld:
Bij de vaststelling van het 'Omgevingsplan Buitengebied 2016' zijn ook ambtshalve wijzigingen doorgevoerd. Een van deze wijzigingen heeft betrekking op de voorziene realisatie van een zogenoemde 'familiestal' op het perceel Hoekstraat 6/8. Om de familiestal mogelijk te maken moesten bouwvlakken worden aangepast. Abusievelijk zijn daarbij de bouwvlakken 'Bouwen - bedrijfs- of dienstwoningen' en 'Bouwen - agrarische bedrijfsbebouwing' voor het perceel Hoekstraat 8 vervallen.
Figuur 2.5: Vastgestelde bouw- en functievlakken Hoekstraat 6/8
Overzicht van de regels die in de nieuwe situatie op deze locatie van toepassing zijn
Bij de vaststelling van het 'Omgevingsplan Buitengebied 2016' zijn ook ambtshalve wijzigingen doorgevoerd op het perceel Statenweg 19a. De ambtshalve aanpassing om het bouwvlak 'Bouwen - bedrijfs- of dienstwoningen' op te nemen op de verbeelding is abusievelijk niet doorgevoerd. Dit wordt hersteld.
Figuur 2.6: Vastgestelde bouw- en functievlakken Statenweg 19a
Overzicht van de regels die in de nieuwe situatie op deze locatie van toepassing zijn
De aanpassing Voskuilenweg 19 is gedeeltelijk verwerkt in een aanpassing van artikel 86 Bouwen - nevenactiviteiten. In dit artikel is al een bouwregel opgenomen voor het graszoden en grindbedrijf aan de Gemertseweg en de bouwregels voor Voskuilenweg 19 zijn hieraan toegevoegd. Daarbij is gebleken dat het betreffende bouwvlak abusievelijk niet is toegekend aan het perceel aan de Gemertseweg waarop de regeling betrekking heeft. Dit is alsnog toegevoegd.
Figuur 2.7: Vastgestelde bouw- en functievlakken Gemertseweg
Overzicht van de regels die in de nieuwe situatie op deze locatie van toepassing zijn
Op 22 februari 2018 is het 'Omgevingsplan Buitengebied 2016' vastgesteld. Het voornemen is om nieuwe initiatieven, ambtshalve wijzigingen en omissies in dit plan te verwerken met halfjaarlijkse herzieningen. In het voorjaar van 2018 is dit plan voor de eerste keer herzien door middel van het 'Omgevingsplan: Veegplan Ruimte voor Ruimte'. Dit plan is op 21 augustus 2018 vastgesteld en geldt ter plaatse van een zevental specifieke Ruimte voor Ruimte-locaties in het buitengebied. Het 'Omgevingsplan: Veegplan 2' betreft de tweede herziening.
Allereerst worden ook met deze herziening drie ruimtelijke initiatieven mogelijk gemaakt. In twee gevallen gaat het om Ruimte voor Ruimte-initiatieven en het derde geval betreft de omschakeling van een veehouderij naar een bedrijf. Daarnaast worden er een aantal ambtshalve wijzigingen doorgevoerd en omissies hersteld.
Voor elk van de drie ruimtelijke initiatieven is een ruimtelijke onderbouwing opgesteld, waarin onder meer wordt getoetst aan het ruimtelijk beleid en wordt ingegaan op de ruimtelijke, milieutechnische en economische uitvoerbaarheid. Deze onderbouwingen zijn als bijlage bij de toelichting opgenomen, en worden in hoofdstuk 2.2 ingeleid. Ook de ambtshalve wijzigingen en omissies worden in hoofdstuk 2.2 toegelicht en waar nodig onderbouwd.
Het plangebied van dit bestemmingsplan beslaat een aantal locaties in het buitengebied van de gemeente Boekel. Het betreft uitsluitend die locaties, waar wijzigingen zijn voorzien, ambtshalve, herstel van een omissie dan wel als gevolg van ruimtelijke initiatieven. Figuur 1.1 geeft het totale plangebied van deze herziening weer.
Figuur 1.1 Plangebied.
Op 22 februari 2018 is het 'Omgevingsplan Buitengebied Boekel, 2016' van de gemeente Boekel vastgesteld door de raad. Daarmee is het omgevingsplan het geldende planologische kader in het buitengebied van Boekel. Voor zeven locaties is op 21 augustus 2018 het 'Omgevingsplan: Veegplan Ruimte voor Ruimte' als herziening van het 'Omgevingsplan Buitengebied Boekel, 2016' vastgesteld.
Het 'Omgevingsplan Buitengebied 2016' is op een vernieuwende manier digitaal vormgegeven. Deze en de vorige herziening zijn op dezelfde digitale wijze vormgegeven als het omgevingsplan. Hierdoor kan dit plan eenvoudig worden ingepast in de digitale raadpleegomgeving van het omgevingsplan en wordt aangesloten op de met het 'Omgevingsplan Buitengebied 2016' geïntroduceerde systematiek.
In hoofdstuk 2.2 volgt een toelichting op de aanpassingen die ten opzichte van de geldende planologische situatie zijn doorgevoerd met deze herziening. In hoofdstuk 2.3 wordt kort ingegaan op de uitvoerbaarheid van de ruimtelijke initiatieven die met dit plan mogelijk worden gemaakt, op basis van de conclusies die daarover in de ruimtelijke onderbouwingen zijn getrokken. Hoofdstuk 2.4, tot slot, bevat een toelichting op de gehanteerde systematiek van het 'Omgevingsplan Buitengebied 2016'.
Met dit bestemmingsplan worden drie ruimtelijke initiatieven meegenomen (figuur 2.1 en tabel 2.1). Het gaat om het mogelijk maken van vier Ruimte voor Ruimte-woningen op twee locaties én de omschakeling van een veehouderij naar een bedrijf. In de onderstaande paragrafen worden ze kort ingeleid en worden de juridisch-planologische consequenties belicht (aanpassingen in de regels en de verbeelding). Voor een uitgebreide planbeschrijving en onderzoeken wordt verwezen naar de ruimtelijke onderbouwingen, die als bijlage bij de toelichting zijn opgenomen en in dit hoofdstuk kort worden ingeleid.
Figuur 2.1 - Locaties van de ruimtelijke initiatieven. De nummers corresponderen met die in tabel 2.1.
Tabel 2.1 - Overzicht van de ruimtelijke initiatieven
# | Adres | Ligging |
Perceels- nummer |
Omschrijving initiatief |
1 | Arendsnest ong., Boekel | Schuin tegenover Arendnest 2 | N158 | Ruimte voor Ruimte-woning |
2 | Burgt 6, Boekel | n.v.t. | M544 en M543 | Twee Ruimte voor Ruimte-woningen |
3 | Bovenstehuis 4 en Waterdelweg 2f, Boekel | n.v.t. | L386, L387 en L388 | Omschakeling van veehouderij naar kleinschalige bedrijvigheid |
Huidige situatie
In de bestaande situatie is het perceel waar het plangebied is gelegen in gebruik als agrarisch weiland (figuur 2.2a). Binnen het plangebied is geen bebouwing aanwezig. In het omgevingsplan gelden hier de functies 'Bosrijke ontginningen met buurtschappen' en 'Vogelbeheergebied' en gelden de bouwregels voor bebouwing in open gebied.
Beoogde situatie
De initiatiefnemer heeft het voornemen om binnen het plangebied een Ruimte voor Ruimte-woning met bijbehorende bijgebouwen te realiseren (figuur 2.2b). Hiertoe is bij de gemeente Boekel een Ruimte voor Ruimte-titel aangekocht. De woning krijgt een maximale inhoud van 600 m3, wat aansluit op de standaardmaat die in het Omgevingsplan Buitengebied 2016 is opgenomen. Omdat zowel de oppervlakte aan bijgebouwen met 300 m2, als de oppervlakte van de woonfunctie met meer dan 1.000 m2 groter zijn dan de standaardmaten, dient in het kader van 'Vitaal Buitengebied Boekel' een extra tegenprestatie te worden geleverd.
Figuur 2.2a - Huidige planologische situatie (omgevingsplan). Het plangebied is aangegeven met het viziertje. |
Figuur 2.2b - Beoogde situatie |
Planologische wijziging
De functie 'Wonen' wordt toegekend aan het plangebied, met inbegrip van de bouwregels voor bebouwd gebied en de bouwregels voor woningen. De bouwregels voor open gebied komen te vervallen, met uitzondering van de gronden aan de voorzijde van de woning. De maximale oppervlakte bijgebouwen is op de verbeelding aangegeven, omdat deze afwijkt van de standaardmaat. De archeologische regels en de regels voor aardkundig waardevolle gebieden uit het omgevingsplan blijven gehandhaafd.
In de regels is een voorwaardelijke verplichting toegevoegd, die het bouwen en gebruiken van de gronden voor het wonen slechts toestaat, wanneer het erfbeplantingsplan binnen zes maanden na realisatie van de bouw is uitgevoerd en in stand wordt gehouden.
Overzicht van de regels die in de nieuwe situatie op deze locatie van toepassing zijn
Hoofdstuk | Artikel |
Welke functies zijn hier toegestaan? |
4. Bosrijke ontginningen met buurtschappen 48. Vogelbeheergebied 51. Wonen 55. Gebruik - voorwaardelijke bepaling 2 |
Waarvoor mag ik deze locatie niet gebruiken? | 61. Verboden gebruik |
Mag ik de functie van deze locatie veranderen? |
68. Functieverandering met melding in de bosrijke ontginningen met buurtschappen 69. Functieverandering met afwijking in de bosrijke ontginningen met buurtschappen |
Wat mag ik op deze locatie bouwen? |
72. Bebouwing in open gebied (voorzijde woning) 75. Afwijken van de bouwregels in open gebied (voorzijde woning) 76. Bebouwd gebied 77. Bouwen - woningen 93. Maximale oppervlakte bijgebouwen [300 m2] 99. Afwijken bouwregels |
Aanvullende informatie voor functieveranderingen en bouwregels | 102. Kampenlandschap met enken |
Welke regels gelden hier voor welstand? | 106. Welstandsregels |
Welke waarden zijn er op deze locatie en welke regels gelden daarvoor? |
113 Waarde Archeologie 3
115. Nadere regels voor alle archeologische waarden 122 Aardkundig en geomorfologisch waardevolle gebieden |
Welke houtopstanden mag ik op deze locatie kappen? | 124. Het bewaren van houtopstanden |
Innovatieregeling | 128. Afwijking voor innovaties |
Verklarende en algemene regels | 129-137. Verklarende en algemene regels |
Wegwijzer ruimtelijke onderbouwing en onderzoeken
De ruimtelijke onderbouwing van de locatie Arendnest ong. is opgenomen als bijlage 9. In de bijbehorende bijlage 10 zijn de volgende onderzoeken bijgesloten:
Huidige situatie
In de bestaande situatie bevindt zich in het plangebied een voormalige varkenshouderij. In het kader van de Ruimte voor Ruimte-regeling is een groot deel van de schuren en stallen inmiddels gesloopt. Er bevinden zich nog enkele stallen in het plangebied, tezamen met de voormalige bedrijfswoning in de noordoosthoek. In het omgevingsplan gelden hier nog de functies 'Woonwerklandschap met buurtschappen', 'Agrarisch bedrijf - (vollegronds)teeltbedrijf' en 'Vogelbeheergebied' en gelden de bouwregels voor bebouwd gebied, bedrijfs- en dienstwoningen en vab's (figuur 2.3a).
Beoogde situatie
Het initiatief is er op gericht om na volledige beëindiging van de agrarische bedrijfsactiviteiten op het perceel aan de Burgt twee nieuwe woningen op te richten in het kader van de Ruimte voor Ruimte-regeling. De bestaande bedrijfswoning wordt omgezet naar een burgerwoning. De twee nieuwe woningen worden tussen de voormalige bedrijfswoning en Burgt 4 in gesitueerd (figuur 2.3b).
Voor bouwregels wordt aangesloten op de regels uit het 'Omgevingsplan Buitengebied 2016' zoals die gelden voor burgerwoningen. Uitzondering hierop vormt de maximaal toegestane oppervlakte van de Ruimte voor Ruimte-kavels en inhoud van de woningen. De nieuwe woonkavels worden met 1.540 m2 en 1.280 m2 groter dan de standaardoppervlakte van 1.000 m2. De inhoud van de Ruimte voor Ruimte-woningen wordt met max. 1.000 m3 groter dan de standaard van maximaal 600 m3. Voor de bedrijfswoning gold in het 'Omgevingsplan Buitengebied 2016' een maximale inhoud van 750 m3. Ook deze inhoud wijkt daarmee af van de standaardmaat. De te leveren tegenprestatie is door afspraken uit het verleden al geborgd.
Het perceel grenst aan de zuidzijde aan een A - watergang. A - watergangen zijn hoofdwatergangen die van primair belang zijn voor het waterbeheer en daarom door het waterschap Aa en Maas worden onderhouden. Op basis van de Keur van het waterschap geldt een beschermingszone aan weerszijden van de watergang van 5 meter, gemeten uit de insteek van de watergang.
Figuur 2.3a - Huidige planologische situatie (omgevingsplan). De bestaande bedrijfswoning is zichtbaar. | Figuur 2.3b - Beoogde situatie: bestaande bedrijfswoning en ter linkerzijde twee nieuwe woningen. |
Planologische wijziging
In het hele plangebied vervalt de functie 'Agrarisch bedrijf - (vollegronds)teeltbedrijf' en vervallen de bouwregels voor bedrijfs- en dienstwoningen en vab's. De functie 'Wonen' wordt toegekend aan de noordelijke helft van plangebied, met inbegrip van de bouwregels voor woningen. Op de zuidelijke helft, alsmede op de gronden aan de voorkant van de woningen en de gronden ten westen van de meest westelijke woning (gearceerde strook in figuur 2.3b), vervallen ook de bouwregels voor bebouwd gebied. Hiervoor komen de bouwregels voor open gebied in de plaats. De maximale inhoudsmaat van de woningen is op de verbeelding aangegeven, omdat deze afwijkt van de standaardmaat. De archeologische regels uit het omgevingsplan blijven gehandhaafd.
In de regels is een voorwaardelijke verplichting toegevoegd, die het bouwen en gebruiken van de gronden voor het wonen slechts toestaat, wanneer het erfbeplantingsplan binnen zes maanden na realisatie van de bouw is uitgevoerd en in stand wordt gehouden.
Overzicht van de regels die in de nieuwe situatie op deze locatie van toepassing zijn
Hoofdstuk | Artikel |
Welke functies zijn hier toegestaan? |
1. Woonwerklandschap met buurtschappen 48. Vogelbeheergebied 51. Wonen (noordelijke helft) 55. Gebruik - voorwaardelijke bepaling 2 (t.p.v. de twee Ruimte voor Ruimte-woningen) |
Waarvoor mag ik deze locatie niet gebruiken? | 58. Verboden gebruik |
Mag ik de functie van deze locatie veranderen? |
62. Functieverandering met melding in het woonwerklandschap met buurtschappen 63. Functieverandering met afwijking woonwerklandschap met buurtschappen |
Wat mag ik op deze locatie bouwen? |
72. Bebouwing in open gebied (zuidelijke helft én aan de voorzijde van de woningen) 75. Afwijken van de bouwregels in open gebied (zuidelijke helft én aan de voorzijde van de woningen) 76. Bebouwd gebied (noordelijke helft) 77. Bouwen - woningen (noordelijke helft) 96. Maximale inhoud [1.000 m3] (t.p.v. de twee Ruimte voor Ruimte-woningen) 99. Afwijken bouwregels (noordelijke helft) |
Aanvullende informatie voor functieveranderingen en bouwregels |
100. Buurtschappen 102. Kampenlandschap met enken |
Welke regels gelden hier voor welstand? | 106. Welstandsregels |
Welke waarden zijn er op deze locatie en welke regels gelden daarvoor? |
111 Waarde Archeologie 1 (deels)
112 Waarde Archeologie 2 (deels) 115 Nadere regels voor alle archeologische waarden (deels) |
Welke houtopstanden mag ik op deze locatie kappen? | 124. Het bewaren van houtopstanden |
Innovatieregeling | 128. Afwijking voor innovaties |
Verklarende en algemene regels | 129-137. Verklarende en algemene regels |
Wegwijzer ruimtelijke onderbouwing en onderzoeken
De ruimtelijke onderbouwing van de locatie Burgt 6 is opgenomen als bijlage 11. In de bijbehorende bijlage 12 zijn de volgende onderzoeken bijgesloten:
Huidige situatie
Op de locatie Waterdelweg 2f is een kalverhouderij gevestigd, met ca. 1.000 m2 aan kalverstallen. Het plangebied omvat naast deze locatie ook een gedeelte van het perceel dat hoort bij de woning aan de Bovenstehuis 4, waar een deel van de stallen staat. In het omgevingsplan gelden op de agrarische bedrijfslocatie de functies 'Woonwerklandschap met buurtschappen', 'Agrarisch bedrijf - veehouderij', 'Vogelbeheergebied' en 'Wonen uitgesloten' en gelden de bouwregels voor bebouwd gebied en agrarische bedrijfsbebouwing. Ter plaatse van de woning aan de Bovenstehuis 4 gelden de functies 'Woonwerklandschap met buurtschappen', 'Wonen' en 'Vogelbeheergebied' en gelden de bouwregels voor bebouwd gebied en woningen (figuur 2.4a).
Beoogde situatie
De initiatiefnemer is voornemens om de kalverhouderij op deze locatie te beëindigen, de verouderde bedrijfsgebouwen te slopen en twee nieuwe bedrijfsgebouwen terug te bouwen. De nieuwe gebouwen zullen gebruikt worden voor kleinschalige bedrijfsactiviteiten en opslag. Verder wordt de begrenzing tussen het woonhuis (Bovenstehuis 4) en het bedrijfsterrein (Waterdelweg 2f) aangepast. Achterop het perceel bij de woning wordt een bedrijfsgebouw van circa 300 m2 teruggeplaatst dat geschikt is voor kleine bedrijvigheid of opslag.
Figuur 2.4a - Huidige planologische situatie (omgevingsplan). Het plangebied is oranje omlijnd. | Figuur 2.4b - Beoogde situatie |
Planologische wijziging
De functies 'Agrarisch - veehouderij' komt te vervallen, net als de bouwregels voor agrarische bedrijfsbebouwing. De begrenzing van de functie 'Wonen' wordt aangepast en gedeeltelijk gewijzigd in 'Groen'. Op deze locatie wordt, naast wonen, ook het gebruik ten behoeve van kleinschalige bedrijvigheid en opslag toegestaan. Hiervoor wordt een artikel toegevoegd aan de regels. De oppervlakte aan bijgebouwen (nieuw 300 m2 en bestaand 25 m2) mag niet meer dan 325 m2 bedragen.
Het resterende deel van het gebied krijgt het functievlak 'Bedrijf', waar de bouwregels voor overige niet-agrarische bebouwing komt te gelden. Het maximaal te bebouwen oppervlakte voor deze bedrijfsbebouwing is vastgelegd op de verbeelding. De archeologische regels uit het omgevingsplan blijven gehandhaafd.
In de regels is een voorwaardelijke verplichting toegevoegd, die het bouwen en gebruiken van de gronden voor het wonen slechts toestaat, wanneer het erfbeplantingsplan binnen zes maanden na realisatie van de bouw is uitgevoerd en in stand wordt gehouden. Ook is er een voorwaardelijke verplichting toegevoegd die het bouwen slechts toestaat wanneer door middel van bodemonderzoek is aangetoond dat de bodemkwaliteit geschikt is voor de beoogde functie.
