5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'bedrijf - bedrijventerrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. bedrijven gericht op transport en distributie, over- en opslag van goederen, alsmede groothandel, vervaardiging van voedingsmiddelen en dranken, uitgeverijen en drukkerijen, vervaardiging van medische en optische apparaten en instrumenten, vervaardiging van chemische producten, vervaardiging van producten van rubber en kunststof, vervaardiging van metalen, vervaardiging en reparatie van producten van metaal, vervaardiging van machines en apparaten, bouwnijverheid, speur en ontwikkelingswerk op de gronden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijventerrein - logistiek' en behorende tot:
- de categorieën 1 en 2 van de in bijlagen bij deze regels opgenomen Staat van bedrijven op de gronden ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 2';
- de categorieën 1 tot en met 3.1 van de in bijlagen bij deze regels opgenomen Staat van bedrijven op de gronden ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.1';
- de categorieën 2 tot en met 3.2 van de in bijlagen bij deze regels opgenomen Staat van bedrijven op de gronden ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.2';
- de categorieën 3.1 tot en met 4.1 van de in bijlagen bij deze regels opgenomen Staat van bedrijven op de gronden ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 4.1';
b. bedrijven gericht op vervaardiging van voedingsmiddelen en dranken, vervaardiging van textiel, kleding en leer, vervaardiging van artikelen van hout, riet en kurk, vervaardiging van papier, karton en papier- en kartonwaren, vervaardiging van chemische producten, vervaardiging van producten van rubber en kunststof, vervaardiging van glas, aardewerk, cement-, kalk- en gipsproducten, vervaardiging van metalen, vervaardiging en reparatie van producten van metaal, vervaardiging van machines en apparaten, vervaardiging van transportmiddelen, productie en distributie van stroom, aardgas, stoom en warm water, bouwnijverheid, recycling en milieudienstverlening en behorende tot:
- de categorieën 1 tot en met 3.1 van de in bijlagen bij deze regels opgenomen Staat van bedrijven op de gronden ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.1';
- de categorieën 2 tot en met 3.2 van de in bijlagen bij deze regels opgenomen Staat van bedrijven op de gronden ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.2';
- de categorieën 3.1 tot en met 4.1 van de in bijlagen bij deze regels opgenomen Staat van bedrijven op de gronden ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 4.1';
- de categorieën 3.1 tot en met 4.2 van de in bijlagen bij deze regels opgenomen Staat van bedrijven op de gronden ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 4.2';
c. bestaande bedrijven, uitsluitend zoals vermeld in het overzicht "bestaande bedrijven" welke is opgenomen in bijlagen bij deze regels;
d. detailhandel in volumineuze goederen ter plaatse van de aanduiding ‘detailhandel volumineus’;
e. internetwinkels;
f. bestaande bedrijfswoningen;
g. verkeers- en verblijfsvoorzieningen;
h. openbare nutsvoorzieningen;
i. groenvoorzieningen en water.
In de bestemming zijn niet toegestaan:
- risicovolle inrichtingen;
- geluidzoneringsplichtige inrichtingen op grond van de Wet geluidhinder;
- m.e.r.-plichtige en m.e.r.-beoordelingsplichtige inrichtingen.
Onder bestaande bedrijven worden uitsluitend bedrijven verstaan waarvoor een milieuvergunning is afgegeven of een melding op grond van artikel 8.40 van de Wet milieubeheer is gedaan.
Onder water is tevens de berging van water begrepen.
Detailhandel is niet toegestaan met uitzondering van de bedrijven genoemd onder c en d en van detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie.
Kantoren zijn toegestaan voor zover deze onderdeel uitmaken, maar geen hoofdbestanddeel zijn van de bedrijfsvoering.
Parkeren dient te plaats te vinden op eigen terrein.
