|
Er is verzocht om medewerking te verlenen aan het wijzigen van het bestemmingsplan voor de locatie aan het Velodrome op businesspark Meerdijk in Emmen (Barger-Oosterveld). Verzocht wordt om de locatie te mogen gebruiken voor de vestiging van een onderwijsinstelling. De kavel wordt verder niet veranderd.
Een gedeelte van het perceel waar dit wijzigingsplan betrekking op heeft is kadastraal bekend gemeente Emmen, sectie F, nummers 17483.
Het plangebied is gelegen in het zuidoostelijk deel van het businesspark Meerdijk. Aan de noordzijde van het plangebied is de school Drenthe College gevestigd. Ten oosten is een van de parkeerplaatsen voor het stadion, de sporthal en de bedrijvigheid er omheen gelegen. Ten zuiden van het plangebied zijn 1 of 2 nog te vergeven kavels gelegen die de grens vormen met de rotonde Stadionweg-Meerdijk.
In het bestemmingsplan 'Emmen, Meerdijk' is de locatie bestemd als 'Gemengde doeleinden', bestemd voor met name de uitoefening van een bedrijf, dienstverlening en/of kantoren. In het bestemmingsplan is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen voor de toevoeging van de aanduiding 'onderwijs' aan een bedrijfsperceel.
Het bestemmingsplan laat het toevoegen van functieaanduiding "onderwijs" op de verbeelding dan wel aangepast (vergroot, verkleind of verwijderd) toe. De wijziging dient het functioneren van omliggende bestemmingen niet aan te tasten. In de afweging omtrent toepassing van de wijzigingsbevoegdheid worden in ieder geval de volgende aspecten betrokken:
In de volgende hoofdstukken wordt nader ingegaan op de aspecten.
Uitsnede verbeelding geldend bestemmingsplan voor het plangebied. Blauw omlijnd betreft de locatie voor de school aan Velodrome
Dit wijzigingsplan bestaat uit een verbeelding, regels en een toelichting. In de toelichting wordt een verantwoording gegeven van de in het plan gemaakte keuzes. Op de verbeelding worden de percelen in het plangebied aangegeven met een bestemming. In de regels worden de bouw- en gebruiksmogelijkheden binnen het plangebied geregeld.
Het plangebied ligt op de Hondsrug, dichtbij de overgang met het lager gelegen veengebied. De Hondsrug is ontstaan in het Saalien, de voorlaatste ijstijd. Ter plaatse van het plangebied is de Hondsrug later overstoven door dekzanden en stuifduinen. Deze zanden, met daaronder hier en daar keileemopduikingen (door het Saalien), vormen de ondergrond van het plangebied.
De bewoningsgeschiedenis van het gebied wordt weerspiegelt in de bodemkaart, te weten een loopodzolgrond met een matig dik humushoudend dek. Van oudsher wordt dit gezien als een randveenontginning. Rondom Barger-Oosterveld betreft het een relatief jonge ontginning.
Sinds de jaren 60 is in dit gebied een sportpark gevestigd. Zoals uit de toelichting blijkt, zou voor het overgrote deel sportvelden, oefenterreinen en een stadion worden gerealiseerd en het overige deel, met name in de randen speelvelden, picknickplaatsen, wandelpaden en openbaar groen gerealiseerd Rond 2002 is besloten om de voetbalvelden uit het westelijk deel naar het noorden te verplaatsen en ruimte te creëren voor een businesspark, welke een hoogwaardige uitstraling heeft en naast bedrijvigheid en dienstverlening ruimte biedt aan onderwijs en sportgerelateerde voorzieningen.
Stedebouwkundige structuur plangebied en omgeving
Businesspark Meerdijk bestaat uit verschillende ontwikkelingsfases. De laatste fase baseert op een aantal gegevens in het gebied, namelijk de aanwezigheid van het stadion, de athletiekbaan en de overige sportvoorzieningen. De toekomstige bebouwing voor bedrijven, onderwijs en sport hield qua verkavelingsstructuur rekening met deze aanwezige voorzieningen en de begrenzende infrastructuur.
Het plangebied voorziet in ruimte voor huisvesting en gronden voor bedrijven, kantoren, dienstverlening en onderwijs. De bijbehorende bebouwing is gerelateerd aan de ontsluitingsstructuur, entrees en zichtlocaties.
Langs de Rondweg, bij de entree vanaf de Rondweg en rondom het Stadionplein is grootschaligere, hogere bebouwing gewenst om een gebiedsmarkering, zichtbaarheid en wandwerking te bereiken. Op het plangebied dient dan ook een gebouw van 2 of 3 verdiepingen te worden gerealiseerd. De gevel dient een geleiding van de Stadionweg te vormen net als het noordelijk gelegen pand van het Drenthe College.
Voor het plangebied geldt een beeldkwaliteitplan die de gewenste kwaliteiten in het gebied beschrijft. Voor Businesspark Meerdijk wordt ingezet op een hoogwaardige en representatieve uitstraling.
De hoofdentree voor het gebied vormt de ovonde over de Rondweg, vanaf waar een nieuwe gebiedsontsluitingsweg (Stadionweg) is gerealiseerd die het plangebied ontsluit. Deze ontsluit ook het streekdorp Barger-Oosterveld
Vanaf de centrale gebiedsontsluitingsweg Stadionweg kunnen alle bedrijfslocaties en sportaccommodaties via erftoegangswegen worden bereikt. Een fiets- en voetpadennetwerk is gelegen langs de hoofdstructuur. Er wordt bij de bedrijven en bij de bedrijven met woningen op eigen terrein geparkeerd. In het openbare gebied zijn parkeerplaatsen gerealiseerd, deze dienen overwegend voor de gebruikers en bezoekers van de sportaccommodaties en het onderwijs.