Overzicht van de regels die in de nieuwe situatie op deze locatie van toepassing zijn
Hoofdstuk | Artikel |
Welke functies zijn hier toegestaan? |
1. Woonwerklandschap met buurtschappen 10 Bedrijf 21 Groen 27 Kleinschalige bedrijvigheid en opslag 48 Vogelbeheergebied 51 Wonen 54 Gebruik - voorwaardelijke bepaling 1 |
Waarvoor mag ik deze locatie niet gebruiken? | 58. Verboden gebruik |
Mag ik de functie van deze locatie veranderen? |
62. Functieverandering met melding in het woonwerklandschap met buurtschappen 63. Functieverandering met afwijking woonwerklandschap met buurtschappen |
Wat mag ik op deze locatie bouwen? |
72 Bebouwing in open gebied (bij functie Groen) 75 Afwijken van de bouwregels in open gebied (bij functie Groen) 76. Bebouwd gebied (bij functie Wonen en Bedrijf) 77 Bouwen - woningen 84 Bouwen - overige niet- agrarische bebouwing 92 Maximale oppervlakte bebouwd [700 m2 voor Waterdelweg 2f] 93 Maximale oppervlakte bijgebouwen [325m2 voor Bovenstehuis 4] 99. Afwijken bouwregels |
Aanvullende informatie voor functieveranderingen en bouwregels |
100. Buurtschappen 102. Kampenlandschap met enken |
Welke regels gelden hier voor welstand? | 106. Welstandsregels |
Welke waarden zijn er op deze locatie en welke regels gelden daarvoor? |
112 Waarde Archeologie 2
115. Nadere regels voor alle archeologische waarden |
Welke houtopstanden mag ik op deze locatie kappen? | 124. Het bewaren van houtopstanden |
Innovatieregeling | 128. Afwijking voor innovaties |
Verklarende en algemene regels | 129-137. Verklarende en algemene regels |
Wegwijzer ruimtelijke onderbouwing en onderzoeken
De ruimtelijke onderbouwing van de locatie Bovenstehuis/Waterdelweg is opgenomen als bijlage 13. In de bijbehorende bijlage 14 zijn de volgende onderzoeken bijgesloten:
Met deze herziening zijn de onderstaande ambtshalve wijzigingen verwerkt.
Volkelseweg 21a, Boekel
In het 'Omgevingsplan Buitengebied 2016' is aan een deel van perceel K722 het functievlak 'Agrarisch bedrijf - veehouderij' toegekend, terwijl het om onbebouwde agrarische grond gaat. Het functievlak 'Agrarisch bedrijf' is daarom van het betreffende perceel verwijderd (figuur 2.5). Met andere woorden: het functievlak 'Agrarisch bedrijf' ter plaatse van de locatie Volkelseweg 19 wordt aangepast en in overeenstemming gebracht met de feitelijke situatie. Ook de bijbehorende bouwregels worden gewijzigd (geen 'bebouwd gebied' maar 'open gebied', geen mogelijkheden voor de bouw van bedrijfswoningen of agrarische bedrijfsbebouwing).
Figuur 2.5 - Het oranje omlijnde gebied verliest met deze herziening de functie 'Agrarisch bedrijf - veehouderij'
Molenwijk 2, Boekel
Op 30 april 2018 is ingestemd met het principeverzoek van de initiatiefnemer, voor het aanpassen van de planologische situatie op het perceel Molenwijk 2. Het verzoek houdt de herbouw van de bedrijfsbebouwing in, waarbij het bouwblok wordt aangepast aan de nieuwe situatie. Voor wat betreft de toelaatbaarheid van bedrijven blijft het uitgangspunt dat bedrijfsactiviteiten t/m categorie 2 (of bedrijfsactiviteiten uit een hogere categorie die gelet op milieueffecten vergelijkbaar zijn met categorie 1 of 2) worden toegestaan. Met deze herziening wordt dit principebesluit vertaald in de verbeelding en regels die gelden op deze locatie.
Planologische wijzigingen
Op de verbeelding komen ter plaatse van A (zie figuur 2.6) de bedrijfsfunctie en de bijbehorende bouwregels te vervallen. In plaats daarvan worden de functie 'Natuur' en de bouwregels voor het open gebied toegekend. De bouwregels bij de bedrijfsfunctie (ofwel, het 'bouwvlak') wordt uitgebreid naar gebied B (zie figuur 2.6). De bouwregels voor het open gebied komen hier te vervallen.
In de regels is een voorwaardelijke verplichting toegevoegd, die het bouwen en gebruiken van de gronden ten behoeve van de bedrijfsfunctie slechts toestaat, wanneer het erfbeplantingsplan binnen zes maanden na realisatie van de bouw is uitgevoerd en in stand wordt gehouden.
Figuur 2.6 - De rode contour geeft het voormalige bouwvlak aan, de blauwe contour het nieuwe vlak waar mag worden gebouwd.
Overzicht van de regels die in de nieuwe situatie op deze locatie van toepassing zijn
Hoofdstuk | Artikel |
Welke functies zijn hier toegestaan? |
1. Woonwerklandschap met buurtschappen 10 Bedrijf 54 Gebruik - voorwaardelijke bepaling 1 |
Waarvoor mag ik deze locatie niet gebruiken? | 58. Verboden gebruik |
Mag ik de functie van deze locatie veranderen? |
62. Functieverandering met melding in het woonwerklandschap met buurtschappen 63. Functieverandering met afwijking woonwerklandschap met buurtschappen |
Wat mag ik op deze locatie bouwen? |
Alleen buiten de blauwe contour (fig. 2.6): 72. Bebouwing in open gebied 75. Afwijken van de bouwregels in open gebied Alleen binnen de blauwe contour (fig. 2.6): 76. Bebouwd gebied 83 Bouwen - bedrijfs- of dienstwoningen 84 Bouwen - overige niet- agrarische bebouwing 86 Bouwen - nevenactiviteiten 92 Maximale oppervlakte bebouwd [639 m2] 99. Afwijken bouwregels |
Aanvullende informatie voor functieveranderingen en bouwregels | 102. Kampenlandschap met enken |
Welke regels gelden hier voor welstand? | 106. Welstandsregels |
Welke waarden zijn er op deze locatie en welke regels gelden daarvoor? |
112 Waarde Archeologie 2
115. Nadere regels voor alle archeologische waarden |
Welke houtopstanden mag ik op deze locatie kappen? | 124. Het bewaren van houtopstanden |
Welke natuur en landschapswaarden zijn er op deze locatie en welke regels gelden daarvoor? | 125 Natuur Netwerk Brabant (deels) |
Innovatieregeling | 128. Afwijking voor innovaties |
Verklarende en algemene regels | 129-137. Verklarende en algemene regels |
Met deze herziening zijn de onderstaande omissies hersteld.
Zijp 13a, Venhorst
In 1994 is een vergunning verleend voor het splitsen van een bedrijf naar woning + bedrijf. Dit is nooit in het bestemmingsplan aangepast. Zo is er in 'Buitengebied 2005' én in het 'Omgevingsplan Buitengebied 2016' de aanduiding 'Wonen uitgesloten' van toepassing. Dit is in strijd met de verleende vergunning uit 1994. Dit wordt met deze herziening aangepast. Het functievlak 'Wonen uitgesloten' vervalt op deze locatie. Daarnaast wordt het functievlak 'Bouwen - Bedrijfs- of dienstwoningen' op deze locatie van toepassing verklaard.
Volkelseweg ongenummerd, Boekel
Afgelopen jaar, op 14 december 2017, is door de gemeenteraad het bestemmingsplan 'Volkelseweg' vastgesteld, waarmee één Ruimte voor Ruimte woning mogelijk is gemaakt. Dit bestemmingsplan is daarna overgenomen in het Omgevingsplan, maar dit is niet geheel correct gebeurd. Het artikel 'Bouwen – woningen' is ten onrechte niet van toepassing op deze locatie. Dit is met deze herziening aangepast.
De drie ruimtelijke ontwikkelingen die onderdeel uitmaken van deze herziening, zijn getoetst aan de relevante wet- en regelgeving voor de verschillende milieuaspecten. In een aantal gevallen zijn er onderzoeken uitgevoerd om aan te tonen dat hieraan wordt voldaan, bijvoorbeeld verkennend bodemonderzoek of archeologisch onderzoek. De RO's, die als bijlagen bij de toelichting zijn gevoegd, bevatten onderbouwingen en zo nodig de onderzoeksrapportages voor de relevante milieuaspecten. Voor de locatie Bovenstehuis 4/Waterdelweg 2f geldt dat er, alvorens er gebouwd wordt, bodemonderzoek moet worden uitgevoerd om aan te tonen dat de bodemkwaliteit geschikt is voor de beoogde bedrijfsfunctie en de bijbehorende bouwplannen. Dit vereiste is als voorwaardelijke verplichting opgenomen in de regels die gelden voor deze locatie.
Bij nieuwe ontwikkelingen moet onder de Wet ruimtelijke ordening (Wro) tegelijk met het bestemmingsplan een exploitatieplan worden vastgesteld, tenzij het kostenverhaal anderszins is verzekerd, bijvoorbeeld door middel van gemeentelijke gronduitgifte of een anterieure overeenkomst. De gemeente heeft hierbij de onderzoeksverplichting om de financieel-economische uitvoerbaarheid van het plan te toetsen.
De gemeente Boekel heeft een anterieure overeenkomst gesloten met de initiatiefnemers
van de drie ruimtelijke initiatieven, waarin het kostenverhaal is geregeld. Om die
reden wordt afgezien van een exploitatieplan. Geconcludeerd wordt dat er voldoende
middelen zijn om de ontwikkeling tot uitvoering te brengen. Het plan is daarmee financieel
uitvoerbaar.
Het bestemmingsplan 'Omgevingsplan: Veegplan 2' wordt in het kader van het overleg ex artikel 3.1.1 van het Besluit op de ruimtelijke ordening aan diverse instanties toegezonden. Verder is in de Wet ruimtelijke ordening (Wro) in artikel 3.8 bepaald dat op de voorbereiding van een bestemmingsplan afdeling 3.4 van Algemene wet bestuursrecht (Awb) van toepassing is. In de Awb is bepaald dat het bestuursorgaan het ontwerp van het te nemen besluit met de daarop betrekking hebbende stukken, die redelijkerwijs nodig zijn voor een beoordeling van het ontwerp, voor een termijn van 6 weken ter inzage legt. Een ieder wordt hiermee in de gelegenheid gesteld, schriftelijk en/of mondeling zijn zienswijzen over het ontwerpbestemmingsplan naar voren te brengen.
Gelet op de inhoud van de herziening (beperkte aanpassingen passend binnen de delegatiebevoegdheid die door de raad is vastgesteld) wordt het vooroverleg en de terinzagelegging van het ontwerpplan gecombineerd.
Het ontwerpbestemmingsplan 'Omgevingsplan: Veegplan 2' heeft ter inzage gelegen gedurende 6 weken, van 21 november 2018 tot en met 1 januari 2019. In de Nota van Zienswijzen Veegplan 2 (bijlage 15) zijn de resultaten van de ter inzagelegging en het vooroverleg opgenomen. Ook wordt in de Nota toegelicht tot welke beperkte aanpassingen dit heeft geleidt in de toelichting en op de verbeelding. Samenvattend zijn de volgende aanpassingen bij de vaststelling doorgevoerd:
De regels van het bestemmingsplan 'Omgevingsplan: Veegplan 2' zijn opgesteld in de systematiek van het Omgevingsplan Buitengebied 2016. De wijze waarop de diverse planologische wijzigingen op de zeven locaties zijn vertaald in de regels en verbeelding, is in hoofdstuk 2 per locatie toegelicht onder het kopje 'planologische wijziging'. Hierna volgt een korte toelichting op de algemene systematiek van het Omgevingsplan, ontleend aan hoofdstuk 5 van het Omgevingsplan Buitengebied 2016.
Om te voldoen aan de gemeentelijke wensen met betrekking tot raadpleegbaarheid wordt het omgevingsplan ontsloten via de website boekel.crotec-omgevingsplan. De opzet van het plan is ook afgestemd op de mogelijkheid om het plan op deze alternatieve wijze te raadplegen.
Uitgangspunt daarbij is:
In de kern is het omgevingsplan opgezet aan de hand de volgende belangrijke pijlers.
Het Omgevingsplan Buitengebied 2016 opgezet aan de hand van de volgende modules/vraaggestuurde indeling:
De volgende vastgestelde beleidsnota's, beleidsregels en gemeentelijke verordeningen zijn in het omgevingsplan opgenomen of er wordt naar verwezen (naar een bijlage in de regels):
De opzet van de regels kan schematisch als volgt worden weergegeven:
Voor de vier deelgebieden is een omschrijving opgenomen van de kwaliteiten van de gebieden (inclusief een verwijzing naar de waarden die in het gebied voorkomen en als zodanig in het plan zijn aangewezen) en de functionele invulling die in de deelgebieden toelaatbaar wordt geacht. De bestaande natuurgebieden zijn niet opgenomen in de deelgebieden omdat de rechtstreeks toelaatbare en de met een procedure toelaatbare functieveranderingen niet zijn toegestaan in de bestaande natuurgebieden.
Welke functies zijn hier toegestaan?
Rechtstreeks toelaatbaar
De omschrijving van het toelaatbare gebruik in de verschillende deelgebieden is ruim. In alle deelgebieden zijn de huidige functies toegestaan zoals aangegeven met de verschillende functievlakken en in paragraaf beschreven. Tevens zijn de functies toegestaan die passen binnen de gebiedsbeschrijving en waarvoor in het plan flexibiliteitsbepalingen zijn opgenomen. Daarnaast is in alle deelgebieden agrarisch grondgebruik toegestaan. Onder agrarisch grondgebruik wordt de teelt van gewassen en het houden van dieren verstaan, al dan niet bedrijfsmatig geëxploiteerd. Het is ook toegestaan om nieuwe sloten te graven (tenzij er uit hoofde van andere functies of waarden beperkingen aan het graven van sloten worden gesteld) of natuurelementen aan te leggen.
Ook de bestaande legale nevenactiviteiten zijn toegestaan (de nevenactiviteiten waarvoor toestemming is verleend door de gemeente).
Mag ik de functie van de locatie wijzigen?
Met melding toelaatbaar
Met melding zijn relatief eenvoudige functieveranderingen toegestaan zoals kleinschalige dagrecreatieve nevenactiviteiten. Een melding kan bestaan uit een eenvoudige mededeling of gecombineerd worden met een besluit tot instemming met de melding door het bevoegd gezag. In Boekel is gekozen voor een eenvoudige procedure voor indiening van de melding waarbij geen formeel besluit vooraf wordt genomen over de voorgenomen functiewijziging. Dit betekent dat achteraf wel sprake kan zijn van toetsing of aan de voorwaarden wordt voldaan (handhaving). Het zorgvuldig beoordelen en achteraf toetsen van meldingen maakt het noodzakelijk dat meldingen worden ingediend met een solide motivering en onderbouwing van de wijze waarop aan de beoordelingsregels wordt voldaan.
Met afwijking toelaatbaar
Het omgevingsplan bevat de voorwaarden waaronder het bevoegd gezag medewerking wil verlenen aan afwijkingen van het plan zoals de vestiging van een andersoortig bedrijf op percelen waar al een bedrijf is gevestigd. Belangrijke voorwaarden is dat een ontwikkeling past binnen de gebiedsbeschrijving (inclusief de aangeduide waarden waarnaar wordt verwezen) van het betreffende deelgebied. In de voorwaarden is een directe link gelegd naar de (waardering van) de ruimtelijke kwaliteitsverbetering die in de deelgebieden wordt nagestreefd. Ook hier geldt dat een snelle en zorgvuldige procedure voor afwijkingen vraagt om een goede motivering en onderbouwing van de wijze waarop de initiatiefnemer meent dat aan de beoordelingsregels wordt voldaan.
Delegatie
De rechtstreekse mogelijkheden, meldingen en afwijkingen zijn in de verschillende deelgebieden nog min of meer gelijk. Naast deze mogelijkheden neemt de gemeenteraad een separaat delegatiebesluit met de bevoegdheid aan voor het college om het plan onder voorwaarden te wijzigen voor nieuwe ontwikkelingen. De functiewijzigingen die met delegatie tot stand kunnen worden gebracht zijn afgestemd om de strategieën voor de verschillende deelgebieden.
Een bijzondere vorm van delegatie is de bevoegdheid om op een reguliere basis verleende afwijkingen in het omgevingsplan te verwerken. Daarmee kan de relatief snel verleende wijziging een goede basis krijgen in het omgevingsplan.
Toelaatbare functies
In het hoofdstuk 'Welke functies zijn hier toegestaan?' zijn, naast de vier deelgebieden, de specifiek toelaatbare bestaande functies opgenomen. Voor functieveranderingen zijn de bepalingen bij de verschillende deelgebieden van toepassing. Het betreft hier voornamelijk bestaande functies.
Wonen
De functie Wonen is toegekend aan alle burgerwoningen en aan de woningen in het voormalige woonbos. Er is geen aanleiding om nog langer functioneel onderscheid te maken tussen deze woningen (er wordt wel onderscheid gemaakt in bouwmogelijkheden).
Toelaatbare bebouwing
Het buitengebied is uit praktische overwegingen verdeeld in een bebouwd (met gebouwen) en een open gebied (in principe geen gebouwen). Voor alle bouwmogelijkheden geldt dat uitsluitend voor de toegestane functie kan worden gebouwd.
Welke regels gelden hier voor welstand?
Voor alle bebouwing in het buitengebied geldt dat er geen eisen aan welstand worden gesteld. Dit is in het plan ook opgenomen zodat hierover geen misverstand kan bestaan.
Bebouwing in open gebied
Tot de bebouwing in open gebied worden gerekend de natuurgebieden en groenelementen, wegen en agrarisch onbebouwd gebied. In het bebouwing in open gebied gelden algemene bouwregels voor onder andere erfafscheidingen, paardenbakken, teeltondersteunende voorzieningen en overige bouwwerken van algemeen nut (zoals straatverlichting, wegbewijzering, abri's, kunstwerken maar geen reclame-uitingen).
Met toepassing van een afwijking kunnen er kleinschalige gebouwen worden opgericht (schuilgelegenheden voor vee, gebouwen voor beheer en onderhoud).
Bebouwd gebied
De contramal van bebouwing in open gebied is aangemerkt als bebouwd gebied. In het bebouwd gebied zijn bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en gebouwen in principe toegestaan mits aan een aantal voorwaarden en maatvoeringseisen wordt voldaan. In het bebouwd gebied zijn onder andere regels opgenomen voor het bouwen voor woningen, bijgebouwen bij woningen, recreatiewoningen, kassen, ondersteunende kassen, bedrijfs- of dienstwoningen, bedrijfsbebouwing en bouwen voor nevenactiviteiten.
In bestaande situaties kan sprake zijn van legale (vergunde) bouwwerken die afwijken van de maximaal of minimaal voorgeschreven maten. Om te voorkomen dat deze bouwwerken onbedoeld onder het overgangsrecht gaan vallen is voor deze situaties bepaald dat de bestaande maten de maximaal of minimaal toelaatbare maten zijn. In de regels voor Overgangsrecht bouwen en bestaande maten is aangegeven dat bij dergelijke bestaande maten het overgangsrecht niet van toepassing is.
Een bijzondere regeling is opgenomen voor woningen en bijgebouwen. Uitgangspunt is dat een woning een maximale inhoud van 600 m3 mag hebben en bijgebouwen een maximale oppervlakte van 100 m2. Voor zover sprake is van een bijzondere situatie (grotere woning of grotere bijgebouwen zijn toegestaan maar nog niet gerealiseerd, bijvoorbeeld in het kader van een doorlopen ruimte- voor ruimte procedure of bij een bestemmingswijziging) is op de verbeelding de afwijkende oppervlakte en/of inhoudsmaat opgenomen. Voor alle andere woningen en bijgebouwen die legaal zijn gerealiseerd en afwijken van de voorgeschreven 600 m3/100 m2 maat geldt dat hiervoor, voor wat betreft de oppervlakte en inhoud, een bijzondere bestaande maten regeling geldt: het bestaande is alleen toegestaan op de huidige locatie. Indien betrokkenen nieuw willen bouwen op een andere locatie binnen het bouwvlak, is de toepassing van een afwijkingsbevoegdheid noodzakelijk en is ook Vitaal Buitengebied van toepassing. Op deze wijze wordt de legaal aanwezige bebouwing gerespecteerd maar wordt toch een regeling opgenomen die er voor kan zorgen dat bij ontwikkelingen sprake moet zijn van bijvoorbeeld sloop en landschappelijke inpassing.
