Inhoud
Artikel
6 Algemene
gebruiksregels
Artikel
7 Algemene
afwijkingsregels
Artikel
8 Algemene
wijzigingsregels
Artikel
9 Algemene
procedureregels
Hoofdstuk
4 Overgangs-
en slotregels
Bijlagen
- Staat van bedrijfsactiviteiten
In deze regels wordt verstaan onder:
het bestemmingsplan ‘1e
herziening Boezem & Boezemvaart, Vlielandseweg
de geometrisch bepaalde planobjecten
als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1926bp00012014-4001 met de bijbehorende regels en bijlagen.
een geometrisch bepaald vlak of
figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden
gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding indien
het een vlak betreft.
een al of
niet voor bewoning bestemd gebouw dat aan een woning is aangebouwd en daarmee
in directe verbinding staat.
een bouwwerk, geen gebouw zijnde.
één of meer gebouwen en/of
bouwwerken geen gebouwen zijnde.
de oppervlakte van de bebouwing
binnen het bouwvlak of, bij afwezigheid daarvan, het bestemmingsvlak,
uitgedrukt in een percentage van de oppervlakte van dat vlak.
a t.a.v. bebouwing:
bebouwing, zoals aanwezig op het tijdstip
van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan, dan wel mag worden gebouwd
krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde vergunning;
b t.a.v. gebruik:
het gebruik van grond en opstallen, zoals
aanwezig op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan.
het in de woning en de daarbij
behorende aan- of uitbouwen en bijgebouwen, met behoud van de woonfunctie,
bedrijfsmatig uitoefenen van bedrijfsactiviteiten:
a die in de van deze voorschriften
deel uitmakende bijlage Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn aangeduid als
categorie 1, dan wel daarmee gelijk kunnen worden gesteld wat betreft de
gevolgen voor de omgeving, en
b die geen horeca of detailhandel
zijn, behoudens detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit van de ter
plaatse uitgeoefende bedrijfsactiviteit, in de woning en de daarbij behorende
aan- of uitbouwen en bijgebouwen, met behoud van de woonfunctie.
een woning in of bij een gebouw of
op of bij een terrein, die hoort bij en functioneel gebonden is aan een
bedrijf, instelling of voorziening in dat gebouw of op dat terrein.
het beroepsmatig uitoefenen van
activiteiten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, educatief,
kunstzinnig, maatschappelijk of daarmee gelijk te stellen gebied, waaronder
begrepen kinderopvang, alsmede de beroepen van schoonheidsspecialist, pedicure,
in de woning en de daarbij behorende aan- of uitbouwen en bijgebouwen, met
behoud van de woonfunctie.
de grens van een bestemmingsvlak.
een geometrisch bepaald vlak met
eenzelfde bestemming.
het plaatsen, het geheel of
gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een
bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of
veranderen van een standplaats.
de grens van een bouwvlak.
een aaneengesloten stuk grond,
waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is
toegelaten.
een geometrisch bepaald vlak,
waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en
bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
elke constructie van enige omvang
van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect
met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de
grond.
een bij een woning behorend gebouw,
zoals een garage, berging of hobbyruimte, dat niet in directe verbinding staat
met de woning en dat niet voor bewoning is bestemd.
het bedrijfsmatig te koop aanbieden,
waaronder uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan
personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending overwegend
anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit; in dit
plan wordt een horecabedrijf niet als detailhandel aangemerkt.
de natuurlijke persoon, groep van
personen of rechtspersoon, die bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij
bedrijfsmatig was, prostitutie aanbiedt, die op een andere plaats dan in de
bedrijfsruimte wordt uitgeoefend zoals escortservices en bemiddelingsbureaus.
een ruimte op de begane grond in een
gebouw die buiten de gevel van een gebouw uitsteekt.
doeleinden ten behoeve waarvan
gebruik van gebouwen en/of gronden of aangewezen delen daarvan is toegestaan.
elk bouwwerk, dat een voor mensen
toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte
vormt.
een bedrijf, dat goederen van
verschillende producenten of leveranciers inkoopt en welke deze goederen verdeelt
naar de detailhandel. Groothandels verkopen niet rechtstreeks aan consumenten.
een bedrijf, waarvan de
hoofdactiviteit vermeld is, in de van de regels deel uitmakende Staat van
Horecabedrijven.
