gemeente: Stichtse Vecht   status: Onherroepelijk
plannaam: Loenersloot -Binnenweg - Kerklaan   datum: 22-06-2011
 

Artikel 19 Waarde - Beschermd dorpsgezicht

 

19.1 bestemmingsomschrijving

 

19.1.1 algemeen

De voor Waarde - Beschermd dorpsgezicht aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud, herstel en ontwikkeling van de met het beschermd dorpsgezicht verbonden cultuurhistorische waarde, zoals nader omschreven in het beeldkwaliteitplan beschermd dorpsgezicht Loenersloot en in de toelichting bij beschermd dorpsgezicht Loenersloot.

19.2 bouwregels

 

19.2.1 gebouwen

Gebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:

  1. gebouwd binnen het bouwvlak;

  2. ter plaatse van de aanduiding maximale goothoogte is ten hoogste de aangegeven maximale goot- en boeiboordhoogte toegestaan;

  3. ter plaatse van de aanduiding maximale bouwhoogte is ten hoogste de aangegeven maximale bouwhoogte toegestaan;

  4. dakkapellen zijn niet toegestaan.

19.2.2 aan- en uitbouwen en bijgebouwen

Aan- en uitbouwen en bijgebouwen mogen binnen en buiten het bouwvlak worden gebouwd en voldoen aan de volgende kenmerken:

  1. gebouwd op het zij- en achtererf en minimaal 3 m achter (het verlengde van) de voorgevel van de woning;

  2. in het geval van een vrijstaand bijgebouw, dient de afstand tussen het vrijstaande bijgebouw en de overige aan- en uitbouwen, aangebouwde bijgebouwen en andere vrijstaande bijgebouwen minimaal 1 m te bedragen;

  3. aan- en uitbouwen, overkappingen of bijgebouwen aan de achterzijde mogen niet breder zijn dan de oorspronkelijke achtergevel van de woning;

  4. horizontale diepte aan- en uitbouwen, overkappingen of bijgebouwen niet meer dan 3 m buiten het bouwvlak;

  5. aan- en uitbouwen, overkappingen en bijgebouwen aan de zijgevel mogen niet dieper zijn dan de oorspronkelijke achtergevel breed is;

  6. aan- en uitbouwen, overkappingen en bijgebouwen aan de zijgevel mogen niet meer dan 6 meter uitsteken buiten het bouwvlak;

  7. de bouwhoogte van aan- en uitbouwen en bijgebouwen mag niet meer dan 6 m bedragen;

  8. de bouwhoogte van overkappingen mag niet meer dan de eerste bouwlaag + 0,25 m bedragen;

  9. de goot- en boeiboordhoogte van aan- en uitbouwen en bijgebouwen mag niet meer dan 3 m bedragen;

  10. bijgebouwen dienen te worden afgedekt met een meerzijdig hellende kap;

  11. gezamenlijke oppervlakte voor zover gebouwd buiten het bouwvlak per hoofdgebouw niet meer dan 36 m², mits het bebouwingspercentage van het gedeelte van het bouwperceel buiten het bouwvlak niet meer dan 50% is.

  12. ten aanzien van de vorm en de aansluiting van het bouwwerk op de cultuurhistorische context wordt advies ingewonnen van de gemeentelijke monumentencommissie;

19.2.3 horizontale diepte

In afwijking van het bepaalde in artikel d mag een aan- en uitbouw, overkapping of bijgebouw met een horizontale diepte van 6 m van de oorspronkelijke achtergevel aan de achterzijde van de woning worden gerealiseerd die voldoet aan de volgende kenmerken:

  1. niet dieper dan de oorspronkelijke achtergevel breed is;

  2. niet breder dan 50% van de oorspronkelijke achtergevel, met een maximum van 3 m;

  3. maximale goot- en boeiboordhoogte niet meer dan de eerste bouwlaag, + 0,25 m;

  4. maximale bouwhoogte aan- en uitbouwen en bijgebouwen niet meer dan 6 m.

  5. maximale bouwhoogte overkappingen niet meer dan de eerste bouwlaag + 0,25 m.

19.3 nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan de situering, de inrichting en het gebruik van gronden die vallen binnen de dubbelbestemming Waarde - Beschermd dorpsgezicht. Toepassing van de bevoegdheid mag niet leiden tot een onevenredige beperking van het meest doelmatige gebruik.

19.4 ontheffing van de bouwregels

 

19.4.1 algemeen

Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in artikel 19.2 ten behoeve van het veranderen van de gebouwen mits deze verandering een herstel of verbetering van de historisch wenselijke eigenschappen betreft.

19.4.2 dakkapellen

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in artikel 19.2.1 onder d onder de volgende voorwaarden:

  1. bij beeldbepalende panden en monumenten worden dakkapellen toegestaan met een maximale breedte van 1,2 m.

  2. bij overige panden worden dakkapellen toegestaan onder de volgende voorwaarden:

  1. maximale breedte 1,8 m;

  2. maximaal 2 dakkapellen per pand;

  3. maximale lengte 1/3 deel van de gootlengte.

  1. De criteria uit de welstandsnota blijven overeenkomstig aanvullend gelden.

19.4.3 vereisten ontheffing

Ontheffing als bepaald in artikel 19.4.2 kan slechts worden verleend, mits:

  1. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad;

  2. het straat- en bebouwingsbeeld niet onevenredig worden geschaad.

19.5 aanlegvergunning

 

19.5.1 aanlegvergunning plichtige werken

Het is verboden zonder of in afwijking van een aanlegvergunning van Burgemeester en Wethouders op de in artikel 19.1 bedoelde gronden:

  1. het geheel of gedeeltelijk slopen van hoofdgebouwen;

  2. het aanbrengen van bovengrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidigen en de daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur.

19.5.2 weigering

Een aanlegvergunning mag alleen en moet worden geweigerd, indien door het uitvoeren van het ander-werk dan wel door de daarvan direct of indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de cultuurhistorische waarden van het gebied en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende kan worden tegemoet gekomen.

19.5.3 geen aanlegvergunning

Geen aanlegvergunning is nodig voor:

  1. andere-werken die het normale onderhoud, gebruik en beheer betreffen;

  2. andere-werken die op het moment van het van kracht worden van het plan in uitvoering zijn of uitgevoerd kunnen worden op grond van een voor dat tijdstip aangevraagde dan wel verleende vergunning.

19.6 specifieke procedureregels

 

19.6.1 cultuurhistorische waarden

Bij de beoordeling van aanvragen voor aanlegvergunningen, het verlenen van ontheffingen, het toepassen van de bevoegdheid tot het stellen van nadere eisen worden de cultuurhistorische waarden van het beschermde dorpsgezicht zoals in artikel 19.1 bedoeld mede in overweging genomen.

19.6.2 advies

Bij de beoordeling van aanvragen voor het verlenen van ontheffingen en aanlegvergunningen dient advies bij de monumentencommissie en de Rijksdienst voor archeologie, cultuurlandschap en monumenten ingewonnen te worden.