In het bebouwd gebied gelden ook mogelijkheden voor afwijkingen voor vergroting van (bedrijfs)woningen, bijgebouwen, hoogte van bedrijfsbebouwing en andere geringe afwijkingen. Belangrijkste afwegingscriteria voor het toepassen van de bevoegdheid is de mate waarin aan de kwaliteitsbeschrijving vanuit de Kwaliteitsgids wordt voldaan.
Archeologische, geomorfologische en cultuurhistorische waarden
In hoofdstuk 9 van de regels is de bescherming opgenomen van archeologische waarden, gemeentelijke monumenten en karakteristieke panden, onverharde wegen, het cultuurhistorisch waardevolle ensembles en aardkundig en geomorfologisch waardevolle gebieden. De huidige Erfgoedverordening Boekel 2010 en de beleidsregel Nota Archeologie bevatten regels die van toepassing zijn op gemeentelijk monumenten en archeologisch waardevolle gebieden. Door deze verordening en nota te vertalen in het omgevingsplan worden alle regels die tot doel hebben de waarden te beschermen samengebracht.
Voor het uitvoeren van een aantal werken of werkzaamheden die een negatieve invloed kunnen hebben op de te beschermen waarden in de genoemde gebieden is een omgevingsvergunning noodzakelijk. Bij de verlening van de omgevingsvergunning wordt beoordeeld of de waarden niet onevenredig worden geschaad.
In het buitengebied van de gemeente Boekel lopen een aantal Ruimte voor Ruimte-initiatieven, waarbij er compensatiewoningen worden gerealiseerd op veelal agrarische, vooralsnog onbebouwde percelen. Het is nodig om de functietoedeling op deze locaties - zeven in totaal - te wijzigen, zodat de nieuwvestiging van woningen hier planologisch gezien mogelijk wordt. Dat gebeurt met dit bestemmingsplan, dat de vorm aanneemt van een partiële herziening.
Voor elk van de zeven ontwikkelingen is een ruimtelijke onderbouwing opgesteld, waarin onder meer wordt getoetst aan het ruimtelijk beleid en wordt ingegaan op de ruimtelijke, milieutechnische en economische uitvoerbaarheid. Deze onderbouwingen zijn als bijlage bij de toelichting opgenomen, en worden in hoofdstuk 3.2 ingeleid.
Het plangebied van dit bestemmingsplan bestaat uit zeven locaties in het buitengebied van Boekel. In figuur 1.1 zijn deze locaties op een luchtfoto aangegeven. De nummers op de kaart corresponderen met de adressen in tabel 1.1. In hoofdstuk 3.2 is per locatie een detailkaart opgenomen.
Figuur 1.1 - Locaties van de plangebieden. De zwarte begrenzing geeft het plangebied van het omgevingsplan Buitengebied aan.
Tabel 1.1 - Overzicht van de planlocaties
# | Adres | Ligging |
Perceels- nummer |
Water- belang |
Nieuw verhard oppervlak |
1 | Bezuidenhout ong., Boekel | Ten westen van Bezuidenhout 11 | O625 | N.v.t. | ca. 400 m2 |
2 | Bovenstehuis ong., Boekel | Ten zuiden van Bovenstehuis 9 | K736/K737 | N.v.t. | ca. 650 m2 |
3 | Burgt ong., Boekel | Ten noordoosten van Burgt 3 | M1562 | N.v.t. | ca. 250 m2 |
4 | Leurke ong., Boekel | Ten oosten van Leurke 2-3 | O379 | N.v.t. | ca. 500 m2 |
5 | Neerbroek ong., Boekel | Ten noorden van Schutboom 9 | M31 | Transportleiding, die is opgenomen in regels en verbeelding. | <2.000 m2 |
6 | Runstraat ong., Boekel | Ten zuiden van Runstraat 16 | N1167 | N.v.t. | ca. 500 m2 |
7 | Zandhoek-De Morgens, Boekel | Op de hoek van De Morgens met Zandhoek | N18 en N1143 | N.v.t. | ca. 1.050 m2 |
Op 22 februari 2018 is het 'Omgevingsplan Buitengebied Boekel, 2016' van de gemeente Boekel vastgesteld door de raad. Daarmee is het omgevingsplan het geldende planologische kader op alle zeven planlocaties.
Het omgevingsplan is op een vernieuwende manier digitaal vormgegeven. Dit bestemmingsplan herziet het omgevingsplan op de zeven voornoemde locaties, en wordt op dezelfde digitale wijze vormgegeven als het omgevingsplan. Hierdoor kan het bestemmingsplan straks eenvoudig worden ingepast in de digitale raadpleegomgeving van het omgevingsplan en sluiten beide plannen qua systematiek van functies en regels op elkaar aan.
De ontwikkelingen op de zeven locaties zijn in hoofdstuk 3.2 locatiegewijs toegelicht. In hoofdstuk 3.3 wordt kort ingegaan op de uitvoerbaarheid van de ontwikkelingen, op basis van de conclusies die daarover in de ruimtelijke onderbouwingen zijn getrokken. Hoofdstuk 3.4, tot slot, bevat een toelichting op de gehanteerde systematiek van het Omgevingsplan Buitengebied 2016.
Voor elk van de zeven ontwikkelingen is een ruimtelijke onderbouwing opgesteld, met daarin een uitgebreide planbeschrijving per ontwikkeling. Deze onderbouwingen zijn als bijlage bij de toelichting opgenomen, en worden in dit hoofdstuk kort ingeleid. Daarnaast wordt aangestipt welke wijzigingen op de verbeelding en in de regels zijn doorgevoerd, als gevolg van deze ontwikkelingen.
Huidige situatie
In de bestaande situatie is het perceel waar het plangebied is gelegen in gebruik als weiland (figuur 2.1a). Binnen het plangebied is geen bebouwing aanwezig. In het omgevingsplan geldt hier de functie 'Bosrijke ontginningen met buurtschappen' en gelden de bouwregels voor het open gebied.
Beoogde situatie
De initiatiefnemer heeft het voornemen om binnen het plangebied een Ruimte voor Ruimte-woning met bijbehorende bijgebouwen te realiseren (figuur 2.1b). Hiertoe is bij de gemeente Boekel een Ruimte voor Ruimte-titel aangekocht. De oppervlakte van het plangebied bedraagt circa 1.000 m2. De woning krijgt een maximale inhoud van 725 m3. Omdat dit groter is dan de standaardmaat, dient in het kader van ‘Vitaal Buitengebied Boekel’ een extra tegenprestatie te worden geleverd.
Figuur 2.1a - Huidige planologische situatie (omgevingsplan) |
Figuur 2.1b - Beoogde situatie |
Planologische wijziging
De functie 'Wonen' wordt toegekend aan het plangebied, met inbegrip van de bouwregels voor bebouwd gebied en de bouwregels voor woningen. De bouwregels voor open gebied komen te vervallen. De maximale inhoudsmaat van de woning is op de verbeelding aangegeven, omdat deze afwijkt van de standaardmaat.
Uit het archeologisch onderzoek dat voor deze ontwikkeling is uitgevoerd, blijkt dat de noordelijke helft van het perceel een hoge archeologische verwachtingswaarde heeft en de zuidelijke helft een lage archeologische verwachtingswaarde. Deze onderzoeksresultaten zijn vertaald naar de regels en op de verbeelding, door ter plaatse van de hoge archeologische verwachtingswaarde de regeling 'Waarde - Archeologie 2' toe te kennen.
In de regels is een voorwaardelijke verplichting toegevoegd, die het bouwen en gebruiken van de gronden voor het wonen slechts toestaat, wanneer het erfbeplantingsplan binnen zes maanden na realisatie van de bouw is uitgevoerd en in stand wordt gehouden.
Overzicht van de regels die in de nieuwe situatie op deze locatie van toepassing zijn
Hoofdstuk | Artikel |
Welke functies zijn hier toegestaan? |
4. Bosrijke ontginningen met buurtschappen 51. Wonen 55. Gebruik - voorwaardelijke bepaling 2 |
Waarvoor mag ik deze locatie niet gebruiken? | 61. Verboden gebruik |
Mag ik de functie van deze locatie veranderen? |
68. Functieverandering met melding in de bosrijke ontginningen met buurtschappen 69. Functieverandering met afwijking in de bosrijke ontginningen met buurtschappen |
Wat mag ik op deze locatie bouwen? |
76. Bebouwd gebied 77. Bouwen - woningen 96. Maximale inhoud [725m3] 99. Afwijken bouwregels |
Aanvullende informatie voor functieveranderingen en bouwregels | 102. Kampenlandschap met enken |
Welke regels gelden hier voor welstand? | 106. Welstandsregels |
Welke waarden zijn er op deze locatie en welke regels gelden daarvoor? |
114 Waarde Archeologie 4 (deels) 115. Nadere regels voor alle archeologische waarden (deels) |
Welke houtopstanden mag ik op deze locatie kappen? | 124. Het bewaren van houtopstanden |
Innovatieregeling | 128. Afwijking voor innovaties |
Verklarende en algemene regels | 129-137. Verklarende en algemene regels |
Wegwijzer ruimtelijke onderbouwing en onderzoeken
De ruimtelijke onderbouwing van de locatie Bezuidenhout ong. is opgenomen als bijlage 1. De volgende onderzoeken zijn hierin bijgesloten:
Huidige situatie
In de bestaande situatie bevinden zich in het plangebied een tweetal voormalige varkensstallen en een
verharde oprit. Voor het overige deel is het plangebied in gebruik als weiland. In het omgevingsplan geldt hier de functie 'Woonwerklandschap met buurtschappen' en gelden de bouwregels voor het open gebied (figuur 2.2a).
Beoogde situatie
De initiatiefnemer heeft het voornemen op het perceel Bovenstehuis ong. te Boekel een Ruimte voor Ruimte-woning van 700 m3 met bijgebouw met een oppervlakte van 300 m2 te realiseren (figuur 2.2b). Hiertoe wordt bij de gemeente Boekel een Ruimte voor Ruimte-titel aangekocht. De oppervlakte van het bestemmingsvlak Wonen bedraagt circa 1.480 m2. In verband met de inhoud van de woning, de oppervlakte van het bijgebouw en de grootte van het functievlak Wonen (groter dan de standaardmaat) dient in het kader van ‘Vitaal Buitengebied Boekel’ een extra tegenprestatie te worden geleverd.
Figuur 2.2a - Huidige planologische situatie (omgevingsplan). Het rode lijntje linksboven in het het plangebied is onderdeel van de ondergrond en heeft geen planologische status. |
Figuur 2.2b - Beoogde situatie |
Planologische wijziging
De functie 'Wonen' wordt toegekend aan het plangebied, met inbegrip van de bouwregels voor bebouwd gebied en de bouwregels voor woningen. De bouwregels voor open gebied komen daarmee te vervallen. De maximale inhoudsmaat van de woning en de maximale oppervlakte van de bijgebouwen zijn op de verbeelding aangegeven, omdat deze afwijken van de standaardmaten. De archeologische regels uit het omgevingsplan blijven gehandhaafd.
In de regels is een voorwaardelijke verplichting toegevoegd, die het bouwen en gebruiken van de gronden voor het wonen slechts toestaat, wanneer het erfbeplantingsplan binnen zes maanden na realisatie van de bouw is uitgevoerd en in stand wordt gehouden.
Overzicht van de regels die in de nieuwe situatie op deze locatie van toepassing zijn
Hoofdstuk | Artikel |
Welke functies zijn hier toegestaan? |
1. Woonwerklandschap met buurtschappen 48. Vogelbeheergebied 51. Wonen 55. Gebruik - voorwaardelijke bepaling 2 |
Waarvoor mag ik deze locatie niet gebruiken? | 58. Verboden gebruik |
Mag ik de functie van deze locatie veranderen? |
62. Functieverandering met melding in het woonwerklandschap met buurtschappen 63. Functieverandering met afwijking woonwerklandschap met buurtschappen |
Wat mag ik op deze locatie bouwen? |
76. Bebouwd gebied 77. Bouwen - woningen 93. Maximale oppervlakte bijgebouwen [300 m2] 96. Maximale inhoud [700 m3] 99. Afwijken bouwregels |
Aanvullende informatie voor functieveranderingen en bouwregels |
100. Buurtschappen 102. Kampenlandschap met enken |
Welke regels gelden hier voor welstand? | 106. Welstandsregels |
Welke waarden zijn er op deze locatie en welke regels gelden daarvoor? |
114 Waarde Archeologie 4 115. Nadere regels voor alle archeologische waarden |
Welke houtopstanden mag ik op deze locatie kappen? | 124. Het bewaren van houtopstanden |
Innovatieregeling | 128. Afwijking voor innovaties |
Verklarende en algemene regels | 129-137. Verklarende en algemene regels |
Wegwijzer ruimtelijke onderbouwing en onderzoeken
De ruimtelijke onderbouwing van de locatie Bovenstehuis ong. is opgenomen als bijlage 2. De volgende onderzoeken zijn hierin bijgesloten:
Huidige situatie
De locatie aan Burgt ongenummerd is op dit moment in gebruik als landbouwgrond. In het omgevingsplan geldt hier de functie 'Woonwerklandschap met buurtschappen' en gelden de bouwregels voor het open gebied (figuur 2.3a).
Beoogde situatie
Initiatiefnemer is voornemens op de locatie een woning te realiseren (figuur 2.3b). De bouwkavel krijgt een grootte van circa 1.000 m² en wordt gerealiseerd op basis van het Ruimte voor Ruimte -principe.
Figuur 2.3a - Huidige plano- logische situatie (omgevingsplan) |
Figuur 2.3b - Beoogde situatie |
Planologische wijziging
De functie 'Wonen' wordt toegekend aan het plangebied, met inbegrip van de bouwregels voor bebouwd gebied en de bouwregels voor woningen. De bouwregels voor open gebied komen te vervallen. De maximale inhoudsmaat van de woning is op de verbeelding aangegeven, omdat deze afwijkt van de standaardmaat. De archeologische regels uit het omgevingsplan blijven gehandhaafd.
In de regels is een voorwaardelijke verplichting toegevoegd, die het bouwen en gebruiken van de gronden voor het wonen slechts toestaat, wanneer het erfbeplantingsplan binnen zes maanden na realisatie van de bouw is uitgevoerd en in stand wordt gehouden.
Overzicht van de regels die in de nieuwe situatie op deze locatie van toepassing zijn
Hoofdstuk | Artikel |
Welke functies zijn hier toegestaan? |
1. Woonwerklandschap met buurtschappen 48. Vogelbeheergebied 51. Wonen 55. Gebruik - voorwaardelijke bepaling 2 |
Waarvoor mag ik deze locatie niet gebruiken? | 58. Verboden gebruik |
Mag ik de functie van deze locatie veranderen? |
62. Functieverandering met melding in het woonwerklandschap met buurtschappen 63. Functieverandering met afwijking woonwerklandschap met buurtschappen |
Wat mag ik op deze locatie bouwen? |
76. Bebouwd gebied 77. Bouwen - woningen 96. Maximale inhoud [800m3] 99. Afwijken bouwregels |
Aanvullende informatie voor functieveranderingen en bouwregels |
100. Buurtschappen 102. Kampenlandschap met enken |
Welke regels gelden hier voor welstand? | 106. Welstandsregels |
Welke waarden zijn er op deze locatie en welke regels gelden daarvoor? |
114 Waarde Archeologie 4 115. Nadere regels voor alle archeologische waarden 121. Cultuurhistorisch vlak - bolle akkercomplexen |
Welke houtopstanden mag ik op deze locatie kappen? | 124. Het bewaren van houtopstanden |
Innovatieregeling | 128. Afwijking voor innovaties |
Verklarende en algemene regels | 129-137. Verklarende en algemene regels |
Wegwijzer ruimtelijke onderbouwing en onderzoeken
De ruimtelijke onderbouwing van de locatie Burgt ong. is opgenomen als bijlage 3. De volgende onderzoeken zijn hierin bijgesloten:
Huidige situatie
Het plangebied betreft een gedeelte van het perceel dat tussen de locaties Leurke 2-3 en Leurke 2a is gelegen, een voormalig voetbalveld dat momenteel in agrarisch gebruik is (hierna: Leurke ong.). In de bestaande situatie is het plangebied in gebruik als weiland. Binnen het plangebied is geen bestaande bebouwing aanwezig. De oppervlakte van het plangebied bedraagt circa 1.000 m2. In het omgevingsplan geldt hier de functie 'Woonwerklandschap met buurtschappen' en gelden de bouwregels voor het open gebied (figuur 2.4a).
Beoogde situatie
De initiatiefnemer is voornemens op een perceel Leurke ong. te Boekel een Ruimte voor Ruimte-woning te realiseren met een inhoud van 1.000 m3 en een bijgebouw van 200 m2. Hiertoe wordt bij de gemeente Boekel een Ruimte voor Ruimte-titel aangekocht. In verband met de inhoud van de woning en de oppervlakte van het bijgebouw (groter dan de standaardmaat) dient in het kader van ‘Vitaal Buitengebied Boekel’ een extra tegenprestatie te worden geleverd.
Figuur 2.4a - Huidige planologische situatie (omgevingsplan) |
Figuur 2.4b - Beoogde situatie |
Planologische wijziging
De functie 'Wonen' wordt toegekend aan het plangebied, met inbegrip van de bouwregels voor bebouwd gebied en de bouwregels voor woningen. De bouwregels voor open gebied komen daarmee te vervallen. De maximale inhoudsmaat van de woning en de maximale oppervlakte van de bijgebouwen zijn op de verbeelding aangegeven, omdat deze afwijken van de standaardmaten. De archeologische regels uit het omgevingsplan blijven gehandhaafd.
In de regels is een voorwaardelijke verplichting toegevoegd, die het bouwen en gebruiken van de gronden voor het wonen slechts toestaat, wanneer het erfbeplantingsplan binnen zes maanden na realisatie van de bouw is uitgevoerd en in stand wordt gehouden.
Overzicht van de regels die in de nieuwe situatie op deze locatie van toepassing zijn
Hoofdstuk | Artikel |
Welke functies zijn hier toegestaan? |
1. Woonwerklandschap met buurtschappen 51. Wonen 55. Gebruik - voorwaardelijke bepaling 2 |
Waarvoor mag ik deze locatie niet gebruiken? | 58. Verboden gebruik |
Mag ik de functie van deze locatie veranderen? |
62. Functieverandering met melding in het woonwerklandschap met buurtschappen 63. Functieverandering met afwijking woonwerklandschap met buurtschappen |
Wat mag ik op deze locatie bouwen? |
76. Bebouwd gebied 77. Bouwen - woningen 93. Maximale oppervlakte bijgebouwen [300 m2] 96. Maximale inhoud [1000m3] 99. Afwijken bouwregels |
Aanvullende informatie voor functieveranderingen en bouwregels | 103. Overgang Beekdal- en ontginningenlandschap naar Kampenlandschap met enken |
Welke regels gelden hier voor welstand? | 106. Welstandsregels |
Welke waarden zijn er op deze locatie en welke regels gelden daarvoor? |
114 Waarde Archeologie 4 115. Nadere regels voor alle archeologische waarden 120. Cultuurhistorische vlak - ensembles |
Welke houtopstanden mag ik op deze locatie kappen? | 124. Het bewaren van houtopstanden |
Innovatieregeling | 128. Afwijking voor innovaties |
Verklarende en algemene regels | 129-137. Verklarende en algemene regels |
Wegwijzer ruimtelijke onderbouwing en onderzoeken
De ruimtelijke onderbouwing van de locatie Leurke ong. is opgenomen als bijlage 4. De volgende onderzoeken zijn hierin bijgesloten:
Huidige situatie
Aan deze locatie aan de Lage Raam te Boekel is een onbebouwd agrarisch perceel gelegen. In het omgevingsplan geldt hier de functie 'Woonwerklandschap met buurtschappen' en gelden de bouwregels voor het open gebied (figuur 2.5a).
Beoogde situatie
Het nieuwe bouwplan behelst twee nieuwe, vrijstaande Ruimte voor Ruimte-woningen met bijgebouwen die in het lint Neerbroek worden opgericht. De woonkavels zullen 1000m2 bedragen. De rest van het plangebied zal een agrarische bestemming krijgen (zie figuur 2.5b). De inhoudsmaat per woning bedraagt maximaal 800 m3 bedragen en de bijgebouwen per woning hebben een oppervlakte van ten hoogste 150 m2, waarmee er wordt afgeweken van de standaardmaten voor woningen en bijgebouwen in het omgevingsplan. Als gevolg hiervan dient in het kader van ‘Vitaal Buitengebied Boekel’ een extra tegenprestatie te worden geleverd.