Locatieprofiel
Basis voor het concept van het businesspark Meerdijk is de synthese van “business”, betaald voetbal, sportpark en multifunctioneel stadion, zo staat vermeld in de toelichting van het bestemmingsplan. Daarnaast is als uitgangspunt gesteld dat Meerdijk de functie heeft van het grootste sportpark in de gemeente. Gemakshalve wordt verwezen naar het sportbeleid en het Structuurplan Emmen, waarin de Meerdijk wordt aangemerkt als het multifunctionele sportpark voor regionale sporten.
Van belang is ook dat het businesspark wordt ontwikkeld met en in aansluiting op de private economische activiteiten rondom he stadion. De aanwezigheid van het stadion, het sportpark en de recreatieve omgeving geven deze locatie een bijzonder functioneel karakter, die uitnodigt om aanvullende bedrijvigheid aan te trekken ten behoeve van de totale ontwikkeling van het businesspark. Te denken valt aan bedrijvigheid die zich met "beweging" (sport en gezondheid) wil afficheren en met aan sport gelieerde economische activiteiten. waar mogelijk wordt synergie gezocht tussen de verschillende aanwezige en toekomstige functies. Zo is het multifunctionele gebruik van het stadion als bijvoorbeeld congrescentrum ontstaan.
Uitgaande van bovengenoemde unieke profiel is het businesspark Meerdijk een aanvulling op de economische activiteiten elders in de gemeente. Wel is ervoor gekozen om geen concurrent van het centrum van Emmen te zijn. Indien het gaat om grootschalige vormen van leisure die qua karakter meer passen bij een stadsrandlocatie dan bij een centrumlocatie wordt ruimte geboden op het Businesspark. Dit betreft activiteiten die een goede autobereikbaarheid vragen en gericht zijn op faciliteiten waar mensen zeer doelgericht heen reizen. Zo is alleen in het stadion een congrescentrum mogelijk en een discotheek groter dan 2000 m2. Ook een evenementenhal is op het businesspark mogelijk. Uiteraard wordt bij concrete aanvragen maatwerk geleverd.
Gelet op de mogelijkheden in het gebied is in dit bestemmingsplan de focus gelegd op kansrijke thema's voor het businesspark die aansluiten bij bestaande ontwikkelingen:
Bouwplan
De huidige bebouwing van de Thriantaschool aan de Zuidlarderbrink 4 in Emmen voldoet niet meer aan de huidige (o.a energetische, onderwijstechnische) eisen. Het is daarbij te kostbaar om de huidige bebouwing aan te passen dan wel te verbouwen. Het schoolbestuur heeft daarom de gemeente verzocht om vervangende nieuwbouw op betreffende locatie.
Vanuit het onderwijs gezien is de behoefte ontstaan voor goede voorzieningen voor het speciaal onderwijs. Voorliggende kavel is door de gemeente (op verzoek) beschikbaar gesteld. De kavel is van passend formaat gezien het aantal leerlingen dat hier gehuisvest gaat worden en de daarbij behorende voorzieningen. De locatie is goed bereikbaar en ligt in de buurt van andere scholen en voorzieningen die passen bij deze te bouwen school.
Het gebouw bestaat uit een aantal lokalen, personeels- en technische ruimtes, een gymzaal, met kleedruimtes. Het pand zal voldoen aan alle eisen die vanuit het Bouwbesluit worden geëist.
Parkeren
Op het businesspark is gekozen voor geclusterde parkeervoorzieningen i.v.m. de grote parkeerbehoefte van het stadion.
Aangezien deze parkeervoorzieningen voornamelijk in het weekend en in avonden door het stadion worden gebruikt, mogen bedrijven hier op werkdagen vrij gebruik van maken en hoeven zij geen parkeervoorzieningen op eigen terrein te realiseren.
De Thriantaschool is een school voor speciaal onderwijs. Veel leerlingen van deze school worden met busjes naar school gebracht en weer opgehaald. Door de komst van de school zal daarom de parkeerdruk niet verder toenemen.
De Structuurvisie gemeente Emmen 2020, Veelzijdigheid troef is 24 september 2009 vastgesteld door de raad. Het document is opgesteld als ruimtelijke vertaling van de ambities gesteld in de Strategienota Emmen 2020 (vastgesteld september 2001). De structuurvisie geeft de hoofdlijnen van de ruimtelijke ontwikkeling van de gemeente Emmen weer. In de structuurvisie wordt de ruimtelijke structuur van 2020 geschetst aan de hand van een aantal thema's, te weten landschap, duurzaamheid, verkeer, werken, wonen, voorzieningen en veiligheid. Voor ieder thema is een hoofdkoers bepaald. Voor het wijzigingsplan Emmen, Meerdijk school aan Velodrome is vooral de thema's voorzieningen van belang.
Voorzieningen:
Inzet op versterking van de centrumfunctie van Emmen en behoud bestaande ruimtelijke structuur niet-commerciële voorzieningen. Bij natuurlijke wijzigingsmomenten zal worden ingezet op versterking van de kwaliteit en efficiënte bundeling.
De Raad van de gemeente Emmen heeft de Structuurvisie Werklocaties Emmen 2020 op 26 mei 2011 vastgesteld. In deze structuurvisie staat hoe de gemeente Emmen tot 2020 om wil gaan met de bedrijventerreinen en winkelcentra. Het vormt de sectorale/facetmatige uitwerking van de structuurvisie gemeente Emmen 2020 “Veelzijdigheid troef”.
De doelen van de Structuurvisie Werklocaties Emmen 2020 zijn onder meer het vergroten van de werkgelegenheid en het verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit. De locaties worden aantrekkelijker gemaakt, waardoor nieuwe ondernemers aangetrokken worden. Ook wordt hiermee de regiofunctie van Emmen als winkelstad verder versterkt.