een
gebouw, dat op bij elkaar behorende, aaneengesloten gronden door constructie of
afmetingen als het belangrijkste valt aan te merken.
een tent,
tentwagen, kampeerauto of caravan dan wel enig ander onderkomen of ander
voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan, voor zover geen bouwwerk zijnde,
waarvoor ingevolge artikel 2.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht
een omgevingsvergunning vereist is; een en ander voor zover deze onderkomens of
voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden
of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf.
het
bedrijfmatig (nacht)verblijf aanbieden, waarbij de betreffende persoon het hoofdverblijf
elders heeft.
een gebouw
specifiek ingericht voor het bedrijfsmatig (nacht)verblijf aanbieden voor meer
dan 10 personen waarbij de betreffende personen het hoofdverblijf elders hebben.
een voor
verblijf geschikt, al dan niet aan zijn bestemming onttrokken, vaar- of voertuig,
ark of caravan, voor zover dat/die niet als een bouwwerk is aan te merken,
alsook een tent.
een
dakconstructie vrijstaand zonder wanden dan wel aan maximaal drie zijden begrensd
door de gevels van belendende gebouwen en welke constructie zelf niet wordt
aangemerkt als een gebouw.
het zich
beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele diensten ten behoeve van
een ander tegen vergoeding.
een
prostitutiebedrijf, waarbij prostituees zich aanbieden aan het publiek door
zich opvallend aan een raam aan de straat te vertonen.
een
inrichting, bestaande uit een of meer voor publiek toegankelijke, besloten
ruimten, waarin bedrijfsmatig of op een daarmee vergelijkbare wijze, seksuele
handelingen worden verricht; onder een hiervoor bedoelde inrichting worden in
elk geval verstaan: een prostitutiebedrijf en raamprostitutiebedrijf.
een als
een gebouw aan te merken caravan, uitsluitend bestemd om te dienen voor recreatief
woonverblijf door een persoon, gezin of andere groep van personen, die zijn/hun
vaste woon- of verblijfplaats elders hebben; onder recreatief woonverblijf is
in ieder geval niet begrepen permanente bewoning door eenzelfde persoon, gezin
of andere groep van personen.
het door
handelingen, houding, woord, gebaar of op andere wijze passanten tot
prostitutie bewegen, uitnodigen dan wel aanlokken.
de kaart
met bijbehorende verklaring, waarop de bestemmingen van de in het plan aangewezen
gronden zijn aangegeven.
een lijn die buitenwerks loopt langs de voorgevel van een gebouw en/of
de denkbeeldige lijn in het verlengde van die lijn.
een constructie geen gebouw of bouwwerk zijnde.
een woning
dient voor de huisvesting van:
-
één afzonderlijk huishouden, of;
-
een huishouden plus maximaal 3 personen,
of;
-
maximaal 4 personen die geen huishouden
vormen.
Bij de toepassing van deze regels
wordt als volgt gemeten:
de kortste
afstand van het verticale vlak in de zijdelingse perceelsgrens tot enig punt
van het op dat bouwperceel voorkomende bouwwerk.
de
oppervlakte van alle op een bouwperceel aanwezige bouwwerken tezamen.
het
oppervlak dat met bouwwerken is bebouwd, uitgedrukt in procenten van de oppervlakte
van het bouwperceel, voor zover dat is gelegen binnen de bestemming, of binnen
een in de regels nader aan te duiden gedeelte van die bestemming.
vanaf het
peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw
zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen,
antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
vanaf het
maaiveld tot aan het hoogste punt van een hoogspanningsmast, met uitzondering
van ondergeschikte bouwonderdelen.
tussen de
buitenwerkse hoofdgevelvlakken en/of de harten van gemeenschappelijke scheidingsmuren.
vanaf het
peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een
daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
tussen de
onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het
hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen. In
geval van een gebouw waarvan de hoofdtoegang is gelegen in het talud of op de
kruin van een dijk, wordt de ruimte onder peil doch boven het laagst gelegen
aansluitende terrein meegerekend.
tussen de
buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts
geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter
plaatse van het bouwwerk.
a
de hoogte van de kruin van de weg: in geval
van een gebouw waarvan het hoofdgebouw direct aan die weg grenst en de
onderzijde van de hoofdtoegang op maximaal
b
de gemiddelde hoogte van het aansluitende
afgewerkte terrein bij voltooiing van de bouw in andere gevallen.
