Artikel 24 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 25 Algemene gebruiksregels
Tot een gebruik in strijd met dit bestemmingsplan wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijvingen, waaronder in ieder geval wordt begrepen:
-
-
-
-
-
het gebruiken of laten gebruiken van gronden als standplaats voor kampeermiddelen;
-
het gebruiken of laten gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van seksinrichtingen;
-
het gebruiken of laten gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van risicovolle inrichtingen;
-
het gebruiken of laten gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van geluidszoneringsplichtige inrichtingen.
-
-
-
-
Artikel 26 Algemene aanduidingsregels
26.1 Gebiedsaanduiding “geluidzone – weg”
De gronden ter plaatse van de aanduiding “geluidzone – weg” zijn, naast de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen (basisbestemming), tevens aangeduid voor het tegengaan van een te hoog geluidsniveau op kwetsbare objecten en beperkt kwetsbare objecten vanwege wegverkeer.
26.2.1 Bouwregels
In afwijking van het bepaalde in de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen mogen in of op deze gronden geen kwetsbare objecten of beperkt kwetsbare objecten worden gebouwd.
26.2.2 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de bescherming van het doelmatig en veilig functioneren van de nabijgelegen weg, bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 26.2.2 en toestaan dat kwetsbare objecten of beperkt kwetsbare objecten worden gebouwd, mits:
-
door middel van akoestisch onderzoek is aangetoond dat de geluidsbelasting binnen de daarvoor gestelde grenzen valt;
-
vooraf advies wordt ingewonnen van de betreffende wegbeheerder.
26.2.3 Wijzigingsbevoegdheid
-
Het bevoegd gezag kan, overeenkomstig de Wet ruimtelijke ordening, het plan wijzigen in die zin dat:
-
de gebiedsaanduiding “geluidzone – weg” ter plaatse wordt aangebracht, mits dit voortvloeit uit de aanleg of het verleggen, verbreden of versmallen c.q. opheffen van wegen;
-
de gebiedsaanduiding “geluidzone – weg” ter plaatse wordt verwijderd, mits: dit voortvloeit uit de aanleg of het verleggen, verbreden of versmallen c.q. opheffen van wegen.
-
Op de voorbereiding van het besluit tot wijziging is de in de Wet ruimtelijke ordening geregelde procedure van toepassing.
26.2 Gebiedsaanduiding “vrijwaringszone – molenbiotoop”
26.3.1 Aanduidingsomschrijving
Ter plaatse van de aanduiding “vrijwaringszone - molenbiotoop” zijn de gronden, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming van de functie van de in het aanliggende gebied gesitueerde molen als werktuig en zijn waarde als landschapsbepalend element.
26.3.2 Bouwregels
In afwijking van het bepaalde in de aangegeven andere bestemmingen mag in of op deze gronden slechts gebouwd worden, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de molen als werktuig en beeldbepalend element.
26.3.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde of werkzaamheden
-
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag, de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
-
het aanbrengen van bomen, heesters en andere opgaande beplanting.
-
De in sub a, bedoelde omgevingsvergunning is niet vereist voor werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden die:
-
die het normale onderhoud betreffen;
-
die reeds in uitvoering zijn ten tijde van het van kracht worden van het plan;
-
die mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende omgevingsgunning.
-
Een omgevingsvergunning als bedoeld in sub a, wordt uitsluitend verleend, indien er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de molen als werktuig en beeldbepalend element.