De uitgangspunten uit deze visie komen terug in bestemmingsplannen. Daarnaast krijgen deze uitgangspunten verder vorm in projecten voor het herstructureren en aanleggen van bedrijventerreinen en het verbeteren van winkelcentra en andere winkellocaties.
Bouwwerken moeten voldoen aan 'redelijke eisen van welstand'. Een welstandscommissie beoordeelt bouwplannen aan de vooraf vastgestelde welstandscriteria, zoals opgenomen in de Welstandsnota. Op 30 juni 2016 heeft de gemeenteraad de Welstandsnota vastgesteld. In deze nota wordt vooraf bepaald wat de redelijke eisen van welstand zijn. Dit betekent dat gekeken wordt of een bouwplan qua uitstraling past bij de omgeving. Als onderdeel van de welstandsnota is het beeldkwaliteitsplan voor het businesspark Meerdijk vastgesteld. Het bestemmingsplan en de Welstandsnota met het daaronder hangende Beeldkwaliteitsplan zorgen samen voor het behoud van de ruimtelijke kwaliteit.
Het betreffende perceel valt in de Omgevingsvisie van de provincie Drenthe binnen stedelijk gebied en onderwijs vormt een stedelijke functie. In de Omgevingsvisie staat dat de steden moeten zich verder kunnen ontwikkelen als centra voor werk, onderwijs, voorzieningen en wonen. Meer dan voorheen moet er aandacht zijn voor de kwaliteit van de bestaande omgeving en dan vooral voor de herstructurerings- en transformatieopgaven.
In de Omgevingsvisie van de provincie Drenthe staat aangegeven dat gemeenten en provincie moeten samenwerken om te komen tot een ontwikkeling van Zuidoost Drenthe: Voor de opgaven in Zuidoost Drenthe werken wij vanuit de uitvoeringsagenda krimp en leefbaarheid samen met gemeenten en maatschappelijke partners aan de gevolgen van structurele verandering van de demografie in omvang en samenstelling. Deze verandering heeft invloed op de voorzieningenstructuur, arbeidsmarkt, het onderwijs, de ruimtelijke inrichting en de woningmarkt. Dit vraagt om samenwerking en een integrale aanpak van de gevolgen.
Het provinciaal beleid stelt verder geen specifieke bepalingen voor het toekennen van een aanduiding onderwijs aan een bouwkavel waar ook bedrijvigheid, dienstverlening en kantoren mogelijk zijn.
Geconcludeerd wordt dat het plan niet in strijd is met het provinciale beleid.
Op 30 mei 2013 is het gemeentelijk archeologisch beleid vastgesteld. Hiervoor is een archeologische beleidsadvieskaart gemaakt met daarbij een rapport. Dit rapport dient als toelichting op de kaart. Het doel van deze documenten is om aan te geven wat de kern vormt van het archeologiebeleid en waarop de beleidskeuzes zijn gebaseerd. De verschillende archeologische waarden en verwachtingen en de maatregelen die daaraan zijn gekoppeld zijn in de gemeentelijke archeologische beleidsadvieskaart vertaald naar diverse categorieën 'Waarde - Archeologie'. Met de vertaling is op eenvoudige wijze voor het gehele gebied van de gemeente Emmen in beeld gebracht of archeologische waarden in het geding zijn of kunnen zijn en zo ja, op welke manier daarmee dient te worden omgegaan. Onderstaande tabel geeft de onderverdeling van de vier gemaakte categorieën weer.
Het plangebied Emmen, Meerdijk school aan Velodrome is volgens de beleidskaart gelegen binnen een gebied met een aanduidigng Waarde-Archeologie 4.
Voor gebieden aangeduid met Waarde - archeologie 4 is algemeen aanvaard dat een minimumoppervlak voor bodemverstoringen geldt van 1000 m2 en een bouwvoordiepte van 30 cm (30 cm +10 cm principe). De Waarde - Archeologie 4 is apart opgenomen omdat dit terreinen zijn waar naast bovenstaande bepalingen geen drainageverbod geldt.
Binnen het plangebied liggen geen (beschermde) archeologische monumenten. Ook 50 meter buiten het plangebied zijn geen archeologische monumenten aanwezig.
Omdat er bij het vorige bestemmingsplan al een verkennend archeologisch onderzoek is uitgevoerd, is een groot deel van het plangebied inmiddels vrijgegeven. Het betreft het noordelijk gelegen sportpark en de locatie van voorheen de hondenrenbaan. In 2005 is een verkennend en een aanvullend archeologisch onderzoek uitgevoerd. Op basis van de informatie uit de proefsleuven is dit deel vrijgegeven.
Het is bekend dat het Centraal Archeologisch Archief in haar dossiers een waarneming van een prehistorisch akkercomplex, een zogenaamd Celtic Field (CAA nr. 1199) heeft. Echter, op basis van de voornoemde onderzoeken, inclusief proefsleuven, en het feit dat het gehele plangebied bouwrijp is gemaakt, wordt afgezien van een dubbelbestemming. Na landbouw, zijn er sportvelden geweest en nu, sinds 10 jaar een bedrijventerrein. Het hele gebied is tot circa 80 cm geroerde grond. Het is niet noodzakelijk om bij elke aanvraag voor een omgevingsvergunning voor bouwen een archeologisch verkennend onderzoek te vragen, omdat het geheel bouwrijp is gemaakt.
De Wet natuurbescherming (Wnb) is in werking getreden op 1 januari 2017. Deze wet vervangt de volgende drie wetten: de Natuurbeschermingswet 1998 (gebiedsbescherming), de Flora- en faunawet (soortenbescherming) en de Boswet (houtopstanden).