Figuur 2.5a - Huidige planologische situatie (omgevingsplan) |
Figuur 2.5b - Beoogde situatie |
Planologische wijziging
De functie 'Wonen' wordt toegekend aan de woonkavels in het plangebied, met inbegrip van de bouwregels voor bebouwd gebied en de bouwregels voor woningen. De bouwregels voor open gebied komen daar vervallen, maar blijven gelden op de westelijke, agrarische deel van het plangebied. De regeling 'Bouwen binnen beschermingszones leidingen' die langs de noordrand van het plangebied ligt, blijft in de nieuwe situatie gehandhaafd. De maximale inhoudsmaat van de woning en de maximale oppervlakte van de bijgebouwen zijn op de verbeelding aangegeven, omdat deze afwijken van de standaardmaten.
Uit archeologisch onderzoek is gebleken dat er op deze planlocatie een lage archeologische verwachtingswaarde geldt. Bij een lage archeologische verwachtingswaarde hoort, conform het archeologiebeleid van de gemeente Boekel, geen onderzoeksplicht. De archeologische regeling wordt voor deze planlocatie dan ook geschrapt.
In de regels is een voorwaardelijke verplichting toegevoegd, die het bouwen en gebruiken van de gronden voor het wonen slechts toestaat, wanneer het erfbeplantingsplan binnen zes maanden na realisatie van de bouw is uitgevoerd en in stand wordt gehouden.
Overzicht van de regels die in de nieuwe situatie op deze locatie van toepassing zijn
Hoofdstuk | Artikel |
Welke functies zijn hier toegestaan? |
1. Woonwerklandschap met buurtschappen 51. Wonen (t.p.v. woonpercelen) 55. Gebruik - voorwaardelijke bepaling 2 (t.p.v. woonpercelen) |
Waarvoor mag ik deze locatie niet gebruiken? | 58. Verboden gebruik |
Mag ik de functie van deze locatie veranderen? |
62. Functieverandering met melding in het woonwerklandschap met buurtschappen 63. Functieverandering met afwijking woonwerklandschap met buurtschappen |
Wat mag ik op deze locatie bouwen? |
71. Bouwen binnen beschermingszones leidingen (deels) 72. Bebouwing in open gebied (t.p.v. agrarische gronden) 75. Afwijken van de bouwregels in open gebied (t.p.v. agrarische gronden) 76. Bebouwd gebied (t.p.v. woonpercelen) 77. Bouwen - woningen (t.p.v. woonpercelen) 93. Maximale oppervlakte bijgebouwen [150 m2] 96. Maximale inhoud [800 m3] 99. Afwijken bouwregels (t.p.v. woonpercelen) |
Aanvullende informatie voor functieveranderingen en bouwregels |
100. Buurtschappen 103. Overgang Beekdal- en ontginningenlandschap naar Kampenlandschap met enken |
Welke regels gelden hier voor welstand? | 106. Welstandsregels |
Welke waarden zijn er op deze locatie en welke regels gelden daarvoor? |
114 Waarde Archeologie 4 115. Nadere regels voor alle archeologische waarden |
Welke houtopstanden mag ik op deze locatie kappen? | 124. Het bewaren van houtopstanden |
Innovatieregeling | 128. Afwijking voor innovaties |
Verklarende en algemene regels | 129-137. Verklarende en algemene regels |
Wegwijzer ruimtelijke onderbouwing en onderzoeken
De ruimtelijke onderbouwing van de locatie Neerbroek ong. is opgenomen als bijlage 5. De volgende onderzoeken zijn hierin bijgesloten:
Huidige situatie
In de bestaande situatie is het plangebied in gebruik als weiland. Binnen het plangebied is geen bestaande bebouwing aanwezig. De oppervlakte van het plangebied bedraagt circa 1.000 m2. In het omgevingsplan geldt hier de functie 'Woonwerklandschap met buurtschappen' en gelden de bouwregels voor het open gebied (figuur 2.6a).
Beoogde situatie
De initiatiefnemer heeft het voornemen op het perceel Runstraat/Leurke ong. een Ruimte voor Ruimte-woning te realiseren (figuur 2.6b). Hiertoe wordt bij de gemeente Boekel een Ruimte voor Ruimte-titel aangekocht. De beoogde woning heeft een inhoud van 730 m3 en telt 150 m2 aan bijgebouwen. In verband met de inhoud van de woning en de oppervlakte van het bijgebouw (groter dan de standaardmaat) dient in het kader van ‘Vitaal Buitengebied Boekel’ een extra tegenprestatie te worden geleverd.
Figuur 2.6a - Huidige planologische situatie (omgevingsplan) |
Figuur 2.6b - Beoogde situatie |
Planologische wijziging
De functie 'Wonen' wordt toegekend aan het plangebied, met inbegrip van de bouwregels voor bebouwd gebied en de bouwregels voor woningen. De bouwregels voor open gebied komen daarmee te vervallen. De maximale inhoudsmaat van de woning en de maximale oppervlakte van de bijgebouwen zijn op de verbeelding aangegeven, omdat deze afwijken van de standaardmaten. De archeologische regels uit het omgevingsplan blijven gehandhaafd.
In de regels is een voorwaardelijke verplichting toegevoegd, die het bouwen en gebruiken van de gronden voor het wonen slechts toestaat, wanneer het erfbeplantingsplan binnen zes maanden na realisatie van de bouw is uitgevoerd en in stand wordt gehouden.
Overzicht van de regels die in de nieuwe situatie op deze locatie van toepassing zijn
Hoofdstuk | Artikel |
Welke functies zijn hier toegestaan? |
1. Woonwerklandschap met buurtschappen 51. Wonen 55. Gebruik - voorwaardelijke bepaling 2 |
Waarvoor mag ik deze locatie niet gebruiken? | 58. Verboden gebruik |
Mag ik de functie van deze locatie veranderen? |
62. Functieverandering met melding in het woonwerklandschap met buurtschappen 63. Functieverandering met afwijking woonwerklandschap met buurtschappen |
Wat mag ik op deze locatie bouwen? |
76. Bebouwd gebied 77. Bouwen - woningen 93. Maximale oppervlakte bijgebouwen [150 m2] 96. Maximale inhoud [730 m3] 99. Afwijken bouwregels |
Aanvullende informatie voor functieveranderingen en bouwregels |
100. Buurtschappen 102. Kampenlandschap met enken |
Welke regels gelden hier voor welstand? | 106. Welstandsregels |
Welke waarden zijn er op deze locatie en welke regels gelden daarvoor? |
114 Waarde Archeologie 4 (deels)
115. Nadere regels voor alle archeologische waarden (deels) 120. Cultuurhistorische vlak - ensembles |
Welke houtopstanden mag ik op deze locatie kappen? | 124. Het bewaren van houtopstanden |
Innovatieregeling | 128. Afwijking voor innovaties |
Verklarende en algemene regels | 129-137. Verklarende en algemene regels |
Wegwijzer ruimtelijke onderbouwing en onderzoeken
De ruimtelijke onderbouwing van de locatie Runstraat ong. is opgenomen als bijlage 6. De volgende onderzoeken zijn hierin bijgesloten:
Huidige situatie
Het plangebied, op de hoek van de straten De Morgens en Zandhoek, is gedeeltelijk bebouwd met de stallen van een voormalige veehouderij en een voormalige bedrijfswoning (De Morgens 20). Het overige deel van de initiatieflocatie is onbebouwd. In het omgevingsplan geldt in het hele plangebied de functie 'Woonwerklandschap met buurtschappen'. Aan de oostkant van het plangebied geldt daarnaast de functie Wonen met bijbehorende bouwregels. Op het overige, westelijke deel van het plangebied zijn de bouwregels voor het open gebied van toepassing (figuur 2.7a).
Beoogde situatie
De initiatiefnemers zijn voornemens om op het perceel gelegen aan de Zandhoek/De Morgens in Boekel een drietal Ruimte voor Ruimte-woningen op te richten, waardoor het totaal aantal burgerwoningen in het plangebied op vier komt (incl. de voormalige bedrijfswoning; zie figuur 2.7b). Onderstaand schetsplan geeft een indruk van de gewenste perceel indeling en situering van de woningen op de kavels. Van de nieuwe woningen zullen twee een inhoud hebben van 900 m³ en één een inhoud van 750 m³. Per woning zijn ten hoogste 100 m² aan bijgebouwen toegestaan. Daarnaast zal één extra bijgebouw worden gerealiseerd van 300 m², dat hoort bij de nieuwe woning in de noordoosthoek van het plangebied.
Figuur 2.7a - Huidige planologische situatie (omgevingsplan) |
Figuur 2.7b - Beoogde situatie. De maximale maatvoeringen zijn voor de nieuwe woningen
als volgt: 1. Woning 750 m3, bijgebouwen 100 m2. 2. Woning 900 m3, bijgebouwen 100 m2. 3. Woning 900 m3, bijgebouwen 400 m2. |
Planologische wijziging
De functie 'Wonen' wordt toegekend aan de nieuwe woonkavels in het plangebied, met inbegrip van de bouwregels voor bebouwd gebied en de bouwregels voor woningen. De bouwregels voor open gebied komen daar vervallen, maar blijven gelden op de overige, agrarische gronden in het plangebied. De gronden waaraan voorheen de functie Wonen was toegekend, maar die in de beoogde voor agrarische doeleinden zullen worden gebruikt, verliezen logischerwijs de woonfunctie en bijbehorende bouwregels. Hier worden de bouwregels voor het open gebied toegepast.
De maximale inhoudsmaat van de woning en de maximale oppervlakte van de bijgebouwen zijn op de verbeelding aangegeven, omdat deze afwijken van de standaardmaten. Verder blijven de archeologische regels uit het omgevingsplan gehandhaafd.
In de regels is een voorwaardelijke verplichting toegevoegd, die het bouwen en gebruiken van de gronden voor het wonen slechts toestaat, wanneer het erfbeplantingsplan binnen zes maanden na realisatie van de bouw is uitgevoerd en in stand wordt gehouden. Deze voorwaardelijke verplichting legt ook vast dat voor de aspecten bodem, archeologie en flora & fauna nog vervolgonderzoek moet worden uitgevoerd, zoals aanbevolen in de verkennende onderzoeken voor deze aspecten. Pas als uit deze onderzoeken blijkt dat de ontwikkeling toelaatbaar is, kunnen de vergunningen voor deze ontwikkeling worden verleend.
Overzicht van de regels die in de nieuwe situatie op deze locatie van toepassing zijn
Hoofdstuk | Artikel |
Welke functies zijn hier toegestaan? |
1. Woonwerklandschap met buurtschappen 48. Vogelbeheergebied 51. Wonen (t.p.v. woonpercelen) 55. Gebruik - voorwaardelijke bepaling 2 (t.p.v. woonpercelen) |
Waarvoor mag ik deze locatie niet gebruiken? | 58. Verboden gebruik |
Mag ik de functie van deze locatie veranderen? |
62. Functieverandering met melding in het woonwerklandschap met buurtschappen 63. Functieverandering met afwijking woonwerklandschap met buurtschappen |
Wat mag ik op deze locatie bouwen? |
72. Bebouwing in open gebied (t.p.v. agrarische gronden) 75. Afwijken van de bouwregels in open gebied (t.p.v. agrarische gronden) 76. Bebouwd gebied (t.p.v. woonpercelen) 77. Bouwen - woningen (t.p.v. woonpercelen) 93. Maximale oppervlakte bijgebouwen [400 m2] (t.p.v. woning noordoosthoek) 96. Maximale inhoud [2x 900 m3 en 1x 750 m3] 99. Afwijken bouwregels (t.p.v. woonpercelen) |
Aanvullende informatie voor functieveranderingen en bouwregels |
100. Buurtschappen 103. Overgang Beekdal- en ontginningenlandschap naar Kampenlandschap met enken |
Welke regels gelden hier voor welstand? | 106. Welstandsregels |
Welke waarden zijn er op deze locatie en welke regels gelden daarvoor? |
114 Waarde Archeologie 4 115. Nadere regels voor alle archeologische waarden |
Welke houtopstanden mag ik op deze locatie kappen? | 124. Het bewaren van houtopstanden |
Innovatieregeling | 128. Afwijking voor innovaties |
Verklarende en algemene regels | 129-137. Verklarende en algemene regels |
Wegwijzer ruimtelijke onderbouwing en onderzoeken
De ruimtelijke onderbouwing van de locatie Zandhoek-De Morgens ong. is opgenomen als bijlage 7. De volgende onderzoeken zijn hierin bijgesloten:
De ontwikkelingen die onderdeel uitmaken van dit veegplan, zijn getoetst aan de relevante wet- en regelgeving voor de verschillende milieuaspecten. In een aantal gevallen zijn er onderzoeken uitgevoerd om aan te tonen dat hieraan wordt voldaan, bijvoorbeeld verkennend bodemonderzoek of archeologisch onderzoek. De RO's, die als bijlagen bij de toelichting zijn gevoegd, bevatten onderbouwingen en zo nodig de onderzoeksrapportages voor de relevante milieuaspecten.
In een aantal gevallen heeft de milieutechnische toets planologische consequenties. Zo heeft archeologisch onderzoek op de locaties Neerbroek ong. en Bezuidenhout ong. geleidt tot een gewijzigde archeologische verwachtingswaarde. De planologische consequenties hiervan zijn toegelicht onder de kopjes 'planologische wijziging' van de paragrafen over de betreffende locaties. Verder geldt voor de locatie Zandhoek-De Morgens dat er voor de aspecten bodem, archeologie en flora & fauna nog vervolgonderzoek moet worden uitgevoerd. Pas als uit deze onderzoeken blijkt dat de ontwikkeling toelaatbaar is, kunnen de betreffende omgevingsvergunningen voor bouwen en sloop worden verleend. Dit vereiste is als voorwaardelijke verplichting opgenomen in de regels die gelden voor deze locatie.
Bij nieuwe ontwikkelingen moet onder de Wet ruimtelijke ordening (Wro) tegelijk met het bestemmingsplan een exploitatieplan worden vastgesteld, tenzij het kostenverhaal anderszins is verzekerd, bijvoorbeeld door middel van gemeentelijke gronduitgifte of een anterieure overeenkomst. De gemeente heeft hierbij de onderzoeksverplichting om de financieel-economische uitvoerbaarheid van het plan te toetsen.
De gemeente Boekel heeft een anterieure overeenkomst gesloten met de initiatiefnemers
waarin het kostenverhaal is geregeld. Om die reden wordt afgezien van een exploitatieplan.
Geconcludeerd wordt dat er voldoende middelen zijn om de ontwikkeling tot uitvoering
te brengen. Het plan is daarmee financieel uitvoerbaar.
Het bestemmingsplan 'Omgevingsplan: Veegplan Ruimte voor Ruimte' is in het kader van het overleg ex artikel 3.1.1 van het Besluit op de ruimtelijke ordening aan diverse instanties toegezonden. Verder is in de Wet ruimtelijke ordening (Wro) in artikel 3.8 bepaald dat op de voorbereiding van een bestemmingsplan afdeling 3.4 van Algemene wet bestuursrecht (Awb) van toepassing is. In de Awb is bepaald dat het bestuursorgaan het ontwerp van het te nemen besluit met de daarop betrekking hebbende stukken, die redelijkerwijs nodig zijn voor een beoordeling van het ontwerp, voor een termijn van 6 weken ter inzage legt. Een ieder wordt hiermee in de gelegenheid gesteld, schriftelijk en/of mondeling zijn zienswijzen over het ontwerpbestemmingsplan naar voren te brengen.
Het ontwerpbestemmingsplan 'Omgevingsplan: Veegplan Ruimte voor Ruimte' heeft ter inzage gelegen gedurende 6 weken, van 2 mei 2018 tot en met 12 juni 2018. In de Nota van Zienswijzen (bijlage 8) zijn de resultaten van de ter inzagelegging opgenomen. Ook wordt in de Nota toegelicht tot welke beperkte aanpassingen dit heeft geleidt in de toelichting en op de verbeelding.
De regels van het bestemmingsplan 'Omgevingsplan: Veegplan Ruimte voor Ruimte' zijn opgesteld in de systematiek van het Omgevingsplan Buitengebied 2016. De wijze waarop de diverse planologische wijzigingen op de zeven locaties zijn vertaald in de regels en verbeelding, is in hoofdstuk 2 per locatie toegelicht onder het kopje 'planologische wijziging'. Hierna volgt een korte toelichting op de algemene systematiek van het Omgevingsplan, ontleend aan hoofdstuk 5 van het Omgevingsplan Buitengebied 2016.
Om te voldoen aan de gemeentelijke wensen met betrekking tot raadpleegbaarheid wordt het omgevingsplan ontsloten via de website boekel.crotec-omgevingsplan. De opzet van het plan is ook afgestemd op de mogelijkheid om het plan op deze alternatieve wijze te raadplegen.
Uitgangspunt daarbij is:
In de kern is het omgevingsplan opgezet aan de hand de volgende belangrijke pijlers.
Het Omgevingsplan Buitengebied 2016 opgezet aan de hand van de volgende modules/vraaggestuurde indeling:
De volgende vastgestelde beleidsnota's, beleidsregels en gemeentelijke verordeningen zijn in het omgevingsplan opgenomen of er wordt naar verwezen (naar een bijlage in de regels):
De opzet van de regels kan schematisch als volgt worden weergegeven:
Voor de vier deelgebieden is een omschrijving opgenomen van de kwaliteiten van de gebieden (inclusief een verwijzing naar de waarden die in het gebied voorkomen en als zodanig in het plan zijn aangewezen) en de functionele invulling die in de deelgebieden toelaatbaar wordt geacht. De bestaande natuurgebieden zijn niet opgenomen in de deelgebieden omdat de rechtstreeks toelaatbare en de met een procedure toelaatbare functieveranderingen niet zijn toegestaan in de bestaande natuurgebieden.
Welke functies zijn hier toegestaan?
Rechtstreeks toelaatbaar
De omschrijving van het toelaatbare gebruik in de verschillende deelgebieden is ruim. In alle deelgebieden zijn de huidige functies toegestaan zoals aangegeven met de verschillende functievlakken en in paragraaf beschreven. Tevens zijn de functies toegestaan die passen binnen de gebiedsbeschrijving en waarvoor in het plan flexibiliteitsbepalingen zijn opgenomen. Daarnaast is in alle deelgebieden agrarisch grondgebruik toegestaan. Onder agrarisch grondgebruik wordt de teelt van gewassen en het houden van dieren verstaan, al dan niet bedrijfsmatig geëxploiteerd. Het is ook toegestaan om nieuwe sloten te graven (tenzij er uit hoofde van andere functies of waarden beperkingen aan het graven van sloten worden gesteld) of natuurelementen aan te leggen.
Ook de bestaande legale nevenactiviteiten zijn toegestaan (de nevenactiviteiten waarvoor toestemming is verleend door de gemeente).
Mag ik de functie van de locatie wijzigen?
Met melding toelaatbaar
Met melding zijn relatief eenvoudige functieveranderingen toegestaan zoals kleinschalige dagrecreatieve nevenactiviteiten. Een melding kan bestaan uit een eenvoudige mededeling of gecombineerd worden met een besluit tot instemming met de melding door het bevoegd gezag. In Boekel is gekozen voor een eenvoudige procedure voor indiening van de melding waarbij geen formeel besluit vooraf wordt genomen over de voorgenomen functiewijziging. Dit betekent dat achteraf wel sprake kan zijn van toetsing of aan de voorwaarden wordt voldaan (handhaving). Het zorgvuldig beoordelen en achteraf toetsen van meldingen maakt het noodzakelijk dat meldingen worden ingediend met een solide motivering en onderbouwing van de wijze waarop aan de beoordelingsregels wordt voldaan.