Artikel 27 Algemene afwijkingsregels
Het bevoegd gezag kan, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
-
de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
-
het straat- en bebouwingsbeeld;
-
de sociale veiligheid;
-
de verkeersveiligheid;
-
de waterhuishouding;
-
cultuurhistorische en landschappelijke kwaliteiten;
-
het woon- en leefklimaat in de omgeving,
bij een omgevingsvergunning afwijken van:
-
de in het plan gegeven maten, afmetingen en percentages tot niet meer dan 10% van die maten, afmetingen en percentages, indien dat om constructieve redenen noodzakelijk is;
-
het bepaalde in het plan en toestaan dat het beloop of profiel van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of intensiteit daartoe aanleiding geeft;
-
het bepaalde in het plan en toestaan dat bestemmings- of bouwgrenzen worden overschreden, indien een meetverschil daartoe aanleiding geeft;
-
het bepaalde in het plan voor het bouwen van antennes, waarvan de bouwhoogte ten hoogste 15 meter mag bedragen en voor een antenne voor telecommunicatie tot een bouwhoogte van 25 meter;
-
het bepaalde in het plan en toestaan dat openbare nutsgebouwtjes, wachthuisjes ten behoeve van het openbaar vervoer, telefooncellen, gebouwtjes ten behoeve van de bediening van kunstwerken, toiletgebouwtjes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen gebouwtjes en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, mits:
-
de inhoud per gebouwtje niet meer dan 100 m³ bedraagt;
-
de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten hoogste 15 meter bedraagt.
Artikel 28 Algemene wijzigingsregels
Het bevoegd gezag kan overeenkomstig de Wet ruimtelijke ordening en mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
-
de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
-
het straat- en bebouwingsbeeld;
-
de verkeersveiligheid;
-
de waterhuishouding;
-
cultuurhistorische en landschappelijke kwaliteiten;
-
het woon- en leefklimaat in de omgeving,
-
de bestemming ’Maatschappelijk’ op de gronden ter plaatse van de aanduiding “wro-zone – wijzigingsgebied 1”, wijzigen ten behoeve van de bestemming ‘Wonen’, met dien verstande dat:
-
ten hoogste 55% van het gebied mag worden bebouwd;
-
het aantal vrijstaande, geschakelde, twee-onder-één-kap- en rijenwoningen niet meer mag bedragen dan 20 danwel het aantal gestapelde woningen mag niet meer mag bedragen dan 40;
-
er vrijstaande woningen, twee-onder-een kap woningen, rijwoningen en gestapelde woningen mogen worden gebouwd;
-
de maximale goothoogte niet meer mag bedragen dan 6 meter;
-
de maximale bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 10 meter;
-
ten behoeve van de woningen binnen het gebied waarvoor de wijzigingsbevoegdheid geldt, voldoende parkeerplaatsen op eigen erf worden geschapen en daarnaast minimaal 25 parkeerplaatsen voor Zorgcentrum Noorderbreedte;
-
er vooraf inventariserend archeologisch veldonderzoek plaatsvindt door een erkend bedrijf voor het uitvoeren van archeologische opgravingen, volgens de richtlijnen van de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie en de provincie Noord-Holland;
-
de herinrichting van het gebied plaatsvindt op basis van een beeldkwaliteitsplan, waarbij rekening wordt gehouden met cultuurhistorische waarden in en in de omgeving van het gebied;
-
er vooraf (aanvullend) ecologisch onderzoek plaatsvindt; indien het onderzoek daartoe aanleiding geeft, zal de (bouw)werkzaamheid pas kunnen plaatsvinden nadat een ontheffing casu quo vrijstelling op grond van de Flora- en faunawet is verkregen;
-
over de waterhuishouding vooraf overleg plaatsvindt met het Hoogheemraadschap;
-
voor het overige de bestemmingsregels van de bestemming ‘Wonen’ van overeenkomstige toepassing zijn.
-
de bestemming ‘Maatschappelijk’, op de gronden ter plaatse van de aanduiding “wro-zone – wijzigingsgebied 2” wijzigen ten behoeve van de bestemming ‘Bedrijf’, met dien verstande dat:
-
de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 7 meter;
-
er geen bedrijfswoning mag worden gebouwd;
-
ten behoeve van de bedrijven binnen het gebied waarvoor de wijzigingsbevoegdheid geldt, voldoende parkeerplaatsen op eigen erf worden geschapen;
-
er vooraf (aanvullende) ecologisch onderzoek plaatsvindt; indien het onderzoek daartoe aanleiding geeft, zal de (bouw)werkzaamheid pas kunnen plaatsvinden nadat een ontheffing casu quo vrijstelling op grond van de Flora- en Faunawet is verkregen;
-
voor het overige de bestemmingsregels van de bestemming ‘Bedrijf’ van overeenkomstige toepassing zijn.