Gebiedsbescherming
In de Wnb is de bescherming van specifieke natuurgebieden geregeld. Het betreft de Natura 2000-gebieden, die een internationale bescherming genieten. Plannen en projecten met negatieve effecten op deze gebieden zijn vergunningplichtig. Relevant daarbij is dat de Wnb een externe werking kent. Van externe werking is sprake als activiteiten buiten een Natura 2000-gebied van invloed zijn op de natuurwaarden in een Natura 2000-gebied. Per Natura 2000-gebied zijn instandhoudingsdoelen voor soorten en vegetatietypen opgesteld.
Het Natuurnetwerk Nederland (NNN) -voorheen Ecologische Hoofdstructuur- is een samenhangend netwerk van bestaande en nog te ontwikkelen belangrijke natuurgebieden in Nederland en vormt de basis voor het natuurbeleid. Het NNN is als beleidsdoel opgenomen in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte van het Rijk. De provincies zijn verantwoordelijk voor de begrenzing, ontwikkeling en bescherming van het NNN. De begrenzing en ruimtelijke bescherming van het NNN is voor de provincie Drenthe uitgewerkt in de Provinciale Omgevingsvisie en de bijbehorende Provinciale Omgevingsverordening.
Het plangebied valt niet binnen de aangewezen natuurgebieden van het Natuurnetwerk Nederland in de provincie Drenthe.
Soortenbescherming
Het uitgangspunt van de Wnb is dat er geen (opzettelijke) schade mag worden gedaan aan beschermde dieren of planten, tenzij dit uitdrukkelijk is toegestaan. De soortenbescherming binnen de Wnb is daarbij opgedeeld in drie beschermingsregimes: Vogelrichtlijnsoorten, Habitatrichtlijnsoorten en andere soorten. Bij beoordeling van de toelaatbaarheid van bouwwerken en/of andere activiteiten moet rekening worden gehouden met de mogelijke aanwezigheid van te beschermen dier- en plantensoorten. Er dient een ontheffing op grond van artikel 3.3, 3.8 en/of 3.10 Wnb te worden aangevraagd voor een (bouw)werkzaamheid of activiteit indien het volgende van toepassing is:
Houtopstanden
In de Wnb is de bescherming van houtopstanden buiten de bebouwde kom geregeld. Doel is de instandhouding van het bosareaal. In de Provinciale Omgevingsverordening van de provincie Drenthe is geregeld hoe een kapmelding moet worden ingediend, waaraan herbeplanting moet voldoen en wanneer ontheffing van de herbeplantingsplicht kan worden verleend.
Voor houtopstanden binnen de bebouwde kom geldt de Bomenverordening gemeente Emmen 2011. In het bijbehorende bomenregister zijn de monumentale en waardevolle bomen en waardevolle houtopstanden vastgelegd. Zonder vergunning is het verboden deze te kappen.
Op basis van de Wet natuurbescherming is altijd de algemene zorgplicht van toepassing, die inhoudt dat een ieder voldoende zorg in acht neemt voor alle inheemse dieren en planten en hun directe leefomgeving. Concreet betekent dit dat bij (ruimtelijke) ingrepen gezorgd moet worden dat dieren niet verstoord of gedood worden en dat planten niet zomaar verplant worden. Ook dient gelet te worden op bijvoorbeeld broedende vogels, de voortplantingsperiode van amfibieën en de zoogperiode van zoogdieren. Daarbij geldt voor alle bouwactiviteiten dat er voorzorgsmaatregelen genomen dienen te worden, waardoor:
Dit wijzigingsplan heeft betrekking op de locatie waar rechtstreeks bebouwing mogelijk is voor bedrijven, dienstverlening en kantoren. Daarvoor is alleen een bouwvergunning nodig. Qua onderwijs zal op een soortgelijke wijze gebouwd worden. Gelet hierop zijn er vanuit oogpunt van flora en fauna geen belemmeringen voor dit wijzigingsplan. Het uitvoeren van nader onderzoek naar flora en fauna wordt niet noodzakelijk geacht.
Vanuit milieuhygiënisch oogpunt vergt het inpassen van nieuwe functies in een plangebied een goede afstemming met de andere, in de omgeving aanwezige functies. Binnen het plangebied is er sprake van het toekennen van de aanduiding onderwijs. De bestemming gemengde doeleinden maken bedrijven, dienstverlening en kantoren mogelijk. Deze vormen geen belemmering voor de vestiging van een onderwijsinstelling. Voor het overige zijn er in de directe omgeving van het plangebied geen bedrijven gelegen die met het toekennen van de aanduiding onderwijs zouden kunnen worden belemmerd in de bedrijfsexploitatie.
Regels ten aanzien van geluidhinder zijn vastgelegd in de Wet geluidhinder (Wgh).
Het doel van de Wet geluidhinder is tweeledig. Enerzijds de bescherming van het milieu
en anderzijds de bescherming van de volksgezondheid. Bepalend is steeds de situering
van geluidsbronnen ten opzichte van
geluidsgevoelige bestemmingen zoals woningen en scholen. De Wgh gaat uit van zones
langs wegen, spoorwegen en industrieterreinen. Binnen dergelijke zones zijn nieuwe
geluidsgevoelige bestemmingen alleen toegestaan indien de geluidsbelasting op de buitengevel
onder of hoogstens gelijk is aan de
voorkeursgrenswaarde. Ontheffing van de voorkeursgrenswaarde is toegestaan indien
maatregelen om
de geluidsbelasting op de buitengevels te beperken niet mogelijk zijn of onvoldoende
helpen en indien
aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan.
