Koudum - Galamadammen
Status: | Onherroepelijk |
Idn: | NL.IMRO.1900.2012zuidBPkoudgala-onhe |
HOOFDSTUK 7 Uitvoerbaarheid
Wettelijk bestaat de verplichting om inzicht te geven in de uitvoerbaarheidsaspecten van een bestemmingsplan. In dat verband wordt een onderscheid gemaakt tussen de maatschappelijke en de economische uitvoerbaarheid. Daarnaast dient inzichtelijk gemaakt te worden hoe de grondexploitatie geregeld is.
7.1 Maatschappelijke uitvoerbaarheid
Op 17 november 2011 heeft de gemeenteraad de notitie "rol van de raad in RO-procedures" vastgesteld. Daarin is aangegeven dat voor actualisatieplannen die conserverend van aard zijn geen inspraakprocedure wordt doorlopen.
Wel zijn in het kader van het verplichte Overleg de betrokken diensten en rijk en provincie, alsmede maatschappelijke organisaties, gehoord. De provinsje Fryslân en Brandweer Fryslân hebben schriftelijk gereageerd.
De reacties zijn in Bijlage 3 opgenomen.
De reacties zijn bekeken en er is nagegaan óf, en zo ja, hoe het plan moet worden bijgesteld. Het resultaat hiervan wordt hierna weergegeven. De opmerkingen worden eerst weergegeven, gevolgd door een cursieve reactie van de gemeente.
Provincie Fryslân
Algemeen:
De provincie hanteert een categorie-indeling bij het maken van overlegopmerkingen op bestemmingsplannen.
De opmerkingen die nu gemaakt zijn zitten in een lichte categorie. Het al dan niet aanpassen van het bestemmingsplan aan de deze door de provincie gemaakte opmerkingen is een gemeentelijke verantwoordelijkheid. Bij niet of onvoldoende verwerking in het ontwerpbestemmingsplan volgt in principe geen provinciale zienswijze, tenzij GS van mening zijn dat een andere afweging door de gemeenteraad gewenst is.
Er volgt in principe geen reactieve aanwijzing door de provincie.
Met betrekking tot dit bestemmingsplan:
De provincie geeft aan op zichzelf in te stemmen met de bestemmingsplanregeling voor Koudum - Galamadammen, nu deze grotendeels is overgenomen uit de vigerende plannen.
Toch wordt geadviseerd om te bezien of aanpassing op onderdelen in de rede ligt. Hierover is ambtelijk al van gedachten gewisseld.
De jachthaven aan de westzijde bij Hotel Galamadammen is specifiek inbestemd. Geadviseerd wordt voor het gedeelte dat aan de oostzijde van de provinciale weg dat als jachthaven gebruikt wordt een gelijke regeling te treffen.
Reactie:
Een zelfde regeling voor beide jachthavens ligt inderdaad voor de hand. De verbeelding (plankaart) is hieraan aangepast.
De bestemming “Recreatie” biedt onder andere de mogelijkheid om aan beide zijden van de provinciale weg standplaatsen voor kampeermiddelen mogelijk te maken terwijl die er nu niet zijn. Het terrein aansluitend aan de jachthaven functioneert nu in feite als ligoever, groen- en speelterrein. Geadviseerd wordt het bestemmingsplan in die zin aan te passen.
Reactie:
In het vigerende bestemmingsplan hebben de gronden de bestemming “Recreatieve doeleinden” en zijn o.a. bestemd dagrecreatie en kamperen.
De functie dagrecreatie is inmiddels naar aanleiding van de opmerking van de provincie specifiek benoemd (artikel 5.1.b.).
Wij zien echter – mede uit het oogpunt van flexibiliteit - geen noodzaak om de functie kamperen te verwijderen, mede omdat deze functie in het vigerende bestemmingsplan tot de mogelijkheden hoort.
Opgemerkt wordt dat artikel 12 (Waarde-Archeologie 2) bouwregels treft voor ingrepen dieper dan 40 cm. Verzocht wordt om conform FAMKE die maat te veranderen in 30 cm.
Reactie:
De gemeenten mogen zelf bepalen welke diepte zij hanteren als vrijstellingsdiepte. De gemeente Súdwest Fryslân hanteert in haar Erfgoedverordening een diepte van 40 cm als vrijstellingsgrens. De Erfgoedverordening is op 24 januari 2013 door de gemeenteraad vastgesteld.
Ten opzichte van de modelverordening, zoals de ambtelijke werkgroep archeologie van de Vereniging Friese Gemeenten deze nader heeft uitgewerkt in overleg met de provincie Fryslân, is er een aanpassing van de maximale vrijgestelde diepte doorgevoerd. Zo is de toegestane verstoringsdiepte iets verruimd en van 30 cm naar 40 cm gegaan, dit om onnodig onderzoek te voorkomen. Doorgaans blijkt namelijk dat de archeologische lagen dieper zitten dan deze 30 cm.
Daar waar duidelijk is op grond van uitgevoerd archeologisch onderzoek dat ingrepen tot een diepte van 40 cm de archeologische waarden wel onevenredig onherstelbaar aan zullen tasten, kan de gemeente kiezen voor een strenger regime.
Mocht anderzijds op grond van archeologisch onderzoek bijvoorbeeld duidelijk zijn dat archeologische waarden in terreinen dieper liggen dan 40 cm, dan kan de gemeente het regime versoepelen.
Er zijn voor deze locatie geen gegevens bekend waaruit blijkt dat een strenger, dan wel soepeler regime aan de orde moet zijn.
De door de provincie gemaakte opmerking geeft daarom geen aanleiding om het plan aan te passen.
In de bestemming “Recreatie” is onder artikel 5.1., sub b, “horeca categorie 4” in de bestemmingsomschrijving opgenomen. Het plan bevat hierover geen begripsbepaling . In de toelichting wordt verwezen naar de bestemming “Horeca, maar die biedt ook geen uitsluitsel.
Reactie:
De term “horeca categorie 4” is abusievelijk opgenomen en is uit de bepalingen verwijderd.
Brandweer Fryslân
De Brandweer Fryslân ziet geen noodzaak om bij dit plan opmerkingen te maken.
Reactie:
Deze opmerking wordt voor kennisgeving aangenomen.
7.2 Economische uitvoerbaarheid
Inzicht in de economische uitvoerbaarheid is vanuit het bestemmingsplan in het bijzonder van belang waar het gaat om nieuwe activiteiten. Dit bestemmingsplan biedt een actueel juridisch-planologisch kader voor de bestaande situatie. Perceelsgebonden ontwikkelingen zijn binnen de randvoorwaarden van het bestemmingsplan mogelijk. De gemeente heeft geen financiële bemoeienis met eventuele perceelsgebonden ontwikkelingen.
Binnen de openbare bestemmingen biedt het bestemmingsplan de ruimte voor gewenste vernieuwings- of herinrichtingsmaatregelen. Financiële consequenties daarvan worden via sectoraal beleid bijvoorbeeld aangaande het verkeer, apart afgewogen.
7.3 Grondexploitatie
Dit bestemmingsplan betreft grotendeels een conserverende regeling. Voor het conserverende gedeelte is er geen sprake van kosten die door de gemeente verhaald dienen te worden. Het opstellen van een exploitatieplan is daarom niet noodzakelijk.
6 juni 2013.