-
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd tot het wijzigen van de ligging van grenzen van bestemmings- en bouwvlakken en van aanduidingen zodanig, dat de geldende oppervlakte van de bij wijziging betrokken vlakken met niet meer dan 10% wordt verkleind of vergroot en de grenzen daarbij met niet meer dan 10 m worden verschoven.
-
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied 1' ten behoeve van:
-
het realiseren van twee woningen, mits:
-
de oppervlakte per woning niet meer bedraagt dan 250 m²;
-
de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens van de niet aaneengebouwde zijde van de woning niet minder dan 3 m bedraagt;
-
-
het vergroten van het bestemmingsvlak;
-
het vergroten van het bouwvlak;
-
het verhogen van de goot- en bouwhoogte, mits de goot- en bouwhoogte niet meer bedragen dan respectievelijk 6 m en 9 m.
-
-
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied 2' ten behoeve van:
-
het vergroten van het bouwvlak, mits:
-
de oppervlakte niet meer bedraagt dan 165 m²;
-
het aantal woningen niet meer bedraagt dan 1;
-
de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens van de woning niet minder dan 3 m bedraagt;
-
-
het vergroten van het bestemmingsvlak;
-
het verhogen van de goot- en bouwhoogte, mits de goot- en bouwhoogte niet meer bedragen dan respectievelijk 5 m en 7 m.
-
-
De onder a tot en met c genoemde wijzigingsbevoegdheden kunnen uitsluitend worden verleend, mits er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
-
de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
-
het landschaps- en bebouwingsbeeld;
-
de milieusituatie;
-
het uitzicht van woningen;
-
de verkeersveiligheid.
-