Burgemeester en Wethouders kunnen, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
-
-
de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
-
het straat- en bebouwingsbeeld;
-
de sociale veiligheid;
-
de verkeersveiligheid;
-
de woonsituatie;
-
de cultuurhistorische en ruimtelijke waarden van het beschermde stadsgezicht,
-
het plan:
-
-
-
-
wijzigen in die zin, dat een transformatorstation, gasdrukmeet- en regelstation, rioolgemaal en naar de aard daarmee gelijk te stellen gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, van openbaar nut mogen worden gebouwd tot een maximum inhoud van 400 m³ en een maximum bouwhoogte van 4 m;
-
wijzigen in die zin, dat:aan de gronden de bestemming "Waarde - Archeologie" wordt toegekend, indien uit archeologisch onderzoek is gebleken dat de begrenzing van de gronden met de bestemming "Waarde - Archeologie", gelet op de ter plaatse aanwezige archeologische waarden, aanpassing behoeft;
-
ter plaatse van het zoekgebied decentraal hotel als opgenomen in de ‘Beleidsnotitie decentraal hotel IJlst’ die als bijlage 1 bij de toelichting is opgenomen, wijzigen ten behoeve van een logiesfunctie in de vorm van een decentraal hotel door het opnemen van de aanduiding “specifieke vorm van water – decentraal hotel”, met dien verstande dat:
-
-
-
1. er ter plaatse van het zoekgebied decentraal hotel als opgenomen in de bijlage van de regels maximaal 3 vaartuigen ten behoeve van een logiesfunctie in de vorm van een decentraal hotel mogen worden gebruikt;
2. de logiesfunctie in de vorm van een decentraal hotel is toegestaan langs eigen oever en/of langs de ligplaats voor historische vaartuigen als aangewezen door de gemeente en/of in de jachthaven(s) binnen het zoekgebied decentraal hotel als opgenomen in de bijlage van de regels;
3. voor de toepassing van de wijzigingsbevoegdheid een inrichtingsplan voor de inrichting van de eigen oever moet zijn overlegd, waaruit blijkt dat er voldoende aansluiting is bij de kwaliteiten van de omgeving zoals die zijn verwoord in de ‘Beleidsnotitie decentraal hotel IJlst’ die als bijlage 1 bij de toelichting is opgenomen;
4. de lengte van een vaartuig langs eigen oever maximaal 15 m mag bedragen;
5. de breedte van een vaartuig langs eigen oever maximaal 4 m mag bedragen;
6. langparkeren ten behoeve van de logiesfunctie buiten het “beschermd stadsgezicht” moet plaatsvinden dan wel op eigen terrein;
7. er maximaal 4 slaapplaatsen per vaartuig ter plaatse van de aanduiding “specifieke vorm van water – decentraal hotel” mogen worden gerealiseerd ten behoeve van de logiesfunctie;
8. de logiesfunctie ondergeschikt is aan de bestemming;
9. voor het overige de bestemmingsregels uit artikel 14 van overeenkomstige toepassing zijn.
-
-
-
-
ter plaatse van de aanduidingen “specifieke vorm van bedrijf – decentraal hotel”, “specifieke vorm van maatschappelijk – decentraal hotel”, “specifieke vorm van water – decentraal hotel” en “specifieke vorm van woongebied – decentraal hotel” wijzigen ten behoeve van het ontnemen van de aan de gronden toegekende genoemde aanduidingen, met dien verstande dat de bestemmingsregels van de betreffende bestemming onverkort van toepassing blijven.
-
-
-
Voor toepassing van de wijzigingsbevoegdheden binnen het beschermd dorpsgezicht, vragen Burgemeester en Wethouders in voorkomende gevallen de gemeentelijke monumentencommissie om advies inzake de afweging of er sprake is van een onevenredige aantasting van de cultuurhistorische en ruimtelijke waarden van het beschermde dorpsgezicht.