Burgemeester en Wethouders kunnen, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
-
de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
-
het straat- en bebouwingsbeeld;
-
de sociale veiligheid;
-
de verkeersveiligheid;
-
de woonsituatie;
-
de milieusituatie, waaronder de akoestische aspecten;
-
de waterhuishouding;
-
het woon- en leefklimaat in de omgeving,
-
het plan wijzigen ten behoeve van een transformatorstation, gasdrukmeet- en regelstation, rioolgemaal en naar de aard daarmee gelijk te stellen gebouwen en andere bouwwerken van openbaar nut tot een maximum inhoud van 400 m³ en een maximum bouwhoogte van 4 m.
-
indien de risicovolle inrichting ter plaatse is beëindigd, het plan wijzigen in die zin dat:
-
de aanduiding “vulpunt lpg” aan de gronden wordt ontnomen;
-
de aanduiding “verkooppunt motorbrandstoffen met lpg” aan de gronden wordt ontnomen dan wel wordt gewijzigd in de aanduiding “verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg”; en
-
de aanduiding ‘veiligheidszone – lpg’ aan de gronden wordt ontnomen.