Behoudens het bepaalde in sublid 9.3.2, is het verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijde, of van werkzaamheden) op en in de in lid 9.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden uit te voeren, over een oppervlakte van 200 m² of meer:
-
het uitvoeren van graafwerkzaamheden, het roeren en omwoelen van gronden, dieper dan 0,3 m onder peil;
-
het verlagen van de bodem en afgraven van gronden, dieper dan 0,3 m onder peil;
-
het graven of anderszins aanbrengen van watergangen en waterpartijen, dieper dan 0,3 m onder peil;
-
het aanbrengen van diepwortelende beplantingen;
-
het ophogen en egaliseren van gronden.