direct naar inhoud van Regels

Koudum - Galamadammen

Status: Onherroepelijk
Idn: NL.IMRO.1900.2012zuidBPkoudgala-onhe

HOOFDSTUK 6 Planbeschrijving

 

6.1 Het juridische systeem

In voorgaande hoofdstukken zijn de uitgangspunten voor de ruimtelijke situatie in het plangebied aangegeven. Deze uitgangspunten zijn getoetst aan de milieu- en omgevingsaspecten en het beleid. In dit hoofdstuk worden de bestemmingen en de bijbehorende regels beschreven.

 

Het bestemmingsplan voldoet aan alle vereisten die zijn opgenomen in de Wet ruimtelijke ordening (Wro) en het Besluit ruimtelijke ordening (Bro). Inherent hieraan is de toepassing van de Standaard Vergelijkbare BestemmingsPlannen (SVBP) 2008. De SVBP maakt het mogelijk om bestemmingsplannen te maken die op vergelijkbare wijze zijn opgebouwd en op dezelfde manier worden verbeeld. De SVBP 2008 is toegespitst op de regels die voorschrijven hoe bestemmingsplannen conform de Wro en het Bro moeten worden gemaakt. De SVBP geeft bindende standaarden voor de opbouw en de verbeelding van het bestemmingsplan, zowel digitaal als analoog. De regels van dit bestemmingsplan zijn opgesteld conform deze standaarden. Het bestemmingsplan voldoet aan de vereisten die voortvloeien uit de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), die op 1 oktober 2010 in werking is getreden.

 

Het bestemmingsplan regelt de gebruiks- en bebouwingsbepalingen van de gronden in het plangebied. De juridische regeling is vervat in een verbeelding en bijbehorende regels. Op de verbeelding zijn de verschillende bestemmingen vastgelegd, in de regels (per bestemming) de bouw- en gebruiksmogelijkheden.

 

Het Bro bepaalt dat een bestemmingsplan vergezeld gaat van een toelichting. Deze toelichting heeft echter geen juridische status, maar is wel belangrijk als het gaat om de onderbouwing van hetgeen in het bestemmingsplan is geregeld en om de uitleg daarvan.

 

Het bestemmingsplan bevat twee typen flexibiliteitsbepalingen: afwijkingsregels en wijzigingsregels. Binnen een aantal bestemmingen zijn mogelijkheden tot afwijking van het bestemmingsplan opgenomen. De afwijkingen moeten aan een aantal criteria voldoen: de toetsingscriteria. Deze zijn bij de geformuleerde afwijkingen opgenomen. Hiermee is de nodige flexibiliteit ingebracht in het bestemmingsplan, waardoor niet voor elke kleine aanpassing binnen het plangebied een nieuwe procedure hoeft te worden gevolgd. Daarnaast zijn er een aantal algemeen geldende afwijkingsregels opgenomen.

 

6.2 Toelichting op de regels

 

Bouwverordening

In de regels is gezorgd voor een afstemming met de Bouwverordening. Een aantal meer specifieke zaken, zoals het parkeren, blijft geregeld met de stedebouwkundige bepalingen van de Bouwverordening. De regels geven in een algemene toepassingsbepaling aan welke gevallen het betreft.

 

10%-regeling

Bij hoge uitzondering kan door middel van een omgevingsvergunning voor afwijking van het bestemmingsplan worden toegestaan dat van de bij recht in de regels gegeven maten, afmetingen en percentages, tot ten hoogste 10% van die maten, afmetingen en percentages, wordt afgeweken. Het gaat dan om incidentele gevallen, waarbij het om bouwtechnische redenen en/of redenen van doelmatigheid noodzakelijk wordt geacht en aantoonbaar is, dat in geringe mate van de gegeven maten moet worden afgeweken.

 

Relatie bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en verkeer

In de bebouwingsregels van de verkeersbestemmingen is slechts een maximale bouwhoogte gesteld aan bouwwerken die geen directe relatie hebben met de verkeersfunctie. Dit omdat bouwwerken ten behoeve van verkeersvoorzieningen aangemerkt worden als vergunningvrije bouwwerken, die niet aan het bestemmingsplan worden getoetst.

 

6.3 Toelichting op de bestemmingen

De toelichting op de bestemmingen zal, in overeenstemming met de regels, op alfabetische volgorde plaatsvinden.

 

  • Agrarisch

De agrarische gronden binnen het plangebied zijn bestemd als 'Agrarisch'. Binnen deze bestemming zijn, om de openheid te bewaren, geen gebouwen toegestaan. Erf- en terreinafscheidingen zijn tot een hoogte van 2 meter toegestaan.

 

Daarnaast is op deze bestemming een omgevingsvergunningstelsel van toepassing, waardoor een vergunning moet worden aangevraagd bij werkzaamheden als aanbrengen van oppervlakteverhardingen en het graven of dempen van sloten.

