HOOFDSTUK 1 Inleidende regels
Artikel 1 Begrippen
-
plan:
Uitwerkingsplan 1e fase Harinxmaland;
-
uitwerkingsplan:
het geometrisch bepaalde planobject met bijbehorende regels als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0091.harinxmalandfase1-ontw;
-
verbeelding:
de kaart met bijbehorende verklaring waarop de bestemmingen van de in het plan begrepen gronden zijn aangewezen;
-
het moederplan:
het bestemmingsplan Harinxmaland van de gemeente Sneek, vastgesteld door de gemeenteraad op 28 februari 2006 en goedgekeurd door Gedeputeerde Staten van Fryslân op 20 juni 2006, waarvan het plan een uitwerking is.
Artikel 2 Relatie met geldend bestemmingsplan
Ten aanzien van het plan geldt dat, naast het bepaalde in dit plan, de voorschriften behorende bij het moederplan onverkort van toepassing zijn.
HOOFDSTUK 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Tuin
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Tuin’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
tuinen behorende bij de op de aangrenzende gronden gelegen woningen;
-
wegen en paden;
-
groenvoorzieningen.
3.2 Bouwregels
Op de in lid 3.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden opgericht met dien verstande dat:
-
Met betrekking tot gebouwen geldt dat:
-
er geen gebouwen mogen worden gebouwd met uitzondering van erkers of tochtportalen tot een breedte van ten hoogste 50% van de breedte van de gevel van het hoofdgebouw, tot een diepte van ten hoogste 1,5 m en met een bouwhoogte van ten hoogste 2,5 meter.
-
Met betrekking tot bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat:
-
de hoogte van erf- en terreinafscheidingen ten hoogste 1 m mag bedragen;
-
de hoogte van vlaggenmasten niet meer dan 8 meter mag bedragen;
-
de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten hoogste 5,5 meter mag bedragen.
Artikel 4 Verkeer
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
wegen met een functie voor zowel het verkeer met een doorgaand karakter als de ontsluiting van aanliggende gronden, met dien verstande dat het aantal rijstroken van wegen niet meer dan 2 mag bedragen;
-
parkeervoorzieningen;
-
groen en water;
-
fiets- en voetpaden;
-
andere verkeersvoorzieningen zoals straatmeubilair, viaducten, tunnels en aquaducten;
-
nutsvoorzieningen;
met de daarbij behorende:
-
bouwwerken;
-
andere werken.
4.2 Bouwregels
Op de in lid 4.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden opgericht met dien verstande dat:
-
Met betrekking tot gebouwen geldt dat:
-
geen gebouwen mogen worden gebouwd.
-
Met betrekking tot bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat:
-
de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, anders dan rechtstreeks ten behoeve van de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer, niet meer dan 5,5 m mag bedragen;
-
de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, rechtstreeks ten behoeve van de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer niet meer dan 18 m mag bedragen.
Artikel 5 Verkeer-Verblijf
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer - Verblijf’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
woonstraten;
-
fiets- en voetpaden;
-
parkeervoorzieningen;
-
groen en water;
-
speelvoorzieningen;
-
nutsvoorzieningen
met de daarbij behorende:
-
bouwwerken;
-
andere werken.
5.2 Bouwregels
Op de in lid 5.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden opgericht met dien verstande dat:
-
Met betrekking tot gebouwen geldt dat:
-
deze uitsluitend mogen worden gebouwd ten behoeve van nutsvoorzieningen;
-
de inhoud van een gebouw ten hoogste 50 m³ mag bedragen;
-
de hoogte van een gebouw ten hoogste 3 m mag bedragen.
-
Met betrekking tot bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat:
-
de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, anders dan rechtstreeks ten behoeve van de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer, niet meer dan 5,5 m mag bedragen;
Artikel 6 Water
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Water’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
de waterhuishouding en waterberging;
-
waterwegen,
met de daarbij behorende;
-
andere bouwwerken;
-
andere werken;
-
bijbehorende voorzieningen zoals bruggen ten behoeve van een kruisend verkeer.
6.2 Bouwregels
Op de in lid 6.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden opgericht met dien verstande dat:
-
Met betrekking tot gebouwen geldt dat:
-
op deze gronden geen gebouwen mogen worden gebouwd.
-
Met betrekking tot bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat:
-
het bouwen van steigers binnen deze bestemming niet is toegestaan;
-
de hoogte niet meer dan 3 m mag bedragen;
6.3 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik strijdig met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend het gebruiken of laten gebruiken van gronden ten behoeve van ligplaatsen van woonschepen.
Artikel 7 Wonen
7.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
woningen, al dan niet in combinatie met ruimte voor een aan-huis-ver-bonden beroep of bedrijf;
-
aan- en uitbouwen en bijgebouwen,
met de daarbij behorende:
-
erven;
-
water;
-
paden;
-
bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
7.2 Bouwregels
Op de in lid 7.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden opgericht met dien verstande dat:
-
Met betrekking tot hoofdgebouwen geldt dat:
-
als hoofdgebouw uitsluitend woningen mogen worden gebouwd;
-
het aantal woningen ten hoogste het ter plaatse van de aanduiding "maximum aantal wooneenheden" aangegeven aantal mag bedragen;
-
woningen ter plaatse van de aanduiding "vrijstaand" vrijstaand dienen te worden gebouwd;
-
woningen ter plaatse van de aanduiding "twee-aaneen" twee-aaneen dienen te worden gebouwd;
-
woningen ter plaatse van de aanduiding "aaneengebouwd" aaneengebouwd dienen te worden gebouwd, met dien verstande dat het aantal aaneen te bouwen woningen ten hoogste het ter plaatse van de aanduiding "maximum aantal aaneen te bouwen wooneenheden" aangegeven aantal mag bedragen;
-
een hoofdgebouw uitsluitend binnen een bouwvlak mag worden gebouwd;
-
de goothoogte van een gebouw niet meer mag bedragen dan ter plaatse van de aanduiding "maximale goot- en bouwhoogte (m)" staat aangegeven;
-
de bouwhoogte van een gebouw niet meer mag bedragen dan ter plaatse van de aanduiding "maximale goot- en bouwhoogte (m)" staat aangegeven;
-
de afstand van een hoofdgebouw tot de zijdelingse perceelgrens bedraagt ter plaatse van de aanduiding "vrijstaand" ten minste 4 m;
-
de afstand van een hoofdgebouw tot de zijdelingse perceelgrens bedraagt ter plaatse van de aanduiding "twee-aaneen" ten minste 3 m.