Bij toepassing van het bepaalde ten
aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen zoals plinten,
pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel-
en kroonlijsten, luifels, erkers, balkons en overstekende daken buiten
beschouwing gelaten, mits de overschrijding niet meer dan
De voor "Bedrijf"
aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a.
bedrijven
die hierna zijn aangegeven:
Bedrijven die in
de van deze regels deeluitmakende bijlage Staat van bedrijfsactiviteiten zijn
aangeduid als categorie: |
Ter plaatse van de
aanduiding: |
1 of 2 |
Bedrijf tot en met
categorie 2 |
1, 2 of 3.1 |
Bedrijf tot en met
categorie 3.1 |
1, 2, 3.1 of 3.2 |
Bedrijf tot en met
categorie 3.2 |
b.
wegen
met bijbehorende paden en bermen, en
c.
groen-,
parkeer- en overige voorzieningen, zoals nutsvoorzieningen, behorende bij een
bedrijventerrein,
een en ander met
uitzondering van:
1.
detailhandelsbedrijven,
andere dan de onder a bedoelde;
2.
bedrijven
die krachtens artikel 2.1 lid 3 van het Besluit omgevingsrecht zijn aangewezen
als inrichtingen die in belangrijke mate geluidhinder kunnen veroorzaken;
3.
bedrijven
waarop het Bevi van toepassing is.
Op en in de gronden
als bedoeld in lid 3.1 mogen uitsluitend worden gebouwd:
a.
gebouwen,
niet zijnde bedrijfs- of andere woningen,
b.
andere
bouwwerken, zoals palen, masten, verkeers-, reclame- en andere tekens,
technische installaties en erf- of perceelafscheidingen.
Voor het bouwen van
bouwwerken als bedoeld in sublid 3.2.1, gelden de volgende bepalingen:
a.
gebouwen
mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
b.
de oppervlakte
aan gebouwen mag niet meer bedragen dan is aangegeven ter plaatse van de
aanduiding ‘maximum bebouwd oppervlak (m2)’;
c.
de bouwhoogte
van gebouwen als bedoeld in lid 3.2.1, onder a mag niet meer bedragen dan is
aangegeven ter plaatse van de aanduiding ‘maximale bouwhoogte (m)’;
d.
de
bouwhoogte van andere bouwwerken mag niet meer bedragen dan hierna is
aangegeven:
Bouwwerken |
Max. bouwhoogte |
Luifels, vlaggen-
en andere masten |
|
Erf- of
perceelafscheidingen achter de voorgevelrooilijn, op of rond een terrein met
daarop een gebouw: |
|
Overige erf- of
perceelafscheidingen: |
|
Overige andere
bouwwerken: |
|
e.
er moet
worden voldaan aan de parkeernormen zoals opgenomen in de van deze regels deel
uitmakende bijlage 2 Parkeernormen.
Het bevoegd gezag kan,
met toepassing van artikel 9 (Algemene procedureregels) een
omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 3.1, onder a, ten behoeve van andere bedrijven, mits per
geval is aangetoond dat het betreffende andere bedrijf, gezien de gevolgen daarvan
voor de omgeving, redelijkerwijs kan worden gelijkgesteld met bedrijven die op
de desbetreffende plaats zijn toegestaan krachtens lid 3.1, onder a.
Grond die eenmaal in aanmerking is
genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of
alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen
buiten beschouwing.
In die gevallen dat de bestaande
goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte, inhoud of afstand tot enige grens van
bouwwerken, die rechtens, in overeenstemming met het bepaalde in de Woningwet
tot stand zijn gekomen, minder dan wel meer bedraagt dan in de bouwregels in
hoofdstuk 2 van deze regels is voorgeschreven respectievelijk toegestaan, geldt
die goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte, inhoud of afstand in afwijking daarvan
als minimaal respectievelijk maximaal toegestaan.
Onder strijdig gebruik wordt in
ieder geval verstaan het gebruik van:
a gronden en bouwwerken als of ten
behoeve van een seksinrichting;
b onbebouwde gronden:
1 als stand- of ligplaats van
onderkomens, tenzij dit gebruik verband houdt met het op de bestemming gerichte
beheer van de gronden;
2 als opslag-, stort- of bergplaats
van machines, voer- en vaartuigen en andere al of niet afgedankte stoffen,
voorwerpen en producten, tenzij dit gebruik verband houdt met het op de
bestemming gerichte beheer van de gronden.