5.2 Bouwregels
a. Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
1. de gebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd;
2. ter plaatse van de aanduiding 'gevellijn' dienen de gebouwen in de naar de weg gekeerde bouwgrens te worden gebouwd, met dien verstande dat per bouwperceel de lengte van de in deze bouwgrens te plaatsen gevel ten minste 50% van de breedte van het bouwperceel bedraagt;
3. de goot- en bouwhoogte van de gebouwen bedragen niet meer dan respectievelijk 10 m en 15 m, dan wel niet meer dan de goot- en bouwhoogte van de bestaande gebouw en indien deze meer bedragen;
4. ter plaatse van de aanduiding 'gevellijn' bedraagt de goothoogte van gebouwen ten minste 7,5 m;
5. de afstand van de gebouwen tot de zijdelingse perceelgrens bedraagt ten minste 3,5 m;
6. ten hoogste 70 % van een bouwperceel mag worden bebouwd.
b. Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende regels:
1. uitsluitend bestaande bedrijfswoningen zijn toegestaan;
2. een bedrijfswoning mag uitsluitend overeenkomstig de bestaande situatie worden gebouwd;
3. de goothoogte mag niet meer dan 6 m bedragen, dan wel de bestaande goothoogte indien deze meer is;
4. de bouwhoogte mag niet meer dan 10 m bedragen, dan wel de bestaande bouwhoogte indien deze meer is;
5. de inhoud van een bedrijfswoning mag niet meer dan 600 m³ bedragen, dan wel de bestaande inhoud indien deze meer is;
c. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
1. de bouwhoogte bedraagt niet meer dan 20 m, met dien verstande dat de bouwhoogte van bouwwerken ten behoeve van reclame-uitingen niet meer dan 6 m bedraagt;
2. de bouwhoogte van terreinafscheidingen bedraagt voor de voorgevelrooilijn ten hoogste 1 m en daarachter ten hoogste 2 m, met dien verstande dat de bouwhoogte op zijerven die grenzen aan een openbare weg (niet zijnde een brandgang tussen twee gebouwen) of openbaar groengebied op een afstand van 1 m of minder uit de perceelgrens ten hoogste 1 m bedraagt.
5.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
- de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
- de verkeersveiligheid;
nadere eisen stellen aan:
a. de plaats van bouwwerken, geen gebouw zijnde.
5.4 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan, op basis van een goede ruimtelijke onderbouwing en mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
- de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
- het bebouwingsbeeld;
- de verkeersveiligheid;
een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in:
a. lid 5.2, sub a, onder 3:
voor een bouwhoogte van maximaal 20 m voor een ondergeschikt deel van een gebouw;
b. lid 5.2, sub a, onder 5:
voor een kleinere afstand tot de perceelgrens;
c. lid 5.2, sub a, onder 6:
voor vergroting van het bebouwingspercentage tot maximaal 80%.
5.5 Specifieke gebruiksregels
Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving. Hieronder wordt in ieder geval gerekend:
- opslag en laden & lossen voor de voorgevel;
- het gebruik van gronden en bouwwerken voor reclamedoeleinden anders dan voor het op de gronden gevestigde bedrijf;
- wonen in bedrijfswoningen zonder dat de bewoner een relatie heeft met de bedrijfsvoering van het bijbehorend bedrijf;
- wonen buiten bedrijfswoningen;
- afsplitsing van een bedrijfswoning van een bedrijf;
- detailhandel anders dan de detailhandel als genoemd in de bestemmingsomschrijving.
5.6 Afwijken van de gebruiksregels
Het bevoegd gezag kan, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
- de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
- de verkeersveiligheid;
- de milieusituatie;
een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van de bestemmingsomschrijving voor de vestiging van bedrijven welke in de in de bijlage opgenomen Staat van bedrijven niet zijn genoemd onder de voor die gronden van toepassing zijnde categorieën, dan wel bedrijven die worden genoemd in een naast hogere categorie, mits deze bedrijven naar aard en effecten op het woon- en leefklimaat van de omliggende woongebieden, al dan niet onder te stellen voorwaarden, wat betreft geur, stof, gevaar en geluid, kunnen worden gelijkgesteld met de bedrijven welke wel zijn genoemd.
Bij de voorbereiding van de omgevingsvergunning zal rekening worden gehouden met de Nota Industrielawaai.
5.7 Wijzigingsbevoegdheid
a. Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming wijzigen voor de vestiging van in de gemeente Menterwolde gevestigde bedrijven (verplaatsing bestaande bedrijven), met dien verstande dat:
- het te verplaatsen bedrijf in de huidige situatie als een knelpunt wordt beschouwd;
- de bedrijfsbestemming van het te verlaten perceel gewijzigd wordt in een woonbestemming, dan wel in een andere ter plaatse passende bestemming.
De bedrijfsverplaatsing mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van:
- de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
- de milieusituatie;
- de verkeersveiligheid;
- het straat- en bebouwingsbeeld.
Bij de voorbereiding van de wijzigingsbevoegdheid zal rekening worden gehouden met de Nota Industrielawaai.