-
Met betrekking tot aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen geldt dat:
-
de gezamenlijke oppervlakte aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen per bouwperceel, niet meer dan 75 m² mag bedragen, met dien verstande dat ten hoogste 50% van het erf buiten het bouwvlak gelegen mag worden bebouwd;
-
de goothoogte van vrijstaande bijgebouwen mag ten hoogste 3 m en de bouwhoogte ten hoogste 6 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van bijgebouwen ter plaatse van de aanduiding "vrijstaand" ten hoogste 3 m mag bedragen;
-
de bouwhoogte van een aan- en uitbouw en een aangebouwd bijgebouw ten minste 1 m lager dient te zijn dan de hoogte van het hoofdgebouw;
-
de bouwhoogte van een aan- en uitbouw en een aangebouwd bijgebouw ten minste 1 m lager dient te zijn dan de hoogte van het hoofdgebouw;
-
in afwijking van het bepaalde onder 3 en 4 geldt voor aan- en uitbouwen ter plaatse van de aanduiding "vrijstaand" dat de bouwhoogte ten hoogste 3 m mag bedragen, alsmede dat een aan- of uitbouw plat moet worden afgedekt en dus niet mag worden voorzien van een kap;
-
de bouw van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen voor de voorgevel van het hoofdgebouw niet is toegestaan.
-
Met betrekking tot nutsgebouwen geldt dat:
-
deze uitsluitend mogen worden gebouwd ten behoeve van nutsvoorzieningen;
-
de inhoud van een gebouw ten hoogste 50 m³ mag bedragen;
-
de hoogte van een gebouw ten hoogste 3 m mag bedragen.
-
Met betrekking tot bouwwerken, geen gebouwen zijnde geldt dat,
-
de hoogte van erf- en terreinafscheidingen niet meer dan 2 m mag bedragen;
-
de hoogte van vlaggenmasten niet meer dan 8 meter mag bedragen;
-
de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet meer dan 5,5 m mag bedragen.
7.3 Ontheffing van de bouwregels
-
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van:
-
het bepaalde in lid 7.2 onder b sub 1 voor:
a. het oprichten van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen per bouwperceel tot een maximum van 100 m² wanneer de oppervlakte van het bouwperceel meer bedraagt dan 500 m² waarbij de eis van kracht blijft dat maximaal 50% van het erf buiten het bouwvlak onbebouwd blijft;
b. het vergroten van het bebouwingspercentage van het erf buiten het bouwvlak tot maximaal 70%.
-
het bepaalde in lid 7.2 onder b sub 6 ten behoeve van het toestaan van het bouwen van aan-, uitbouwen, bijgebouwen of overkappingen voor de voorgevel van het hoofdgebouw, met dien verstande dat een dergelijke ontheffing uitsluitend wordt verleend voor bebouwing die qua vorm en massa aansluit bij het hoofdgebouw en voor het overige voldoet aan de maatvoering die in lid 7.2 onder b wordt voorgeschreven
-
Ontheffing als bedoeld onder sub a wordt slechts verleend, wanneer geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:
-
het straat- en bebouwingsbeeld;
-
de milieusituatie;
-
de woonsituatie;
-
de verkeersveiligheid; en
-
de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.
7.4 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend:
-
het gebruiken of laten gebruiken van vrijstaande bijgebouwen voor bewoning;
-
het gebruiken of laten gebruiken van gronden en bouwwerken voor detailhandel en overige bedrijfsactiviteiten anders dan een beroep of bedrijf aan huis, al dan niet in combinatie met de daarvoor benodigde opslagruimte;
-
het gebruiken of laten gebruiken van een woning ten behoeve van een aan huis verbonden beroep of bedrijf in strijd met de volgende regels:
-
de woonfunctie mag worden gecombineerd met een beroep/bedrijf aan huis, voor zover de oppervlakte hiervan ten hoogste 30% van de begane grond oppervlakte van de woning, inclusief aan, en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen bedraagt met een maximum van 50 m²;
-
een aan huis verbonden beroep of bedrijf is uitsluitend toegestaan in de woning en/of in de bijbehorende aan, en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen;
-
alleen het beroeps- of bedrijfsmatig gebruik dat niet vergunningplichtig of meldingplichtig is ingevolge de Wet milieubeheer is toegestaan;
-
De omvang van reclame-uitingen mag maximaal 0,5 m² bedragen;
-
parkeren dient op eigen erf plaats te vinden;
-
er mag geen sprake zijn van een onevenredige verkeers- en/of publieksaantrekkende werking;
-
detailhandel, anders dan die welke direct voortvloeit uit het bedrijfs- of beroepsmatig gebruik; is niet toegestaan;
-
er mag geen buitenopslag van goederen plaatsvinden.
HOOFDSTUK 3 Slotregel
Artikel 8 Slotregel
Deze regels kunnen worden aangehaald onder de titel:
"Regels deel uitmakende van het uitwerkingsplan 1e fase Harinxmaland, gemeente Sneek".
Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders op 4 augustus 2010.