Met afwijking toelaatbaar
Het omgevingsplan bevat de voorwaarden waaronder het bevoegd gezag medewerking wil verlenen aan afwijkingen van het plan zoals de vestiging van een andersoortig bedrijf op percelen waar al een bedrijf is gevestigd. Belangrijke voorwaarden is dat een ontwikkeling past binnen de gebiedsbeschrijving (inclusief de aangeduide waarden waarnaar wordt verwezen) van het betreffende deelgebied. In de voorwaarden is een directe link gelegd naar de (waardering van) de ruimtelijke kwaliteitsverbetering die in de deelgebieden wordt nagestreefd. Ook hier geldt dat een snelle en zorgvuldige procedure voor afwijkingen vraagt om een goede motivering en onderbouwing van de wijze waarop de initiatiefnemer meent dat aan de beoordelingsregels wordt voldaan.
Delegatie
De rechtstreekse mogelijkheden, meldingen en afwijkingen zijn in de verschillende deelgebieden nog min of meer gelijk. Naast deze mogelijkheden neemt de gemeenteraad een separaat delegatiebesluit met de bevoegdheid aan voor het college om het plan onder voorwaarden te wijzigen voor nieuwe ontwikkelingen. De functiewijzigingen die met delegatie tot stand kunnen worden gebracht zijn afgestemd om de strategieën voor de verschillende deelgebieden.
Een bijzondere vorm van delegatie is de bevoegdheid om op een reguliere basis verleende afwijkingen in het omgevingsplan te verwerken. Daarmee kan de relatief snel verleende wijziging een goede basis krijgen in het omgevingsplan.
Toelaatbare functies
In het hoofdstuk 'Welke functies zijn hier toegestaan?' zijn, naast de vier deelgebieden, de specifiek toelaatbare bestaande functies opgenomen. Voor functieveranderingen zijn de bepalingen bij de verschillende deelgebieden van toepassing. Het betreft hier voornamelijk bestaande functies.
Wonen
De functie Wonen is toegekend aan alle burgerwoningen en aan de woningen in het voormalige woonbos. Er is geen aanleiding om nog langer functioneel onderscheid te maken tussen deze woningen (er wordt wel onderscheid gemaakt in bouwmogelijkheden).
Toelaatbare bebouwing
Het buitengebied is uit praktische overwegingen verdeeld in een bebouwd (met gebouwen) en een open gebied (in principe geen gebouwen). Voor alle bouwmogelijkheden geldt dat uitsluitend voor de toegestane functie kan worden gebouwd.
Welke regels gelden hier voor welstand?
Voor alle bebouwing in het buitengebied geldt dat er geen eisen aan welstand worden gesteld. Dit is in het plan ook opgenomen zodat hierover geen misverstand kan bestaan.
Bebouwing in open gebied
Tot de bebouwing in open gebied worden gerekend de natuurgebieden en groenelementen, wegen en agrarisch onbebouwd gebied. In het bebouwing in open gebied gelden algemene bouwregels voor onder andere erfafscheidingen, paardenbakken, teeltondersteunende voorzieningen en overige bouwwerken van algemeen nut (zoals straatverlichting, wegbewijzering, abri's, kunstwerken maar geen reclame-uitingen).
Met toepassing van een afwijking kunnen er kleinschalige gebouwen worden opgericht (schuilgelegenheden voor vee, gebouwen voor beheer en onderhoud).
Bebouwd gebied
De contramal van bebouwing in open gebied is aangemerkt als bebouwd gebied. In het bebouwd gebied zijn bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en gebouwen in principe toegestaan mits aan een aantal voorwaarden en maatvoeringseisen wordt voldaan. In het bebouwd gebied zijn onder andere regels opgenomen voor het bouwen voor woningen, bijgebouwen bij woningen, recreatiewoningen, kassen, ondersteunende kassen, bedrijfs- of dienstwoningen, bedrijfsbebouwing en bouwen voor nevenactiviteiten.
In bestaande situaties kan sprake zijn van legale (vergunde) bouwwerken die afwijken van de maximaal of minimaal voorgeschreven maten. Om te voorkomen dat deze bouwwerken onbedoeld onder het overgangsrecht gaan vallen is voor deze situaties bepaald dat de bestaande maten de maximaal of minimaal toelaatbare maten zijn. In de regels voor Overgangsrecht bouwen en bestaande maten is aangegeven dat bij dergelijke bestaande maten het overgangsrecht niet van toepassing is.
Een bijzondere regeling is opgenomen voor woningen en bijgebouwen. Uitgangspunt is dat een woning een maximale inhoud van 600 m3 mag hebben en bijgebouwen een maximale oppervlakte van 100 m2. Voor zover sprake is van een bijzondere situatie (grotere woning of grotere bijgebouwen zijn toegestaan maar nog niet gerealiseerd, bijvoorbeeld in het kader van een doorlopen ruimte- voor ruimte procedure of bij een bestemmingswijziging) is op de verbeelding de afwijkende oppervlakte en/of inhoudsmaat opgenomen. Voor alle andere woningen en bijgebouwen die legaal zijn gerealiseerd en afwijken van de voorgeschreven 600 m3/100 m2 maat geldt dat hiervoor, voor wat betreft de oppervlakte en inhoud, een bijzondere bestaande maten regeling geldt: het bestaande is alleen toegestaan op de huidige locatie. Indien betrokkenen nieuw willen bouwen op een andere locatie binnen het bouwvlak, is de toepassing van een afwijkingsbevoegdheid noodzakelijk en is ook Vitaal Buitengebied van toepassing. Op deze wijze wordt de legaal aanwezige bebouwing gerespecteerd maar wordt toch een regeling opgenomen die er voor kan zorgen dat bij ontwikkelingen sprake moet zijn van bijvoorbeeld sloop en landschappelijke inpassing.
In het bebouwd gebied gelden ook mogelijkheden voor afwijkingen voor vergroting van (bedrijfs)woningen, bijgebouwen, hoogte van bedrijfsbebouwing en andere geringe afwijkingen. Belangrijkste afwegingscriteria voor het toepassen van de bevoegdheid is de mate waarin aan de kwaliteitsbeschrijving vanuit de Kwaliteitsgids wordt voldaan.
Archeologische, geomorfologische en cultuurhistorische waarden
In hoofdstuk 9 van de regels is de bescherming opgenomen van archeologische waarden, gemeentelijke monumenten en karakteristieke panden, onverharde wegen, het cultuurhistorisch waardevolle ensembles en aardkundig en geomorfologisch waardevolle gebieden. De huidige Erfgoedverordening Boekel 2010 en de beleidsregel Nota Archeologie bevatten regels die van toepassing zijn op gemeentelijk monumenten en archeologisch waardevolle gebieden. Door deze verordening en nota te vertalen in het omgevingsplan worden alle regels die tot doel hebben de waarden te beschermen samengebracht.
Voor het uitvoeren van een aantal werken of werkzaamheden die een negatieve invloed kunnen hebben op de te beschermen waarden in de genoemde gebieden is een omgevingsvergunning noodzakelijk. Bij de verlening van de omgevingsvergunning wordt beoordeeld of de waarden niet onevenredig worden geschaad.
Het woonwerklandschap wordt gekenmerkt door een waardevol agrarisch cultuurlandschap dat bestaat uit afwisseling tussen open, oude akkers en de geslotenheid van linten en buurtschappen met hun karakteristieke bebouwing en beplanting. De buurtschappen zijn indicatief aangeduid met 'specifieke vorm van gemengd - buurtschappen'.
In het woonwerklandschap met buurtschappen zijn voorts nog de volgende waarden te onderscheiden:
Nieuwe ontwikkelingen in het woonwerklandschap dienen bij te dragen aan het behouden en/of versterken van de landschapskarakteristieken: kleinschaligheid, een grillige verkaveling, aaneengesloten beplantingselementen en open enken (open, hoger gelegen akkers). Daarnaast is het behoud/bescherming van zichtlijnen en oude (historische) structuren, zoals zandpaden en steilranden en kansen benutten voor akkerrandbeheer (kruidenrijke rand) van belang.
Een goede landschappelijke inpassing van het erf betekent een ondergeschikte positie binnen het landschappelijke raamwerk. De bebouwing mag gezien worden, maar is ondergeschikt aan aaneengesloten landschapsstructuren.
Het erf dient dan ook rijk beplant te zijn en verbonden met het landschap door houtwallen-/singels, bomenrijen, bomengroepen en/of boomgaard. Rondom de open enken (hoge akkers) dienen de erven een besloten uitstraling te hebben en aan te sluiten bij het karakter van een groene rand.
De karakteristieken van het woonwerklandschap bieden een aangename omgeving voor diverse functies. Het woonwerklandschap is daarom aangemerkt als dynamische zone. Hier is ruimte voor functies met een meer stedelijk karakter en het daarbij behorende intensiever gebruik en activiteitenpatroon.
De kwaliteit van het woonwerklandschap kan verbeterd worden door onder andere het stimuleren van initiatieven voor ontplooiing van wonen en kleinschalige bedrijvigheid alsmede initiatieven op het gebied van toerisme en recreatie. De activiteiten zijn naar aard en schaal passend in de omgeving.
De buurtschappen binnen het woonwerklandschap zijn aangeduid en worden als 'de parels van Boekel' beschouwd. De buurtschappen zijn in de loop der jaren gegroeid en zijn belangrijke structuurdragers op gemeenteniveau. De buurtschappen worden gekenmerkt door de variatie in functie en bebouwingsmassa en het landelijk en dorps karakter. Dit karakteristieke beeld dient behouden te blijven. De buurtschappen mogen niet aan elkaar groeien en dienen hun solitaire karakter te behouden. Eventuele ontwikkelingen binnen de buurtschappen moeten plaatsvinden binnen de eigenheid en karakteristiek van de structuur, dat wil zeggen kleinschalig en landelijk. Gestreefd wordt naar een vergroting van de samenhang binnen het buurtschap.
Van elk van de buurtschappen is een ruimtelijke analyse gemaakt van de opbouw van het buurtschap en de kwaliteiten of diskwaliteiten. In Bijlage 7 Vitaal Buitengebied Boekel, kwaliteitsgids wordt daarnaast voor elk van de buurtschappen ook een visie gepresenteerd waarin de gewenste ontwikkelingsruimte, ontwikkelingsrichting alsmede de gewenste kwaliteiten en waarden zijn beschreven. Nieuwe ontwikkelingen moeten hierbij passen danwel gelijkwaardig zijn.
Bij ontwikkelingen moet er sprake zijn van ruimtelijke kwaliteitswinst.
In het woonwerklandschap zijn toegestaan:
Het beekdal en het aansluitende open agrarisch (weide)landschap wordt gekenmerkt door openheid met slechts enkele houtsingels en relatief weinig bebouwing. De hoofdwatergangen Aa en de Leijgraaf vormen, samen met de oost-west georiënteerde waterlopen een robuust (oppervlakte - en grond)watersysteem. De ontginningslinten zijn overwegend noord-zuid georiënteerd, in combinatie met een oost-west oriëntatie van de waterlopen. Bomenlanen en houtsingels zijn overwegend haaks op de waterlopen aangelegd.
In het beekdal met aansluitend open agrarisch landschap zijn voorts nog de volgende waarden te onderscheiden:
Nieuwe ontwikkelingen dienen bij te dragen aan het behouden en/of versterken van de landschapskarakteristieken: relatieve openheid, een rationele (stroken)verkaveling, rechtlijnige landschapselementen en het natte karakter. Behoud/versterking van openheid rondom waterlopen, zichtbaarheid van waterloop vergroten door begeleiding met wilgen en kansen benutten voor (natte) natuurontwikkeling (bijv. rietkragen) zijn voor het beekdallandschap van belang. Nieuwe ontwikkelingen dienen recht te doen aan de openheid in het beekdal.
Een functionele inrichting van het erf past bij de eigenschappen van het landschap. Een rijk beplant voorerf (woonzone) aan het lint en het bedrijfskavel daarachter. De woonzone kent een groene inrichting met een moestuin of boomgaard, hagen en of solitaire (monumentale) bomen. Het bedrijfskavel is landschappelijk ingepast. De bebouwing mag gezien worden, maar dient niet beeldbepalend te zijn. Een bomenrij of houtsingel haaks op het ontginningslint (veelal de lange zijde van het erf), kan al voldoende zijn.
De karakteristieken van het beekdal met aangrenzende open landschap bieden potentie voor een mix van functies. Vooral voor (natte) natuurontwikkeling en daaraan gerelateerde functies (zoals recreatieve en biologische functies) biedt dit landschap uitstekende mogelijkheden.
Het beekdal met aansluitend open agrarisch landschap is aangemerkt als zone in de luwte. In eerste instantie is hier ruimte voor grondgebonden landbouw, wonen en nevenfuncties bij landbouw en wonen: (agro)toerisme en kleinschalige verblijfsrecreatie.
De kwaliteit van het beekdal en aangrenzend open agrarisch landschap kan verbeterd worden door onder andere het stimuleren van initiatieven voor plattelandsverbreding alsmede initiatieven op het gebied van toerisme en recreatie.
Bij ontwikkelingen moet er sprake zijn van ruimtelijke kwaliteitswinst.
In het beekdal met aansluitend open agrarisch landschap zijn toegestaan:
Het agrarisch landschap wordt gekenmerkt door - direct ten oosten van Boekel - min of meer half gesloten landschap, getypeerd door lange en korte zichtlijnen, laanbeplanting, houtwallen en singelbeplantingen waarbij in oostelijke richting het: wegen- en verkavelingspatroon steeds rationeler wordt en het landschap relatief grootschaliger. Er is sprake van een rationele verkaveling van blokvormige en rechthoekige kavels en erven aan ontginningslinten. De erven en woonzone van bedrijven zijn doorgaans aan de ontginningslinten gelegen; de bedrijfsbebouwing ligt veelal achter de woonzone. De landschappelijke beplanting bestaat voornamelijk uit bomenlanen die de weidsheid onderbreken en rijk beplante erven.
In het agrarisch landschap zijn voorts nog de volgende waarden te onderscheiden:
Nieuwe ontwikkelingen bij jonge ontginningen dienen bij te dragen aan het behouden en/of versterken van de landschapskarakteristieken: openheid, rationele verkaveling en bomenlanen. Het behoud van oude restanten van woeste gronden en bosjes is belangrijk.
Een functionele inrichting van het erf past bij de eigenschappen van het landschap: een rijk beplant voorerf (woonzone) aan het lint en het bedrijfskavel daarachter. De bedrijfsgebouwen blijven daardoor op afstand van het lint. De bebouwing mag gezien worden, maar dient niet beeldbepalend te zijn. Een bomenrij of houtsingel haaks op het ontginningslint (veelal de lange zijde van het erf), kan al voldoende zijn. De woonzone kent een groene inrichting met een moestuin of boomgaard, hagen en of solitaire (monumentale) bomen.
Het agrarisch landschap is aangemerkt als zone in de luwte. In eerste instantie is hier ruimte voor grondgebonden landbouw, wonen en nevenfuncties bij landbouw en wonen: (agro)toerisme en kleinschalige verblijfsrecreatie.
De kwaliteit van het agrarisch landschap kan verbeterd worden door onder andere het stimuleren van initiatieven voor plattelandsverbreding alsmede initiatieven op het gebied van toerisme en recreatie, in combinatie met de ontwikkeling van natuur.
In het agrarisch landschap zijn toegestaan:
De bosrijke ontginningen worden gekenmerkt door variatie in open en besloten ruimten, natuurwaarden en bosgebieden. In landschapspark Voskuilenheuvel is het typisch open karakter van de oude Peel zichtbaar (kenmerkende vegetatie en schaapskooi). Er is sprake van een rationele verkaveling van blokvormige en rechthoekige kavels en erven aan ontginningslinten. De erven en woonzone van bedrijven zijn doorgaans aan de ontginningslinten gelegen; de bedrijfsbebouwing ligt veelal achter de woonzone. De landschappelijke beplanting bestaat voornamelijk uit bomenlanen, bospercelen en rijk beplante erven.
In de bosrijke ontginningen met buurtschappen zijn voorts nog de volgende waarden te onderscheiden:
Nieuwe ontwikkelingen dienen bij te dragen aan het behouden en/of versterken van de landschapskarakteristieken: openheid, rationele verkaveling, bomenlanen en variatie van open en besloten ruimten.
Een functionele inrichting van het erf past bij de eigenschappen van het landschap: een rijk beplant voorerf (woonzone) aan het lint en het bedrijfskavel daarachter. De bedrijfsgebouwen blijven daardoor op afstand van het lint. De bebouwing mag gezien worden, maar dient niet beeldbepalend te zijn. Een bomenrij of houtsingel haaks op het ontginningslint (veelal de lange zijde van het erf), kan al voldoende zijn. De woonzone kent een groene inrichting met een moestuin of boomgaard, hagen en of solitaire (monumentale) bomen.
De groene uitstraling van de bosrijke ontginningen vraagt om een andere soort erfbeplanting: (versterking van de) rijke erfbeplanting met bomengroepen en houtwallen/-singels.
De bosrijke ontginningen zijn aangemerkt als rust zone. In eerste instantie is hier ruimte voor grondgebonden landbouw, wonen en recreatieve ontwikkelingen in combinatie met uitbreiding van bosgebieden.
De kwaliteit van de bosrijke ontginningen kan verbeterd worden door onder andere bosontwikkeling.
De buurtschappen binnen de bosrijke ontginningen zijn aangeduid met 'specifieke vorm van gemengd - buurtschappen' en worden als 'de parels van Boekel' beschouwd. De buurtschappen zijn in de loop der jaren gegroeid en zijn belangrijke structuurdragers op gemeenteniveau. De buurtschappen worden gekenmerkt door de variatie in functie en bebouwingsmassa en het landelijk en dorps karakter. Dit karakteristieke beeld dient behouden te blijven. De buurtschappen mogen niet aan elkaar groeien en dienen hun solitaire karakter te behouden. Eventuele ontwikkelingen binnen de buurtschappen moeten plaatsvinden binnen de eigenheid en karakteristiek van de structuur, dat wil zeggen kleinschalig en landelijk. Gestreefd wordt naar een vergroting van de samenhang binnen het buurtschap.
Van elk van de buurtschappen is een ruimtelijke analyse gemaakt van de opbouw van het buurtschap en de kwaliteiten of diskwaliteiten. In Bijlage 7 Vitaal Buitengebied Boekel, kwaliteitsgids wordt daarnaast voor elk van de buurtschappen ook een visie gepresenteerd waarin de gewenste ontwikkelingsruimte, ontwikkelingsrichting alsmede de gewenste kwaliteiten en waarden zijn beschreven.
Bij ontwikkelingen moet er sprake zijn van ruimtelijke kwaliteitswinst.
In de bosrijke ontginningen met buurtschappen zijn toegestaan:
Toegestaan is het gebruik van de gronden voor:
Omgevingsvergunning om van het plan af te wijken wordt door het bevoegd gezag verleend voor de huisvesting van tijdelijke seizoensarbeiders in bedrijfsgebouwen en/of in de bedrijfswoning.
Hierbij gelden de volgende beoordelingsregels:
huisvesting in de bedrijfswoning:
huisvesting in een bedrijfsgebouw (logiesgebouw):
en voorts gelden de voorwaarden zoals opgenomen in hoofdstuk 5 van bijlage 4 Huisvesting tijdelijke arbeidsmigranten.
Toegestaan is het gebruik van de gronden voor:
Voor het in lid 6.1 toegelaten gebruik geldt het volgende:
Omgevingsvergunning om van het plan af te wijken wordt door het bevoegd gezag verleend voor de huisvesting van tijdelijke seizoensarbeiders in bedrijfsgebouwen en/of in de bedrijfswoning.
Hierbij gelden de volgende beoordelingsregels:
huisvesting in de bedrijfswoning:
huisvesting in een bedrijfsgebouw (logiesgebouw):
en voorts gelden de voorwaarden zoals opgenomen in hoofdstuk 5 van bijlage 4 Huisvesting tijdelijke arbeidsmigranten.
Toegestaan is het gebruik van de gronden voor:
Omgevingsvergunning om van het plan af te wijken wordt door het bevoegd gezag verleend voor de huisvesting van tijdelijke seizoensarbeiders in bedrijfsgebouwen en/of in de bedrijfswoning.