 

  • Horeca

De horecavoorzieningen binnen het plangebied hebben de bestemming 'Horeca' gekregen. Het gaat hier om hotel-restaurant de Galamadammen. Binnen de bestemming is uitwisselbaarheid van verschillende horecafuncties mogelijk, zoals een hotel, een restaurant en zalen/congresfuncties.

De bedrijfswoning is apart aangeduid op de verbeelding. Deze is alleen binnen de aanduiding toegestaan. Tot slot zijn de betreffende bouw- (en goot-)hoogtes de verbeelding aangegeven.

 

  • Recreatie

De aanwezige recreatieve terreinen hebben de bestemming ‘recreatie’ toegewezen gekregen. Binnen de bestemming zijn diverse functies toegestaan, zoals standplaatsen voor kampeermiddelen, horeca categorie 4 (zie ook onder horeca), gebouwen ten behoeve van de dagrecreatie en het kamperen. Ook gebouwen ten behoeve van sanitair, beheer en onderhoud zijn mogelijk tot een gezamenlijke oppervlakte van 750 m2. De omvang van een enkel gebouw mag ten hoogste 200 m2 bedragen.Ter plaatse van de aanduiding 'parkeren' mag uitsluitend een parkeerplaats worden gerealiseerd.

 

  • Recreatie-Jachthaven

De jachthaven naast het hotel-restaurant heeft deze bestemming gekregen. Binnen deze bestemming zijn diverse bijbehorende functies geregeld, zoals ligoevers, recreatief medegebruik, sanitaire voorzieningen en dergelijke. Bij de jachthaven mogen gebouwen worden gebouwd tot een maximum gezamenlijke oppervlakte van 150 m2.

 

  • Recreatie-Recreatiewoning

De reacreatiewoningen aan de noordoostzijde van het plangebied zijn als zodanig bestemd. Het aantal recreatiewoningen mag ten hoogste 32 bedragen, waarbij geldt dat de oppervlakte van een recreatiewoning ten hoogste 120 m2 mag bedragen. Per woning is tevens nog 30 m2 aan bijgebouwen toegelaten.

 

  • Tuin

Deze bestemming is toegekend aan de tuin bij de bestemming 'Wonen-1'.

 

  • Verkeer

Wegen die voornamelijk zijn gericht op de afwikkeling van verkeer, zijn ondergebracht in de bestemming 'Verkeer'. Binnen de bestemming mogen geen gebouwen worden gebouwd. De ecologische verbindingszone is specifiek aangeduid teneinde de ecologische waarden veilig te stellen.

 

  • Water

Het structurele water (Johan Frisokanaal) binnen het plangebied heeft de bestemming 'Water'. Deze bestemming is gericht op het in stand houden van het water in de huidige vorm. Binnen de bestemming zijn geen gebouwen toegestaan. Wel zijn aanlegplaatsen voor boten binnen deze bestemming toegestaan. Ter plaatse van de aanduiding 'aanlegsteiger' is ook een aanlegsteiger toegelaten. De ecologische verbindingszone is specifiek aangeduid teneinde de ecologische waarden veilig te stellen.

 

  • Wonen - 1

Binnen het plangebied wordt één woonbestemming onderscheiden: 'Wonen - 1'. De bestemming 'Wonen - 1' is opgenomen voor de woning die bestaan uit één bouwlaag met kap. Binnen de bestemming is voor het bouwen van hoofdgebouwen een bouwvlak aangegeven. Voor het bouwen van bijgebouwen is de gemeentelijke bijgebouwenregeling van toepassing.

 

Behalve voor de woonfunctie mogen deze gronden worden gebruikt voor een aan-huis-verbonden beroep of kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, zoals genoemd in de bijlage bij de regels. Het is niet toegestaan om vrijstaande bijgebouwen voor bewoning te gebruiken, of om detailhandel of horeca uit te oefenen op deze gronden.

 

  • Waarde - Archeologie 2

Op de gemeentelijke Friese Archeologische Monumentenkaart Extra (gemeentelijke FAMKE) zijn de gebieden met een hoge archeologische waarde (advies op de FAMKE: “streven naar behoud” en “waarderend onderzoek”) en archeologische verwachtingsgebieden (advies op de FAMKE: karterend onderzoek en quickscan). Voor de archeologische verwachtingsgebieden gelden verschillende beleidsadviezen die zijn terug te vinden op de FAMKE.

 

De bestemming Waarde archeologie 1 wordt gehanteerd voor terreinen of gebieden die op de FAMKE het advies ‘streven naar behoud’ en ‘waarderend onderzoek hebben meegekregen, dus de bekende archeologisch waardevolle terreinen. Waarde archeologie 2 wordt gehanteerd voor gebieden die op de FAMKE het advies 'karterend onderzoek' en 'quickscan' hebben gekregen en derhalve de gebieden met een archeologische verwachtingswaarde.