Het bevoegd gezag kan een
omgevingsvergunning verlenen om af te wijken van:
a de regels en toestaan dat
bebouwingsgrenzen in geringe mate worden overschreden, indien een meetverschil
daartoe aanleiding geeft, mits die afwijkingen ten opzichte van hetgeen is
aangegeven niet meer bedragen dan
b de regels en toestaan dat openbare
nutsgebouwtjes, wachthuisjes ten behoeve van het openbaar vervoer,
telefooncellen, gebouwtjes ten behoeve van de bediening van kunstwerken,
toiletgebouwtjes, en naar aard daarmee gelijk te stellen gebouwtjes worden
gebouwd, mits:
1 de oppervlakte per gebouwtje niet
meer dan
2 de bouwhoogte niet meer dan
Burgemeester en wethouders zijn
bevoegd tot het wijzigen van de ligging van grenzen van bestemmings- en
bouwvlakken en van aanduidingen zodanig, dat de geldende oppervlakte van de bij
wijziging betrokken vlakken met niet meer dan 10% wordt verkleind of vergroot
en de grenzen daarbij met niet meer dan
Burgemeester en wethouders zijn
bevoegd de van deze regels deel uitmakende bijlage Staat van
Bedrijfsactiviteiten als volgt te wijzigen:
het toevoegen en schrappen van
soorten bedrijven en het veranderen van de categorie-indeling van soorten
bedrijven, voor zover veranderingen in de bedrijfsvoering en de milieugevolgen
van soorten bedrijven hiertoe aanleiding geven.
In de gevallen dat in deze regels
toepassing van deze procedurebepalingen is voorgeschreven, gelden de volgende
bepalingen:
a het ontwerpbesluit omtrent het
verlenen van een omgevingsvergunning of nadere eisen ligt met bijbehorende stukken
gedurende zes weken voor een ieder ter inzage;
b het bevoegd gezag maakt de
terinzagelegging vooraf bekend in één of meer dag-, nieuws- of
huis-aan-huisbladen, die in de gemeente worden verspreid, alsmede op de
gebruikelijke wijze;
c de bekendmaking houdt mededeling in
van de bevoegdheid van belanghebbenden om gedurende de termijn van
terinzagelegging schriftelijk zienswijzen omtrent het ontwerpbesluit naar voren
te brengen bij het bevoegd gezag;
d het bevoegd gezag deelt aan hen die
zienswijzen naar voren hebben gebracht de beslissing daaromtrent mede.
Een bouwwerk dat op het tijdstip van
inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel
gebouwd kan worden krachtens een bouwvergunning, en afwijkt van het plan mag,
mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
a gedeeltelijk worden vernieuwd of
veranderd of
b na het teniet gaan ten gevolge van
een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de
bouwvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is
teniet gegaan.
Het bevoegd gezag kan eenmalig een
omgevingsvergunning verlenen
in afwijking van sublid 10.1.1 voor het vergroten van de inhoud van bouwwerk
als bedoeld in sublid 10.1.1 met maximaal 10%.
Sublid 10.1.1 is niet van toepassing
op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van
het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd zijn met het daarvoor
geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
Het gebruik van grond en bouwwerken
dat bestond op het tijdstip inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee
in strijd is, mag worden voortgezet.
Het is verboden het met het
bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in sublid 10.2.1, te veranderen of
te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door
deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
Indien het gebruik, bedoeld in
sublid 10.2.1, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een
periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik
daarna te hervatten of te laten hervatten.
Sublid 10.2.1, is niet van
toepassing
-
op
het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan,
daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan;
-
Als
het strijdig gebruik een aanvang heeft genomen, nadat de goedkeuring van dat
vorige bestemmingsplan onherroepelijk was geworden, en
-
als
burgemeester en wethouders tijdig aan overtreder kenbaar hebben gemaakt dat
sprake is van strijdig gebruik en dat ze in voortzetting daarvan niet berusten.
Deze
regels worden aangehaald als:
Regels
van het bestemmingsplan ‘1e herziening Boezem & Boezemvaart, Vlielandseweg
Rosmalen,
april 2013 Vaststellingsdatum: 4 april 2013