Hierbij gelden de volgende beoordelingsregels:
huisvesting in de bedrijfswoning:
huisvesting in een bedrijfsgebouw (logiesgebouw):
en voorts gelden de voorwaarden zoals opgenomen in hoofdstuk 5 van bijlage 4 Huisvesting tijdelijke arbeidsmigranten.
Toegestaan is het gebruik van de gronden voor:
Omgevingsvergunning om van het plan af te wijken wordt door het bevoegd gezag verleend voor de huisvesting van tijdelijke seizoensarbeiders in bedrijfsgebouwen en/of in de bedrijfswoning.
Hierbij gelden de volgende beoordelingsregels:
huisvesting in de bedrijfswoning:
huisvesting in een bedrijfsgebouw (logiesgebouw):
en voorts gelden de voorwaarden zoals opgenomen in hoofdstuk 5 van bijlage 4 Huisvesting tijdelijke arbeidsmigranten.
Toegestaan is het gebruik van de gronden voor:
Voor het in lid 9.1 toegelaten gebruik geldt het volgende:
Omgevingsvergunning om van het plan af te wijken wordt door het bevoegd gezag verleend voor de huisvesting van tijdelijke seizoensarbeiders in bedrijfsgebouwen en/of in de bedrijfswoning.
Hierbij gelden de volgende beoordelingsregels:
huisvesting in de bedrijfswoning:
huisvesting in een bedrijfsgebouw (logiesgebouw):
en voorts gelden de voorwaarden zoals opgenomen in hoofdstuk 5 van bijlage 4 Huisvesting tijdelijke arbeidsmigranten.
Toegestaan is het gebruik van de gronden voor:
Voor het in lid 10.1 toegelaten gebruik geldt het volgende:
Toegestaan is het gebruik van de gronden voor:
Voor het in lid 11.1 toegelaten gebruik geldt het volgende:
Toegestaan is het gebruik van de gronden voor:
Voor het in lid 12.1 toegelaten gebruik geldt het volgende:
Toegestaan is het gebruik van de gronden voor:
Voor het in lid 14.1 toelaatbare gebruik geldt het volgende:
Toegestaan is het gebruik van de gronden voor:
Toegestaan is het gebruik van de gronden voor:
Toegestaan is het gebruik van de gronden voor:
Toegestaan is het gebruik van de gronden voor:
Voor het in lid 21.1 toegelaten gebruik geldt het volgende:
en voorts is het verboden de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod onder b is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
De omgevingsvergunning om van het gestelde verbod in lid 21.2 onder b af te wijken (omgevingsvergunning voor afwijkingsactiviteit) wordt verleend, indien het uitvoeren van de activiteit geen onevenredige nadelige invloed heeft op de afschermende werking van het groen.
Toegestaan is het gebruik van de gronden voor:
Op deze locatie is tevens toegestaan:
Voor het in lid 26.1 toelaatbare gebruik geldt het volgende:
Op deze locatie is tevens kleinschalige bedrijvigheid en opslag uit de categorie 1 of 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten als ondergeschikte nevenactiviteiten toegestaan.
Voor het in lid 27.1 toelaatbare gebruik geldt het volgende:
Toegestaan is het gebruik van de gronden voor:
Het is verboden de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Dit verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
Toegestaan is het gebruik van de gronden voor:
Het is verboden de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Dit verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
Toegestaan is het gebruik van de gronden voor;
Het is verboden de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Dit verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
Toegestaan is het gebruik van de gronden voor:
Op deze locatie is tevens het gebruik van gronden als motorcrossterrein toegestaan.
Voor het in lid 32.1 toegelaten gebruik geldt het volgende:
Toegestaan is het gebruik van de gronden voor:
Toegestaan is het gebruik van de gronden voor:
Voor het in lid 34.1 toegelaten gebruik geldt het volgende:
en voorts is het verboden volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod onder b tot en met e is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
De omgevingsvergunning om van het gestelde verbod in lid 34.2 onder b tot en met e af te wijken (omgevingsvergunning voor afwijkingsactiviteit) wordt verleend, indien het uitvoeren van de activiteit geen onevenredige nadelige invloed heeft op de natuurwaarden.
Op deze locatie is tevens toegestaan:
Voor het in lid 37.1 toegelaten gebruik geldt het volgende:
Toegestaan is het gebruik van de gronden voor:
Voor het in lid 39.1 toegelaten gebruik geldt het volgende:
Toegestaan is het gebruik van de gronden voor:
Voor het in lid 41.1 toegelaten gebruik geldt het volgende:
Toegestaan is het gebruik van de gronden voor:
Op deze locatie is tevens het gebruik voor parkeren, uitsluitend ten behoeve van de functie 'evenemententerrein' zoals opgenomen in het artikel 44 Tuincentrum - evenemententerrein, op momenten van hoge parkeerdruk tijdens de op grond van artikel 44.1 onder b toegestane evenementen.
Toegestaan is het gebruik van de gronden voor:
Voor het in lid 46.1 toelaatbare gebruik geldt het volgende:
Omgevingsvergunning om van het plan af te wijken wordt door het bevoegd gezag verleend voor een aanpassing van het toelaatbare of de omvang van het verblijfsrecreatieve gebruik zoals opgenomen in bovenstaande tabel.
Hierbij gelden de volgende beoordelingsregels:
Toegestaan is het gebruik van de gronden voor:
Voor het in lid 50.1 toegelaten gebruik geldt het volgende:
Toegestaan is het gebruik van de gronden voor:
Het is verboden de woning zonder voorafgaande melding aan burgemeester en wethouders te laten gebruiken voor de huisvesting van tijdelijke seizoensarbeiders.
Hierbij gelden de volgende beoordelingsregels:
Voor het doen van een melding geldt de volgende procedureregel:
Op deze locatie is het gebruik voor wonen uitgesloten aangezien hier de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten' is opgenomen op de verbeelding.
Ter plaatse van Berkhoek 15 mogen de gronden alleen gebruikt worden ten behoeve van de functie Bedrijf uit een hogere milieucategorie indien:
Ter plaatse van Noordstraat 6 mogen de gronden alleen gebruikt worden ten behoeve van de functie Bedrijf uit een hogere milieucategorie indien:
Ter plaatse van Schepersdijk 4 mogen de gronden alleen gebruikt worden ten behoeve van de functie Bedrijf uit een hogere milieucategorie indien:
Ter plaatse van Millseweg 7a mogen de gronden alleen gebruikt worden ten behoeve van de functie Bedrijf indien:
Ter plaatse van Schutboom 9 mogen de gronden alleen gebruikt worden ten behoeve van de functie Bedrijf indien:
Ter plaatse van Telefoonstraat 39b mogen de gronden alleen gebruikt worden ten behoeve van de functie Bedrijf indien:
Ter plaatse van Volkelseweg 30 mogen de gronden alleen gebruikt worden ten behoeve van de functie Bedrijf indien:
Ter plaatse van Volkelseweg 21 mogen de gronden alleen gebruikt worden ten behoeve van de functie Bedrijf indien:
Ter plaatse van Bovenstehuis 4/Waterdelweg 2f:
Ter plaatse van Molenwijk 2 mogen de gronden alleen gebruikt en bebouwd worden ten behoeve van de functie Bedrijf, indien binnen 6 maanden na onherroepelijk worden van het plan de erfbeplanting dan wel landschappelijke inpassing uitgevoerd gaat worden en onverminderd in stand gehouden, volgens het inpassingsplan zoals opgenomen in bijlage 40 Molenwijk 2.
Ter plaatse van Leurke 6 mogen de gronden alleen gebruikt en bebouwd worden ten behoeve van de functie Wonen indien:
Ter plaatse van Bovenstehuis 6 mogen de gronden alleen gebruikt en bebouwd worden ten behoeve van de functie Wonen indien:
Ter plaatse van Bezuidenhout ong. mogen de gronden alleen gebruikt en bebouwd worden ten behoeve van de functie Wonen indien:
Ter plaatse van Bovenstehuis ong. ong. mogen de gronden alleen gebruikt en bebouwd worden ten behoeve van de functie Wonen indien:
Ter plaatse van Burgt ong. mogen de gronden alleen gebruikt en bebouwd worden ten behoeve van de functie Wonen indien:
Ter plaatse van Leurke ong. mogen de gronden alleen gebruikt en bebouwd worden ten behoeve van de functie Wonen indien:
Ter plaatse van Neerbroek ong. mogen de gronden alleen gebruikt en bebouwd worden ten behoeve van de functie Wonen indien:
Ter plaatse van Runstraat ong. mogen de gronden alleen gebruikt en bebouwd worden ten behoeve van de functie Wonen indien:
Ter plaatse van Zandhoek-De Morgens:
Ter plaatse van Arendnest ong. mogen de gronden alleen gebruikt en bebouwd worden ten behoeve van de functie Wonen indien:
Ter plaatse van Burgt 6 mogen de gronden alleen gebruikt en bebouwd worden ten behoeve van de functie Wonen indien:
Ter plaatse van Rietvan 3a mogen de gronden alleen gebruikt worden ten behoeve van de functie Verblijfsrecreatie indien:
Ter plaatse van Peelstraat 20 mogen de gronden alleen gebruikt worden ten behoeve van de functie Verblijfsrecreatie indien:
Ter plaatse van Peelkensweg 3a mogen de gronden alleen gebruikt worden ten behoeve van de functie Verblijfsrecreatie indien:
Ter plaatse van Volkelseweg 21 mogen de gronden alleen gebruikt worden ten behoeve van de functie Verblijfsrecreatie indien:
Ter plaatse van Voskuilenweg 19 mogen de gronden alleen gebruikt worden ten behoeve van de functie Groepsaccommodatie indien:
Ter plaatse van Gemertseweg 9a mogen de gronden alleen gebruikt worden ten behoeve van de functie Tuincentrum - evenemententerrein indien:
Het is verboden:
Het is verboden:
Het is verboden:
Het is verboden:
Het is verboden het gebruik zoals bedoeld in artikel 1.2.1 onder b tot en met l en in afwijking van het bepaalde in artikel 58, in de volgende situaties te veranderen zonder voorafgaande melding aan burgemeester en wethouders:
Hierbij gelden de volgende voorwaarden en indieningsvereisten:
Burgemeester en wethouders kunnen maatwerkvoorschriften voorschrijven gericht op de realisering en instandhouding van de landschappelijke inpassing.
Voor de beoordelingsregels in lid 62.2 geldt dat tevens kan worden voldaan aan het gestelde door middel van het treffen van een gelijkwaardige maatregel. Deze maatregel kan alleen worden getroffen voor zover daarmee ten minste hetzelfde doel wordt bereikt als met de betreffende beoordelingsregel.
Alvorens de gelijkwaardige maatregel wordt getroffen, dient deze te worden gemeld bij burgemeester en wethouders, onder overlegging van gegevens waaruit de gelijkwaardigheid blijkt.
Voor het doen van een melding geldt de volgende procedureregel:
Omgevingsvergunning om van het bepaalde in artikel 58 af te wijken wordt - mits wordt voldaan aan het bepaalde in artikel 1.2 onder a - door het bevoegd gezag verleend voor de volgende functies:
Hierbij gelden de volgende beoordelingsregels:
algemeen geldende beoordelingsregels:
beoordelingsregels bij woonfuncties:
beoordelingsregels bij bedrijven, horeca-activiteiten en nieuwe paardenhouderijen, als hoofd- of nevenactiviteit:
beoordelingsregels bij recreatieve routes:
beoordelingregels verblijfsrecreatieve nevenfuncties:
beoordelingsregels aanleg lage permanente teeltondersteunende voorzieningen:
beoordelingsregels fruitboomgaarden:
Burgemeester en wethouders kunnen maatwerkvoorschriften voorschrijven gericht op de realisering en instandhouding van de landschappelijke inpassing.
Voor de beoordelingsregels in lid 63.2 geldt dat tevens kan worden voldaan aan het gestelde door middel van het treffen van een gelijkwaardige maatregel. Deze maatregel kan alleen worden getroffen voor zover daarmee ten minste hetzelfde doel wordt bereikt als met de betreffende beoordelingsregel.
Het is verboden het gebruik zoals bedoeld in artikel 2.2.1 onder b tot en met l en in afwijking van het bepaalde in artikel 59, in de volgende situaties te veranderen zonder voorafgaande melding aan burgemeester en wethouders:
Hierbij gelden de volgende voorwaarden en indieningsvereisten:
Burgemeester en wethouders kunnen maatwerkvoorschriften voorschrijven gericht op de realisering en instandhouding van de landschappelijke inpassing.
Voor de beoordelingsregels in lid 64.2 geldt dat tevens kan worden voldaan aan het voorschrift door middel van het treffen van een gelijkwaardige maatregel. Deze maatregel kan alleen worden getroffen voor zover daarmee ten minste hetzelfde doel wordt bereikt als met de betreffende beoordelingsregel.
Alvorens de gelijkwaardige maatregel wordt getroffen, dient deze te worden gemeld bij burgemeester en wethouders, onder overlegging van gegevens waaruit de gelijkwaardigheid blijkt.
Voor het doen van een melding geldt de volgende procedureregel:
Omgevingsvergunning om van het bepaalde in artikel 59 af te wijken wordt - mits wordt voldaan aan het bepaalde in artikel 2.2 onder a - door het bevoegd gezag verleend voor de volgende functies:
Hierbij gelden de volgende beoordelingsregels:
algemeen geldende beoordelingsregels:
beoordelingsregels bij woonfuncties:
beoordelingsregels bij bedrijven, horeca-activiteiten en paardenhouderijen, als hoofd- of nevenactiviteit:
beoordelingsregels bij recreatieve routes:
beoordelingregels verblijfsrecreatieve nevenfuncties:
beoordelingsregels aanleg lage permanente teeltondersteunende voorzieningen:
beoordelingsregels fruitboomgaarden:
Burgemeester en wethouders kunnen maatwerkvoorschriften voorschrijven gericht op de realisering en instandhouding van de landschappelijke inpassing.
Voor de beoordelingsregels in lid 65.2 geldt dat tevens kan worden voldaan aan het voorschrift door middel van het treffen van een gelijkwaardige maatregel. Deze maatregel kan alleen worden getroffen voor zover daarmee ten minste hetzelfde doel wordt bereikt als met de betreffende beoordelingsregel.
Het is verboden het gebruik zoals bedoeld in lid 3.2.1 onder b tot en l en in afwijking van het bepaalde in artikel 60, in de volgende situaties te veranderen zonder voorafgaande melding aan burgemeester en wethouders:
Hierbij gelden de volgende voorwaarden en indieningsvereisten :
Burgemeester en wethouders kunnen maatwerkvoorschriften voorschrijven gericht op de realisering en instandhouding van de landschappelijke inpassing.
Voor de beoordelingsregels in lid 66.2 geldt dat tevens kan worden voldaan aan het voorschrift door middel van het treffen van een gelijkwaardige maatregel. Deze maatregel kan alleen worden getroffen voor zover daarmee ten minste hetzelfde doel wordt bereikt als met de betreffende beoordelingsregel.
Alvorens de gelijkwaardige maatregel wordt getroffen, dient deze te worden gemeld bij burgemeester en wethouders, onder overlegging van gegevens waaruit de gelijkwaardigheid blijkt.
Voor het doen van een melding geldt de volgende procedureregel:
Omgevingsvergunning om van het bepaalde in artikel 60 af te wijken wordt - mits wordt voldaan aan het bepaalde in artikel 3.2 onder a - door het bevoegd gezag verleend voor de volgende functies:
Hierbij gelden de volgende beoordelingsregels:
algemeen geldende beoordelingsregels:
beoordelingsregels bij woonfuncties:
beoordelingsregels bij bedrijven, horeca-activiteiten en paardenhouderijen, als hoofd- of nevenactiviteit:
beoordelingsregels bij recreatieve routes:
beoordelingregels verblijfsrecreatieve nevenfuncties:
beoordelingsregels aanleg lage permanente teeltondersteunende voorzieningen:
beoordelingsregels fruitboomgaarden:
Burgemeester en wethouders kunnen maatwerkvoorschriften voorschrijven gericht op de realisering en instandhouding van de landschappelijke inpassing.
Voor de beoordelingsregels in lid 67.2 geldt dat tevens kan worden voldaan aan het voorschrift door middel van het treffen van een gelijkwaardige maatregel. Deze maatregel kan alleen worden getroffen voor zover daarmee ten minste hetzelfde doel wordt bereikt als met de betreffende beoordelingsregel.
Het is verboden het gebruik zoals bedoeld in artikel 4.2.1 onder b tot en met l en in afwijking van het bepaalde in artikel 61, in de volgende situaties te veranderen zonder voorafgaande melding aan burgemeester en wethouders:
Hierbij gelden de volgende voorwaarden en indieningsvereisten:
Burgemeester en wethouders kunnen maatwerkvoorschriften voorschrijven gericht op de realisering en instandhouding van de landschappelijke inpassing.
Voor de beoordelingsregels in lid 68.2 geldt dat tevens kan worden voldaan aan het voorschrift door middel van het treffen van een gelijkwaardige maatregel. Deze maatregel kan alleen worden getroffen voor zover daarmee ten minste hetzelfde doel wordt bereikt als met de betreffende beoordelingsregel.
Alvorens de gelijkwaardige maatregel wordt getroffen, dient deze te worden gemeld bij burgemeester en wethouders, onder overlegging van gegevens waaruit de gelijkwaardigheid blijkt.
Voor het doen van een melding geldt de volgende procedureregel:
Omgevingsvergunning om van het bepaalde in artikel 61 af te wijken wordt - mits wordt voldaan aan het bepaalde in artikel 4.2 onder a - door het bevoegd gezag verleend voor de volgende functies:
Hierbij gelden de volgende beoordelingsregels:
algemeen geldende beoordelingsregels:
beoordelingsregels bij woonfuncties:
beoordelingsregels bij bedrijven, horeca-activiteiten en paardenhouderijen, als hoofd- of nevenactiviteit:
beoordelingsregels bij recreatieve routes:
beoordelingregels verblijfsrecreatieve nevenfuncties:
beoordelingsregels aanleg lage permanente teeltondersteunende voorzieningen:
beoordelingsregels fruitboomgaarden:
Burgemeester en wethouders kunnen maatwerkvoorschriften voorschrijven gericht op de realisering en instandhouding van de landschappelijke inpassing.
Voor de beoordelingsregels in lid 69.2 geldt dat tevens kan worden voldaan aan het voorschrift door middel van het treffen van een gelijkwaardige maatregel. Deze maatregel kan alleen worden getroffen voor zover daarmee ten minste hetzelfde doel wordt bereikt als met de betreffende beoordelingsregel.
Omgevingsvergunning om van het bepaalde in artikel 58, 59, 60 of 61 af te wijken wordt door het bevoegd gezag verleend voor de functie Wonen. De afwijking kan worden toegepast voor woningsplitsing of realiseren van een woning in een object dat nog niet voor wonen in gebruik is.
Hierbij gelden de volgende beoordelingsregels:
Omgevingsvergunning om van het bepaalde in artikel 58, 59, 60 of 61 af te wijken wordt door het bevoegd gezag verleend voor de functie Detailhandel, Horeca of een vergelijkbare functie.
Hierbij gelden de volgende beoordelingsregels:
Voor de beoordelingsregels in lid 70.2 en 70.4 geldt dat tevens kan worden voldaan aan het gestelde door middel van het treffen van een gelijkwaardige maatregel. Deze maatregel kan alleen worden getroffen voor zover daarmee ten minste hetzelfde doel wordt bereikt als met de betreffende beoordelingsregel.
Voor de ten behoeve van de functies toegelaten bebouwing geldt het volgende:
Omgevingsvergunning om te bouwen voor de samenvallende functies en daarbij af te wijken van het bepaalde in lid 71.1 onder a wordt verleend:
Ten behoeve van de toegelaten functies zijn toegestaan:
Voor de ten behoeve van de functie toegelaten bebouwing geldt het volgende:
Op deze locatie zijn tevens hoge, permanente en niet-permanente teeltondersteunende voorzieningen toegestaan; hiervoor is de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - hoge teeltondersteunende voorzieningen' opgenomen op de verbeelding.
Op deze locatie zijn tevens lage permanente teeltondersteunende voorzieningen toegestaan; hiervoor is de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - lage permanente teeltondersteunende voorzieningen' opgenomen op de verbeelding.