De Wet geluidhinder is alleen van toepassing binnen de van rechtswege aanwezige zone van een weg. Conform de Wet geluidhinder heeft elke weg een zone. Conform art. 74 lid 2 Wgh zijn de onderstaande wegen hiervan uitgezonderd:
De breedte van de zone is afhankelijk van het aantal rijstroken en de ligging in stedelijk of buitenstedelijk gebied. De weg Meedijk, waaraan de school is gelegen, ligt in stedelijk gebied. Hiervoor gelden de volgende zonebreedtes (conform art. 74 lid 1 Wgh)
De afstanden zoals weergegeven worden aan weerszijden van de weg gemeten vanaf de buitenste begrenzing van de buitenste rijstrook.
Bij de realisatie van de onderwijsinstelling en andere geluidgevoelige bestemmingen moeten de wettelijke grenswaarden in acht worden genomen. De voorkeursgrenswaarde voor wegverkeerslawaai bedraagt 48 dB. Indien deze voorkeursgrenswaarde wordt overschreden moet er onderzoek worden gedaan naar mogelijke bron- en/of overdrachtsmaatregelen. Zijn maatregelen niet mogelijk dan kunnen Burgemeester en Wethouders ontheffing van de voorkeursgrenswaarde verlenen.
Indien met maatregelen niet kan worden voldaan aan de voorkeursgrenswaarde van 48 dB kan voor onderwijs in binnenstedelijk gebied een hogere waarde worden vastgesteld van ten hoogste 63 dB. De onderwijsinstelling betreft een geluidsgevoelig object. Omdat deze objecten binnen de zone van de Stadionweg zijn gelegen, dient de geluidsbelasting op deze bestemmingen te worden getoetst aan de Wet geluidhinder.
Uit het akoestisch onderzoek "Onderzoek geluidbelasting op VSO Thrianta locatie Meerdijk te Emmen" (zie 1) blijkt dat de berekende geluidsbelasting, ten gevolge van de Meerdijk en de Stadionweg, op de school ten hoogste 52 dB (incl. aftrek art. 110g Wgh) bedraagt. Deze geluidsbelasting ligt hoger dan de voorkeursgrenswaarde van 48 dB, maar niet hoger dan de grenswaarde van 63 dB.
Gelet op de ligging en beperkte geluidsgevoelige bestemmingen kan geconcludeerd worden dat bron- en overdrachtsmaatregelen (stiller wegdektype, afschermende voorzieningen, afstandsvergroting) uit oogpunt van kosten niet gewenst zijn of uit stedenbouwkundig oogpunt niet inpasbaar zijn. Om een goed woon- en leefklimaat in de geluidgevoelige objecten te waarborgen, dient er een akoestisch onderzoek te worden uitgevoerd naar de geluidswering van de gevels in verband met de toetsing aan het Bouwbesluit ofwel bij de aanvraag voor de omgevingsvergunning voor bouwen.
Omdat de voorkeursgrenswaarde wordt overschreden moet er onderzoek worden gedaan naar mogelijke bron- en/ of overdrachtsmaatregelen. Zijn maatregelen niet mogelijk dan kunnen Burgemeester en Wethouders ontheffing van de voorkeursgrenswaarde verlenen.
Indien met maatregelen niet kan worden voldaan aan de voorkeursgrenswaarde van 48 dB kan voor onderwijs in binnenstedelijk gebied een hogere waarde worden vastgesteld van ten hoogste 63 dB. Omdat bron- en/of overdrachtsmaatregelen niet doelmatig zijn, dient het college van burgemeester en wethouders een hogere grenswaarde van variërend 49 tot 52 dB (incl. aftrek art. 110g Wgh) vast te stellen ten gevolge van de Meerdijke en de Stadionweg. Aan de maximale ontheffingswaarde van 63 dB wordt daarbij voldaan.
Het besluit is als Bijlage 2 aan dit bestemmingsplan toegevoegd.
Naast de eisen die de Wet geluidhinder stelt aan de geluidsbelasting op de gevel, stelt het Bouwbesluit eisen aan het toelaatbaar binnenniveau in geluidsgevoelige objecten als o.a. woningen en scholen. Het Bouwbesluit stelt dat de geluidisolatie van de uitwendige scheidingsconstructies (gevels / daken) van deze nieuwe panden zodanig moet zijn dat het binnenniveau niet groter mag zijn dan 33 dB. Daarnaast geldt, vanuit de Wet geluidhinder, bij sanering wegverkeerslawaai een binnenniveau van 38 dB.
Uit de Wet luchtkwaliteit volgt dat luchtkwaliteit in beginsel geen belemmering voor een ruimtelijk project vormt als aan minimaal een van de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Omdat er geen significante ontwikkelingen in het plangebied of rondom het plangebied gepland zijn, zal de concentratie van de NOX en fijnstof niet veranderen. Hierdoor betekent de luchtkwaliteit geen belemmering voor het vaststellen van het wijzigingsplan.
Dit wijzigingsplan voorziet in het toekennen van een aanduiding onderwijs aan een bouwkavel waar tevens bedrijven, dienstverlening en kantoren mogelijk zijn.
Ten behoeve van het vorige bestemmingsplan is door Oranjewoud in 2005 een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd. In 2005 is daar tevens een aanvulling op gemaakt. Geconstateerd is dat zintuigelijk geen verdachte situaties zijn. Uit het veldwerk bleek dat er op 1 meetpunt (waar nu al een gebouw staat) op anderhalve meter diepte onbekende verharding zit. Daarnaast zijn de gemeten waarden rondom de streefwaarde. De lichte verhoging van enkele componenten heeft niet geleid tot maatregelen. Sinds 2005 is het gebied bouw- en woonrijp gemaakt. Verder hebben zich geen verdachte situaties zich voorgedaan. Gelet hierop zijn er met betrekking tot het aspect bodem geen belemmeringen voor dit wijzigingsplan.