-
de bestemming ‘Horeca’, op de gronden ter plaatse van de aanduiding “wro-zone – wijzigingsgebied 3” wijzigen ten behoeve van de bestemming ‘Wonen’, met dien verstande dat:
-
het aantal vrijstaande, geschakelde, twee-onder-één-kap en rijenwoningen niet meer mag bedragen dan 4 danwel het aantal gestapelde woningen niet meer mag bedragen dan 10;
-
er vrijstaande woningen, twee-onder-een kap woningen, rijwoningen en gestapelde woningen mogen worden gebouwd;
-
de goot- en bouwhoogte in een zone van 10 m gerekend vanaf de westelijke zijdelingse bouwperceelsgrens niet meer mag bedragen dan respectievelijk 6 meter en 10 meter;
-
de goot- en bouwhoogte in een zone van 10 m gerekend vanaf de oostelijke zijdelingse bouwperceelsgrens (zijde Elftstraat) mag niet meer bedragen dan respectievelijk 3,5 meter en 8,5 meter;
-
de goothoogte in een zone gelegen tussen 10 m gerekend vanaf de oostelijke zijdelingse bouwperceelsgrens en 10 meter vanaf de westelijke bouwperceelsgrens varieert van maximaal 3,5 m aan de oostzijde tot maximaal 6 meter aan de westzijde;
-
de goothoogte in een zone gelegen tussen 10 m gerekend vanaf de oostelijke zijdelingse bouwperceelsgrens en 10 meter vanaf de westelijke bouwperceelsgrens varieert van maximaal 8 meter aan de oostzijde tot maximaal 10 meter aan de westzijde;
-
ten behoeve van de woningen binnen het gebied waarvoor de wijzigingsbevoegdheid geldt, voldoende parkeerplaatsen op eigen erf worden geschapen;
-
de herinrichting van het gebied plaatsvindt op basis van een beeldkwaliteitsplan, waarbij rekening wordt gehouden met cultuurhistorische waarden in en in de omgeving van het gebied;
-
er vooraf aanvullend ecologisch onderzoek plaatsvindt naar het voorkomen van vleermuizen; indien het onderzoek daartoe aanleiding geeft, zal de (bouw)werkzaamheid pas kunnen plaatsvinden nadat een ontheffing casu quo vrijstelling op grond van de Flora- en faunawet is verkregen;
-
over de waterhuishouding vooraf overleg plaatsvindt met het Hoogheemraadschap;
-
voor het overige de bestemmingsregels van de bestemming ‘Wonen’ van overeenkomstige toepassing zijn.
-
de bestemmingen ‘Centrum’, ‘Kantoor’ en ‘Wonen’, op de gronden ter plaatse van de aanduiding “wro-zone – wijzigingsgebied 4” wijzigen ten behoeve van de bestemming ‘Horeca’, met dien verstande dat:
-
de wijziging uitsluitend binnen de bestaande bebouwing mag plaats-vinden;
-
ten behoeve van de horecabedrijven binnen het gebied waarvoor de wijzigingsbevoegdheid geldt, voldoende parkeerplaatsen op eigen erf worden geschapen;
-
er vooraf (aanvullende) ecologisch onderzoek plaatsvindt; indien het onderzoek daartoe aanleiding geeft, zal de (bouw)werkzaamheid pas kunnen plaatsvinden nadat een ontheffing casu quo vrijstelling op grond van de Flora- en Faunawet is verkregen;
-
voor het overige de bestemmingsregels van de bestemming ‘Horeca’ van overeenkomstige toepassing zijn.
-
Op de voorbereiding van het besluit tot wijziging is de in de Wet ruimtelijke ordening geregelde procedure van toepassing.