Omgevingsvergunning om van het bepaalde in artikel 72.1 en 72.2 af te wijken wordt verleend voor:
Hierbij gelden de volgende beoordelingsregels:
algemene beoordelingsregels:
voor het bepaalde onder a en b:
voor het bepaalde onder c:
voor het bepaalde onder d:
voor het bepaalde onder f:
Ten behoeve van de toegelaten functies zijn toegestaan:
Voor de ten behoeve van de functie toegelaten bebouwing geldt het volgende:
algemene beoordelingsregels:
specifieke beoordelingsregel:
voldoende parkeergelegenheid:
Voor de in 76.1 toegelaten bebouwing geldt het volgende:
Voor de in 76.1 toegelaten bebouwing geldt het volgende:
Voor de in 76.1 toegelaten bebouwing geldt het volgende:
Voor de in 76.1 toegelaten bebouwing geldt het volgende:
Voor de in 76.1 toegelaten bebouwing geldt het volgende:
Voor de in 76.1 toegelaten bebouwing geldt het volgende:
Voor de in 76.1 toegelaten bebouwing geldt het volgende:
Voor de in 76.1 toegelaten bebouwing geldt het volgende:
Voor de in 76.1 toegelaten bebouwing geldt het volgende:
Voor de in 76.1 toegelaten bebouwing geldt het volgende:
Voor de in 76.1 toegelaten bebouwing geldt het volgende:
Voor de in 76.1 toegelaten bebouwing geldt het volgende:
Voor de in 76.1 toegelaten bebouwing geldt het volgende:
Hoofdgebouwen mogen uitsluitend worden opgericht onder de navolgende voorwaardelijke bepalingen:
In aanvulling op de regels voor bouwen van bedrijfsgebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt:
Op deze locatie bedraagt de maximale bebouwingsoppervlakte voor bedrijfs- en dienstgebouwen en overkappingen zoals bedoeld in de regels: <strong data-attribute=”waarde1”>x</strong> m², zijnde de maximale bebouwingsoppervlakte zoals vermeld op de verbeelding.
Op deze locatie bedraagt de maximale bebouwingsoppervlakte voor bijgebouwen zoals bedoeld in de regels: <strong data-attribute=”waarde1”>x</strong> m², zijnde de maximale bebouwingsoppervlakte zoals vermeld op de verbeelding.
Op deze locatie bedraagt het aantal woningen: <strong data-attribute=”waarde1”>x</strong>, zijnde het aantal woningen zoals vermeld op de verbeelding met inachtneming van het relatieteken dat vlakken met elkaar verbindt die als één vlak voor wat betreft het aantal toelaatbare woningen moet worden beschouwd.
Op deze locatie bedraagt het maximale bebouwingspercentage zoals bedoeld in de regels: <strong data-attribute=”waarde1”>x</strong> %, zijnde het bebouwingspercentage zoals vermeld op de verbeelding.
Op deze locatie bedraagt de maximale inhoud zoals bedoeld in de regels: <strong data-attribute=”waarde1”>x</strong> m3, zijnde de inhoud zoals vermeld op de verbeelding.
Op deze locatie bedraagt de maximale bouwhoogte zoals bedoeld in de regels: <strong data-attribute=”waarde1”>x</strong> m, zijnde de maximale bouwhoogte van gebouwen zoals vermeld op de verbeelding.
Op deze locatie bedraagt de maximale goothoogte zoals bedoeld in de regels: <strong data-attribute=”waarde1”>x</strong> m, zijnde de maximale goothoogte van gebouwen zoals vermeld op de verbeelding.
Omgevingsvergunning om van het bepaalde in artikel 76 Bebouwd gebied - en gelet op de samenhang daarmee ook van artikel 77 Bouwen - woningen tot en met artikel 88 Bouwen - zendmast en artikel 92 Maximale oppervlakte bebouwd tot en met artikel 98 Maximale goothoogte - af te wijken wordt verleend voor:
hierbij gelden de volgende beoordelingsregels:
algemene beoordelingsregels:
beoordelingsregels bij vergroting bedrijfswoningen, woningen en/of bijgebouwen bij woningen of de herbouw van woningen en bijgebouwen die onder een bestaande maten regeling vallen:
beoordelingsregels bij platte daken binnen Cultuurhistorisch vlak - Huize Padua:
beoordelingsregels bij Cultuurhistorisch vlak - Huize Padua:
Voor de toepassing van afwijkings- en delegatiebevoegdheden is van belang dat deze locatie is gelegen in een indicatief aangeduid buurtschap.
Deze locatie is gelegen in het beekdal- en broekontginningenlandschap. Voor de toepassing van afwijkings- en delegatiebevoegdheden zijn de landschappelijke kwaliteiten van het beekdal- en broekontginningenlandschap, zoals beschreven in Vitaal Buitengebied Boekel, kwaliteitsgids het referentiekader.
Deze locatie is gelegen in het kampenlandschap met enken (hoge akkers). Voor de toepassing van afwijkings- en delegatiebevoegdheden zijn de landschappelijke kwaliteiten van het kampenlandschap met enken, zoals beschreven in Vitaal Buitengebied Boekel, kwaliteitsgids het referentiekader.
Deze locatie is gelegen in de overgang van het beekdal- en broekontginningenlandschap naar het kampenlandschap met enken. Voor de toepassing van afwijkings- en delegatiebevoegdheden zijn de landschappelijke kwaliteiten van het beekdal- en broekontginningenlandschap en/of het kampenlandschap met enken, zoals beschreven in Vitaal Buitengebied Boekel, kwaliteitsgids het referentiekader.
Deze locatie is gelegen in het peelontginningenlandschap. Voor de toepassing van afwijkings- en delegatiebevoegdheden zijn de landschappelijke kwaliteiten van het peelontginningenlandschap, zoals beschreven in Vitaal Buitengebied Boekel, kwaliteitsgids het referentiekader.
Deze locatie is gelegen in de overgang van het kampenlandschap met enken naar het peelontginningenlandschap. Voor de toepassing van afwijkings- en delegatiebevoegdheden zijn de landschappelijke kwaliteiten van het kampenlandschap met enken en/of peelontginningenlandschap, zoals beschreven in Vitaal Buitengebied Boekel, kwaliteitsgidshet referentiekader.
Wijziging van het bestaande aantal dierplaatsen, bestaande diersoorten en/of bestaande stalsystemen is niet toegestaan, met dien verstande dat dit wel is toegestaan:
en voorts met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 108.1.1 en een toename van stikstof depositie als gevolg van wijziging van aanwezige dierplaatsen, diersoorten en/of stalsystemen toestaan indien hiervoor:
Wijziging van het bestaande aantal dierplaatsen, bestaande diersoorten en/of bestaande stalsystemen is niet toegestaan, met dien verstande dat dit wel is toegestaan:
en voorts met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 108.1.3 en een toename van geuremissie als gevolg van wijziging van aanwezige dierplaatsen, diersoorten en/of stalsystemen toestaan indien per saldo sprake is van een afname van het aantal geurgehinderden in de gemeente Boekel.
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 108.1.5 onder b en een toename van de oppervlakte van dierenverblijven toestaan. Hierbij gelden de volgende beoordelingsregels:
Voor het gebruik van de gronden geldt voorts nog het volgende:
Het is verboden mobiele mestinstallaties te gebruiken zonder voorafgaande melding aan burgemeester en wethouders. Hierbij gelden de volgende voorwaarden en indieningsvereisten :
Omgevingsvergunning om van het plan af te wijken wordt door het bevoegd gezag verleend voor het bouwen en/of het gebruik, passend binnen de functie Agrarisch bedrijf - veehouderij ten behoeve van een monovergistingsinstallatie en/of monovergisting, waarbij sprake is van mestvergisting van de mest die ter plaatse van de betreffende functie Agrarisch bedrijf - veehouderij wordt geproduceerd.
Voor het doen van een melding geldt de volgende procedureregel:
Het is verboden binnen gebouwen dieren - al dan niet in hokken - anders dan op de grond te houden, ongeacht voorzieningen voor dierenwelzijn, met uitzondering van volière- en scharrelstallen voor legkippen waar ten hoogste twee bouwlagen gebruikt mogen worden voor het houden van dieren.
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 108.2.1 onder b en een toename van de oppervlakte van dierenverblijven toestaan. Hierbij gelden de volgende beoordelingsregels:
In afwijking van artikel 3, lid 1 van de Wet geurhinder en veehouderij bedraagt de maximale waarde voor de geurbelasting van een veehouderij op een geurgevoelig object in de Deelgebieden:
In afwijking met artikel 4, lid 2 van de Wet geurhinder en veehouderij bedraagt de afstand tussen een veehouderij waar nertsen worden gehouden waarvoor niet bij ministeriële regeling een geuremissiefactor is vastgesteld, en een geurgevoelig object dat is gelegen in volgende Deelgebieden:
In de genoemde formules staat 'n' voor het aantal dieren (fokteven) met een minimum van 1.000. Bij minder dan 1.000 dieren wordt voor 'n' de waarde 1.000 ingevoerd.
Indien een aanvraag om een milieuvergunning of een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit Inrichting is ingediend voor het aanhoudingsbesluit van 12 oktober 2011, blijven de geldende geurnormen en vaste afstanden op het moment van indienen van de aanvraag van toepassing.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning weigeren als naar zijn oordeel sprake is van bijzondere omstandigheden waardoor het verlenen van de vergunning zou leiden tot ernstige nadelige of mogelijk ernstige nadelige gevolgen voor de gezondheid.
Alvorens toepassing te geven aan de bevoegdheid in lid 108.4.1 vraagt het bevoegd gezag advies aan de GGD Hart voor Brabant.
Deze locatie is gelegen in het gebied Beperkingen veehouderij aangezien hier de aanduiding 'overige zone - beperkingen veehouderij' is opgenomen op de verbeelding. Dit is van belang voor hetgeen is bepaald in artikel 108.1.5 en 108.2.1.
Wijziging van het bestaande aantal dierplaatsen, bestaande diersoorten en/of bestaande stalsystemen is niet toegestaan met dien verstande dat dit wel is toegestaan:
en voorts met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 110.1 en een toename van stikstof depositie als gevolg van wijziging van aanwezige dierplaatsen, diersoorten en/of stalsystemen toestaan indien hiervoor:
Op deze gronden mag uitsluitend worden gebouwd, indien:
Het is verboden de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
met dien verstande dat het verbod niet van toepassing, is op werken en werkzaamheden die:
De omgevingsvergunning om van het gestelde verbod af te wijken (omgevingsvergunning voor afwijkingsactiviteit) wordt verleend, indien:
voorts zijn de werken en werkzaamheden toelaatbaar, indien:
Burgemeester en wethouders kunnen maatwerkvoorschriften voorschrijven om schade aan de archeologische waarden te voorkomen. Maatwerkvoorschriften zijn gericht op het behoud van de archeologische resten in de bodem, het doen van opgravingen dan wel het begeleiden van de bouwactiviteiten door een archeologische deskundige.
Op deze gronden mag uitsluitend worden gebouwd, indien:
Het is verboden de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
met dien verstande dat het verbod niet van toepassing, is op werken en werkzaamheden die:
De omgevingsvergunning om van het gestelde verbod af te wijken (omgevingsvergunning voor afwijkingsactiviteit) wordt verleend, indien:
voorts zijn de werken en werkzaamheden toelaatbaar, indien:
Burgemeester en wethouders kunnen maatwerkvoorschriften voorschrijven om schade aan de archeologische waarden te voorkomen. Maatwerkvoorschriften zijn gericht op het behoud van de archeologische resten in de bodem, het doen van opgravingen dan wel het begeleiden van de bouwactiviteiten door een archeologische deskundige.
Op deze gronden mag uitsluitend worden gebouwd, indien:
Het is verboden de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
met dien verstande dat het verbod niet van toepassing, is op werken en werkzaamheden die:
De omgevingsvergunning om van het gestelde verbod af te wijken (omgevingsvergunning voor afwijkingsactiviteit) wordt verleend, indien:
voorts zijn de werken en werkzaamheden toelaatbaar, indien:
Burgemeester en wethouders kunnen maatwerkvoorschriften voorschrijven om schade aan de archeologische waarden te voorkomen. Maatwerkvoorschriften zijn gericht op het behoud van de archeologische resten in de bodem, het doen van opgravingen dan wel het begeleiden van de bouwactiviteiten door een archeologische deskundige.
Op deze gronden mag uitsluitend worden gebouwd, indien:
Het is verboden de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
met dien verstande dat het verbod niet van toepassing is op werken en werkzaamheden die:
De omgevingsvergunning om van het gestelde verbod af te wijken (omgevingsvergunning voor afwijkingsactiviteit) wordt verleend, indien:
voorts zijn de werken en werkzaamheden toelaatbaar, indien:
Burgemeester en wethouders kunnen maatwerkvoorschriften voorschrijven om schade aan de archeologische waarden te voorkomen. Maatwerkvoorschriften zijn gericht op het behoud van de archeologische resten in de bodem, het doen van opgravingen dan wel het begeleiden van de bouwactiviteiten door een archeologische deskundige.
Voor:
gelden de beleidsregels zoals opgenomen in de Bijlage 14 Nota Archeologie waarbij in ieder geval geldt:
Bij de toepassing van het bepaalde in 116.2 wordt rekening gehouden met het gebruik van het monument.
Het is verboden een gemeentelijk monument te beschadigen of te vernielen.
Het is verboden:
met dien verstande dat het verbod niet van toepassing is:
De omgevingsvergunning om van het gestelde verbod in 116.2.2 af te wijken kan slechts worden verleend indien het belang van de monumentenzorg zich daartegen niet verzet.
De te overleggen gegevens en bescheiden relevant voor de vergunningverlening als bedoeld in 116.2.3 worden in drievoud ingediend.
Het bevoegd gezag zendt onmiddellijk een afschrift van de ontvankelijke aanvraag om vergunning
voor een gemeentelijk monument aan de monumentencommissie voor advies.
Binnen 6 weken na de datum van verzending van het afschrift brengt de monumentencommissie
schriftelijk advies uit aan het bevoegd gezag.
De vergunning kan door het bevoegd gezag worden ingetrokken indien:
Bij de toepassing van het bepaalde in Artikel 99 Afwijken bouwregels wordt de karakteristieke waarde van het object in de beoordeling meegenomen en niet onevenredig geschaad.
Het is verboden de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
met dien verstande dat het verbod niet van toepassing, is op werken en werkzaamheden die:
De omgevingsvergunning om van het gestelde verbod in 117.1.2 af te wijken (omgevingsvergunning voor afwijkingsactiviteit) wordt door het bevoegd gezag verleend, indien:
De omgevingsvergunning om van het gestelde verbod af te wijken (omgevingsvergunning voor afwijkingsactiviteit) wordt verleend, indien het aanbrengen van verharding geen onevenredige nadelige invloed heeft op de cultuurhistorische en landschappelijke kwaliteiten.
Het is verboden:
dit verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
De omgevingsvergunning om van het gestelde verbod af te wijken (omgevingsvergunning voor afwijkingsactiviteit) wordt verleend, indien het uitvoeren van de activiteit geen onevenredige nadelige invloed heeft op de voor de cultuurhistorische en landschappelijke kwaliteiten relevante en bepalende elementen zoals zichtlijnen en historische situering. De omgevingsvergunning voor het slopen van gebouwen wordt verleend indien het historisch stedenbouwkundig belang van het complex Huize Padua als geheel niet onevenredig wordt geschaad. Dit belang wordt door de aanvrager aangetoond.
Het is verboden:
dit verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
De omgevingsvergunning om van het gestelde verbod af te wijken (omgevingsvergunning voor afwijkingsactiviteit) wordt verleend, indien het uitvoeren van de activiteit geen onevenredige nadelige invloed heeft op de cultuurhistorische en landschappelijke kwaliteit van het ensemble die is gebaseerd op de samenhang tussen de verschillende gebouwen, monumenten, karakteristieke gebouwen, groen, verhardingen, bolle akkers, archeologische en/of aardkundige en geomorfologische waarden in het ensemble en de historische locatie van het ensemble.
Het is verboden:
dit verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
De omgevingsvergunning om van het gestelde verbod af te wijken (omgevingsvergunning voor afwijkingsactiviteit) wordt verleend, indien het uitvoeren van de activiteit geen onevenredige nadelige invloed heeft op de cultuurhistorische en landschappelijke kwaliteiten van de bolle akkercomplexen.
Het is verboden de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
dit verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
De omgevingsvergunning om van het gestelde verbod af te wijken (omgevingsvergunning voor afwijkingsactiviteit) wordt verleend, indien het uitvoeren van de activiteit geen onevenredige nadelige invloed heeft op de aardkundig en geomorfologisch waardevolle wijstgronden.
Het is verboden:
dit verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
De omgevingsvergunning om van het gestelde verbod af te wijken (omgevingsvergunning voor afwijkingsactiviteit) wordt verleend, indien het uitvoeren van de activiteit geen onevenredige nadelige invloed heeft op de aardkundig en geomorfologisch waardevolle Peelrandbreuk.
Het is verboden houtopstanden te vellen of te doen vellen voor zover het gaat om:
dit verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
Een omgevingsvergunning om van het gestelde verbod in artikel 124.1 af te wijken (omgevingsvergunning voor afwijkingsactiviteit) wordt verleend indien de werken en werkzaamheden geen onevenredige nadelige invloed hebben op:
met dien verstande dat indien de omgevingsvergunning betrekking heeft op:
omgevingsvergunning in principe wordt geweigerd tenzij natuurwaarden, cultuurhistorische waarde en/of leefbaarheid van de laanbeplanting niet worden geschaad.
Het is verboden houtopstanden in bosgebieden die voorkomen op de lijst ´Beschermde bomen Boekel 2017´ te vellen zonder voorafgaande melding aan burgemeester en wethouders.
Voor het doen van een melding geldt de volgende indieningsvereiste en procedureregel:
Het is verboden de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
dit verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
De omgevingsvergunning om van het gestelde verbod af te wijken (omgevingsvergunning voor afwijkingsactiviteit) wordt verleend, indien de werken en werkzaamheden geen onevenredige nadelige invloed hebben op de natuurwaarden, cultuurhistorisch waarden en landschappelijke kwaliteiten.
Burgemeester en wethouders kunnen maatwerkvoorschriften voorschrijven om schade aan de natuurwaarden, cultuurhistorisch waarden en landschappelijke kwaliteiten te voorkomen. Maatwerkvoorschriften zijn gericht op het behoud van de natuurwaarden, cultuurhistorisch waarden en landschappelijke kwaliteiten.
Het is verboden de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
dit verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
De omgevingsvergunning om van het gestelde verbod af te wijken (omgevingsvergunning voor afwijkingsactiviteit) wordt verleend, indien de werken en werkzaamheden geen onevenredige nadelige invloed hebben op de natuurwaarden, cultuurhistorisch waarden en landschappelijke kwaliteiten.
Burgemeester en wethouders kunnen maatwerkvoorschriften voorschrijven om schade aan de natuurwaarden, cultuurhistorisch waarden en landschappelijke kwaliteiten te voorkomen. Maatwerkvoorschriften zijn gericht op het behoud van de natuurwaarden, cultuurhistorisch waarden en landschappelijke kwaliteiten.
Het is verboden:
dit verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
De omgevingsvergunning om van het gestelde verbod af te wijken (omgevingsvergunning voor afwijkingsactiviteit) wordt verleend, indien het uitvoeren van de activiteit geen onevenredige nadelige invloed heeft op de realisering van de ecologische verbindingszone en het herstel van het watersysteem.
Omgevingsvergunning om van het plan af te wijken wordt door het bevoegd gezag verleend voor gebruik en/of bouwen, passend binnen de functie, waarbij sprake is van een innovatieve techniek of ontwikkeling die een bijdrage levert aan de verduurzaming van productiemethodes.