Externe veiligheid beschrijft de risico's die ontstaan als gevolg van opslag of handelingen met gevaarlijke stoffen. Dit kan betrekking hebben op inrichtingen (bedrijven) of transportroutes.
Binnen en nabij het plangebied zijn geen bedrijven, transportroutes of buisleidingen gelegen waarbij rekening moet worden gehouden met het aspect externe veiligheid.
Met dit wijzigingsplan gaat het om een wijziging van de bestemming of functie, zonder fysieke aanpassing van het bestaande plan. Het plan raakt geen belangen van het waterschap, heeft geen nieuwe invloeden op het watersysteem en geeft daarmee geen aanleiding tot aanvullende wateradviezen. Bij het niet wijzigen van het plangebied en de oorspronkelijke uitgangspunten voor de inrichting van het plan, kan het waterschap instemmen met het voorgenomen plan.
Ten behoeve van het moederplan is op 17 april 2017 een watertoets uitgevoerd. De watertoets te behoeve van dit wijzigingsplan is op 1 mei 2020 uitgevoerd bij waterschap Hunze en Aa's en toegevoegd als Bijlage 3. Geconcludeerd is dat er in dit geval geen waterschapsbelang is.
Het ontwerp wijzigingsplan met bijbehorend ontwerpbesluit heeft van 9 december 2020 tot en met 19 januari 2021 voor een ieder ter inzage gelegen. Tijdens deze periode zijn er geen zienswijzen ingediend. Het ontwerp is daarom omgezet naar een besluit (zie Bijlage 4).
Voor het opstellen van een wijzigingsplan is een bedrag opgenomen in de legesverordening. Voor het overige is er geen sprake van plankosten. Daarmee is de economische uitvoerbaarheid voldoende geborgd.
het wijzigingsplan Emmen, Meerdijk school aan Velodrome met identificatienummer NL.IMRO.0114.2020016-W701 van de gemeente Emmen;
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
een beroep,of het beroepsmatig verlenen van diensten of bedrijfsvoering dat op administratief, lichaamsverzorgend , juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of een daarmee gelijk te stellen gebied, dat door zijn beperkte omvang in of bij een woning wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
andere geluidsgevoelige gebouwen als bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder;
een op de verbeelding aangegeven grens die, door gebouwen niet mag worden overschreden, behoudens overschrijdingen die krachtens deze voorschriften zijn toegestaan;
een onderneming of gedeelte van een onderneming, die een organisatorisch zelfstandige eenheid vormt en is gericht op de productie of de afzet van goederen of de verlening van diensten, hieronder begrepen ondernemingen of gedeelten van ondernemingen, die door of vanwege de overheid worden geleid;
een woning in of bij een bedrijfsgebouw of op een terrein, bedoeld voor (het huishouden van) personen, wier huisvesting daar, gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein, noodzakelijk is;
de totale vloeroppervlakte van de ruimte binnen een functie die wordt gebruikt voor een aan-huis-gebonden beroep c;q; een (dienstverlenend) bedrijf of een dienstverlenende instelling, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke;
bebouwing aanwezig op de eerste dag van de terinzagelegging van het ontwerp bestemmingsplan;
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde verbonden is;
een gebouw, bestaande uit een complex van ruimten zoals een stadion, een sporthal met bijbehorende kleed- en kantineruimten, congres-, conferentie- en/of vergaderruimten, dan wel daarmee naar aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen voorzieningen, bedoeld voor de uitoefening van sport, (sportieve) recreatie en/of het houden van bijeenkomsten en/of evenementen inclusief het bereiden en verstrekken van dranken en/ of etenswaren voor gebruik ter plaatse.
beroep waarvan de werkzaamheden bestaan uit het verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden, waaronder zijn begrepen kapperszaken, schoonheidsinstituten, fotostudio's, en naar omvang en de aard daarmee gelijk te stellen bedrijven en inrichtingen, evenwel met uitzondering van een garagebedrijf;
het bedrijfsmatig verlenen van diensten waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen, waaronder belwinkel en internetcafé;
een horecabedrijf gericht op het verstrekken van dranken voor gebruik ter plaatse, waarbij het doen beluisteren van overwegend elektronisch versterkte muziek en het gelegenheid geven tot dansen een wezenlijk onderdeel vormen;
al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, en, voor zover een bestemmingsplan of een beheersverordening van toepassing is, deze die inrichting niet verbieden;
een gebouw en/of een terrein dat dient voor het organiseren van één of meerdaagse evenementen en activiteiten waaronder ook verstaan beurzen, markten, manifestaties, themadagen, bedrijfsmanifestaties en daarmee gelijk te stellen activiteiten;
elke voor het publiek toegankelijke gebeurtenis (incidenteel of periodiek) waarbij muziek, cultuur, kunst, ontspanning, sport of een combinatie centraal staat, inbegrepen herdenkingsplechtigheden, braderieën, jaarmarkten, optochten, feesten en wedstrijden op of aan de weg, onder te verdelen in de volgende categorieën evenementen:
Categorie I-evenement:
een evenement waarbij:
Categorie II-evenement:
een evenement waarbij:
Categorie III-evenement:
een evenement waarbij:
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
geluidsreducerende constructie/ bouwwerk in de vorm van voorzieningen zoals geluidsschermen, geluidswallen of aan deze constructies gelijk te stellen bouwwerk/ constructie;
een combinatie van minimaal twee gelijkwaardige functies, zoals in dit bestemmingsplan opgenomen hoofdgroepen van bestemmingen;
locatie van een ruimtelijk object, vastgelegd in een ruimtelijk referentiesysteem;
een bouwkundige constructie die een ruimte in een woning of gebouw scheidt van de buitenlucht, daaronder begrepen het dak;
de fysieke, dan wel doorgetrokken denkbeeldige lijn die, behoudens toegelaten afwijkingen, bij het bouwen aan de wegzijde met het vooraanzicht vanaf de weg, niet mag worden overschreden;
een (openbaar)gebied, dat is ingericht als berm, park, groenstrook, beplantingsstrook, grasveld, plantsoen, sport- en speelveldjes en dergelijke, welke voor het gehele jaar of een groot deel van het jaar voor het publiek algemeen toegankelijk moet zijn;
gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst;
een bedrijf, inrichting waar bedrijfsmatig dranken en/ of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en /of waarin bedrijfsmatig logies wordt verstrekt;
een horecabedrijf gericht op het verstrekken van al dan niet voor consumptie ter plaatse bereide etenswaren, met als nevenactiviteit het verstrekken van zwak- en niet alcoholische dranken zoals cafetaria's, snackbars, lunchrooms, broodjeszaken en daarmee vergelijkbare horecabedrijven zoals een sportkantine;
een horecabedrijf gericht op het verstrekken van maaltijden voor consumptie ter plaatse met als nevenactiviteit het verstrekken van alcoholische en niet-alcoholische dranken zoals restaurants, bistro's, grillrooms, en daarmee vergelijkbare horecabedrijven;
een horecabedrijf gericht op het verstrekken van alcoholische en niet-alcoholische dranken voor consumptie ter plaatse, met eventueel daaraan ondergeschikt het verstrekken van etenswaren of maaltijden voor gebruik ter plaatse, zoals (eet)cafés, met uitzondering van discotheken en nachtclubs;
een horecabedrijf gericht op het verstrekken van dranken voor gebruik ter plaatse, waarbij het doen beluisteren van overwegend elektronisch versterkte muziek en het gelegenheid geven tot dansen een wezenlijk onderdeel vormen, zoals discotheken, alsmede horecabedrijven gericht op het verstrekken van dranken en kleine etenswaren voor gebruik ter plaatse;
een horecabedrijf gericht op het verstrekken van logies met als nevenactiviteiten het verstrekken van maaltijden of dranken voor gebruik ter plaatse, zoals hotels en pensions;
het bedrijfsmatig verlenen van diensten waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen, waaronder congres- en vergaderaccommodatie
grootschalige en publieksaantrekkende voorziening ten behoeve van entertainment, cultuur, recreatie of sport;
een bedrijf met een publieksgericht karakter, dat is gericht op het bieden van gelegenheid tot het berijden en verzorgen van paarden en pony's (waaronder het lesgeven, de verhuur, het dresseren en trainen, alsmede het organiseren van wedstrijden en/of andere hippische evenementen) en daaraan ondergeschikte detailhandel en horeca, niet zijnde een paardenfokkerij;
voorzieningen ten dienste van openbare en semi-openbare nut, zoals transformatorgebouwen, telefooncentrales, telecommunicatie, alarmeringsystemen, riolering, rioolgemalen, waterzuivering, de levering van elektriciteit, gas, water en warmte, voorzieningen voor de waterhuishouding en naar aard van nutsvoorzieningen of daarmee gelijk te stellen overige voorzieningen;
live-geproduceerde muziek die ten gehore wordt gebracht, waarvan de geluidssterkte niet kan worden gevarieerd langs mechanische of elektronische weg;
een ander bouwwerk, dat een overdekte ruimte vormt met ten hoogste één wand (dak op pootjes);
een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
de lijn, welke de scheiding vormt tussen twee bouwpercelen of tussen een bouwperceel en een aangrenzend terrein;
een gebouwde voorzieningen ten behoeve van sport en sportieve recreatie met daarbij sportgerelateerde sociale, maatschappelijke en medische dienstverlening als ook ondergeschikte detailhandel in de vorm een sportgelateerde funshop;
de waarde van een gebied in stedenbouwkundige zin, die wordt bepaald door de mate van samenhang in aanwezige bebouwing, daarbij in het bijzonder gelet op een goede verhouding tussen bouwmassa en open ruimte, een goede hoogte- en breedteverhouding tussen de bebouwing onderling en de samenhang in bouwvorm en ligging tussen bebouwing die ruimtelijk op elkaar georiënteerd is;
grote parkeergelegenheid aan de rand van een stad, vanwaar men zijn reis naar het centrum per openbaar vervoer kan vervolgen, kan tevens fungeren als knooppunt van openbaar vervoer;
muziek en spraak die ten gehore wordt gebracht, hetzij live-geproduceerd, hetzij afgespeeld van een geluidsdrager, waarvan de geluidssterkte kan worden gevarieerd langs mechanische of elektronische weg;
voorzieningen ten dienste van de waterhuishouding waaronder wadi's, waterlopen, waterpartijen, watergangen, dammen, sluizen, duikers, retentiebekkens, vijvers;
een sloot, goot of greppel t.b.v. opvang en afvoer van gebiedseigen water en mede bedoeld als verbinding tussen de voor water bestemde gronden;
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
de kortste afstand gemeten tussen een bouwwerk en de zij- c.q. achtererfscheiding;
de op de verbeelding aangegeven (kadastrale) bebouwing wordt als illustratief beschouwd;
een op de verbeelding of in de regels aangegeven percentage, dat de grootte aangeeft van het deel van het bouwvlak, dat ten hoogste mag worden bebouwd;
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
het peil overeenkomstig de bouwverordening, dan wel indien geen peil overeenkomstig de bouwverordening is vast te stellen, de hoogte van het afgewerkte bouwterrein, indien in of op het water wordt gebouwd, dan het Normaal Amsterdams Peil of een ander plaatselijk waterpeil aan te houden;
De voor Gemengd aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:;
Voor het bouwen van een bedrijfswoning gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van andere bouwwerken gelden de volgende bepalingen:
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de gebouwen, wat betreft:
Burgemeester en Wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
De toepassing van de in artikel 3.4.1 genoemde afwijking is beperkt tot incidentele gevallen, waarbij het functioneren van de bestemming begrepen doeleinden en omliggende bestemmingen niet mag worden aangetast. In de afweging om omgevingsvergunning te verlenen worden in ieder geval de woonsituatie, het straat- en bebouwingsbeeld, de cultuurhistorie, de verkeersveiligheid, de (sociale) veiligheid, brandveiligheid/ externe veiligheid en rampenbestrijding, de milieusituatie, de gebruiksmogelijkheden in andere bestemmingen in acht genomen. Indien de genoemde waarden en of belangen onevenredig worden geschaad wordt de omgevingsvergunning niet verleend;
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend:
Burgemeester en Wethouders kunnen overeenkomstig artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening de voor deze bestemming aangewezen gronden wijzigen.