Hierbij gelden de volgende voorwaarden:
het omgevingsplan Reparatieherziening Buitengebied 2016 met identificatienummer NL.IMRO.0755.OP2016Reparatiepl-VA01 van de gemeente Boekel.
een geometrisch bepaald vlak of een figuur, waar gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
een dienstverlenend beroep, dat in een woning en/of bijgebouw door de bewoner wordt uitgeoefend, waarbij het perceel in overwegende mate de woonfunctie behoudt en voor zover deze beroepen een ruimtelijke uitstraling hebben die met de woonfunctie in overeenstemming is.
waarden en kenmerken van een gebied die vanwege geologische, geomorfologische, bodemkundige en (geo)hydrologische verschijnselen en processen en vanwege de natuurlijke ontstaansgeschiedenis van de bodem van belang zijn.
de gronden die behoren bij het hoofdgebouw en gelegen zijn achter de achtergevel van het hoofdgebouw of achter een denkbeeldige lijn in het verlengde daarvan.
een inrichting die tot een krachtens artikel 1.1, derde lid, van de Wet milieubeheer aangewezen categorie behoort en is gericht op het voortbrengen van agrarische producten door middel van het telen van gewassen of het houden van dieren, zijnde: een (vollegronds)teeltbedrijf (Agrarisch bedrijf - (vollegronds)teeltbedrijf), een veehouderij (Agrarisch bedrijf - veehouderij), een glastuinbouwbedrijf (Agrarisch bedrijf - glastuinbouwbedrijf), een paardenhouderij (Agrarisch bedrijf - paardenhouderij) of een overig agrarisch bedrijf (Agrarisch bedrijf - overig bedrijf). Mest wordt niet tot de voortgebrachte agrarische producten gerekend.
de commissie Advies Agrarische Bouwaanvragen (AAB) dan wel een andere door het bevoegd gezag aan te wijzen deskundige, of commissie van deskundigen, op het gebied van land- en tuinbouw.
een antennemast of andere constructie bedoeld voor de bevestiging van een antenne.
een installatie bestaande uit een antenne, een antennedrager, de bedrading en de al dan niet in een techniekkast opgenomen apparatuur, met de daarbij behorende bevestigingsconstructie.
onderzoek verricht door of namens een dienst of instelling die over een opgravingsvergunning beschikt.
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de in dat gebied voorkomende overblijfselen uit oude tijden.
een onderneming gericht op het produceren, bewerken, herstellen, installeren, inzamelen, verwerken, verhuren, opslaan en/of distribueren van goederen.
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, die slechts is bestemd voor bewoning door (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar noodzakelijk is, vanwege de toegestane functie van het gebouw of het terrein.
als beperkt kwetsbare objecten worden aangemerkt:
lijst van monumentale of waardevolle bomen zoals weergegeven en te raadplegen op de website Beschermde bomen Boekel 2017.
beschermd monument als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
het aantal legaal gerealiseerde dierplaatsen zoals aanwezig ten tijde van de vaststelling van het plan.
de afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen, die op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan tot stand zijn gekomen of tot stand zullen of komen met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
de beweiding zoals toegepast in het jaar voorafgaand aan de vaststelling van het plan.
bestaande ammoniakemissie wordt bepaald door:
de diersoorten waarvoor de legaal gerealiseerde dierplaatsen zoals aanwezig ten tijde van de vaststelling van het plan zijn gebouwd.
gebouwen die op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan tot stand zijn gekomen of tot stand zullen komen met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
het legaal gerealiseerde stalsysteem ten tijde van de vaststelling van het plan; bedoeld zijn de stalsystemen overeenkomstig de unieke stalbeschrijvingen van de Regeling ammoniak en veehouderij (Rav) alsmede de nageschakelde initiatieven.
bestaande stikstofdepositie wordt bepaald door:
een bedrijf zoals bedoeld in artikel 2 lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat is begrensd door op (nagenoeg) gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen en dat zodanige afmetingen en vormen heeft dat dit gedeelte zonder ingrijpende voorzieningen voor de toegelaten functies geschikt of geschikt te maken is.
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
een al dan niet vrijstaand gebouw dat in functioneel en bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw.
een horecabedrijf, niet zijnde een discotheek of bar/dancing, uitsluitend of overwegend gericht op het verstrekken van dranken voor consumptie ter plaatse, met als nevenactiviteit het verstrekken van kleine etenswaren, al dan niet ter plaatse bereid.
de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde in verband met ouderdom en/of historische gaafheid.
een constructie ter vergroting van een gebouw, die zich tussen de dakgoot en de nok van een dakvlak bevindt, waarbij deze constructie onder de noklijn is gelegen en de onderzijde van de constructie in het dakvlak is geplaatst.
een constructie ter vergroting van een gebouw, die zich boven de dakgoot bevindt, waarbij deze constructie (deels) boven de oorspronkelijke nok uitkomt en de onderzijden van de constructie in één of beide dakvlak(ken) is (zijn) geplaatst.
het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroep of bedrijf.
het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen, zoals reis- en uitzendbureaus, kapsalons, pedicures, wasserettes, makelaarskantoren en bankfilialen.
gebouw voor het houden van landbouwhuisdieren, inclusief de daartoe behorende voorzieningen.
een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van dranken voor consumptie ter plaatse, in combinatie met het doen beluisteren van overwegend mechanische muziek en het gelegenheid geven tot dansen, feesten en andere daarmee vergelijkbare evenementen.
een gebeurtenis, gericht op een groot publiek, met betrekking tot kunst, sport, ontspanning en cultuur.
de niet-gemotoriseerde recreatieve activiteiten, zoals wandelen, fietsen, skaten, paardrijden, vissen, zwemmen en natuurobservatie.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
woningen en andere geluidsgevoelige gebouwen en geluidsgevoelige terreinen, zoals bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder.
een overeenkomstig dit plan als beschermd gemeentelijk monument aangewezen:
de lijst in bijlage 1 Gemeentelijke monumenten waarop zijn geregistreerd de overeenkomstig dit plan als gemeentelijk monument aangewezen zaken of terreinen bedoeld in lid 129.50.
de geurbelasting ter plaatse van de gevel van het gevoelige object, berekend met V-Stacks, uitgedrukt in Europese odour units per m3.
object zoals bedoeld in artikel 1 van de Wet geurhinder en veehouderij. Wet: de Wet geurhinder en veehouderij.
een agrarisch bedrijf waarbij de productie die geheel of in overwegende mate plaatsvindt in kassen en/of permanent aanwezige tunnels, met een hoogte van 1,5 m of meer.
gebieden met een belangrijke nevenfunctie voor natuur en water die overwegend grenzen aan het Natuur Netwerk Brabant en ecologische verbindingszone of die deze verbinden.
een accommodatie die logies overwegend aan personen in groepsverband (geen gezinsverband zijnde) verstrekt.
detailhandel in de volgende categorieën:
een gebouw, dat geheel of vrijwel geheel bestaat uit glas of ander doorzichtig materiaal en dat dient voor het hobbymatig telen van planten.
veehouderij met uitzondering van nertsenhouderij, melkveehouderij en schapenhouderij.
een gebouw of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige toegestane functie van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die functie het belangrijkst is.
een onderneming gericht op het bedrijfsmatig verstrekken van ter plaatse te nuttigen voedsel en dranken, het bedrijfsmatig exploiteren van een zaalaccommodatie en/of het bedrijfsmatig verstrekken van nachtverblijf.
een horecabedrijf, dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van logies (per nacht) met – al dan niet – als nevenactiviteit het verstrekken van maaltijden en dranken voor consumptie ter plaatse.
een bedrijf, gericht op de aanleg, de inrichting en het onderhoud van tuinen en groen, met gebruikmaking van de daarbij behorende materialen en gereedschappen, zonder dat detailhandel wordt uitgeoefend.
niet als een bouwwerk aan te merken onderkomens, zoals vouwwagens, kampeerauto's, caravans of hiermee gelijk te stellen onderkomens, die bestemd zijn voor recreatief verblijf en waarbij de gebruikers hun hoofdverblijf elders hebben.
een voorziening gericht op het verlenen van diensten op administratief, financieel, architectonisch, juridisch of een daarmee naar aard gelijk te stellen gebied, waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen.
een constructie van één of meer dakvlakken met een helling van meer dan 30° en minder dan 65°.
een gebouw dat gelet op het uitwendige karakter wordt beschouwd als zijnde een onderdeel van het cultureel erfgoed vanwege zijn cultuurhistorische waarde, architectonische en/of kunsthistorische waarde, situationele en/of ensemblewaarde, gaafheid en/of herkenbaarheid of zeldzaamheid; onder het uitwendige karakter wordt verstaan de bestaande totaliteit van:
onder uitwendig karakter kunnen mede worden verstaan:
een bouwwerk van glas of ander lichtdoorlatend materiaal ten behoeve van de agrarische bedrijfsvoering met een hoogte van 1,5 m of meer, trek-, tunnel-, schaduw-, boog- en gaaskassen daaronder begrepen.
activiteiten die in een woning en/of vrijstaand bijgebouw door een bewoner op bedrijfsmatige wijze worden uitgeoefend, waarbij het perceel in overwegende mate zijn woonfunctie behoudt met een ruimtelijke uitstraling die daarbij past.
activiteiten, zoals wandelen, fietsen, vissen, zwemmen, kanoën en natuurobservatie.
voorzieningen, zoals aanlegsteigers, picknickplaatsen, observatiepunten, informatieborden en banken, ten behoeve van kleinschalig dagrecreatief medegebruik.
als kwetsbare objecten worden aangemerkt:
de aan een gebied toegekende waarde met betrekking tot het waarneembare deel van de aardoppervlakte, die wordt bepaald door de herkenbaarheid en de identiteit van de onderlinge samenhang tussen levende en niet-levende natuur.
een asymmetrische dakvorm met één hellend dakvlak over (nagenoeg) de volledige breedte of diepte van een gebouw.
nadere eisen zoals bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, sub d van de Wet ruimtelijke ordening of voorschriften die aan een omgevingsvergunning kunnen worden gekoppeld op basis van artikel 2.22 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
een bedrijf dat gericht is op het lesgeven in paardrijden en daarvoor paarden en/of pony's houdt, in combinatie met een of meer van de volgende hiermee samenhangende activiteiten of voorzieningen:
de toepassing van basistechnieken of combinaties daarvan met als doel de aard, samenstelling of hoedanigheid van dierlijke mest te wijzigen, zoals droging, bezinking, (co)vergisting, scheiding hygiënisatie of indamping van mest.
permanente of semi permanente constructie met harde wanden, al dan niet met kunststoffolie binnenzak, en een kap, drijvend dek of vergelijkbare voorziening die de bovenzijde afsluit.
mestbassin, geheel of grotendeels gelegen boven het aansluitende terrein, voornamelijk opgebouwd uit kunststoffolies waarvan de bodemafdichting en de afdekking één geheel vormen.
in zijn geheel verplaatsbare en verrijdbare, niet onlosmakelijk met de grond verbonden installatie voor de bewerking van mest.
een op basis van artikel 15 Monumentenwet 1988 ingestelde commissie met als taak het college op verzoek of uit eigen beweging te adviseren over de toepassing van de Monumentenwet 1988, de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, dit plan en het monumentenbeleid.
samenhangend netwerk van natuurgebieden van nationaal en internationaal belang met als doel de veiligstelling van ecosystemen met de daarbij behorende soorten bestaande uit de meest waardevolle natuur- en bosgebieden en andere gebieden met belangrijke aanwezige en te ontwikkelen natuurwaarden.
de door de Stichting Nederlands Normalisatie-instituut uitgegeven norm, zoals deze luidde op het moment van vaststelling van het plan.
het omschakelen naar een andere functie op de gronden die aangemerkt zijn als Bebouwing in open gebied maar waarbij, voor het volledig kunnen uitoefenen van de nieuwe functie, de gronden aangemerkt moeten gaan worden als Bebouwd gebied.
de voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling en apparatuur voor telecommunicatie.
geurconcentratie als aantallen Europese odour units in een volume-eenheid lucht (ouE/m3), gemeten volgens de NEN-EN 13725:2003 'Luchtbepaling van de geurconcentratie door dynamische olfactometrie'; voor de geurbelasting wordt uitgegaan van het gebruikelijke 98-percentiel geurconcentratie hetgeen betekent dat de - met een verspreidingsmodel - berekende geurconcentratie gedurende 98 procent van de tijdseenheid niet wordt overschreden.
bestemmingsplan met verbrede reikwijdte op grond van artikel 3.1 Wet ruimtelijke ordening, artikel 2.4 Crisis- en herstelwet en artikel 7c Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet; het bestemmingsplan met verbrede reikwijdte bestaat uit de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
het omschakelen naar of vestigen van een andere functie op de gronden die zijn aangemerkt als Bebouwd gebied.
detailhandel die als nevenactiviteit een duidelijke relatie heeft met de toegestane hoofdactiviteit en in ruimtelijk en functioneel opzicht duidelijk ondergeschikt is aan de toegestane hoofdactiviteit.
agrarisch bedrijf dat niet binnen de begripsbepaling van veehouderij, (vollegrond)teeltbedrijf, paardenhouderij of glastuinbouw valt zoals witloftrekkerijen, champignonkwekerijen, wormenkwekerijen of aquacultuur.
een buitenrijbaan ten behoeve van paardrijactiviteiten, met een bodem van zand, hout, boomschors of ander materiaal om de bodem te verstevigen en al dan niet voorzien van een omheining; onder vergelijkbare voorzieningen worden verstaan paddocks (relatief kleine omheinde uitloop, veelal voorzien van een zandbodem, in aansluiting op de stalling en ten behoeve van de vrije uitloop van paarden en pony's), stap- trainingsmolens, longeercirkels en paardencarrousels.
een agrarisch bedrijf dat geheel of overwegend is gericht op:
het houden van paarden en/of pony's ten behoeve van verhuur en eigen gebruik, alsmede het bieden van gelegenheid aan derden om hun paarden en/of pony's in pension te stallen en te weiden.
een bedrijf dat gericht is op het lesgeven in paardrijden en daarvoor paarden en/of pony's houdt.
een horizontaal vlak, ter afdekking van een gebouw, dat meer dan tweederde van de grondoppervlakte van het gebouw beslaat.
een agrarische bedrijfswoning welke gebruikt mag worden door derden die geen binding hebben met het binnen hetzelfde functievlak aanwezige agrarisch bedrijf.
een gebouw of een gedeelte daarvan, dat dient voor het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, architectonisch, kunstzinnig, juridisch, medisch, paramedisch, therapeutisch of een daarmee naar aard gelijk te stellen gebied.
een permanent ter plaatse aanwezig gebouw, geen woonkeet en geen caravan of andere constructie op wielen zijnde, dat bedoeld is om uitsluitend door een huishouden of daarmee gelijk te stellen groep van personen, dat het hoofdverblijf elders heeft, gedurende een gedeelte van het jaar te worden bewoond.
de Staat van Horeca-activiteiten die van deze regels deel uitmaakt.
de Staat van Bedrijfsactiviteiten die van deze regels deel uitmaakt.
een gebouw dat in zijn geheel kan worden verplaatst en is bestemd voor recreatief verblijf, waarbij de gebruikers hun hoofdverblijf elders hebben.
gebied - bestaande uit de gemeenten Oss, Landerd, Grave, Uden, Mill en Sint Hubert, Cuijk, Boekel, Sint Antonius en Boxmeer - waarbinnen het oprichten van een dierenverblijf voor een hokdierenhouderij is gekoppeld aan de sanering van een bestaand dierenverblijf van een hokdierenhouderij met als doel de regionale concentratie van vee te reguleren en verdere leegstand te voorkomen; onder 'bestaand dierenverblijf' wordt in dit geval verstaan een feitelijk aanwezig, legaal opgericht dierenverblijf dat op grond van een omgevingsvergunning milieu (ex artikel 2.1.1.e Wabo) of de omgevingsvergunning beperkte milieutoets (ex artikel 2.1.i Wabo) of melding (ex artikel 1.10 Activiteitenbesluit milieubeheer) op 17 maart 2017 en de daaraan voorafgaande drie jaar onafgebroken bedrijfsmatig is gebruikt voor het houden van landbouwhuisdieren.
een gedeelte van een terrein bestemd voor de plaatsing van een kampeermiddel, inclusief bij dat kampeermiddel behorende ondergeschikte onderkomens, zoals bijzettenten, gedurende een gedeelte van het jaar.
voorzieningen of constructies die bij agrarische bedrijven worden toegepast om weersinvloeden te matigen, arbeidsomstandigheden te bevorderen, de toepassing van gewasbeschermingsmiddelen te verbeteren of de kwaliteit van producten te verbeteren, nader te onderscheiden in:
een bedrijf, gericht op de teelt en de verhandeling van bomen, heesters, planten, bloemen en andere siergewassen en in samenhang daarmee op de verkoop van artikelen die met de tuinbewerking of de inrichting van tuinen verband houden, zoals tuingereedschap, tuinmeubilair en tuingrond.
agrarisch bedrijf gericht op het fokken, mesten en houden van runderen, varkens, schapen, geiten, pluimvee, tamme konijnen en/of pelsdieren.
rooien, met inbegrip van verplanten, alsmede het verrichten van handelingen die de dood of ernstige beschadiging of ontsiering van houtopstand ten gevolge kunnen hebben.
de voor verblijf geschikte – al dan niet aan hun oorspronkelijk gebruik onttrokken – voer- en vaartuigen, arken, caravans, tenten en andere soortgelijke constructies, voor zover geen bouwwerken en geen kampeermiddelen zijnde.
de vloeroppervlakte van voor het publiek toegankelijke winkelruimten.
een agrarisch bedrijf dat zich richt op het telen van gewassen met een bedrijfsvoering die geheel of in overwegende mate niet in gebouwen plaatsvindt.
bedrijven, zoals bedoeld in artikel 2.1 lid 3 van het Besluit omgevingsrecht, die in belangrijke mate geluidshinder kunnen veroorzaken.
een gebouw of gedeelte van een gebouw, bestaande uit een complex van ruimten, dat is bedoeld en dat dient voor de huisvesting van één huishouden.
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
de afstand tussen bouwwerken onderling en de afstand van bouwwerken tot bouwperceelsgrenzen worden daar gemeten waar deze afstanden het kleinst zijn.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels en het hart van de scheidingsmuren.
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
De in dit plan opgenomen regels worden gelijkgesteld aan bestemmingen en regels, zoals bedoeld in artikel 3.1 van de Wet ruimtelijke ordening.
Tenzij in hoofdstuk 2 expliciet is voorzien in een andere beoordelingregel ten aanzien van de aanwezigheid van voldoende parkeergelegenheid, geldt de volgende regeling:
Parkeergelegenheid die is gerealiseerd om te voorzien in voldoende parkeergelegenheid dient in stand te worden gehouden.
Het bevoegd gezag kan voor de toepassing van de regels in dit omgevingsplan indien zij dat noodzakelijk acht een ter zake onafhankelijk deskundig geachte commissie of een ter zake onafhankelijke deskundige om advies vragen. Het bevoegd gezag kan het advies gemotiveerd terzijde leggen.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Voor bouwwerken luidt het overgangsrecht als volgt:
Op bouwwerken waarvoor in deze regels is bepaald dat de bestaande afstand, inhoud, dakhelling, oppervlakte, goot- of bouwhoogte in afwijking van de algemeen geldende regels, als maximaal of minimaal toelaatbare maat mag gelden, is het Overgangsrecht bouwwerken zoals opgenomen in 135.1 niet van toepassing.
Voor gebruik luidt het overgangsrecht als volgt:
In afwijking van de overige bepalingen in dit plan mag op het adres Milseweg 1a het bestaande gebruik voor woondoeleinden onbeperkt worden voortgezet uitsluitend door G. J. H. Peters, geboren 15 april 1958 en M. G. V. Peters-Van den Broek, geboren 19 november 1955.
Op deze locatie is het moederplan met de herziening 'Omgevingsplan: Veegplan Ruimte voor Ruimte' met identificatienummer NL.IMRO.0755.OP2016Herziening01-VA01, gewijzigd.
Voor de betreffende locaties zijn de artikelleden 55.3, 55.4, 55.5, 55.6, 55.7, 55.8 en 55.9 toegevoegd.
Op deze locatie is het moederplan met de herziening 'Omgevingsplan: Veegplan 2' met identificatienummer NL.IMRO.0755.OP2016Herziening02-VA01, gewijzigd.
Voor de betreffende locaties zijn de artikelleden 27, 54.6, 54.7, 55.10 en 55.11 toegevoegd.