De wijziging dient het functioneren van omliggende bestemmingen niet aan te tasten. In de afweging om conform artikel 3.6 het bestemmingsplan te wijzigen dient in ieder geval de woonsituatie, het straat- en bebouwingsbeeld, de cultuurhistorie, de verkeersveiligheid, de (sociale) veiligheid, brandveiligheid/ externe veiligheid en rampenbestrijding, de milieusituatie, de gebruiksmogelijkheden in andere bestemmingen in acht genomen te worden. Indien de genoemde waarden en of belangen onevenredig worden geschaad kan de functiewijziging niet plaatsvinden.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Als een verboden gebruik wordt in ieder geval beschouwd een gebruik van gronden en/of water:
Als een verboden gebruik wordt in ieder geval beschouwd het gebruik:
Ter plaatse van de aanduiding "geluidzone - industrie" zijn de gronden, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het tegengaan van een te hoge geluidsbelasting op geluidsgevoelige objecten, veroorzaakt door het industrieterrein.
Ter plaatse van de aanduiding "geluidzone - industrie" geldt voor het bouwen van gebouwen de volgende regel:
Ter plaatse van de aanduiding "geluidzone - industrie" kan het bevoegd gezag bij omgevingsvergunning afwijken van de regel van lid 7.1.1 en toestaan dat tóch nieuwe geluidsgevoelige objecten worden gebouwd, op voorwaarde dat:
Ter plaatse van de aanduiding "geluidzone - industrie" worden in ieder geval de volgende gebruiksvormen aangemerkt als strijdig met deze aanduiding:
Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen in die zin dat:
De wijziging dient het functioneren van omliggende bestemmingen niet aan te tasten. In de afweging om het bestemmingsplan te wijzigen dient in ieder geval de woonsituatie, het straat- en bebouwingsbeeld, de cultuurhistorie, de verkeersveiligheid, de (sociale) veiligheid, brandveiligheid/ externe veiligheid en rampenbestrijding, de milieusituatie, de gebruiksmogelijkheden in andere bestemmingen in acht genomen te worden. Indien de genoemde waarden en of belangen onevenredig worden geschaad kan de wijziging niet plaatsvinden.
Indien niet op grond van een andere bepalingen in deze regels kan worden afgeweken, kunnen burgemeester en wethouders op grond van artikel 8 afwijken van de regels door:
De toepassing van de in artikel 8.1 eerste lid genoemde afwijkingen zijn beperkt tot die gevallen, waarbij het functioneren van de bestemming begrepen doeleinden en omliggende bestemmingen niet mag worden aangetast. In de afweging om af te wijken van het bestemmingsplan worden in ieder geval de woonsituatie, het straat- en bebouwingsbeeld, de cultuurhistorie, de verkeersveiligheid, de (sociale) veiligheid, brandveiligheid/ externe veiligheid en rampenbestrijding, de milieusituatie, de gebruiksmogelijkheden in andere bestemmingen in acht genomen. Tevens dient schriftelijk advies te worden ingewonnen bij de leidingbeheerder, indien daartoe noodzaak is. Indien de genoemde waarden en of belangen onevenredig worden geschaad of bij negatief advies van de leidingbeheerder kan de functiewijziging niet plaatsvinden. Indien de genoemde waarden en of belangen onevenredig worden geschaad wordt de omgevingsvergunning niet verleend.
Burgemeester en wethouders kunnen op basis van artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening het bestemmingsplan wijzigen door:
De wijziging dient het functioneren van omliggende bestemmingen niet aan te tasten. In de afweging om conform artikel 3.6 het bestemmingsplan te wijzigen dient in ieder geval de woonsituatie, het straat- en bebouwingsbeeld, de (sociale) veiligheid, brandveiligheid/ externe veiligheid en rampenbestrijding, milieusituatie, archeologie en cultuurhistorie, ecologie, water, verkeer(sveiligheid), agrarische belangen, ruimtelijke en landschappelijke inpassing, de gebruiksmogelijkheden in andere bestemmingen in acht genomen. Indien de genoemde waarden en of belangen onevenredig worden geschaad kan de wijziging niet plaatsvinden.
Indien toepassing van het overeenkomstig artikel 10.2 in het plan opgenomen overgangsrecht gebruik zou kunnen leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard voor een of meer natuurlijke personen die op het tijdstip van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan grond en opstallen gebruikten in strijd met het voordien geldende bestemmingsplan, kan de gemeenteraad met het oog op beëindiging op termijn van die met het bestemmingsplan strijdige situatie, in het plan persoonsgebonden overgangsrecht opnemen.